Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De samenleving vergrijst en mensen sterven steeds vaker aan een chronische aandoening en na een langdurig ziekte proces. Hierdoor is het belang van goede levenseindezorg en de kwaliteit van leven voor stervende patiënten de jongste decennia sterk toegenomen. Helaas is die zorg nog al te vaak suboptimaal. In tegenstelling tot wat vele patiënten wensen, sterven ze vaak in het ziekenhuis na heroïsche en soms agressieve therapeutische interventies. Ondanks de hoge plaatsing van ons land op de internationale 'quality of death ranking' kan de kwaliteit van sterven en de kwaliteit van leven van terminaal zieke patiënten in ons land worden verbeterd. Om deze kwaliteitsverbetering te bereiken, is echter grondige wetenschappelijke studie van het levenseinde nodig.Dit boek vormt de weerslag van de onderzoeksresultaten van het 'Monitoring the quality of End-of-Life Care in Flanders (MELC)'-project, en levert daarmee een belangrijke bijdrage tot de kennis over levenseindezorg in Vlaanderen. Het boek is het resultaat van een vierjarige intensieve samenwerking tussen zeven verschillende onderzoeksgroepen van de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, en het VU Medisch Centrum Amsterdam.In het boek wordt allereerst het wettelijk kader voor zorg aan het levenseinde in België geschetst en geëvalueerd. Vervolgens worden de resultaten van verschillende empirische studies weergegeven. Er wordt onder andere dieper ingegaan op de kenmerken van zorg aan het levenseinde, er wordt een overzicht gegeven van de frequentie en kenmerken van euthanasie en andere levenseindebeslissingen, en het beleid inzake euthanasie wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt ook onderzoek naar kwaliteitsindicatoren in de palliatieve zorg voorgesteld. Het werk formuleert een aantal besluiten voor beleidsmakers en zorgprofessionals, en slaat zo een brug tussen onderzoek, praktijk, en maatschappij

euthanasie --- gezondheidsrecht --- palliatieve zorgen --- Professional ethics. Deontology --- Physiology: reproduction & development. Ages of life --- Medical law --- Belgium --- Palliatieve zorg --- Euthanasie --- 672 Gezondheidszorg. Behandeling --- levenseinde (einde van het leven, levenseindebeslissing) --- palliatieve zorgen, (terminale, continue) sedatie, pijnbestrijding met levensverkortend effect, stervensbegeleiding --- medisch recht (biomedisch recht) --- hulp bij zelfdoding --- voorafgaande wilsverklaring (voorafgaande negatieve wilsverklaring, levenstestament, euthanasieverklaring) --- België --- Palliatieve zorgen (hospice, terminale zorgen) --- 605.7 --- Palliatieve zorgen --- Medisch recht --- fin de vie (décision de fin de vie) --- soins palliatifs, lutte contre la douleur ayant pour effet d'abréger la vie, sédation palliative (terminale, continue), accompagnement de fin de vie --- droit médical (droit biomédical) --- assistance au suicide (aide au suicide) --- testament de vie (directive anticipée) --- Belgique --- Wetgeving --- Praktijk --- Onderzoek --- Stervensbegeleiding --- Palliative treatment --- Euthanasia --- Patiënten : Palliatieve patiënten --- Patients : Patients palliatifs --- 241.63*4 --- 253:362.1 --- 253:362.1 Pastoraal voor zieken, ouderen en stervenden --- Pastoraal voor zieken, ouderen en stervenden --- 241.63*4 Theologische ethiek: euthanasie --- Theologische ethiek: euthanasie --- Ontwikkeling --- Leerlijn --- Onderzoek (wetenschap)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

WaterstofNet, a non-profit organisation located in the Netherlands and Flanders, receives an increasing amount of questions from companies about the valorisation of own-produced green electricity using a hydrogen solution. Since selling electricity to the grid is becoming less profitable in both the Netherlands and Belgium, WaterstofNet wants to take this opportunity to promote hydrogen storage and applications as a profitable solution. The objectives of this master thesis research paper are (1) offering WaterstofNet a generic and structured way of handling these questions and (2) applying this to the Philips Lighting Turnhout case where both industrial and logistic hydrogen demand is present. To meet these objectives a generic, hour-based calculation model in Excel is created. Properties of this model include a wide range of changeable input parameters, an automatic calculation of the (financial) optimal solution and graphic representations of the results. Subsequently this model was applied to the Philips Lighting case by configuring all relevant parameters. For the unknown parameters like the amount of hydrogen vehicles and at which time they needed to refuel, assumptions had to be made. Furthermore, the results of the case were used for a sensitivity analysis of the parameters and for the testing of different (future) scenarios. A reference scenario in both comparisons was defined including following parameters: fixed buying and selling prices, electricity availability of a wind turbine and solar panels, access to the electricity grid, fixed demand of hydrogen gas of Philips, the weekly amount of refuelling moments of the cars and buses/trucks and the size of the hydrogen installation (electrolyser and storage tank). The outcome of the sensitivity analysis showed that a change in demand, including the moment of demand, the buying price of renewable electricity and the selling price were important parameters for the calculation of the optimal solutions. Other parameters had less influence because of different reasons. For example the electricity availability: since there is an overproduction of electricity, a slight change won’t matter a lot for the installation. Testing different scenarios showed that for example installing and owning the wind turbine (with or without solar panels) was a viable option in most cases. Also, a scenario without the demand of cars proved to be an interesting alternative for the case. The final choice of a hydrogen installation for the valorisation of green energy depends thus on a lot of factors. Recommendations were made specifically for the case of Philips Lighting, but are based on certain assumptions. Nevertheless, the calculation model proved to be working in the expected way and it can be used for other cases. It can be expanded if needed. Therefore, it fulfils its objectives and provides WaterstofNet with a reliable tool for answering questions from other companies about the valorisation of green energy using a hydrogen installation.