Listing 1 - 10 of 17 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
De opkomst van technologie zorgt voor vele voordelen voor organisaties, maar kan ook een aantal moeilijkheden met zich meebrengen als deze technologie misbruikt wordt. Uit voorgaande onderzoeken blijkt dat cyberloafing vaak beschouwd wordt als een vorm van misbruik, maar het kan vanuit werknemersperspectief wel positieve gevolgen met zich meebrengen bijvoorbeeld wanneer het als coping mechanisme optreedt. De kern van dit onderzoek was het nagaan van de invloed van cyberloafing als mogelijk coping mechanisme op de relatie tussen de dagelijkse werkstress van werknemers en hun ego depletion op het einde van de werkdag. De resultaten uit dit onderzoek ondersteunen dat er een relatie is tussen werkstress en ego depletion, echter blijkt dat cyberloafing geen significante invloed heeft op deze relatie. Kernbegrippen: Technologie - cyberloafing – coping mechanisme – dagelijkse werkstress – ego depletion op het einde van de werkdag
Choose an application
Het doel van deze studie is om een beter inzicht te krijgen op hoe social cyberloafing tijdens de werkuren de werkprestaties op het einde van de werkdag kan beïnvloeden. Door dit op dagniveau te bestuderen, kan dit enkele interessante inzichten met zich meebrengen aangezien de mate van social cyberloafing niet enkel van persoon tot persoon kan verschillen, maar ook van dag tot dag kan variëren. Verder wordt er in de relatie tussen dagelijkse social cyberloafing en dagelijkse werkprestaties ook gekeken naar enkele moderatoren: fear of missing out, technologieverslaving, dagelijkse werkdruk, dagelijkse verveling op het werk en dagelijkse taakcomplexiteit. Er werd een dagboekstudie uitgevoerd gedurende vijf opeenvolgende werkdagen bij Nederlandstalige werknemers die voltijds of ten minste vier-vijfden werken en informatie- en communicatietechnologieën, zoals laptop, smartphone, e-mail en dergelijke, gebruiken om hun dagelijkse werktaken uit te voeren. Uit de resultaten blijkt dat dagelijkse social cyberloafing geen invloed heeft op dagelijkse werkprestaties. Echter blijkt ook dat fear of missing out, technologieverslaving, dagelijkse werkdruk, dagelijkse verveling op het werk en dagelijkse taakcomplexiteit geen moderatoren zijn in de relatie tussen dagelijkse social cyberloafing en dagelijkse werkprestaties.
Choose an application
Dit onderzoek brengt het verband tussen email volume en werk-levenconflict in kaart. De huidige literatuur is hier echter nog niet over eens of dit verband positief of negatief is. De meerwaarde van dit onderzoek is om die inconsistentie van de literatuur tegen te gaan en te onderzoeken of het nu een positieve of negatieve relatie is. Deze studie bekijkt email volume op basis van drie verschillende tijdstippen: het gemiddeld aantal werkgerelateerde emails tijdens een werkdag, tijdens het weekend en tijdens de vakantie. Er wordt gekeken of het verband tussen die drie items op werk-levenconflict positief is en wat de invloed is van de moderators workplace telepressure en werkengagement. Dit werd onderzocht aan de hand van een online survey bij 648 Nederlandstalige werknemers. Er werd gebruik gemaakt van een cross-sectionele, zelf-indicatieve bevraging. Het resultaat is dat er een positieve relatie is tussen email volume en werk-levenconflict. De hypothese die stelt dat de hoofdrelatie positiever zou zijn voor werknemers die meer telepressure ervaren, werd niet aanvaard. De laatste hypothese waarbij de hoofdrelatie positiever zou zijn voor werknemers met minder werkengagement, werd wel aanvaard. Ten slotte is er nog een extra analyse over de twee items van telepressure (drang en vooringenomenheid) en de drie items van werkengagement (werklust, toewijding en absorptie).
Choose an application
In dit onderzoek wordt een bedrijf bekeken dat gratis griepvaccinatie aanbiedt aan haar werknemers. De vaccinatiegraad binnen het bedrijf ligt echter laag. In een poging om de vaccinatiegraad te verhogen hebben ze bij dit bedrijf in 2018 twee interventies ingevoerd: een promotiecampagne rond griepvaccinatie en een verandering van een opt-in keuzedesign naar een opt-out keuzedesign. Het doel van deze paper is om te onderzoeken hoe deze twee interventies de inschrijvings- en vaccinatiegraad binnen het bedrijf beïnvloeden. Aan de studie hebben 3761 participanten deelgenomen. Om het effect van de promotiecampagne na te gaan werden de verschillen in inschrijvings- en vaccinatiegraad tussen 2017 en 2018 bekeken. Om het effect van het opt-out keuzedesign na te gaan werden de deelnemers in twee groepen opgesplitst. De experimentgroep kreeg het opt-out keuzedesign, de controlegroep kreeg het opt-in keuzedesign, wat de voorbije jaren ook van toepassing was bij het bedrijf. We vonden significante effecten van zowel de promotiecampagne als van het opt-out keuzedesign. Beide interventies zorgen voor een stijging in de inschrijvings- en vaccinatiegraad. Deze bevindingen kunnen door het bedrijf gebruikt worden om hun beleid rond griepvaccinatie aan te passen.
Choose an application
Het doel van deze studie is om beter inzicht te krijgen wanneer er nu meer of minder werk-leven conflict (WLC) ervaren wordt bij een voorkeur om werk- en privédomeinen te scheiden, namelijk een segmentatie-voorkeur. De huidige literatuur toont hieromtrent inconsistente resultaten. Sommige studies claimen dat er meer werk-leven conflicten zullen zijn en anderen beweren minder werk-leven conflicten bij een segmentatie-voorkeur. Bovendien maakt deze studie een onderscheid tussen een segmentatie-voorkeur en het werkelijk kunnen segmenteren, wat in eerdere studies zelden aan de orde was. Indien deze twee overeenkomen zullen werknemers een “werk-leven interface fit” ervaren en er wordt verwacht dat die fit de relatie tussen segmentatie-voorkeur en werk-leven conflicten zal verklaren. Verder wordt er in de relatie tussen segmentatie-voorkeur en fit ook gekeken naar moderatoren: werkgerelateerd e-mail volume, teledruk en gescheiden e-mailaccounts. Aan de hand van een vragenlijst werd er gepeild naar gedrag betreffende ICT’s en grenzenmanagement (werk-privé) van 648 werknemers. Uit resultaten blijkt dat een werk-leven interface fit inderdaad de relatie verklaart tussen segmentatie-voorkeur en werk-leven conflicten. Bovendien, wordt er onverwacht bij een segmentatie-voorkeur juist minder fit ervaren waardoor ze toch meer werk-leven conflicten ervaren. Tenslotte, behalen werknemers moeilijker een fit door hoge teledruk en is het afhankelijk van het e-mail volume tijdens een weekenddag. Bedrijven kunnen hierop inspelen door een beleid te voorzien dat meer flexibiliteit aanbiedt m.b.t. het beantwoorden van werk-e-mails tijdens het weekend, dat duidelijke verwachtingen stelt betreffende het gebruik van technologieën (ook na de werkuren) en dat instrumentele-en psychologische ondersteuning voorziet.
Choose an application
This study is centered around the assumption that spousal relations influence the spheres of after-hours Information and Communication Technology use and Work-Family Conflict (WFC). We aim to research the influence of spousal relations on after-hours ICT use and work-family conflict. This is done by testing the effect of relationship problems on after-hours ICT use and the effect of after-hours ICT use on WFC. We further test the moderating effect of relationship problems and spousal support on the association between after-hours ICT use and WFC. We used a survey which targeted Dutch-speaking employed adults in Belgium and the Netherlands who were in a(n) (in)formal relationship. This survey provided valid results for 516 employees. Our hypotheses were tested using a hierarchical regression analysis. The expected effect of relationship problems on TASW was not found. Spousal support is, while relationship problems is not, a moderator of the association between after-hours ICT use and WFC. Our research also supports the positive association of after-hours ICT use and Work-Family Conflict. This finding adds to the academic research on this subject by revealing that familial factors also influence after-hours ICT use and Work-Family Conflict, while most contemporary research focusses on personal factors and elements in the work environment for explaining the association between after-hours ICT use and WFC.
Choose an application
Deze studie analyseert de invloed van individualisme/collectivisme op de relatie tussen drie dimensies van subjectief loopbaansucces – financiële zekerheid, ondernemerschap en werk-leven balans – en verloopintentie. Meer specifiek bekijken we of individualisme/collectivisme een antecedent is van subjectief loopbaansucces en/of deze cultuurdimensie de relatie tussen subjectief loopbaansucces en verloopintentie modereert. Huidig onderzoek heeft de relatie vaak benaderd vanuit een neoliberaal en dus individualistisch standpunt. Recent onderzoek toont echter aan dat cultuur een belangrijke rol speelt binnen subjectieve werkbeleving. De data die gebruikt werden, zijn afkomstig van het 5C-project en bevat antwoorden van 15.742 respondenten uit 22 verschillende landen. De resultaten tonen aan dat individualisme/collectivisme geen antecedent is voor de relatie tussen de drie dimensies van subjectief loopbaansucces en verloopintentie, maar wel een moderator ervan. Implicaties van de bevindingen worden besproken.
Choose an application
In deze dagboekstudie werd het effect van onvoltooide taken op het einde van de werkdag op psychologische ontkoppeling na de werkuren onderzocht. Daarnaast werd er onderzocht of deze relatie kan verklaard worden door negatieve ruminatie en dagelijks werkgerelateerd ICT-gebruik na de werkuren. Ook werd er onderzocht of dagelijks werkgerelateerd ICT-gebruik een moderator is in de relatie tussen onvoltooide taken op het einde van de werkdag en negatieve ruminatie. Er werd een dagboekstudie verricht gedurende vijf opeenvolgende werkdagen met Nederlandstalige werknemers die voltijds of ten minste vier-vijfden werken en informatie- en communicatietechnologieën gebruiken voor het werk, zoals smartphones, laptops, e-mails enzovoort. Uit de resultaten blijkt dat zowel negatieve ruminatie als dagelijks werkgerelateerd ICT-gebruik inderdaad mediatoren zijn in de negatieve relatie tussen onvoltooide taken op het einde van de werkdag en psychologische ontkoppeling na de werkuren. Bijgevolg verklaren zowel meer werkgerelateerde gedachten als meer werkgerelateerd ICT-gedrag na de werkuren deze negatieve relatie. Het blijkt echter dat dagelijks werkgerelateerd ICT-gebruik geen moderator is in de positieve relatie tussen onvoltooide taken op het einde van de werkdag en negatieve ruminatie. De resultaten impliceren dus dat de mate waarin een werknemer nog onvoltooide taken heeft op het einde van de werkdag erg bepalend zal zijn voor de ervaring van psychologische ontkoppeling die avond.
Choose an application
Deze masterproef heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de economische voordelen die mogelijk schuilgaan achter een opt-out interventie voor gratis griepvaccinatie in een Belgische onderneming. De effecten van een opt-out interventie op de vaccinatiegraad en het absenteïsme dat eventueel vermeden kan worden met een dergelijke maatregel, werden reeds beschreven in de wetenschappelijke literatuur. Verder brengt de literatuur in kaart of vaccinatie van de werkende bevolking al dan niet economische voordelen met zich meebrengt. In dit onderzoek combineren we beide vraagstukken en wordt zowel gekeken naar de reductie in absenteïsme die een opt-out interventie met zich mee kan brengen, als naar de vraag of een dergelijke reductie een kostenvoordeel oplevert. Aan de hand van een casestudie rond een grote Belgische onderneming, wordt het tweedelig vraagstuk onderzocht vanuit het perspectief van de werkgever die gratis griepvaccinatie aan zijn werknemers aanbiedt. Een experimentgroep waar een opt-out interventie plaatsvond en een controlegroep zonder interventie worden daarvoor met elkaar vergeleken. Een opt-out interventie blijkt een eenvoudige maatregel om de vaccinatiegraad in een onderneming te verhogen. Gratis griepvaccinatie aanbieden aan werknemers met behulp van een opt-out keuzedesign kan voor een Belgische onderneming bovendien een economisch voordelige maatregel zijn.
Choose an application
Werkgerelateerde berichten worden steeds meer via asynchrone communicatiemiddelen (zoals e-mail) beantwoord. Dit laat werknemers meer antwoordflexibiliteit toe, maar het kan tegelijk gepaard gaan met teledruk. Teledruk wordt gedefinieerd als een preoccupatie en drang om snel te antwoorden op werkgerelateerde berichten binnen of buiten de werkuren. Er is echter weinig voorgaand onderzoek naar cross-domein effecten van teledruk. Deze paper wil daarom additioneel inzicht verwerven over het voorspellende effect van teledruk op het werk-familieconflict van werknemers. Daarnaast bestuderen we het modererende effect van geslacht en werk-familiecentraliteit (dit is de mate waarin een werknemer zijn/haar familie of werk centraal stelt in het leven) in de relatie tussen teledruk en werk-familieconflict. De huidige studie werd uitgevoerd aan de hand van een kwantitatieve vragenlijst en biedt inzicht in de resultaten van 648 Nederlandstalige werkenden. Uit deze resultaten blijkt dat teledruk voor hogere niveaus van werk-familieconflict zorgt. Dit effect is echter gender neutraal. Daarnaast wordt werk-familieconflict, mede veroorzaakt door teledruk, niet verergerd wanneer een werknemer zijn/haar familie (i.p.v. werk) meer centraal stelt. Organisaties moeten daarom proberen teledruk bij werknemers onder controle te houden zodat de beoogde voordelen van ICT-gebruik niet verloren gaan en negatieve gevolgen zoals werk-levenconflict vermeden kunnen worden.
Listing 1 - 10 of 17 | << page >> |
Sort by
|