Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|
Choose an application
Indien een onderneming een onroerend goed wenst te verhuren, is dit in de regel vrijgesteld van btw door de Europese Richtlijn. Er zijn echter, volgens diezelfde richtlijn, toch uitzonderingen die wel onderworpen moeten worden aan de btw. De algemene vrijstelling van btw betekent ook dat de onderneming de btw op haar investering niet kan recupereren. Dit zorgt voor een hogere projectkost in hoofde van de verhuurder en heeft negatieve gevolgen op haar cashflow. De verhuurder zal in de meeste gevallen genoodzaakt zijn deze hogere kost door te rekenen aan haar huurder, wat voor een hogere huurprijs zorgt. Hierdoor maken mensen courant gebruik van de verschillende optimalisatietechnieken die doorheen de jaren ontworpen zijn. Deze laten het wel toe om de handeling te onderwerpen aan btw en bijgevolg het begeerde recht op aftrek te verwerven. Zelf krijgen de lidstaten, volgens de btw-richtlijn, de kans om op nationaal niveau ook enkele uitzonderingen te implementeren. België heeft deze kans reeds gegrepen voor het uitwerken van verschillende uitzonderingen. De optionele belastingheffing heeft sinds 1993 ook reeds verschillende keren op tafel gelegen. Dit kwam echter nooit tot een doorbraak wegens de budgettaire impact. Nu, bijna 15 jaar later, is het eindelijke zover. Het werkveld was hier reeds jaren vragende partij naar, zeker omdat de afwezigheid hiervan België een concurrentieel nadeel gaf ten opzichte van buurlanden. In dit werk wordt de nieuwe wetgeving in detail besproken. Concreet zullen verschillende onderdelen toegelicht worden zoals wie gebruik kan maken van deze regeling, welke onroerende goederen hiervoor in aanmerking komen, welke herzieningstermijn toegepast moet worden, welk btw-tarief van toepassing is, etc. Met de nodige kennis over de nieuwe wetgeving, is het ook belangrijk even stil te staan bij welke gevolgen deze wetgeving met zich mee zal brengen. Enerzijds worden de gevolgen voor de verschillende belanghebbenden onderzocht. De belanghebbenden zijn de huurder, verhuurder, de overheid en de vastgoedsector. Anderzijds zullen de gevolgen op de optimalisatietechnieken van weleer onderzocht worden. Deze bachelorproef kan een meerwaarde bieden aan vennootschappen die onroerende goederen willen oprichten om deze nadien te verhuren en hierbij de btw op de investering wensen te recupereren. Deze vennootschappen kunnen dankzij dit werk nagaan op welke manieren zij dit kunnen bekomen. De nadruk van dit werk ligt op het nieuwe optiestelsel.
Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|