Listing 1 - 10 of 10 |
Sort by
|
Choose an application
Public law. Constitutional law --- European law --- Freedom of information --- Government information --- Public records --- Liberté d'information --- Information sur l'Etat --- Archives publiques --- Access control --- Accès --- Contrôle --- -Government information --- -Public records --- -341.2422 --- Ud3 --- Government records --- Public administration --- Records --- Archives --- Information, Government --- Information, Freedom of --- Liberty of information --- Right to know --- Civil rights --- Freedom of speech --- Intellectual freedom --- Telecommunication --- Law and legislation --- Regulation (EC) No 1049/2001 of the European Parliament and of the Council of 30 May 2001 regarding public access to European Parliament, Council and Commission documents --- Access control. --- Liberté d'information --- Accès --- Contrôle --- 341.2422 --- Freedom of information - European Union countries --- Government information - European Union countries --- Public records - European Union countries - Access control
Choose an application
Freedom of information --- Government information --- Public records
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Driessen's studie onderzoekt in welke mate afspraken gesloten tussen de Europese instellingen bijdragen tot de machtenscheiding welke het politieke systeem van de Europese Unie bepaalt. Vertrekpunt is daarbij een analyse van verschillende mogelijke machtenscheidngsmodellen. De auteur stelt dat politieke systeem van de Europese Unie het best geanalyseerd wordt tegen de achtergrond van een 'scheiding van instellingen'. In andere woorden, geen enkele Europese instelling hoort zijn bevoegdheden ongecontroleerd uit te oefenen. Deze aanpak bouwt voort op de institutionele balans-doctrine van het Hof van Justitie. Ze wijkt af van de meer traditionele 'trias politica'-theorie volgens welke geen overheidsorgaan twee 'overheidsfuncties' dient te combineren. Bezien in dit licht, is de scheiding van instellingen een kwestie van autonome instellingen welke onderworpen zijn aan 'checks and balances' in de uitoefening van hun functies. Sommige 'checks and balances' hebben een basis in EU-recht. Vele anderen rusten echter op afspraken tussen de Europese instellingen. Veel van deze afspraken hebben geen juridische basis. Geen enkele algemene juridische basis welke in de academische literatuur voor dit soort interinstitutionele overeenkomsten naar voren is geschoven blijkt houdbaar. Driessen argumenteert dat interinstitutionele afspraken die geen juridische basis hebben ('interinstitutionele conventies') niet juridisch afdwingbaar kunnen zijn. Hoewel er wel verschillen zijn, zijn ze eerder vergelijkbaar met de 'constitutional conventions' die vooral het Brits staatsrecht kenmerken. Een analyse van zulke interinstitutionele conventies laat zien, dat ze overal in de Europese constitutionele praktijk voorkomen. De studie onderzoekt de inwerking van interinstitutionele conventies op de verschillende onderdelen van het Europese institutionele recht. Dit omvat mede beschouwingen over de politieke verantwoordelijkheid van de Commissie en haar leden tegenover het Europese Parlement, over de interinstitutionele conventies welke de controlerechten van het Parlement betreffen, en de conventies met betrekking tot wetgevende procedures, de begrotingsprocedure en externe betrekkingen. De analyse laat zien dat veel interinstitutionele conventies belangrijke instrumenten voor het dagelijks bestuur van de Unie zijn. Andere interinstitutionele conventies regelen de details van de betrekkingen tussen de instellingen. Zij kunnen de invloedsbalans tussen de instellingen merkbaar veranderen. Zo heeft het Parlement bijvoorbeeld in het domein van het begrotingsrecht succesvol gebruik gemaakt van interinstitutionele overeenkomsten om ongeveer de helft van de begroting als niet-verplichte uitgaven onder zijn eindcontrole te krijgen. Over de overige uitgaven heeft het enige controle verkregen via de financiële perspectieven, welke ook op interinstitutionele conventies gebaseerd zijn. Driessen onderzoekt de limieten op het gebruik van zulke interinstitutionele afspraken. Hoewel ze zeker niet de procedures kunnen vervangen welke neergelegd zijn in het Europese recht, kunnen ze deze wel beïnvloeden. Juristen realiseren zich te weinig hoe vaak dit gebeurt. De studie is gebaseerd op huidig recht maar laat niet na om ook de veranderingen voorgesteld in het Grondwettelijk Verdrag te analyseren. This study investigates the extent to which arrangements concluded between European institutions contribute to the separation of powers underlying the European Union's political system. The point of departure is an analysis of different separation of powers models. The author posits that the European Union's political system is best interpreted against the background of a 'separation of institutions', implying that no European institution should exercise its legal powers in an unchecked manner. This approach builds on the Court of Justice' institutional balance doctrine. It differs from the more traditional constitutional law theory known as 'trias politica' according to which no government authority ought to combine two 'governmental functions'. Seen from this perspective, separation of powers is a matter of autonomous institutions subject to 'checks and balances'. Some checks and balances find their basis in EU law. However, many others are based on arrangements between the European institutions. Many of such arrangements are not based on law. An enquiry into the possible general legal bases for such interinstitutional agreements finds all of them unsound. Driessen argues that interinstitutional arrangements without a legal basis ('interinstitutional conventions') cannot be legally enforceable. Although there are differences, to a certain extent they can be equated to the 'constitutional conventions' known in British constitutional law. An analysis of such interinstitutional conventions suggests their omnipresence in European constitutional practice. The study analyses the effects of interinstitutional arrangements on different fields of EU law. This includes, inter alia, an analysis of the political responsibility of the Commission and of its members towards the European Parliament, of the interinstitutional conventions that govern the Parliament's rights of oversight,
Choose an application
passiemuziek --- religieuze muziek --- anno 1700-1799 --- Germany
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 10 of 10 |
Sort by
|