Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De opkomende interesse in AAI (Animal Assisted Interventions) heeft al heel wat onderzoeken opgestart. Echter is er voorlopig veel meer onderzoek gedaan naar de humane kant. De laatste jaren wordt er ook meer onderzoek gedaan naar de invloed van AAI op het welzijn van de dieren. In deze bachelorproef wordt er eerst in de literatuurstudie onderzocht wat er al geweten is over AAI, hoe de kat biologisch in elkaar zit, wat stress is en hoe we deze stress kunnen meten bij de kat. Daarna wordt er een onderzoek opgesteld met een campuskat: Mando. Er worden drie methodes gebruikt om stress te meten: een smartcollar, stressmetabolieten uit feces en een dagboek dat wordt ingevuld door de eigenaar. Deze methodes worden met elkaar vergeleken op vlak van validiteit en worden samengelegd om conclusies te trekken over de aanwezigheid of afwezigheid van stress. Met dit kleinschalig onderzoek wordt een basis gelegd waarop daarna verder onderzoek kan gedaan worden naar stress bij AAI en manieren om deze te monitoren.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Momenteel is er nog geen verklaring voor de inconsistente resultaten rond het gebruik van werkregime en de effecten daarvan op het werk-privé conflict. Gebruikmakend van cross-sectionele data verzameld aan de hand van een enquête bij 372 respondenten binnen een middelgrote Belgische universiteit, zullen wij onderzoeken of vrijwilligheid het werk-privé conflict kan verklaren en of er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Met vrijwilligheid bedoelen we de capaciteit die een persoon heeft om werkgerelateerde keuzes te maken ondanks bepaalde beperkingen. We kijken naar twee soorten werkregimes, namelijk voltijds en deeltijds werk. Onze analyses tonen aan dat vrijwilligheid een betere verklarende factor is voor een daling in het werk-privé conflict dan gebruik, dat mannen en vrouwen even vrij zijn in hun keuze voor een werkregime en dat beiden een even sterk effect ervaren van vrijwilligheid op hun werk-privé conflict. Dit draagt bij aan onze kennis omdat we zo werknemers met een lager werk-privé conflict krijgen, wat maakt dat ze een betere balans hebben tussen werk en privé wat positief is voor werknemer en organisatie.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Het doel van deze studie was nagaan of micro-roltransities gerelateerd aan thuiswerk het werk-leven conflict beïnvloeden gezien de inconsistente uitkomsten rond werk-leven conflict door thuiswerk in eerder onderzoek. Hierbij werden de modererende rollen van de redenen van thuiswerk en intentionaliteit van roltransities mee bestudeerd. Gegevens werden verkregen door een dagboekstudie op te stellen samen met drie medestudenten. De dagboekstudie, waarbij de deelnemers 18 dagen lang elke dag een aantal vragen beantwoorden, moest worden ingevuld door mensen die ofwel minstens 1 maal per week aan thuiswerk doen ofwel nooit aan thuiswerk doen en ze moesten bovendien jonge kinderen hebben (<12 jaar). De vragenlijst werd online geplaatst en naar verschillende scholen rond gestuurd. Ook vrienden en familie die thuis werken werden aangemoedigd om deel te nemen. Er werd bovendien gevraagd om de vragenlijst als een kettingmail te beschouwen zodat dit voldoende respondenten zou opleveren (N = 80). Er werd gebruik gemaakt van een multilevel analyse om de data te verwerken. Resultaten tonen aan dat het aantal roltransities een positief effect heeft op het werk-leven conflict. Verder suggereren de resultaten dat intentionaliteit van roltransities een verzwakkend modererend effect heeft op de relatie tussen roltransities en conflict. Ook vonden we een modererend effect van redenen voor thuiswerk op het verband tussen roltransities en conflict. Wanneer werknemers thuiswerken met als reden om het werk te kunnen combineren met het huishouden, vertoont dit een verzwakkend effect in de relatie tussen micro-roltransities en werk-naar-leven conflict en een versterkend effect in de relatie tussen micro-roltransities en leven-naar-werk conflict. De efficiëntiereden om aan thuiswerk te doen heeft een verzwakkend effect op het verband tussen roltransities en werk-naar-leven conflict. De resultaten geven dus aan wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn bij het gebruik van thuiswerk. Thuiswerk wordt in de maatschappij dusdanig aanzien als een praktijk om de harmonie tussen werk en privé te behouden. Dit is niet altijd het geval en dat wordt aangetoond in deze thesis.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De voorbije decennia is er een groeiende belangstelling voor de studie van mens-dier interacties. Vanwege hun veronderstelde positieve invloed is er de laatste jaren een opmars bezig in de betrekking van dieren in psychotherapie (Animal Assisted TherapyŽ). Terwijl toepassingen in individueel georiënteerde therapie zich uitbreiden, blijft het gebruik van dieren in systeemtherapie echter onderbelicht (Walsh, 2009).Naar aanleiding van Walshs suggestie wordt in deze scriptie ingegaan op de verschillende manieren waarop dieren betekenisvol kunnen zijn voor systeemtherapeuten. Door literatuurstudie te combineren met open interviews bij individueel of systemisch gerichte therapeuten en cliënten met een hond aanwezig in de therapie, worden verschillende principes bestudeerd.Enerzijds kan het belangrijk zijn om huisdieren van de cliënt mee op te nemen in het systeem. Dit betekent mogelijk om hen fysiek in de therapiesetting te brengen. De voordelen hiervan worden geïllustreerd aan de hand van verhalen uit de praktijk. Anderzijds kan een therapeut ervoor kiezen een eigen dier in te zetten in de therapie. Via de beleving van zowel therapeuten als cliënten worden gebruikte strategieën, invloeden van de hond en mogelijke werkingsmechanismen verkend. Daarnaast worden enkele praktische zaken en problemen besproken. Op basis van deze bevindingen wordt de relevantie voor systeemtherapeuten om dieren al dan niet te betrekken geconcludeerd en worden enkele overwegingen in deze beslissing aangehaald. Hoewel het gebruik van dieren in de therapie voordelen met zich mee kan brengen, dient men in het achterhoofd te houden dat het geen wonderstrategie is. Soms kan datgene dat met een dier teweeggebracht wordt, bereikt worden met andere methodes. Het inzetten van een dier biedt niet altijd een meerwaarde en men kan er daarom voor kiezen geen dier in de therapie te gebruiken. Bovendien dient er voldoende aandacht uit te gaan naar dierenwelzijn, een belangrijk aspect dat soms ove

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Verschillende trends op macroniveau hebben geleid tot meer jobonzekerheid bij werknemers. Intern en extern individueel loopbaanmanagement (ILM) blijken effectieve copingsstrategieën om met jobonzekerheid om te gaan. De vraag is of jobonzekere werknemers hierin investeren. Het doel van deze masterproef is de impact van jobonzekerheid op intern ILM (netwerkgedrag en profileringsgedrag) en extern ILM (mobiliteit georiënteerd gedrag en doelgericht handelen) onderzoeken. Daarnaast wordt de modererende rol van zowel gepercipieerde interne als externe inzetbaarheid onderzocht. De hypothesen werden bestudeerd aan de hand van cross-sectionele data verzameld bij 2514 Vlaamse werknemers. De resultaten bevestigen de verwachting dat jobonzekere werknemers minder investeren in intern ILM en meer in extern ILM. Gepercipieerde interne inzetbaarheid modereert het verband tussen jobonzekerheid en netwerkgedrag. In alle andere gevallen bleken gepercipieerde interne en externe inzetbaarheid geen modererende rol te spelen. De gevonden resultaten dragen bij aan theorievorming binnen dit onderzoeksdomein en kent een praktische relevantie.