Narrow your search

Library

KU Leuven (11)

EHC (1)

Hogeschool Gent (1)

KBR (1)

LUCA School of Arts (1)

OPZ-Geel (1)

UAntwerpen (1)

UGent (1)

UHasselt (1)


Resource type

dissertation (10)

book (1)


Language

Dutch (10)

English (1)


Year
From To Submit

2022 (9)

2020 (1)

2017 (1)

Listing 1 - 10 of 11 << page
of 2
>>
Sort by

Book
De luwteplek : Een ruimtelijk onderzoek naar stilte, rust en verstilling in de stad
Authors: ---
ISBN: 9789082641806 Year: 2017 Publisher: Gent : Peymenjellema,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

‘De Luwteplek’ is het resultaat van een onderzoek naar ruimtelijke parameters die de publieke ruimte in de stad tot plaatsen van stilte, rust en verstilling maken. Het begrip ‘luwte’ - als een plek in de rivier waar de stroming geen vat op heeft - staat hier symbool voor wat een stilteplek binnen een stedelijk landschap kan betekenen: een plek om even uit de dagelijkse drukte te stappen. De auteurs omschrijven hoe zes parameters - omsloten, poreus, betekenisvol, contrastrijk, relationeel en niet-toegeëigend - de ervaring van stilte, rust en verstilling beïnvloeden. Een tool brengt deze parameters in hun onderling verband samen en is een uitnodiging om zelf op stap te gaan en elke luwteplek in kaart te brengen. Het boek richt zich tot ontwerpers, beleidsmakers, stedenbouwkundigen, stadsplanners, buurtwerkers, maar zeker ook tot iedereen die luwteplekken als een meerwaarde zien in het dagelijks leven van de stad. Nu de stedelijk verdichting ons voor nieuwe uitdagingen stelt is het nog belangrijker om een stad op mensenmaat te ontwikkelen waar ruimte blijft voor stilte, rust en verstilling. De luwteplek, als een nieuwe typologie, kan de stad van de toekomst mee vormgeven.


Dissertation
RESTroom : het toilet als toevluchtsoord

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef begon met de vraagstelling hoe architectuur het menselijk welzijn kan ondersteunen. Hierbij werd dieper ingezoomd op paniekaanvallen. Om het onderzoek te onderbouwen werden ervaringsdeskundigen gecontacteerd. Gesprekken met deze personen leidden tot de toiletruimte. Deze private ruimte in een publieke omgeving dient als toevluchtsoord waar men zich kan afzonderen en alleen kan zijn. Deze tijdloze plek gunt tijd en ruimte om tot rust te komen tijdens een plotse en tijdelijke opwelling van hevige onrust. De geschiedenis van de sanitaire ruimte toont een verschuiving tussen grenzen. Deze grenzen, zoals privaat-publiek, onhygiënisch-hygiënisch, gendersscheiding-genderinclusief, ontoegankelijk-toegankelijk, etc., dragen bij tot de culturele invulling ‘wat een toilet is’.

Keywords


Dissertation
De stimulerende ruimte: een zoektocht naar een omgang met gevoels-ontworpen zorg
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Architectuur

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het is algemeen geweten dat hoe ouder men wordt, hoe groter de kans wordt om fysiek af te takelen. Veel ouderen worden dan ondergebracht in een woonzorgcentrum. Hier wordt al gezorgd voor de lichamelijke gezondheid van de zorgvragende, maar het emotionele facet van het mens zijn wordt niet voldoende ondersteund. Uniforme zorg De fysieke zorg is zo georganiseerd dat het voor een zo groot mogelijk publiek praktisch is. Hier zijn dezelfde type kamers steeds van enerlei voorzien en ingericht. Het is bijna universeel. Deze zorg noem ik de uniforme zorg. Er zijn drie hoofdverblijfplaatsen in een kamer: de zetel, het bed en de rolstoel. Deze zijn ontworpen om het lichaam van de gebruiker zo goed mogelijk te ondersteunen. Elk onderdeel heeft een praktische reden. Hier wordt teruggevallen op de uniforme zorg, die blijft primeren. Er moet een mentale zorg ontworpen worden in die uniforme zorg. Hoe kan de gevoels – ontworpen zorg geïntroduceerd worden in een context van uniforme zorg? Het belang van de relatie tussen de zorgverlener en zorgvragende De zorgverleners zijn de personen die het dichtst bij de ouderen staan in de nieuwe leefomgeving. Uit observaties bleek dat zij enkel komen bij fysieke noden. Die uitten zich bij beperkt mobiele ouderen in de rolstoel, wanneer de zorgvragende in de rolstoel vervoerd moet worden. De zorgverlener is hier essentieel. In transit is er geen communicatie, ook al is dat de plaats waar de meeste opportuniteit is tot het opbouwen van hun relatie. De mobiele zorgvragende kan arm in arm, op dezelfde ooghoogte communiceren met oogcontact. Daarentegen zit de beperkt mobiele zorgvragende in hun rolstoel voor de zorgverlener. Er is geen visuele- en ook geen verbale communicatie, omdat ouderen vaak slechthorend zijn. Schreeuwen in gesprek zou de atmosfeer in het woonzorgcentrum verstoren. Er is daarenboven geen mogelijkheid tot fysiek contact. In die afhankelijkheid van de zorgverlener, gaan de beperkt mobiele mensen ook minder snel de leefomgeving verkennen en blijft die nieuwe context onbekend voor hen. De rolstoel blijft een uniform zorgend object ondanks dat het de mogelijkheid biedt om met hun meest vertrouwde persoon in contact te gaan. Gevoels – ontworpen zorg Er wordt een manier gezocht om die mentale zorg in de uniforme zorg te brengen; een mogelijkheid om de relatie tussen zorgverlener en zorgvragende te stimuleren. De gevoels- ontworpen zorg speelt in op het opbouwen van de communicatie, zowel verbaal, als visueel. Een hoorbuis zal de spraak van de zorgverlener verbinden met het gehoor van de zorgvragende. Een spiegel zal dienen om elkaar visueel te kunnen voelen. Daarnaast zullen zij in naam van fysieke nabijheid naast elkaar in de rolstoel kunnen zitten: niet enkel voor intimiteit, maar ook om de hiërarchie tussenbeide te verbreken. Met het gesprek in transit als prioriteit om de relatie te stimuleren, wordt een parasol/ -plu geplaatst op de rolstoel. Het gesprek zal in de ruimte getrokken worden en beschermd worden. Er vormt zich nu een grotere mogelijkheid om samen de leefomgeving te verkennen. Hiervoor wordt de fatbike aangewend. De banden kunnen bijna elke ondergrond berijden. Gevoels- ontworpen zorg wordt geïntroduceerd in de uniforme zorg van de rolstoel. Elke ingreep stimuleert de relatie tussen de zorgverlener en zorgvragende. De rolstoel wordt een stimulans voor die relatie. Gevoels- ontworpen zorg transformeert de rolstoel in een stimulerende ruimte.

Keywords


Dissertation
In eigen tijd en ruimte.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Ciandro (19, broer) zit op het autisme spectrum. Al op een jonge leeftijd werd de diagnose van Autisme (ASS) bij hem vastgesteld. Geen twee mensen met ASS zijn gelijk of hebben dezelfde ‘symptomen’. Hier is dus ook een eerste bewustwording als je werkt rond autisme. Het doel van dit onderzoek is om zelf een betere kijk te krijgen op het spectrum. Hoe kan ik iets bijbrengen aan hun leefwereld. Het onderzoek richt zich op volgende onderzoeksvragen: wat betekent leven met autisme? Wat is de rol van het emotionele aspect op de zintuigelijke prikkelverwerking? Bestaand onderzoek i.v.m. richt zich voornamelijk op de zintuigen. Met dit onderzoek wil ik mij richten op de emotionele ervaringen van jongeren met ASS en hoe dit hun gedrag en sensorische prikkelverwerking beïnvloedt. In antwoord op deze vraag koos ik voor een exploratieve, poëtische onderzoek benadering. Door analyses van verscheidene aspecten rond de zintuiglijkheid en emotionaliteit op de voorgrond te plaatsen. Het onderzoek is opgebouwd rond twee hoofdstudies: een empirische studie en een scoping review. In de empirische studie zitten drie onderverdelingen. In de scoping review wordt het literatuur- en ontwerponderzoek ondergebracht. Hier kijken we o.a. naar welke zintuigen er allemaal meespelen op het spectrum. Ook is er een onderzoek naar het sensorische profiel en wordt er ook aandacht besteed aan de sensorische prikkels. In de eerste empirische studie gaan we de leefwereld van Ciandro in kaart brengen. Het doel van deze studie was om een eerste aanzet te bieden tot het begrijpen van het emotionele vermogen. Wij brachten ook Ciandro’s sensorisch profiel tot stand om zo eigenlijk zijn pijnpunten van de prikkelverwerking beter te begrijpen. Ik leerde dat de zintuigelijke voorkeuren die geassocieerd werden met zijn sensorisch profiel niet noodzakelijk en altijd overeenkwamen. Dit omdat er in dit sensorisch profiel enkel gekeken werd naar de 5 hoofdzintuigen. Hier miste ik dus een kijk naar het emotionele en naar het proprioceptisch zintuig. In de tweede empirische studie gaat de hoofdfocus even weg van Ciandro en ligt deze op mijn eigen zintuiglijke ervaringen die zich uiten in het ontwerpen van hoofddeksels in de stijl van 100 chairs in 100 days van Martino Gamper. In latere ontwerper is de intuïtie gekoppeld met de literatuuronderzoeken uit de scoping review en zijn deze samengebracht tot enkele ontwerpen van hoofddeksels. De derde empirische studie zorgt dan voor de terugkoppeling van de hoofddeksels op de leefgroep waaruit een analyse heeft geleid tot het uitwerken van twee specifieke hoofdtooien. De ene is een koptelefoon en de ander is een hoofdparavant. Beiden staan nog in de ontwikkelingsfase. Graag wil ik met deze twee hoofddeksels tot een marktwaardig eindresultaat komen. Immers is dit iets dat in een later stadium, na mijn masterproef zal moeten gebeuren. Er zijn nog stappen te nemen in de ontwikkeling en uitvoering van de producten, waarin ik de ondersteuning van specialisten en vakmensen nodig heb. De uiteindelijke producten wil ik aanbieden aan iedereen die hier baat zou bij hebben, zowel mensen met als mensen zonder ASS. Het onderzoek naar het emotionele aspect uit zich in de poëzie en de verhaallijn die in de producten schuilgaat. Door mijn poëtischere aanpak heb ik het emotionele perspectief meer naar voor kunnen brengen. Ik wil aantonen dat jongeren met autisme ook een mening hebben en deze via hun eigen stem kunnen uitspreken.

Keywords


Dissertation
Rouwen op niveau van een dorp
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Architectuur

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Rouwen wordt nog te vaak gezien als een proces met een gedefinieerd begin en einde. Aan de hand van interviews die ik afgenomen heb blijkt dat redelijk wat mensen na verloop van tijd moeilijk terecht kunnen bij hun omgeving met hun rouwproces. Vaak omdat mensen verwachten dat je na verloop van tijd rouw moet kunnen plaatsen. Wanneer dit niet het geval blijkt te zijn ervaart je omgeving dit vaak als slechte of bemoeilijkte rouw. Aan de hand van bevragingen en interviews ben ik gaan onderzoeken waar en hoe ik hierbij kon helpen. Uit een enquête kwamen er verschillende plaatsen naar de voorgrond. Wat op zich niet onwaarschijnlijk is aangezien iedereen een eigen manier van rouwen heeft en dus ook andere verlangens heeft bij het rouwen. Voor deze plaatsen heb ik ontwerpen gemaakt. Locatie 1: De helix De Helix behaalde de top 3 door zijn aanwezigheid van natuur, plezier en afwezigheid van storende geluiden. Op 3 van de factoren kwam de helix er als beste uit. De bevraagde personen toonde zelf ook aan dat op deze locatie een aangepaste plaats voor rouw zeker niet overbodig zou zijn. Ik koos ervoor om op deze basis een plek te creëren die respect heeft voor de aanwezige natuur en hierbij ook het natuurlijke gevoel versterkt. Dit doe ik aan de hand van de geluid gemaakt door kabbelend water. De plaats is door zijn vochtige grond en aanwezigheid van beekjes ideaal om hiermee aan de slag te gaan. In de muur rondom zijn kleine nissen voorzien waar bezoekers zelfgemaakte stenen kunnen plaatsen. De bedoeling is dat deze stenen ter nagedachtenis zijn voor hetgeen waar zij voor rouwen. Hiervoor heb ik een mal gemaakt met de juiste maten. Zo kan iedereen een persoonlijk stukje achterlaten. 3 Locatie 2: Het dorpsplein Het dorpsplein werd gekozen voor zijn bereikbaarheid en kans op ongedwongen ontmoetingen. Het plein van Grimminge is een centrale plaats in ons dorp. Een makkelijke bereikbaar door de aansluiting van meerdere fietsroutes, wandelroutes en openbaar vervoer. Voor dit ontwerp heb ik een frame gemaakt rondom de bestaande kerkmuur. Deze heeft de afmetingen van de bestaande muur en door zijn lichte constructie is de originele muur nog steeds zichtbaar. De constructie is zo opgebouwd dat binnen zijn elementen stenen geplaatst kunnen worden door de inwoners van Grimminge. Deze stenen zijn dezelfde als bij de Helix. Ze staan symbolisch voor de mensen waarop Grimminge gemaakt en gevormd is. Locatie 3: De woonkamer De eigen woonkamer kwam eruit door de nabije afstand en frequentie van bezoeken. De woonkamer is binnen de meeste huishoudens een veel gebruikte kamer. Het dient als centrale kamer binnen de eigen woning waar een resem aan activiteiten plaats vindt zoals ontspanning, werk, studeren en bezoek ontvangen. Om dit ontwerp te koppelen aan de andere locaties wil ik opnieuw gebruik maken van de stenen die ook gebruikt worden bij de kerkmuur en de rouwplaats in de Helix. Deze stenen kunnen geïntegreerd worden in een meubel die daartoe voorzien is. Het heeft een centrale plaats binnen het meubel. De mensen kunnen zelf kiezen of het zichtbaar zit of niet aan de hand van een inlegstuk.

Keywords


Dissertation
Alleen-samenzijn
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Architectuur

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

‘Alleen-samenzijn’ is een masterproef interieurarchitectuur 2021 – 2022 en behoort tot de ontwerpstudio Zorgende Ruimte. Het onderzoek situeert zich binnen inclusief onderwijs en de rol die interieur hierin kan spelen. Er wordt specifiek ingegaan op de aanwezigheid van een terugtrekruimte in een inclusief klaslokaal voor doof+ en slechthorende+ kinderen en kinderen met autismespectrumstoornis. Aan de hand van een literatuuronderzoek, casestudies en een ontwerpend onderzoek wordt de huidige situatie geanalyseerd. Op basis van deze studie wordt een ontwerp gerealiseerd. Het ontwerp is bedoelt om de rol die interieur kan spelen in inclusief onderwijs onder de aandacht te brengen, meer specifiek de aanwezigheid van een terugtrekruimte in de klas.

Keywords


Dissertation
Dragen en gedragen worden : persoonsgericht samen thuis wonen op langere termijn.
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Architectuur

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Mensen zijn hun ziekte niet. Toch focust het ziekenhuis op een niet-persoonsgerichte behandeling voor Parkinsonpatiënten (Dorsey et al., 2016). De nood aan ‘thuiszorg’ en ‘positieve gezondheid’ wordt groter om persoonsgericht samenwonen op langere termijn mogelijk te maken. Positieve gezondheid wordt uitgebreid beschreven: dagelijks functioneren, meedoen, lichaamsfuncties, kwaliteit van leven, zingeving en mentaal welbevinden (Huber, 2013). Zo bestaat er al poëtische zorg tussen oma en opa waarbij er samenwerking ontstaan. Deze aanmoedigingen komen ook terug in handelingen zoals de trap. Hiervoor heb ik geweven matjes ontwikkeld die aan de hand van een kleurverloop de metaforen ‘hemel’ en ‘hel’ representeren om aan te geven welke voet oma eerst moet plaatsen. Dit objectgericht oplossen wordt ook toegepast in meegroeiwoningen. Zowel meegroeiwoningen als hulpmiddelen gaan de veerkracht van de gebruikers weinig prikkelen. Daarom introduceer ik het begrip motiverende woningen waarbij ouderen opnieuw deelnemen aan een huishouden. In het huishouden vervult opa meer rituelen, waarvan enkelen die oma graag terug zou willen doen. Om het alledaagse te begrijpen, ben ik vertrokken van speculatief ontwerp waarbij de aandacht ligt op het creëren van een debat. Graag zou ik met een debat het bewustzijn van mantelzorgers, familie en vrienden van zorgbehoevenden verbreden. Door namelijk een landschap van alternatieve systemen te ontwerpen kan oma’s en opa’s relatie tot het huishouden herdefiniëren. Ook Panamarenko gaat via collages de huidige gebruiken in vraag stellen door te experimenteren. Zo geven mijn collages een droom weer die de verbeelding verruimt. Ze bevatten een verzameling van alledaagse objecten die in een nieuwe context belanden. Hierdoor zullen de collages mensen gaan sensibiliseren doordat we ons aanpassen aan imperfecties of nieuwe perfecties. Daarnaast kunnen de collages mijn idee overbrengen naar opa en oma die deel uitmaken van het ontwerpproces. Zo heeft oma geholpen met de meest essentiële objecten van elke interventie en heeft opa mij bijgestaan met het opbouwen van de constructies. Elke interventie representeert een andere dimensie van positieve gezondheid om aan te tonen dat er verschillende manieren in motiveren bestaan en dat dé oplossing niet bestaat. Voor het ritueel ‘gordijn openen’ heb ik me gebaseerd op ‘zingeving’, omdat oma het nastreven van haar idealen verloor. Oma hield zich altijd graag bezig met het creëren van boeketten en dat kan aangewakkerd worden door het boeket hier als essentieel object te hanteren. De dimensie kwaliteit van leven wordt toegepast op ‘opmaken voor de dag’ door rekening te houden met oma’s mindere levenslust in het huishouden. Hierdoor werd ingezet op het genieten tijdens het kammen van haar haren door een schaal met paperclips te ontwikkelen. Het ‘mentaal welbevinden’ gaat over de controle hebben, dat oma langzaam verliest. Oma kan namelijk niet zelf haar sieraden aandoen. Daardoor hebben we een pedaal toegevoegd aan de constructie zodat ze haar voeten kan gebruiken en haar zelfmanagement terugkrijgt. Door het ritueel ‘fruit snijden’ fysiek samen te doen, wordt er verbondenheid gecreëerd volgens de dimensie ‘meedoen’. Zo kan enkel oma het fruit snijden, als opa het fruit geschild heeft. Ik meen dat de introductie van positieve gezondheid in een thuisomgeving kan resulteren in een eigen regie van de zorgbehoevende en een positieve uitwerking op de uitputting van de mantelzorger.

Keywords


Dissertation
Van verpleegbed tot vergeet-mij-nietje

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef, met als thema ‘zorgende ruimte’, onderzoekt of een zorgende ruimte via ontwerpinterventies ondersteunt kan worden. Mijn onderzoek startte met de zoektocht naar een zorgrelatie in mijn omgeving die mij tot bij Magda en Alfons bracht. In 2017 kreeg Magda de diagnose van terminale kanker maar haar gezondheid bleef vrij stabiel tot in maart 2021. Omdat de gezondheid van Magda vanaf dat moment achteruitging, kregen Magda en haar echtgenoot Alfons hulp van het palliatieve thuiszorgteam. Een rolstoel, verzorgingsmateriaal en verpleegbed kregen een plekje in het interieur waardoor het interieur van het koppel een grote transformatie onderging. Die transformatie zorgde er ook voor dat enkele meubelstukken, zoals de tafel, verwijderd werden om plaats te bieden aan het verpleegbed, de olifant in de ruimte door zijn omvang. Begin oktober 2021 moesten we helaas afscheid nemen van Magda nadat ze haar lange strijd tegen kanker verloor. Voor Alfons startte toen een persoonlijk en individueel rouwproces waarbij het innemen van ‘Magda’s ruimte’ voor Alfons zeer moeilijk was. Het verpleegbed dat lange tijd in de woonkamer bleef staan om Magda te ondersteunen, was plots leeg. Het kostte Alfons enige moeite om afscheid te nemen van het laatste wat fysiek van Magda overbleef in de ruimte, het verpleegbed. Toen het hem toch lukte om afstand te nemen van het verpleegbed en deze uit het interieur te verwijderen, bleef er een grote leegte achter. Die leegte was zo opvallend groot omdat de eettafel eerder al verwijderd werd om plaats te bieden aan het verpleegbed. Met het oog op het verdere leven, opnieuw familie of vrienden thuis uitnodigen, bleek het toch nodig om opnieuw een tafel in het interieur te plaatsen en de ruimte terug functioneel in te richten. De problematiek is tweedelig. Langs de ene kant liet het verpleegbed een grote leegte achter waar Alfons moeilijk afstand van kon nemen. De tweede moeilijkheid is de afwezigheid van een tafel in het interieur. Tijdens de vele gesprekken met Alfons (en Magda) viel hun voorliefde voor Zuid-Afrika erg op. De textielcollectie, die bestond uit allerlei stoffen die Magda tijdens hun verschillende reizen verzamelde, toont hoeveel landen ze samen bezochten. Omdat veel herinneringen aan Magda gemaakt zijn of gelinkt zijn aan de vele verschillende reisbestemmingen, werden deze mee verwerkt in het ontwerp. De zoektocht naar een mogelijk functionele oplossing gaf me de inspiratie om de patronen van het textiel te verwerken in een tafelblad. Twaalf vlakken van elk een ander patroon die samen een mogelijkheid bieden om gesprekken over Magda te starten en herinneringen op te halen. De voorliefde voor Zuid-Afrika is zichtbaar in verschillende patronen en biedt Alfons de kans om alleen, maar ook met vrienden of familie herinneringen op te halen. Een extra tafelblad geeft Alfons de mogelijkheid om de herinnering aan Magda (tijdelijk) uit het zicht te halen. Dit extra tafelblad bestaat uit twaalf aparte delen die via een zwaluwstaartverbinding met elkaar verbonden worden. Doordat elk deel exact één patroon bedekt, ontstaat er een ritueel. Als alle twaalf delen juist gepositioneerd worden, kan de zwaluwstaartverbinding ingevoegd worden om alle delen aan elkaar te verankeren. Deze verankering staat symbool voor eeuwige liefde tussen Magda en Alfons en als teken van verbinding. Het geeft hem de mogelijkheid om stil te staan bij de verandering maar daarbij ook de verandering toe te laten.

Keywords


Dissertation
Foregrounding the built environment in experiences of (cancer) care : Learning lessons for human-centred design
Authors: --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculty of Engineering Science

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Foregrounding the built environment in experiences of (cancer) care: learning lessons for human-centred designAbstract:In cancer care facilities where people are confronted with stress and anxiety, architecture's potential to impact on people's well-being is highly relevant. Realising a welcoming and supportive environment is, however, challenging for both healthcare organisations and architects/designers. Since stress and anxiety are context- and person-specific, designing for people affected by cancer requires taking into consideration their particular concerns, sensitivities and experiences. In studies on how the built environment impacts on people's health and well-being, these are hardly addressed.The aim of this research is to investigate how the experience of people affected by cancer can inform human-centred design of cancer care facilities. To achieve this aim, the focus is on the following research questions: What is the role of the built environment in the lived experience of people affected by cancer? To what extent do architects and clients involved in the design of cancer care facilities integrate the perspectives of users generally, and people affected by cancer specifically, in the design process? And, how is this integration of user perspectives in the design of (cancer) care facilities supported or constrained?Spaces are both constructed and interpreted and it is with this understanding that people affected by cancer and their interactions with the built environment of their cancer care are placed centre stage in this research. The point of departure is formed by sensory dimensions of experiences, affordances (how the environment supports or hampers actions or activities) and meanings that arise in use. An understanding of everyday lived experiences results from a collaborative effort between research participants and (the) researcher. By reflecting on the role(s) of the built environment in the experiences of people affected by cancer, this dissertation produces findings that can better inform human-centred design approaches to (cancer) care facility design.The research is built up around four studies. Three are oriented towards the first research question. To address this question the initial focus with patient participants is on qualitative methods that are used to creatively produce knowledge and disseminate results while bringing to the fore spatial aspects in their experience. Patient-made photos play a key role in foregrounding the built environment in patients' narratives (the suitability of photovoice is tested in the first study). To gain insight into a diversity of perspectives the approach is extended by also involving patients' relatives and care professionals in the second study. The third study is an analysis of autobiographies that supplements the fieldwork with personal and diverse written narratives of people treated in Belgium or in neighbouring countries.Patients' cancer care environment turns out to be dispersed in a 'landscape of care', composed of formal and informal places of (cancer) care. In cancer care facilities the (socio-material) built environment contains and mediates an individual's confrontation with cancer. This highlights the relative importance of sensory qualities, experiences of entering, and the affordances in/along routes and spaces of transitions. Over time the changing body amplifies the bodily relation with the environment and demands attention for the spatial organisation and the changing building. Varying sensitivities and preferences make that patients (and their relatives) require a diversity of spaces to support their coping, a flexibility that may further have the potential to support care professionals in utilising their work environment. The concept of liminality is found to be helpful to better understand a spatial progression that cancer illness experience entails. It directs attention to the pre-diagnosis phase of tests and consultations as characterised by constant change and an undefined spatiality. It also highlights how the cancer care facility as a whole and particular spaces within are experienced as places of transition, emphasising the importance of the affordances presented (including access to nature) facilitating evolving identities. Finally, the findings suggest that in light of increasing survivorship a patient's journey reflected in a spatial and geographic progression or logic may support recovery.With the fourth study we assess how these insights relate to current architectural practice and (cancer) care facility design. To do this the second research question is addressed with two case studies investigating design processes retrospectively. The first case study looks at a newly built general hospital accommodating a 'full oncological care program' with facilities for diagnosis, follow-up and treatment on site, with dedicated units for oncological care of in- and outpatients. The second case concerns the renovation of an oncological consultation within a university hospital. These case studies reveal that, within healthcare design consultations, 'spaces of transition' are at risk of receiving deficient attention regarding patient experience.Together, the varied components of this PhD dissertation make the case for the support that the built environment can offer in light of the challenges people affected by cancer are faced with. Within a dispersed landscape of care patients' experience is deeply affected by matters of mobility and distance. There is a desire to have psycho-social care and support integrated as 'place' (not only 'event') within the medical care environment. These findings are consistent with studies exploring the supportive role of (the architecture of) the Maggie's Centres, although our research suggests there is unexplored potential in this respect at the scale of wards and wings. Finally, while giving voice to people affected by cancer it is important to recognise that the variety of sensitivities and disabling conditions affecting their experience are not all unique to cancer. Designers and care professionals concerned with the diversity of human abilities may find the playing field considerably changed when taking into account people whose lives are disrupted by cancer and who may also benefit from appropriate spatial interventions.

Keywords


Dissertation
Geestelijke gezondheidsbevordering bij ouderen, die verblijven in assistentiewoningen, door eenzaamheid tegen te gaan. Hoe kan het i nterieur van de gang van assistentiewoningen ongedwongen collectiviteit
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Architectuur

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Een onderzoek naar hoe het interieur van de gemeenschappelijke gang van assistentiewoningen ongedwongen ontmoetingen kan stimuleren. Dit is een voorstel tot aanpassingen in de wand die de grens vormt tussen de assistentiewoningen en de gang. Aan de hand van het creëren van verschillende openingen, wordt er een poging gedaan om de communicatie tussen wat er gebeurt in de verschillende interieurs en wat er op de gang gebeurt te vergroten. Het is de bedoeling dat de sociale cohesie tussen de bewoners onderling en tussen de bewoners en het zorgpersoneel vergroot wordt door middel van het interieur. De ruimtelijke focus in dit onderzoek ligt op de gang. De gang wordt vaak louter als circulatieruimte gezien om mensen in veiligheid te brengen. Maar in deze masterproef wordt duidelijk gemaakt dat de gang veel meer kan bieden dan enkel en alleen haar circulatiefunctie.

Keywords

Listing 1 - 10 of 11 << page
of 2
>>
Sort by