Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
J’ai eu un enfant. Cela, je l’ai entendu de gens. Tous étaient normaux et disaient : j’ai un enfant. Pour moi, il y a eu un enfant. Il est resté le temps qui lui était nécessaire pour partir. Il n’a plus été là et j’avais de ses nouvelles. Il essayait de faire les choses comme il faut. Cet enfant a habité avec moi presque vingt ans. Et il ne fut jamais mien car à aucun moment je n’aurais voulu pareille chose.Je lui donnais à manger et lui achetais des vêtements, quand il avait chaud, je lui ôtais son pull. Je ne griffais pas son crâne. Je lisais des histoires et l’embrassais pour qu’enfin il pût se reposer et partir seul dans le noir, sans crainte. Je lui tendais des gestes comme des caresses se donnent, il prenait. Quand il avait froid je remontais la couverture, jamais trop haut. Je ne l’étouffais pas.Je faisais comme il faut quand dans la maison quelqu’un a besoin d’aide pour ne pas mourir. C’était comme cela que je pouvais être une mère, dans la discrétion. Si j’avais eu un enfant, le risque aurait été de le tuer, puisqu’il aurait été à moi. C’est une chose que j’avais apprise très tôt.
Belgique. Armée. Chasseurs ardennais --- Tanks (Military science) --- Chars d'assaut --- Genealogy. --- psychische kwetsbaarheid --- SO (secundair onderwijs) --- levenskwaliteit --- GGZ (geestelijke gezondheidszorg) --- geluk --- Synagogues - France - Paris - Pictorial works --- Architecture - France - History - 21st century --- Architecture, Modern - 21st century - Pictorial works --- Synagogue --- Judaïsme --- Centre culturel --- Maupin, Stéphane --- Fléchet, Bruno --- Hugon, Nicolas --- 17e Arrondissement (Paris, France) - Buildings, structures, etc. - Pictorial works --- Paris (France) --- Mental health --- Geluk --- 487.4 --- Huishoudkunde --- Utopie architecturale --- Écoquartier --- Mixité sociale --- Urbanisme éphémère --- Communauté --- Habitat participatif --- Mouvement social --- Synagogues --- Architecture --- Architecture, Modern --- 17e Arrondissement (Paris, France) --- Polemology --- self-propelled artillery --- artillery tractors --- anno 1930-1939 --- Belgium --- Welbevinden --- Oplossingsgericht werken --- Probleemoplossend denken --- Persoonlijke ontwikkeling --- Emotie --- Cognitieve therapie --- Gezondheid --- Jongere
Choose an application
L'enfant, l'étoilement est le nouvel objet littéraire non identifié de Claire PONCEAU. Après Adélaïde-paysage, puzzle narratif en 24 livrets et une carte, publié en 2015 chez éléments de langage, qui avait fait sensation aussi bien par sa forme graphique que par son écriture audacieuse, l'autrice nous revient avec un texte étonnant et détonnant sur la maternité .Lectrice, lecteur, ne perdez pas toute espérance mais seulement vos illusions. Ici, point de romantisme ou de niaiseries de jeunes mères comblées mais une composition littéraire de haute volée mêlant fiction (le mouvement intitulé AVANT), notes d'impact comme prises sur le vif de l'enfantement (le mouvement intitulé UNE SEMAINE, UN JOUR) et réflexion post-naissance qui vient éclairer sous un angle nouveau la fiction que nous venons de lire (le mouvement intitulé DEPUIS) et qui changera votre vision de l'arrivée d'un humain dans le monde. S'il est sans concession, le récit proposé n'en est pas moins sensible et il relie par sa narratrice trois générations de femmes (la mère, la fille devenue mère et son enfant).L'étoilement est à la fois une fêlure, comme un jet de pierre étoilant une vitre, et un rayonnement, comme un ciel s'illuminant étoile par étoile. L'arrivée d'un enfant produit cet effet.
Choose an application
« c’était déjà l’été sur B. et dégringolaient les roses, les jasmins, les rhododendrons, les marguerites, les pivoines, les clématites et B. resplendissait depuis trois mois B. résonnait du raffinement alterné des feuilles puis des fleurs de printemps je contemplais les fruits déposés désormais je me laissais porter par l’odeur désirable et vagabonde mais surtout– porter le chant de B. qui s’était tue soudain juste avant le printemps couvant ses bourgeons sans compterj’étais l’autre petite fille qui court… »
Choose an application
Choose an application
2015 heeft onze samenleving getekend. Gewelddadige conflicten en spanningen wereldwijd misten hun impact niet, ook bij ons. Terwijl we de redactie van het jaarverslag afrondden, beleefde België de naweeën van de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek in Brussel.De afstand tussen verschillende bevolkingsgroepen lijkt toe te nemen. Op verschillende maatschappelijke domeinen worden de relaties op scherp gesteld. We worden geconfronteerd met fundamentele vragen over waarden en normen, over vrijheid en verantwoordelijkheid, en ultiem: over de mogelijkheid om harmonieus samen te leven.Het jaarverslag probeert op die en andere vragen mee een antwoord te formuleren. Het vat aan met een overzicht van de markante gebeurtenissen waarbij Unia in 2015 sterk betrokken was. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar het verhitte klimaat waarin we terechtkwamen na de aanslagen in Parijs van 13 november; naar de implementatie van het M-decreet in het Vlaamse onderwijs; naar het tweede rapport van de ‘Socio-economische Monitoring’, dat aantoont dat je origine je positie op de arbeidsmarkt blijft bepalen; naar de evaluatie van de antidiscriminatiewetgeving; naar het (ontbrekende) wettelijk kader voor neutraliteitsvragen; en naar de registratie van en informatiestroom over haatmisdrijven.In hoofdstuk 2 stellen we beknopt de belangrijkste cijfers voor over de dossiers en meldingen bij Unia in 2015. Hoofdstuk 3 analyseert de dossiers per maatschappelijk domein (goederen en diensten, media, werk, onderwijs …) en hoofdstuk 4 belicht ze per discriminatiegrond (de raciale criteria, handicap, geloof, seksuele oriëntatie, leeftijd, vermogen …).Hoe Unia sinds de interfederalisering actief is op het federale niveau, op dat van de deelstaten en het lokale, omschrijven we in hoofdstuk 5. Naar goede gewoonte sluiten we het jaarverslag af, in hoofdstuk 6, met een blik op de toekomst.
Choose an application
Employment (Economic theory) --- English language --- French language
Choose an application
Dit zeventiende ‘Jaarverslag Mensenhandel’ is het eerste in zijn soort van het nieuwe Federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel. Sinds 15 maart 2014 zijn er inderdaad twee nieuwe centra ontstaan, die beiden rechtsopvolgers zijn van het oude Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.Sinds 15 maart 2014 zijn er inderdaad twee nieuwe centra ontstaan, die beiden rechtsopvolgers zijn van het oude Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum moet gelijke kansen bevorderen en discriminatie bestrijden; het Federaal Migratiecentrum –dat zo genoemd wordt in afwachting van een beslissing van de Raad van Bestuur over de naam – nam de migratie-opdrachten over, waaronder de opdracht om de strijd tegen de mensenhandel te stimuleren. Daarenboven werd op 1 september 2014 het Koninklijk Besluit gepubliceerd, dat het Federaal Migratiecentrum officieel aanduidt als de onafhankelijke component van het mechanisme van Nationaal Rapporteur Mensenhandel, naast de Interdepartementale Coördinatiecel die rapporteert namens de Belgische Staat. Het nieuwe Centrum behoudt zijn bevoegdheid om in rechte op te treden: in 2013 besloot de Raad van bestuur om zich in 20 nieuwe dossiers burgerlijke partij te stellen (13 voor mensenhandel en 7 voor mensensmokkel ). Hierdoor kan het ondermeer z'n kennis blijvend ter beschikking van de rechtbanken en hoven en andere actoren stellen en diepgaandere kennis vergaren over het fenomeen. Het Federaal Migratiecentrum wil zijn rol als onafhankelijk monitoringmechanisme blijven vervullen, ten aanzien van alle mensenrechten waarvoor het bevoegd is, in een geest van dialoog en samenwerking.Dit zeventiende Jaarverslag is op een nieuwe leest geschoeid ten opzichte van voorgaande jaren. De reden daartoe is de vraag van de anti-trafficking coördinator van de Europese Commissie om de nationale rapporten volgens een specifiek model of template (intern document) op te stellen. Dat model werd in dialoog met het informele netwerk van nationale rapporteurs en equivalente mechanismen ontwikkeld en moet de redactie van een Europees rapport aanzienlijk vergemakkelijken. Na overleg met de andere component van het Belgische rapporteurs mechanisme besliste het Federaal Migratiecentrum om dit model zowel qua structuur als qua methodiek te volgen, met waar mogelijk ook beleidsanalyses in termen van output, outcome en impact. Eveneens op vraag van de Europese coördinator besteden we veel aandacht aan het financieel onderzoek bij feiten van mensenhandel, en daarmee bouwen we verder op het Jaarverslag Mensenhandel-Mensensmokkel 2011, met als titel ‘Het geld dat telt’, dat toen voor de EU-Strategie van de Europese Commissie een inspiratiebron was. Binnen dit model is echter geen plaats voorzien voor de behandeling van het fenomeen mensensmokkel, en wij opteerden ervoor om mensensmokkel niet in dit verslag te behandelen, ook al blijft het Federaal Migratiecentrum daar erg actief. Wij zullen in ons volgende Jaarverslag, dan wel op een andere wijze, blijven rapporteren over mensensmokkel.Dit Jaarverslag wil andermaal scherp stellen op de slachtoffers van mensenhandel. Het Belgische slachtofferstatuut biedt duidelijke garanties, dat moet beklemtoond worden. In 2013 stapten 116 personen in het slachtofferstatuut en ontvingen 72 eerdere slachtoffers een definitieve machtiging tot verblijf. Af en toe werd ook het transnationaal doorverwijzingsmechanisme toegepast: in het recente verleden werden enkele slachtoffers vanuit het buitenland overgebracht naar één van de gespecialiseerde centra in België.Maar er zijn ook redenen tot bezorgdheid. In zijn memorandum voor de verkiezingen van mei 2014 vroeg het Centrum aan de overheid om zich voluit in te schrijven in de EU-strategie 2012-2016 tegen mensenhandel die de focus legt op ‘slachtoffers herkennen, beschermen en bijstaan’. Het begint inderdaad met de detectie van slachtoffers: in dit Jaarverslag gaan we in op de essentiële rol die de eerstelijnsdiensten spelen in de herkenning van slachtoffers. De werking van de centra voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel maakt deel uit van het beschermingsmechanisme: de drie centra werden intussen erkend, maar kunnen nog steeds niet rekenen op een correcte en vooral structurele financiering. Slachtoffers hebben ook nood aan andere vormen van bijstand, zoals een systematische, snelle en kosteloze rechtsbijstand. Er is bovendien de nood om terreinactoren en magistraten permanent te vormen betreffende alle aspecten die verband houden met de strijd tegen de mensenhandel.De ‘wet tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen’ vormt een bijkomende uitdaging, zowel voor de drie opvangcentra als voor het Federaal Migratiecentrum, dat voortaan in rechte kan optreden om het loon van deze werknemers op te eisen. Hierop en op het onderscheid met het statuut voor slachtoffers van mensenhandel, werd ingegaan in het Jaarverslag Migratie 2013 van het Federaal Migratiecentrum.Naast de aandacht voor de slachtoffers blijft ook de opsporing, het onderzoek en de vervolging van de daders noodzakelijk. Een goed beleid houdt ook in dat er goede cijfergegevens beschikbaar zijn, die toelaten om goede analyses te maken en daarmee het beleid bij te sturen. De condities daartoe zijn tot op vandaag niet vervuld, ondanks de reeds jaren oude plannen om tot een informatie- en analysesysteem voor mensenhandel en mensensmokkel (IAMM) te komen. Dit Jaarverslag brengt weliswaar de cijfers bijeen van zes verschillende actoren, maar dit is slechts een eerste stap. Het is jammer dat de Minister van Justitie niet verplicht is om het Centrum te informeren over alle beslissingen van rechtbanken en hoven, waar nochtans is op aangedrongen door de directie bij de hervorming van het Centrum. Voor dit Jaarverslag kon het Centrum zowat 50 vonnissen en arresten bestuderen, en in het verslag vindt u een analyse van iets meer dan 30 ervan.Dit Jaarverslag verschijnt op het moment dat het nieuwe federale parlement is samengesteld. Het is een goed moment om volop het debat aan te gaan over nieuwe beleidsopties, en dus over de beleidsaanbevelingen aan het einde van dit Jaarverslag. Wij rekenen op de nieuwe regering en het parlement om, net als tijdens vorige legislaturen, een actieve rol te spelen in dit beleid. Wij rekenen op het parlement om een grondige reflectie te houden over het slachtofferstatuut vanuit een mensenrechtenbenadering. We rekenen op de nieuwe regering om te garanderen dat de drie gespecialiseerde opvangcentra over voldoende structurele werkingsmiddelen beschikken; om te zorgen dat politie, sociale inspectie en justitie van mensenhandel tot doel stelt. (Bron: website diversiteit.be)
Choose an application
Dit zeventiende ‘Jaarverslag Mensenhandel’ is het eerste in zijn soort van het nieuwe Federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel. Sinds 15 maart 2014 zijn er inderdaad twee nieuwe centra ontstaan, die beiden rechtsopvolgers zijn van het oude Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.Sinds 15 maart 2014 zijn er inderdaad twee nieuwe centra ontstaan, die beiden rechtsopvolgers zijn van het oude Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum moet gelijke kansen bevorderen en discriminatie bestrijden; het Federaal Migratiecentrum –dat zo genoemd wordt in afwachting van een beslissing van de Raad van Bestuur over de naam – nam de migratie-opdrachten over, waaronder de opdracht om de strijd tegen de mensenhandel te stimuleren. Daarenboven werd op 1 september 2014 het Koninklijk Besluit gepubliceerd, dat het Federaal Migratiecentrum officieel aanduidt als de onafhankelijke component van het mechanisme van Nationaal Rapporteur Mensenhandel, naast de Interdepartementale Coördinatiecel die rapporteert namens de Belgische Staat. Het nieuwe Centrum behoudt zijn bevoegdheid om in rechte op te treden: in 2013 besloot de Raad van bestuur om zich in 20 nieuwe dossiers burgerlijke partij te stellen (13 voor mensenhandel en 7 voor mensensmokkel ). Hierdoor kan het ondermeer z'n kennis blijvend ter beschikking van de rechtbanken en hoven en andere actoren stellen en diepgaandere kennis vergaren over het fenomeen. Het Federaal Migratiecentrum wil zijn rol als onafhankelijk monitoringmechanisme blijven vervullen, ten aanzien van alle mensenrechten waarvoor het bevoegd is, in een geest van dialoog en samenwerking.Dit zeventiende Jaarverslag is op een nieuwe leest geschoeid ten opzichte van voorgaande jaren. De reden daartoe is de vraag van de anti-trafficking coördinator van de Europese Commissie om de nationale rapporten volgens een specifiek model of template (intern document) op te stellen. Dat model werd in dialoog met het informele netwerk van nationale rapporteurs en equivalente mechanismen ontwikkeld en moet de redactie van een Europees rapport aanzienlijk vergemakkelijken. Na overleg met de andere component van het Belgische rapporteurs mechanisme besliste het Federaal Migratiecentrum om dit model zowel qua structuur als qua methodiek te volgen, met waar mogelijk ook beleidsanalyses in termen van output, outcome en impact. Eveneens op vraag van de Europese coördinator besteden we veel aandacht aan het financieel onderzoek bij feiten van mensenhandel, en daarmee bouwen we verder op het Jaarverslag Mensenhandel-Mensensmokkel 2011, met als titel ‘Het geld dat telt’, dat toen voor de EU-Strategie van de Europese Commissie een inspiratiebron was. Binnen dit model is echter geen plaats voorzien voor de behandeling van het fenomeen mensensmokkel, en wij opteerden ervoor om mensensmokkel niet in dit verslag te behandelen, ook al blijft het Federaal Migratiecentrum daar erg actief. Wij zullen in ons volgende Jaarverslag, dan wel op een andere wijze, blijven rapporteren over mensensmokkel.Dit Jaarverslag wil andermaal scherp stellen op de slachtoffers van mensenhandel. Het Belgische slachtofferstatuut biedt duidelijke garanties, dat moet beklemtoond worden. In 2013 stapten 116 personen in het slachtofferstatuut en ontvingen 72 eerdere slachtoffers een definitieve machtiging tot verblijf. Af en toe werd ook het transnationaal doorverwijzingsmechanisme toegepast: in het recente verleden werden enkele slachtoffers vanuit het buitenland overgebracht naar één van de gespecialiseerde centra in België.Maar er zijn ook redenen tot bezorgdheid. In zijn memorandum voor de verkiezingen van mei 2014 vroeg het Centrum aan de overheid om zich voluit in te schrijven in de EU-strategie 2012-2016 tegen mensenhandel die de focus legt op ‘slachtoffers herkennen, beschermen en bijstaan’. Het begint inderdaad met de detectie van slachtoffers: in dit Jaarverslag gaan we in op de essentiële rol die de eerstelijnsdiensten spelen in de herkenning van slachtoffers. De werking van de centra voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel maakt deel uit van het beschermingsmechanisme: de drie centra werden intussen erkend, maar kunnen nog steeds niet rekenen op een correcte en vooral structurele financiering. Slachtoffers hebben ook nood aan andere vormen van bijstand, zoals een systematische, snelle en kosteloze rechtsbijstand. Er is bovendien de nood om terreinactoren en magistraten permanent te vormen betreffende alle aspecten die verband houden met de strijd tegen de mensenhandel.De ‘wet tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen’ vormt een bijkomende uitdaging, zowel voor de drie opvangcentra als voor het Federaal Migratiecentrum, dat voortaan in rechte kan optreden om het loon van deze werknemers op te eisen. Hierop en op het onderscheid met het statuut voor slachtoffers van mensenhandel, werd ingegaan in het Jaarverslag Migratie 2013 van het Federaal Migratiecentrum.Naast de aandacht voor de slachtoffers blijft ook de opsporing, het onderzoek en de vervolging van de daders noodzakelijk. Een goed beleid houdt ook in dat er goede cijfergegevens beschikbaar zijn, die toelaten om goede analyses te maken en daarmee het beleid bij te sturen. De condities daartoe zijn tot op vandaag niet vervuld, ondanks de reeds jaren oude plannen om tot een informatie- en analysesysteem voor mensenhandel en mensensmokkel (IAMM) te komen. Dit Jaarverslag brengt weliswaar de cijfers bijeen van zes verschillende actoren, maar dit is slechts een eerste stap. Het is jammer dat de Minister van Justitie niet verplicht is om het Centrum te informeren over alle beslissingen van rechtbanken en hoven, waar nochtans is op aangedrongen door de directie bij de hervorming van het Centrum. Voor dit Jaarverslag kon het Centrum zowat 50 vonnissen en arresten bestuderen, en in het verslag vindt u een analyse van iets meer dan 30 ervan.Dit Jaarverslag verschijnt op het moment dat het nieuwe federale parlement is samengesteld. Het is een goed moment om volop het debat aan te gaan over nieuwe beleidsopties, en dus over de beleidsaanbevelingen aan het einde van dit Jaarverslag. Wij rekenen op de nieuwe regering en het parlement om, net als tijdens vorige legislaturen, een actieve rol te spelen in dit beleid. Wij rekenen op het parlement om een grondige reflectie te houden over het slachtofferstatuut vanuit een mensenrechtenbenadering. We rekenen op de nieuwe regering om te garanderen dat de drie gespecialiseerde opvangcentra over voldoende structurele werkingsmiddelen beschikken; om te zorgen dat politie, sociale inspectie en justitie van mensenhandel tot doel stelt. (Bron: website diversiteit.be)
Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|