Listing 1 - 10 of 11 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Probleemstelling: 'Omgaan met kinderen met hechtingsproblemen en een verstandelijke beperking' Wat kan je als begeleider voor deze doelgroep betekenen? Hoe kan je hun dagdagelijkse leven aanpassen, structureren zodat je meer duidelijkheid, rust, veiligheid en continuïteit creëert en waardoor het probleemgedrag wordt geminimaliseerd. Conclusies: Ten eerste ben ik er van overtuigd dat wanneer je als opvoeder inzicht hebt in de problematiek, je de hulpverlening die je aanbiedt beter kunt afstemmen op de cliënt. Ik heb mij toegespitst op de middagpauze van Jonas, maar ik hoop dat we naar de toekomst toe langzaamaan zijn dagindeling meer kunnen structureren om zo ook op andere momenten van de dag de gedragsmoeilijkheden te minimaliseren.
Choose an application
Probleemstelling: De betekenis van de verzorging ontgaat de kinderen vaak, en bovendien is dit meestal geen aangename activiteit voor hen. Het natte waslapje, koude handen, getrek en geduw bij het aan en uitkleden, verplaatst worden zonder waarschuwing... lokt vaak verzet op bij de kinderen. In dit eindwerk wil ik op zoek gaan naar manieren om van dit verzorgingsmoment een aangenaam moment te maken voor de kinderen en de begeleiding. Ik wil de belevingswereld van de kinderen verruimen, en dit specifiek tijdens de verzorging, door gebruik te maken van elementen uit basale stimulatie en snoezelen. Basale stimulatie reikt een aantal basishoudingen en activiteiten aan die de kinderen kunnen helpen om hun eigen lichaam te leren kennen en op een aangename manier de verzorging te ondergaan. Ik koos er ook voor om ideeën uit het gedachtegoed van snoezelen te halen, omdat ik vind dat deze twee basishoudingen en methodieken elkaar goed aanvullen. Fröhlich beschrijft snoezelen ook als één van de activiteiten die je kan toepassen in het kader van basale stimulatie. De dagelijkse verzorging leent zich goed om via intensieve communicatie en sensorische prikkeling een gedifferentieerd lichaamsgevoel te bieden aan mensen met een meervoudige beperking. Activiteiten rond deze verzorging zijn geschikt om mensen in de breedste zin van het woord te activeren en zo hun belevingswereld te verbreden. Het doel van stimulerende verzorging is de vaardigheden om de eigen omgeving en de daarin voorkomende dagelijkse gebeurtenissen beter te kunnen structuren Conclusies: Ik ging in dit werk op zoek naar wat basale stimulatie, basale attitude en snoezelen inhouden. Ik schetste kort wat theorie die ik ook in de praktijk toepaste. Ik beschreef de doelgroep en de kinderen waarmee ik werkte, al was het niet evident om de kinderen op papier voor te stellen. Ik besprak enkele aandachtspunten en tips om sensopatisch aan de slag te kunnen gaan, om daarna enkele concrete activiteiten te bespreken. Alle activiteiten die ik beschreef hebben betrekken op de dagelijkse verzorging van de kinderen. Zo bespreek ik de wassituatie en het aan- en uitkleden, ik verzamelde activiteiten met betrekking tot het stimuleren van de zintuigen, ik beschreef het verloop van een massage en een snoezelbad en ik besprak het belang van communicatie tijdens deze activiteiten. De dagelijkse verzorging leent zich goed om via intensieve communicatie en sensorisch prikkeling een gedifferentieerd lichaamsgevoel te bieden aan mensen met een meervoudige beperking. Activiteiten tijdens deze verzorging zijn geschikt om mensen in de breedste zin van het woord te activeren en zo hun belevingswereld te verruimen. Het doel van de stimulerende verzorging is de vaardigheden om de eigen omgeving en de daarin voorkomende dagelijkse gebeurtenissen beter te structureren
Choose an application
Probleemstelling: Uitdaging: Al aan het einde van mijn tweedejaarsstage voelde ik me aangetrokken tot kinderen met een hechtingsstoornis, de honger om meer te weten was groot. Bij het begin van mijn derdejaarsstage kwam ik dan ook voor een grote uitdaging te staan. Er werd een volledig nieuwe werking opgestart. De diagnose hechtingsstoornis en de aanpak die deze verlangt, kwam in het midden van de belangstelling te staan. Tijdens mijn stage heb ik volop meegewerkt aan het realiseren van deze nieuwe aanpak. Na vier maanden een proces opstarten van uittesten, zoeken naar een optimale aanpak en observatie, was het tijd voor een bespreking en een evaluatie. Vanuit deze doelstelling kom ik bij de doelstellingen voor mijn afstudeerproject. Doelstellingen: Mijn eerste doelstelling bestaat erin meer te weten te komen over hechting en hechtingsstoornissen in zijn verschillende facetten. Een tweede doelstelling is het weergeven van een kritische bespreking over de hulpverlening binnen mijn stageplaats. Aan de hand van mijn afstudeerproject probeer ik een meerwaarde voor mijn stageplaats te bieden, doordat een bredere theoretische achtergrond en een kritische benadering van de bestaande werking een aanzet geeft tot het blijven zoeken, het blijven evolueren naar een zo volledig mogelijke aanpak en het in vraag stellen van de aspecten die erbij horen. Via mijn opzoekwerk en leerervaringen wil ik meer inzicht bieden in de ontstane aanpak en visie, deze in vraag stellen en gaten in de hulpverlening opvullen of mogelijkheden tot verbetering aanbieden. Conclusies: Wanneer ik terugblik op mijn afstudeerproject ben ik tot een aantal belangrijke inzichten gekomen: - Psycho-educatie vormt voor alle betrokkenen een goede basis in het handelen en afstemmen van je hulpverlening op de individuele noden van de cliënt. - Het is van belang dat onveilige of verstoorde gehechtheid vroeg erkend wordt! Ingrijpen in een vroeg stadium is belangrijk. Zo kan men aan de hand van preventieve interventie gericht op veilige gehechtheid, de schade nog beperken of herstellen, en zijn ingrijpende maatregelen niet nodig. Dit is niet vanzelfsprekend. - Plaatsing in een instelling, in een leefgroep moet zo lang mogelijk worden vermeden, het hebben van een (kandidaat) hechtingsfiguur is van groot belang bij het werken rond hechting. - De aanpak bij de kinderen in de leefgroep moet holistisch zijn. Aan de onderliggende gevoelens mag niet worden voorbijgegaan. Wat vaak wel gebeurt bij enkel gedragstherapeutische aanpakken. Kinderen met een hechtingsstoornis hebben geleerd dat volwassenen niet beschikbaar zijn of hierin op z'n minst onbetrouwbaar zijn. Kinderen die in een instelling opgroeien ervaren regelmatig wisselingen van het personeel. Door frequente wisselingen is de kans groot dat de regels veranderen of dat zij op zijn minst onduidelijk worden, waardoor bij de kinderen een steeds terugkerend gevoel van onveiligheid kan ontstaan. Er moet dus veel belang worden gehecht aan de basisgevoelens van angst, onveiligheid en wantrouwen bij de kinderen. Er is nood aan structuur en veiligheid. Er moet ingegaan worden op onderliggende gevoelens die aan de basis van het probleemgedrag liggen. Er moet meer aandacht worden besteed aan sensitieve responsiviteit van de opvoeders en de basisveiligheid en het basisvertrouwen van het kind dat daardoor wordt vergroot. Andere conclusies worden nog geformuleerd in voorstellen naar mijn stageplaats en eigen meningen, terug te vinden in de algemene besluitvorming van mijn afstudeerproject.
Choose an application
Probleemstelling: Ik werkte tijdens dit afstudeerproject met twee kinderen uit de leefgroep. Tijdens de praktijk merkte ik dat ik niet alle doelstellingen zou kunnen bereiken. Beide kinderen waren door gezondheidsproblemen een tijdje niet in staat om met nieuw materiaal te werken. Ik vond het belangrijk om de kinderen echt de tijd te geven om elk op hun eigen tempo aan de klei te wennen. Dat was prioritair. Het opbouwen van een aanbod op maat zou een volgende stap kunnen zijn. Daardoor ben ik ook maar deels geslaagd in mijn doelstellingen. Beide kinderen beginnen te wennen aan de klei en kunnen soms echt genieten. Ik zie heel wat mogelijkheden voor hen in het werken met klei en denk echt dat dit een goede activiteit voor hen is. Conclusies: Ik werkte tijdens dit afstudeerproject met twee kinderen uit de leefgroep. Tijdens de praktijk merkte ik dat ik niet alle doelstellingen zou kunnen bereiken. Beide kinderen waren door gezondheidsproblemen een tijdje niet in staat om met nieuw materiaal te werken. Ik vond het belangrijk om de kinderen echt de tijd te geven om elk op hun eigen tempo aan de klei te wennen. Dat was prioritair. Het opbouwen van een aanbod op maat zou een volgende stap kunnen zijn. Daardoor ben ik ook maar deels geslaagd in mijn doelstellingen. Beide kinderen beginnen te wennen aan de klei en kunnen soms echt genieten. Ik zie heel wat mogelijkheden voor hen in het werken met klei en denk echt dat dit een goede activiteit voor hen is.
Choose an application
Probleemstelling: Werkpunt in het afdelingsbeleidsplan Nog geen duidelijk zicht op de functie Verwarring Wat zijn de taken? Hoe moeten we dit aanpakken? Wat met het andere werk? Zoektocht Conclusies: Valkuil: afstand-nabijheid Neerschrijven Communicatie - overleg Flexibiliteit Dynamisch continuüm Persoonlijke invulling met als vertrekpunt de jongere
Choose an application
Probleemstelling: Personen met een diep verstandelijke beperking beschikken soms over een klein sociaal netwerk. Ik heb het sociale netwerk geanalyseerd van een persoon met een diep verstandelijke beperking, verblijvend in een residentiële instelling. Conclusies: Ik heb kunnen besluiten dat de persoon rond wie ik mijn eindwerk gemaakt heb, waardevolle relaties heeft met sommige personen uit haar sociale netwerk.
Choose an application
Probleemstelling: Toen ik als stagiaire in de leef- en trainingsgroep aan de slag ging kwam ik in contact met een vraagstelling van de voorziening naar mij toe waaraan ik niet goed wist te voldoen. Daar waar leerkrachten normaal instaan voor het leerproces van jongeren stond deze vaardigheid in de leef- en trainingsgroep ook in het takenpakket van de opvoeders. Aangezien dit apsect tijdens mijn opleiding echter niet aan bod was gekomen was het dus geen evidentie om zonder theoretische onderbouw les te geven aan deze doelgroep. Mijn afstudeerproject is dan ook gericht op het zoeken van antwoorden op volgende vragen: Waarop moet je je aandacht vestigen bij de vorming aan jongeren met een licht tot matig verstandelijke beperking en bijkomende problematieken? Wat zijn mogelijke valkuilen, aandachtspunten,...?! Als praktische invulling van mijn afstudeerproject heb ik een lessenpakket samengesteld over 'winkelen in een supermarkt'. In de leef- en trainingsgroep voelde ik namelijk een hiaat in de training van deze vaardigheid. Ik heb kleine groepjes jongeren, 3 à 4 personen, in het kader van zelfbeschikking, zelf een menu laten samen stellen. De ingrediënten hiervan gingen we samen aankopen in de supermarkt om er vervolgens een heerlijk maaltijd van te bereiden. Conclusies: Ik heb getracht een bundel samen te stellen met ondersteunende richtlijnen over bovenstaande probleemstelling. De lijst met richtlijnen en aandachtspunten zal echter nooit af zijn! Bovendien verschilt iedere jongere en zal je zelf dus op zoek moeten gaan naar een concrete aanpakmethode afgestemd op ieders individuele noden. Het lessenpakket over 'winkelen in een supermarkt' was voor de jongeren een goede eerste kennismaking met deze vaardigheid. Hier zal in de toekomst echter nog meer aandacht aan besteed moeten worden en indien mogelijk, aangepast aan iedere jongere individueel.
Choose an application
Probleemstelling: Bij de voorbereidingen van Curaçao in België, kwam de vraag vanuit Fundashon Verriet om mee te werken aan een project in de voorziening: de implementatie van Totale Communicatie in een groep in een dagbesteding voor volwassenen met een meervoudige beperking.In deze bachelorproef wordt er gezocht naar een manier om een dagprogramma te maken die gevisualiseerd wordt voor de hele groep. Er wordt uitgelegd hoe ondersteunende gebaren aan de cliënten en groepsleiding aangeleerd kunnen worden om de communicatie te ondersteunen. Als schakel tussen de theorie en de praktijk, is er een handleiding gemaakt voor de begeleiding die ik nader toelicht aan de hand van praktische voorbeelden. Conclusies: Ondanks de korte tijdspanne, heb ik een aanzet kunnen geven om Totale Communicatie te implementeren in Grupo Bakoba, in dagbesteding SSI van de voorziening Fundashon Verriet. Door het consequente gebruik van een pictogrammenbord in combinatie met ondersteunende gebaren volgens de gebarenvocabulaire van Weerklank, nam het probleemgedrag van de cliënten af en waren ze rustiger. De communicatie tussen de begeleiding en de cliënten werd ondersteund door deze twee communicatievormen. De begeleiding was gemotiveerd om door middel van de theoretische achtergrond van de handleiding hun handelen bij te sturen. Door middel van een stappenplan werd er gewerkt aan de implementatie van de communicatievormen in Grupo Bakoba.
Choose an application
Probleemstelling: Mijn stage speelde zich af in het buitenland, namelijk in drie verschillende scholen in Gambia. Hoewel leerkrachten er geen fysieke bestraffing meer mogen gebruiken in de schoolcontext, worden fysieke bestraffingen toch nog steeds toegepast in de scholen. Meermaals zag ik hoe de kinderen stokslagen kregen van hun leerkracht. Al snel bleek dat een gebrek bij de leerkrachten aan informatie over alternatieve straffen bijdraagt tot het continueren van deze handelingen. Dit bracht me bij de volgende probleemstelling:“Op welke manier kan ik aan de studenten lerarenopleiding in de Gambiaanse college alternatieven voor fysieke bestraffing aanbieden, opdat ze deze inzichten toepassen wanneer ze in het werkveld staan?”Ik wou nagaan of vormingen over ‘straffen en belonen’ bijdragen tot een mentaliteitsverandering van leerkrachten in opleiding. Mijn doelstelling hierbij was om tot een vormingspakket te komen, dat ik wou implementeren in het curriculum van een leraar in opleiding. Conclusies: De Gambiaanse leraren in opleiding, die proefkonijn waren bij mijn vormingen over 'straffen en belonen' zijn leergierig, enthousiast en ontvangen elke vorm van hulp met open armen. Toch was het bespreken van alternatieven straffen voor fysieke bestraffing geen gemakkelijke zaak. Open staan voor ieders mening en rekening houden met andermans waarden en normen, was van belang om aanwezige weerstand weg te werken. Doorheen de vormingen, merkte ik een ombuiging in de mening van de studenten. Aan de hand van de feedback die ik kreeg bij het geven van mijn vormingen, kreeg mijn vormingspakket vorm. Dit voorgelegd aan de departementshoofden van de EPS-opleiding, werd er besloten om dit vormingspakket, op te nemen in het curriculum.
Choose an application
Probleemstelling: Hoe kan men aansluiten bij de belevingswereld van volwassenen met een meervoudige beperking of deze vergroten via belevingsgerichte activiteiten? Conclusies: Met mijn project toonde ik aan hoe men kan aansluiten bij de belevingswereld van de cliënten via creatief-agogisch werken. Enerzijds werkte ik met belevingstheater met tal van zintuiglijke prikkels. Daarnaast maakte ik een viertal themadozen met activiteiten om snel mee aan de slag te kunnen op een rustig moment. Om de motivatie van de begeleiders te vergroten, besteedde ik ook aandacht aan de doelen van belevingsgericht werken en aan de manier van begeleiden.
Listing 1 - 10 of 11 | << page >> |
Sort by
|