Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|
Choose an application
Dit afstudeeronderzoek zocht in een eerste fase literatuur rond filmmethodieken, filmeducatie en filmanalyse. Door middel van verscheidene bronnen op het web, vakdidactische werken en verschillende eindwerken hebben we onderzocht wat de theorie zegt over filmgebruik in lessen geschiedenis. Er bestaat reeds veel materiaal rond beeldgeletterdheid en filmanalyse. Verder zijn er verschillende organisaties die zich bezighouden met onderzoek naar beeldgeletterdheid en filmintegratie in het onderwijs. Er werden ook verschillende methodes uitgewerkt. Desondanks bestaan er nog geen duidelijke handvaten voor leraren geschiedenis om film te integreren in hun lessen. Om de tweede deelvraag te beantwoorden hebben we een enquête uitgestuurd naar lectoren, reeds werkende leraren en leraren in spe. Deze enquête hebben we zelf ontwikkeld via Google Docs, nadien hebben we de antwoorden geanalyseerd. Aan de hand van deze enquête kunnen we het gedrag van deze doelgroep bestuderen met betrekking tot filmgebruik in de lessen. Aanvullend hebben we verschillende lesvoorbereidingen opgevraagd van medestudenten geschiedenis waarin er film of filmfragmenten werden geïntegreerd. Deze werden geanalyseerd om te achterhalen hoe studenten geschiedenis film in hun lessen verwerken. Als laatste onderzoeksvraag willen we achterhalen hoe leerlingen het gebruik van film ervaren tijdens de lessen. Daarvoor hebben we verschillende focusgesprekken gevoerd met een select groepje leerlingen tijdens de verscheidende stageperiodes. Hier baseert het onderzoek zich op mondelinge bronnen. Tot slot willen we weten aan welke ontwerpeisen een geschiedenisles moet voldoen om kritische zin en creativiteit te optimaliseren. Om hier een antwoord op te krijgen, gaan we de theorie linken aan de praktijk om zo met de verschillende aspecten rekening te kunnen houden. We gaan enkele lessen maken zodat film op een zeer efficiënte manier wordt geïntegreerd in de les. Een belangrijk obstakel bij het onderzoek was vooral het lage responsgehalte op de enquête. Met slechts 38 reacties is een conclusie opmaken over de praktijk eerder moeilijk. Om dit probleem op te lossen hebben we verschillende lesvoorbereidingen geanalyseerd. Zo kan de enquête de bevindingen van de analyse bevestigen/weerleggen en andersom. (Bron: auteur)
Choose an application
Beelden zeggen vaak meer dan woorden. Naast de grote hoeveelheid historische literaire werken, bestaan er ook veel historische films over gebeurtenissen in het verleden. We mogen niet vergeten dat iedere speelfilm beïnvloed wordt door zijn tijd en zijn de gebeurtenissen die in de film worden weergegeven hierdoor ook gekleurd. Het is aan de leraren geschiedenis om de leerlingen een historische bril te laten opzetten. In wat volgt, vindt u een eerste aanzet.
Choose an application
Om tot goed en kwaliteitsvol onderwijs te komen, is voortdurend overleg en communicatie binnen de school noodzakelijk. Leraren willen niet alleen op de hoogte zijn van wat er bij hun vakcollega’s in de klas gebeurt, maar vanuit een pedagogisch standpunt en leertheorieën dringt samenwerking zich ook op tussen deze leraren. Vakgroepwerking is het ideale platform voor leraren om te overleggen en samen te werken aan hun vak. Verschillende onderzoeken hebben zich al gericht op het Belgisch en Vlaams secundair (geschiedenis)onderwijs. Ook de leraar is al een aantal keer het object geweest van zowel pedagogisch als historisch onderzoek. Maar vakgroepwerking blijkt een blinde vlek in het historisch onderzoeksveld. Dit masterproefonderzoek is de eerste studie die vakgroepwerking gaat benaderen vanuit een historisch perspectief en betreft een pilootstudie. In dit onderzoek staan drie onderzoeksvragen centraal: Wanneer is het idee “vakgroepwerking” ontstaan binnen het Vlaamse onderwijslandschap? Hoe is vakgroepwerking geschiedenis geëvolueerd? Én hoe ziet de hedendaagse vakgroepwerking eruit? Het onderzoek focust zich op de periode 1945 tot heden en beperkt zich tot het Vlaams secundair onderwijs. In de zoektocht naar antwoorden wordt heel wat bronnenmateriaal bij elkaar gezocht. Documenten zoals leerplannen en eindtermen geven een heldere inkijk in wat er van bovenaf verwacht wordt van vakgroepwerking. Interviews, privé-archieven van leraren en schoolarchieven werpen dan weer licht op de vakgroepwerking vanuit een bottom-up perspectief. Het onderzoek toonde aan dat vakgroepwerking geschiedenis in de jaren 1970 ontstond met de invoering van het Vernieuwd Secundair Onderwijs (VSO) en op drie verschillende niveaus voorkwam. De belangrijkste stimulansen voor de vakgroepwerking waren de onderwijskoepels en onderwijsinspecteurs. Sinds 1970 zijn vakgroepen geschiedenis in Vlaamse scholen steeds meer uitgebouwd geraakt en richtten meer en meer scholen vakgroepen op. Weliswaar heeft de vakgroep geschiedenis in iedere school een ander gezicht. Een andere opvallende vaststelling van deze masterproef is dat de intrascolaire vakgroepwerking van de jaren 1970 en 1990 niet erg verschilt van de hedendaagse vakgroepwerking, zowel organisatorisch als het takenpakket. De interscolaire regionale vakgroepwerking uit in de jaren 1970-1980, die intrascolair vakoverleg stimuleerde, werd vermoedelijk na 1989 opgeheven of raakte in verval.
Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|