Narrow your search

Library

KU Leuven (24)

KBR (1)


Resource type

dissertation (24)

book (1)


Language

Dutch (20)

English (5)


Year
From To Submit

2024 (1)

2023 (3)

2022 (3)

2021 (3)

2020 (2)

More...
Listing 1 - 10 of 25 << page
of 3
>>
Sort by

Book
Hearing screening based on speech and sound perception in noise
Authors: ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Optimalisatie van de Vlaamse Matrix en Digit Triplet Test

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De standaard gehoortest is toonaudiometrie om gehoorverlies te diagnosticeren, maar het is belangrijk om tests te gebruiken die zo goed mogelijk de dagelijkse luistersituaties benaderen. De Digit Triplet Test (DTT) en de Matrix test zijn beiden adaptieve spraak-in-ruistests: ze convergeren naar een bepaald %-punt op de PI-curve, oorspronkelijk naar het 50%-punt. De DTT wordt gebruikt voor screening en de Matrix test voor diagnostiek. Een voorgaande studie over de Vlaamse DTT (Schoonjans & Van de Velde, 2015) heeft het type ruis en de scoringswijze, cijferscoring versus tripletscoring om te convergeren naar verschillende %-punten op de PI-curve, reeds onderzocht. Het belangrijkste resultaat was dat de variatie die convergeerde naar het 79%-punt het beste differentieerde tussen NH en SH en de beste test-hertest betrouwbaarheid had. Ons onderzoek bestaat uit 2 delen. In het eerste deel deden we een vervolgonderzoek op de voorgaande studie (zie boven). We hebben de deelnemersgroep uitgebreid met 18 deelnemers met een licht tot matig-ernstig hoogfrequent gehoorverlies om te onderzoeken of de gevonden effecten, reproduceerbaar zijn voor personen met een ernstigere graad van gehoorverlies dan die van de originele deelnemersgroep. We onderzochten zes variaties van de DTT: vijf uit voorgaand onderzoek en één nieuwe geoptimaliseerde variatie om het probleem van een undershoot van de SRT op te lossen. We vonden dat de effecten reproduceerbaar zijn en dat de undershoot opgelost wordt door deze nieuwe versie. Er is ook sprake van een sterke correlatie tussen de SRT en de PTA-waarde. In het tweede deel testten we drie variaties en de originele variatie van de Vlaamse Matrix test bij tien NH en 20 SH. De drie nieuwe variaties convergeren met respectievelijk het 24%-punt, 50%-punt en 76%-punt op de PI-curve. De SRT is voor elke variatie significant verschillend tussen de NH en de SH, maar de slope niet. We vonden dat de 76% variatie het beste differentieert tussen beide groepen. De SRT van elke variatie en de slope correleren sterk met de PTA-waarde. Daarnaast onderzochten we ook het spraakmateriaal door de categorieën en de aparte woorden met elkaar te vergelijken. Hieruit blijkt dat de categorieën werkwoord en voorwerp significant slechter scoren dan naam, cijfer en kleur. Dit komt volgens ons omdat deze categorieën minder closed-set zijn en deelnemers dus meer gaan kijken naar welke woorden semantisch gezien zouden passen in de zin in plaats van woorden in de matrix te zoeken.

Keywords


Dissertation
Functional hearing outcome after ossiculoplasty using Clip partial prosthesis Dresden type
Authors: --- --- --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Objectives: The primary aim was to evaluate and compare the safety and functional hearing outcome after ossiculoplasty using the Clip Partial Prosthesis Dresden Type (PORP). Methods: This study retrospectively reviewed primary ossiculoplasties performed by two surgeons using the Clip Partial Prosthesis Dresden Type between January 2014 and June 2021 at UZ Leuven. Postoperative follow-ups were scheduled around 2, 6 and 12 months. The pre-and postoperative air-bone gaps (ABG), measured at 0.5 kHz, 1 kHz, 2 kHz, and 4 kHz and the mean ABG across these frequencies, were analysed. An ABG ≤ 20 dB HL indicating a successful ossiculoplasty and the Amsterdam hearing plot evaluation were used. Middle ear status (chronic otitis media with vs without cholesteatoma vs no inflammatory disease) and middle ear condition (dry vs wet) were further investigated as possible influencing factors. Complications after ossiculoplasty (extrusion, dislocation, cholesteatoma recurrence and sensorineural hearing loss) were analysed. Results: Sixty-four patients aged between 6 and 75 years were included, of which 17 were children and 47 were adults. Mean ABG improved from 29.3 dB HL (SD= 14.1 dB HL) to 21.2 dB HL (SD= 11 dB HL) postoperatively, corresponding to a significant (t(63)= 4.554, p <.001) mean improvement of 8.2 dB HL (SD= 14.3 dB HL) and with a success rate of 58%. Neither of the possible influencing factors significantly affected the final hearing outcome (F(6,90)= .468, p= .830). No statistically significant difference was found between dry and wet ears (F(3,44) = .873, p= .462). Two dislocations, five cases of sensorineural hearing loss and eight cases with a cholesteatoma recurrence were observed. Conclusion: Satisfactory and stable functional hearing results can be achieved with the Clip Partial Prosthesis Dresden Type for ossiculoplasty.

Keywords


Dissertation
Gehoorscreening bij de schoolstart: haalbaarheid van de Digit Triplet Test

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef is onderdeel van onderzoek naar de optimalisatie van de gehoorscreeningsmethode voor kinderen met een leeftijd rond aanvang van de basisschool. Momenteel gebeurt deze aan de hand van een screeningsaudiometrie. Aan deze methode zijn echter enkele technische/praktische nadelen verbonden. Daarnaast is een screening gebaseerd op detectie van zuivere tonen ook geen goede voorspeller voor het spraakverstaan in rumoerige omgevingen, zoals bv. in de klas. We onderzoeken de haalbaarheid van een spraak-in-ruisscreening gebaseerd op de Digit Triplet Test (DTT) voor normaalhorende en normaal ontwikkelende kinderen uit het reguliere onderwijs met een leeftijd van 5 tot 7 jaar. Aangezien het gehoor van Vlaamse kinderen uit het 5de leerjaar (LJ) en 3de secundair (SEC) reeds gescreend wordt aan de hand van deze kan er op die manier een longitudinale opvolging voorzien worden doorheen de hele schoolcarrière van de kinderen. Immers, de test is niet vanzelfsprekend haalbaar voor jonge kinderen. Voor dit onderzoek werden er in totaal 50 kinderen getest uit de 3de kleuterklas (KK), aan het begin van het 1ste LJ en aan het eind van het 1ste LJ. De testbatterij bestond uit audiologische tests, cognitieve tests en vragenlijsten voor de ouders en leerkracht van het kind. Aan de hand van de resultaten op deze tests worden de uitkomstmaten van de DTT (spraakverstaandrempel (SRT), stabiliteit, testduur en meetfout) onderzocht en wordt de invloed van leeftijd, cognitieve vaardigheden, zoals aandacht, auditief geheugen en werkgeheugen, taalvaardigheid en cijferkennis erop nagegaan. Ten slotte onderzoeken we ook of de resultaten van de DTT valide zijn door de vergelijking te maken met een gestandaardiseerde test voor kinderen van deze leeftijd, met name de Lilliput. De resultaten tonen aan dat er een leeftijdsadequate normwaarde moet worden voorzien voor kinderen met een leeftijd rond aanvang van de basisschool. We vinden geen leeftijdseffect voor de drie leeftijdsgroepen. SRTs kunnen gemeten worden met een aanzienlijke precisie van 1 dB, en op groepsniveau kunnen stabiele metingen worden bekomen. Exclusies tonen wel aan dat kinderen uit de 3de KK en aan het begin van het 1ste LJ nog veel cijferverwarringen maken, waardoor deze kinderen onbetrouwbare tests afleggen. Vanaf het einde van het 1ste LJ vinden er geen cijferverwarringen meer plaats. We vinden weinig invloed van cognitieve vaardigheden. Alleen het wisselen van aandacht speelt een duidelijke rol. De SRT van de DTT vertoont geen significante samenhang met die van de Lilliput in deze homogene groep kinderen. De Lilliput-SRT toont wel meer samenhang met de resultaten van de cognitieve tests. Voor testduur vinden we wel een leeftijdseffect. Kinderen aan het einde van het 1ste LJ leggen de test dan wel een minuut sneller af dan de jongste kinderen, maar dan nog blijft de testduur te lang voor screeningsdoeleinden. Ook vinden we meer invloed van cognitieve vaardigheden op testduur dan op de overige uitkomstmaten van de DTT. Momenteel kunnen we concluderen dat de DTT nog geen haalbaar gehoorscreeningsinstrument is voor kinderen van 5 tot 7 jaar. Aangezien er geen cijferverwarringen meer gebeuren vanaf het einde van het 1ste LJ, zou de test voor deze kinderen haalbaar kunnen zijn indien de testduur wordt ingekort.

Keywords


Dissertation
Het verbeteren en valideren van de digit triplet test bij 10-11 jarigen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Onderzoeken tonen aan dat een gehoorverlies op jonge leeftijd negatieve gevolgen kan hebben, zoals schoolse achterstand, taal- en spraakontwikkeling, gedrags- en sociale problemen. Door het stijgend aantal gehoorverliezen bij kinderen en jongeren over de leeftijd heen, en het toenemende aantal gehoorverliezen door lawaaischade, is het belangrijk om naast de neonatale gehoorscreening ook een betrouwbare gehoorscreening op lagere- en middelbareschoolleeftijd te kunnen aanbieden. Zo kunnen aangeboren, lichte of progressieve, en verworven gehoorverliezen, tijdig worden opgespoord. Sinds september 2016, wordt de digit triplet test (DTT), een screeningstest gebaseerd op spraak-in-ruis perceptie, gehanteerd in de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) bij kinderen van het 5de leerjaar en 3de middelbaar. Eerder optimalisatieonderzoek bij volwassenen toont aan dat een andere scoringswijze, zoals een digit scoring, mogelijkheden biedt tot het inkorten van de test of een betere precisie. Om na te gaan of deze digit scoring ook bij kinderen gelijkaardige resultaten geeft, werd in 7 scholen de originele DTT met triplet scoring en de DTT met digit scoring afgenomen bij zo'n 77 kinderen uit het 5de leerjaar. Uit ons onderzoek blijkt dat de digit scoring bij kinderen de mogelijkheid biedt tot het inkorten van de DTT met behoud van precisie. Dit biedt een grote meerwaarde voor de CLB, aangezien er zo minder tijd nodig is voor het screenen van een kind. Belangrijk is dat de precisie van de huidige DTT met triplet scoring behouden blijft, zodat precisie opvolging mogelijk wordt. Naast optimalisatie wordt ook validatie van de DTT bij kinderen van het 5de leerjaar onderzocht. Zo was het doel om de invloed van cognitieve of auditieve verwerking op de resultaten van de DTT na te gaan. Tot op heden is de invloed van deze factoren onvoldoende gekend. Omwille van het lage verwijspercentage bij de huidige test met cut-off waarden gehanteerd in de praktijk (1%), dient de focus in dit deel te worden verlegd. Zo werden 18 kinderen met een negatieve screening uitgenodigd in het labo en werd er getracht de negatieve screenings te bevestigen met behulp van toonaudiometrie, cognitieve taken en een vragenlijst die vermoedens van auditieve verwerkingsproblemen (AVP) evalueert, namelijk de Evaluation of Children's Listening and processing Skills (ECLiPS). Uit ons onderzoek kunnen we concluderen dat alle kinderen normaalhorend (NH) en normaal-ontwikkelend (NO) zijn. Dit biedt de mogelijkheid om onze data samen te voegen met eerdere datasets en zo Nederlandstalige ECLiPS normen op te stellen. Mogelijks blijkt uit vervolgonderzoek dat de DTT gevoelig is voor het opsporen van AVP, naast het opsporen van gehoorverliezen. Een laatste onderzoeksvraag gaat na of de DTT robuust is voor de testruimte, aangezien dit vaak wordt aangenomen. Voor deze onderzoeksvraag zullen de resultaten van de DTT die afgenomen werden op school vergeleken worden met de resultaten van de DTT die afgenomen werden in het labo. Uit de resultaten blijkt dat de resultaten van de DTT amper invloed ondervinden van de testruimte. Uit deze masterproef blijkt dat het hanteren van een DTT met digit scoring praktische voordelen biedt voor de CLB. Verder draagt deze masterproef bij tot het opstellen van Nederlandstalige ECLiPS normen, waardoor positieve screenings, die niet bevestigd worden met een toonaudiogram, later mogelijks verklaard kunnen worden door de CLB.

Keywords


Dissertation
Luistervaardigheden evalueren met de ECLiPS: expansie van het leeftijdsbereik van de doelgroep

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Auditory processing disorders (APD) in children can affect speech, language, and behavioral development, as well as academic performance. Questionnaires can be administered to collect comprehensive and reliable information about the impact of listening difficulties on the child. The Evaluation of Children's Listening and Processing Skills (ECLiPS) is one of the most reliable and validated parent questionnaires mapping the assessment of relevant behaviors for successful listening in children aged 6-11 years. This has led to the need to translate the questionnaire into Dutch and to set up a standardization study. The aim of this master's thesis is twofold: to supplement and expand the norm group of six-year-olds for children of 12 and 13-year-olds. In addition, it is being investigated whether the ECLiPS can be used for self-assessment in the latter group. This master's thesis also examines for the first time to what extent the questionnaire can be applied to 4- and 5-year-olds. Seven participants were recruited in both age categories for the first part of this master's thesis. A comprehensive audiological and neurocognitive test battery was used to determine whether the participants had normal hearing and typical development. In addition, two parents/relatives of the child, as well as the 12-13-year-old child, completed the Dutch ECLiPS questionnaire. On the one hand, it is examined to what extent the results of 6-year-olds from this study correspond to the reference values of their peers found in previous master's theses and it was investigated whether separate standards are needed for 12- and 13-year-olds by comparing their scores with those of children from younger age categories. On the other hand, the correspondence between the assessment of parents and the child itself is examined. For the second part, 12 professionals were recruited from different fields, such as speech therapists, audiologists and remedial educationalists. They assessed whether the ECLiPS statements were relevant to 4- and 5-year-olds through individual online surveys. The results illustrate that the ECLiPS scores of the 6-year-olds from my sample are largely in agreement with the reference values found in previous master's theses for the same age group. The analyzes also suggest that no separate standards are needed for Flemish children aged 12 to 13 years. It can also be assumed that the assessment of the parents and the assessment of the 13-year-old child itself on the ECLiPS are in good agreement, except for the factor PSS. Finally, the majority of ECLiPS statements appear to be suitable for preschoolers, except for the statements associated with the factor L/L/L. Possible follow-up research can focus on expanding the current research population.

Keywords


Dissertation
Taalproblemen bij kinderen met "benigne" rolandische epilepsie : Op zoek naar een neuro-anatomisch substraat

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Children with rolandic epilepsy (RE) are often identified with language difficulties. This thesis aims to describe the language profile of these children and to describe the most recent developments in neuroimaging. An extensive literature search learns us more about the clinical profile of children with RE, the linguistic profile that is associated with this condition, how the various language regions in the brain are interconnected, how we can visualize the language system using Diffusion Tensor Imaging (DTI) and how epilepsy alters the language network.In our study we want to find out which language domains are affected the most in children with RE compared with healthy matched control children. We also want to correlate the language scores with structural imaging related parameters of the Superior Longitudinal Fasciculus (SLF) - the main language pathway in the brain - to find out whether a neuroanatomical substrate underlies the language profile seen in children with RE.Five children with RE and five healthy control children were matched by age and gender. For each child a language testing took place. In addition, various brain scans were carried out. The SLF was visualized and quantified through DTI-tractography.Language skills of children with RE are less than those of healthy matched control children. They scored significantly lower on the Language Content Index of the CELF-4-NL and some other semantic subtests. No difference was found for the values of the various imaging related parameters of the SLF, yet significant correlations emerged between several semantic subtests and these parameters in children with RE. In addition, these children appear to exhibit less pronounced left hemispheric dominance for language. We can conclude that children with RE show less language proficiency. This is reflected in limited semantic processing. A neuroanatomical substrate possibly underlies these findings. The SLF may be responsible for semantic processing.

Keywords


Dissertation
Evaluation of Children’s Listening and Processing Skills, een oudervragenlijst voor kinderen met taal- en verwerkingsproblemen (Voor tzetting van de normering voor Vlaamse kinderen)

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Auditieve verwerkingsproblemen zijn erg complex en veelzijdig. Het gaat om problemen met (richting-)horen en verstaan zonder duidelijk aanwezig gehoorverlies. Daarnaast bestaan er behalve de gehoorproblemen, ook vaak problemen in andere ontwikkelingsdomeinen. De causaliteit van de auditieve verwerkingsproblemen en de relatie met andere ontwikkelingsproblemen is voorlopig nog onduidelijk. Vanwege deze brede en complexe problematiek gaat het hier om een belangrijke onderzoeksgroep die een uitdaging vormt voor de klinische praktijk. Een vroege beschrijving van de problemen én een correcte doorverwijzing zijn daarom twee sleutelelementen in de eventuele behandeling. Een vragenlijst lijkt hiervoor geschikt, mits het gaat om een goed gevalideerde vragenlijst, met duidelijk geformuleerde psychometrische eigenschappen. De ECLiPS oudervragenlijst die in 2015 werd ontwikkeld door Barry en Moore is een beloftevol, gestandaardiseerd instrument voor de evaluatie van kinderen met luister- en communicatiemoeilijkheden. Met als doel dit instrument in de toekomst ook in Vlaanderen te gebruiken werd de vragenlijst in eerdere masterproeven vertaald naar het Nederlands en reeds gevalideerd bij 79 kinderen tussen 6 en 12 jaar. Een uitbreiding van deze groep met een beter evenwicht tussen de verschillende leeftijden en geslachten is belangrijk voor een verdere validatie. In deze masterproef selecteerden wij 33 typisch ontwikkelende kinderen en namen bij hen een testbatterij af die peilt naar gehoor, geheugen, intelligentie, aandacht, taal- en leesvaardigheid. De ECLiPS vragenlijst wordt steeds ingevuld door twee naasten van het kind. Er wordt onderzocht of de bekomen resultaten samengevoegd kunnen worden met de eerder verzamelde Vlaamse data en in hoeverre deze overeenstemmen met de referentiewaarden uit de Engelstalige normgroep. Om na te gaan of een gemiddelde waarde betrouwbare analyses oplevert, wordt de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid nagegaan. Er wordt ook gekeken naar eventuele geslachts- en/of leeftijdseffecten. De scores voor de testbatterij worden in verband gebracht met de scores op de ECLiPS. Tot slot worden de effecten van trommelvliesbuisjes onderzocht. Op basis van onze analyses formuleerden wij een antwoord op deze vragen. Wij besluiten dat onze resultaten kunnen worden toegevoegd aan de data van voorgaande masterproeven. Wij vonden enkele kleine verschillen, maar de effecten hiervan kunnen genuanceerd worden. Op enkele verschillen na, komen de resultaten verzameld voor de Vlaamse normering overeen met de scores uit de Britse normgroep. Er is een goede overeenkomst tussen beide beoordelaars. Voor geslacht worden geen verschillen gevonden en het gevonden verschil voor leeftijd situeert zich voornamelijk tussen de 7- en 11-jarigen. Aparte normen voor geslacht lijken voorlopig niet nodig, ook voor leeftijd zouden verschillende leeftijdsgroepen gecombineerd kunnen worden. Er is voornamelijk samenhang tussen de testbatterij en ECLiPS scores op vlak van taal en gehoor, de correlatie met andere cognitieve vaardigheden is voorlopig minder prominent. De gevonden effecten voor trommelvliesbuisjes op de resultaten van de ECLiPS dienen nog verder onderzocht te worden. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of het gaat om een effect van gehoor of een effect van de opgelopen ontwikkelingsachterstand door een verminderd gehoor.

Keywords


Dissertation
Impact of delay of elective otologic surgerical interventions during the COVID-19 pandemic

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Introduction: Due to the COVID-19 pandemic, many non-urgent elective otologic surgeries were postponed. Even though, it generally concerns patients with slowly progressing benign pathologies, they might experience symptoms that can vary in terms of severity and impact on daily life, and well-being. Furthermore, symptom severity and impact can evolve during the waiting period and may weigh differently in an unseen period of lockdown with little prospect of a rescheduled surgery. Although literature on surgery prioritization arises, patients have been insufficiently solicited. Objective: To gain a better understanding of patients’ subjective experience of complaints and their evolution, in order to incorporate this knowledge in future clinical decision-making with respect to postponement of elective care, in addition to a purely medical indication. Materials & methods: An online survey was sent to 44 adult patients, diagnosed with benign ear pathology for whom surgery was cancelled due to the COVID-19 measures. The questionnaire was largely based on the Otology Questionnaire Amsterdam (OQUA), a validated generic questionnaire for scoring of severity and impact of symptoms and was supplemented by questions on evolution of symptoms and impact during lockdown. Results & Conclusion: Results from 32 patients were obtained. The majority of patients did not experience changes in symptom severity or impact on general well-being. Complaints of pain, pressure and hearing loss increased most over time. The most important parameters in assessing a new surgical planning order appear to be the severity score of patients’ primary complaint and OQUA-impact score. Waiting time and onset of complaints seemed to be rather questionable determinants. Key words: Otologic surgical procedures – COVID-19 – Surveys and questionnaires.

Keywords


Dissertation
"Evaluation of Children’s Listening and Processing Skills": Toepassing van Rasch-analyse op een vragenlijst naar luistermoeilijkheden bij lagereschoolkinderen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Tot op heden heerst onduidelijkheid over de oorzaak en symptomen van auditieve verwerkingsproblemen (AVP). Personen met AVP hebben problemen bij de verwerking van spraak, zonder een duidelijk audiometrisch deficit. Het gaat om een heterogene groep met diverse symptoompresentaties. De gevolgen zijn niet te onderschatten, aangezien AVP de communicatie sterk kunnen verstoren en kunnen leiden tot een vertraagde sociale, schoolse en persoonlijke ontwikkeling. Ook de mogelijke aanwezigheid van co-morbide stoornissen leidt ertoe dat personen met AVP een uitdaging vormen voor de klinische praktijk. Daarom is differentiële diagnostiek en correcte doorverwijzing belangrijk voor de aanvang van een eventuele behandeling. Een screeningsvragenlijst als voorbereidende stap op een uitgebreide audiologische en neurocognitieve evaluatie is nuttig om personen met risico op AVP te identificeren. Omdat bestaande vragenlijsten beperkingen hebben, ontwikkelden Barry en Moore in 2015 de Evaluation of Children’s Listening & Processing Skills (ECLiPS). De ECLiPS is een veelbelovende vragenlijst voor ouders en leerkrachten om luister-, sociale en talige moeilijkheden van kinderen tussen zes en twaalf jaar in kaart te brengen. Het is een gebruiksvriendelijk instrument met uitstekende psychometrische eigenschappen. Om deze vragenlijst te kunnen inzetten in Vlaanderen, werd de ECLiPS in voorgaande masterproeven vertaald naar het Nederlands en werd een eerste validatie uitgevoerd met een referentiegroep van Nederlandstalige Vlaamse kinderen. Wij rekruteerden voor onze masterproef bijkomend dertig typisch ontwikkelende, eentalig Nederlandstalige kinderen tussen zeven en twaalf jaar die wij combineerden met de vorige data, om een gebalanceerde referentiegroep naar leeftijd en geslacht te verkrijgen. Het doel hiervan is een betrouwbaar en valide instrument afleveren voor gebruik in de klinische praktijk. Wij namen een uitgebreide gedragsmatige testbatterij af om gehoor, aandacht, intelligentie, taal- en leesvaardigheid in kaart te brengen. Verder vulden twee ouders of familieleden van elk kind de Nederlandstalige ECLiPS in. Wij onderzoeken of onze dataset samengevoegd kan worden met de vorige steekproeven. Verder kijken we of de Nederlandstalige ECLiPS dezelfde factorstructuur volgt als de Engelstalige versie. Een meerwaarde van deze masterproef is de gedetailleerde en inzichtelijke psychometrische evaluatie op itemniveau met Rasch-analyse. Die voerden we uit op de hele dataset nadat werd bevestigd dat de voorwaarden voor een dergelijke analyse werden voldaan. De ECLiPS dataset is gebaseerd op de responsen van één invuller. Met een complementaire steekproef gaan we na in welke mate onze resultaten generaliseerbaar/betrouwbaar zijn. Wij concluderen dat onze dataset toegevoegd kan worden aan de data uit vorig onderzoek. Of de Nederlandstalige ECLiPS dezelfde factorstructuur volgt als de Engelstalige versie, kunnen wij niet bevestigen, aangezien de assumpties voor een factoranalyse niet werden voldaan. De Rasch-analyse gaf ons de kans om gedetailleerd inzicht te krijgen in de vragenlijst. Wij besluiten dat de Nederlandstalige ECLiPS betrouwbare en valide eigenschappen vertoont op itemniveau. Vervolgonderzoek met een klinische steekproef is noodzakelijk om te onderzoeken of elk item geschikt is om luister- en verwerkingsvaardigheden te meten. Dit zal meer inzicht bieden in het discriminerend vermogen van de ECLiPS, de redundante items en het responspatroon van invullers.

Keywords

Listing 1 - 10 of 25 << page
of 3
>>
Sort by