Narrow your search

Library

KU Leuven (1)

Thomas More Kempen (1)


Resource type

book (1)

dissertation (1)


Language

Dutch (1)

English (1)


Year
From To Submit

2016 (1)

2005 (1)

Listing 1 - 2 of 2
Sort by

Book
Vergelijking basisontwikkeling met ervaringsgericht onderwijs; spelen ze anders in Nederland?
Authors: --- --- ---
Year: 2005 Publisher: Vorselaar Katholieke Hogeschool Kempen. H.I. Kardinaal van Roey

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Rollenspel: In Nederland heeft het rollenspel een belangrijke plaats. Ze gaan er van uit dat via het rollenspel alle ontwikkelingsdomeinen aan bod komen. Daarom zie je ook vaak een leidster meegaan in het rollenspel. De rollen worden op voorhand bepaald. Dit kan eventueel met behulp van rollenkaartjes. Themahoek inrichten: Hier zien we een voorbeeld van een zelfingerichte dierenwinkel! De kleuters brengen alle materialen zelf mee. Spullen die ze niet hebben maar toch willen gebruiken, maken ze zelf. Op deze manier krijg je een zeer rijk gevulde themahoek. Uit ondervinding weten we dat je het inrichten van een themahoek moet opbouwen. De kleuters vinden het niet vanzelfsprekend om spulletjes achter te laten in de school én ze te delen met andere kinderen. Ouders in de klas: In Nederland is er de gewoonte dat mama en papa mee tot in de klas komen. Ouders krijgen op deze manier de kans om een kijkje te nemen in de klas. Ze kunnen kijken wat hun kleuter gemaakt heeft of waar hij het liefst

Keywords


Dissertation
Reliability assessment of a standardized instrumented isometric strength measurement

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In het dagelijkse leven gebruiken kinderen voortdurend de spieren in hun lichaam. Spierkracht is daarom een zeer belangrijke factor voor kinderen om zich tijdens hun leven normaal te kunnen bewegen. Kinderen met een neurologische en neuromotorische aandoeningen (NNA), zoals een hersenverlamming (CP), kampen daarentegen met enorme spierzwakte wat leidt tot problemen bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Om het effect van spierzwakte na te gaan is het belangrijk dat we deze kunnen meten. Vanuit de literatuur kan men afleiden dat er tot op de dag van vandaag nog geen betrouwbare en valide methode is ontdekt om spierzwakte te meten bij kinderen met een NNA. Daarom werd in deze studie de betrouwbaarheid nagegaan van een gestandaardiseerd krachtmeting protocol bij kinderen met een normale ontwikkeling aan de hand van kracht data (N), gewrichtsmomenten (Nm) en gewrichtsmomenten genormaliseerd met het lichaamsgewicht (Nm/kg). Nadien zal men zich op de bevindingen van dit onderzoek kunnen baseren om verder onderzoek uit te voeren bij kinderen met NNA. Men onderzocht de betrouwbaarheid van het krachtmeting protocol aan de hand van verschillende methoden door de metingen te laten uitvoeren door één onderzoeker en door verschillende onderzoekers. Naast dit doel werd ook nagegaan welke krachtontwikkelingsmethode de meest betrouwbare resultaten vertoonde. De verschillende krachtontwikkelingsmethoden die bestudeerd zijn maken ofwel gebruikt van een vast tijdsinterval (RFD150, RFD40, RFDfit) ofwel van een variabel tijdsinterval gaande van het begin van de meeting tot maximale contractie (RFDmax). Verschillende variaties gebruikmakend van het vaste tijdsinterval zijn gebruikt. Meer bepaald, alle punten binnen een 150ms interval (RFD150), de maximale versnelling op 40ms binnen het 150ms interval (RFD40), alsook een lineaire fit voor de punten in het 150ms interval (RFDfit). Tijdens de krachtmetingen werden de kinderen gepositioneerd in een speciaal ontworpen stoel waarbij de gewrichtshoeken in de stoel overeenkwamen met de gewrichtshoeken tijdens het stappen. De maximale spierkracht van de heupflexoren, heupabductoren, heupextensoren, knieflexoren, knie extensoren, plantairflexoren en de dorsiflexoren wordt nagegaan door middel van een hand-held dynamometer. Tijdens de metingen werden zowel de kinderen als de HHD gefixeerd in de stoel. Ze werden door de onderzoekers aangemoedigd om hun maximale kracht te gebruiken. In het algemeen kan er besloten worden dat de betrouwbaarheid van alle onderzochte spiergroepen het hoogste was wanneer gebruik gemaakt werd van gewrichtsmomenten. Daarnaast leverde de krachtontwikkelingsmethode RFD150 meestal de meest betrouwbare resultaten op. De meting van de heupextensoren was het minst betrouwbaar. Metingen waarbij men moest bewegen met de zwaartekracht mee hadden de laagste betrouwbaarheid. De betrouwbaarheid van het krachtmeting protocol steeg wanneer de metingen werden uitgevoerd door verschillende 19 onderzoekers. Deze bevindingen ondersteunen het gebruik van dit krachtmeting protocol. Een betere testmethode voor de heupextensoren, een groter aantal proefpersonen en het uitdrukken van data in gewrichtsmomenten (Nm) zullen de betrouwbaarheid van dit krachtmeting protocol mogelijks verbeteren. Daarnaast is belangrijk om de juiste methode te kiezen om de krachtontwikkeling zo nauwkeurig mogelijk in kaart te kunnen brengen.

Keywords

Listing 1 - 2 of 2
Sort by