Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Bij ééndagsvoeren krijgen kalveren vanaf de 14de levensdag slechts eenmaal per dag melk. Bij tweedagsvoeren krijgen kalveren twee voerbeurten. Het verschil tussen ééndags- en tweedagsvoeren zit voornamelijk in de melkpoederconcentratie per liter verstrekte melk. Na negen weken, het einde van de melkperiode (= spenen) zullen de kalveren bij beide voermethodes evenveel melkpoeder opgenomen hebben. Ééndagsvoeren kan een motivatie zijn om tijd en arbeid te sparen. De tijd die anders nodig was voor het geven van melk aan kalveren kan nu aan andere werkzaamheden op het bedrijf gespendeerd worden. Hierbij mag niet vergeten worden dat jonge kalveren nog erg gevoelig zijn. Bij het ééndagsvoeren mag de controle op de gezondheid van de kalveren niet wegvallen doordat er een voerbeurt minder is. De praktijkproef werd uitgevoerd op de Hooibeekhoeve te Geel. Tijdens deze studie werd er nagegaan wat de gevolgen van ééndagsvoeren op kalveren zijn. De volgende parameters werden in de proef opgevolgd: gewicht, borstomtrek, schofthoogte en afkalfgewicht. De proef bevatte 47 kalveren die opgedeeld werden in twee groepen: ééndagsvoeren of tweedagsvoeren. De gegevens werden zo mogelijk op vaste tijdstippen verzameld (geboortedag, dag 14, 35 en 63). De resultaten leren ons dat er geen significante verschillen waren in gewicht tussen de twee groepen op het moment dat de kalveren gespeend werden. Over de afkalfgewichten kunnen nog geen uitspraken gedaan worden omdat er nog te weinig vaarzen in de proef gekalfd hebben. Door de groepshuisvesting was het moeilijk om een verschil in voeropname waar te nemen. Algemeen kan er besloten worden dat de kalveren uit ééndagsvoeren dezelfde groei en gezondheidscondities behalen als kalveren uit tweedagsvoeren tot op het moment van spenen. Aan de hand van deze positieve resultaten wordt er ook geen verschil in afkalfgewichten en schofthoogtes verwacht.