Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Nederlandse taal secundair onderwijs leermiddelen --- Nederlands secundair onderwijs --- Nederlands ; secundair onderwijs --- 371.67 --- 373.5 --- =393 --- #BSCH: vak: Nederlands --- 831.3 --- Leermiddelen --- Nederlands --- 2e leerjaar s.o. --- 485.1 --- Handboek/cursus --- bericht --- brief --- chattekst --- communicatieschema --- feit --- fotoroman --- grafieken --- handboek --- horoscoop --- hypertekst --- kortverhaal --- kritiek --- mening --- raptekst --- recept --- reclame --- smoes --- tabellen --- tekstdoelen --- tekstsoorten --- tekstvormen --- test --- website --- Nederlands: handboek secundair onderwijs --- =393 Nederlands --- 373.5 Middelbaar onderwijs --- 373.5 Middelbare scholen. Voortgezet onderwijs --- Middelbaar onderwijs --- Middelbare scholen. Voortgezet onderwijs --- 371.67 Leerboeken. Wetenschappelijk instrumentarium. Cartografische hulpmiddelen --- Leerboeken. Wetenschappelijk instrumentarium. Cartografische hulpmiddelen --- Nederlandse taal- en letterkunde --- Schoolbooks - Didactic material --- Contains audio-visual material --- Nederlandse taal ; secundair onderwijs ; leermiddelen --- 2e leerjaar s.o

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Een landbouwbedrijf runnen kost veel geld. Er zijn posten zoals voeder- en veeartskosten waarover de landbouwer moeilijk kan onderhandelen over de prijs. Er moeten andere manieren zijn om economisch beter te werken zodat je op het einde van de rit meer over houdt. In dit eindwerk wordt onderzocht of het voor typische rundveebedrijven niet beter is de handen in elkaar te slaan en een coöperatie oprichten. In Frankrijk en Duitsland kennen zulke coöperaties een enorm succes onder de vorm van machineringen. Sinds vele jaren zijn landbouwers geneigd om een loonwerker in te schakelen in plaats van zelf te investeren in dure machines die maar enkele keren per jaar gebruikt worden. Bij eigen mechanisatie en loonwerk kan iedereen zich een beeld vormen, maar een machinering roept vaak meer vragen op. Daarom gaan we in het eerste deel ook dieper in op deze materie. Om tot een goed besluit te kunnen komen zijn er in Vlaanderen 15 machineringen aan de tand gevoeld en 150 loonwerkers uitgenodigd een enquête in te vullen waarvan er 107 dit effectief gedaan hebben. Zo is er een duidelijk beeld gevormd van de reële situatie en kon ik beginnen vergelijken met andere kostprijsmodellen. Algemeen kan aangenomen worden dat een machinering veel meer voordelen heeft dan nadelen en dat deze vorm van mechanisatie economisch interessant is voor de meeste machines. Loonwerk komt als tweede beste uit de vergelijking, al moeten we vermelden dat er machines zijn waar noch de machinering noch de landbouwer kan werken aan de prijs die loonwerkers vragen. Zelf machines aankopen is niet interessant omdat de landbouwer de machines moet afschrijven over een te beperkt oppervlak. Er zijn uitzonderingen waarbij hij echter weinig keus heeft.