Narrow your search

Library

KU Leuven (2)


Resource type

dissertation (2)


Language

Dutch (2)


Year
From To Submit

2022 (1)

2019 (1)

Listing 1 - 2 of 2
Sort by

Dissertation
Sublieme nachtegalen: een filosofisch perspectief op Maurice Gilliams’ Elias of het gevecht met de nachtegalen
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef presenteert een nieuwe interpretatie van Maurice Gilliams’ bekendste roman: Elias of het gevecht met de nachtegalen. Die interpretatie leest de hele roman zoals die bij de eerste druk verscheen. Daarin gaat het nog een stap verder: het bij de tweede druk verworpen ‘tweede cahier’ vormt het vertrekpunt voor een analyse van het behouden, en later bekend geworden ‘eerste cahier’. Die lectuur toont de verbondenheid van de twee delen op thematisch niveau, waarbij ze elkaar spiegelen, aanvullen, en nuanceren. De analyse is geënt op een esthetica van het sublieme. De voorgestelde, omgekeerde werkwijze probeert aan de hand van een diepgaande analyse bij te dragen aan een eerherstel voor de ondergesneeuwde oerversie van de roman.

Keywords


Dissertation
Over Jean Améry: een fenomenologie van foltering
Authors: --- ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze thesis focust zich op de Holocaust-auteur Jean Améry. Zijn autobiografisch boek, Jenseits von Schuld und Sühne, bevat een intrigerende tekst over foltering. Deze vormt het uitgangspunt voor mijn verhandeling. Daarmee benaderen we dit essay specifiek als, en vanuit, een fenomenologie van foltering. Om ons doel te bereiken interpreteren we in het hoofdstuk Améry’s essay. Voor Améry staat de reductie tot het lichaam centraal, die hij aanduidt als een reductie tot het vlees. In een tweede hoofdstuk bespreken we Elaine Scarry’s werk The Body in Pain. Haar werk levert ons een uitgewerkt filosofisch begrippenkader waarmee we Améry binnen een bredere theorie over foltering kunnen plaatsen. Scarry biedt, ten eerste, een uitweiding over de ‘subjectieve attributen van pijn’. Haar centrale stelling luidt dat pijn de wereld van het slachtoffer ontmaakt. Ze werkt nadien uit op welke manier die subjectieve attributen een objectieve dimensie krijgen. Op dit punt zal haar analyse van de ondervraging Améry’s stelling over de reductie tot het lichaam vervolledigen. Ook zal haar analyse aantonen dat foltering de beschaving ontdoet, of ontmaakt. Vervolgens toont ze aan hoe die objectivering van pijn omslaat in de macht van de folteraar, of het regime in wiens naam de folteraar foltert. Door de attributen van pijn te objectiveren, eigent de folteraar zich die attributen toe. De notie van agency medieert deze omslag. De kritiek op Scarry is dat haar begrippenkader lacunair is. Een aantal van haar belangrijkste concepten, specifiek het wereld-concept, vragen om een verdere, filosofische verduidelijking. Die verduidelijking verzorgen we door een bespreking van Edmund Husserl. Dat brengt ons bij het derde hoofdstuk. Husserls analytische methode levert een uitgesproken fenomenologisch raamwerk waarin we Améry en Scarry kunnen gronden. Aan de hand van Husserls bespreking van de bewustzijnsconcepten verhelderen we Scarry’s initiële lacunaire begrip. Husserls bespreking van het constitutie-concept levert nadien een nieuwe benadering om ‘de ontmaking van de wereld’ te denken. Dat argument komt erop neer dat foltering de wereld niet enkel ontmaakt, maar het bovendien onmogelijk maakt de wereld te constitueren of maken. Husserls beschrijving van het subjectief, doorleefde lichaam staat ons ten laatste toe de reductie tot het lichaam te interpreteren als een gedwongen zelf-gegevenheid. Scarry en Husserl vormen samen een begrippenkader om Améry te interpreteren; Améry vormt de opmaat naar de filosofische problematiek van foltering. De confrontatie tussen de drie auteurs maakt het mogelijk een eigen, bescheiden fenomenologie van foltering te distilleren. Die fenomenologie van foltering stelt de conditie van het buiten-de-wereld-geplaatst-zijn centraal. Dat gebeurt door de reductie tot het lichaam. Het lichaam, of lichaamsbewustzijn, staat dus radicaal tegenover de wereld. Pijn is het gapend gat tussen deze twee entiteiten. Tegelijkertijd zorgt pijn voor een lichamelijke zelf-gegevenheid waar het bewustzijn weerbarstig aan wil blijven: de gefolterde wil niet samenvallen met zijn lichaam in pijn. Ook falsifieert of ontkent het folterproces de concrete pijnervaring. Folteren falsifieert de ervaring van de slachtoffers, en maakt dat de gefolterde niet met zichzelf, of met zijn eigen ervaring, wil samenvallen. In foltering, zo concluderen we, vindt er een totale ontmenselijking plaats. Folteren stelt het individu volledig buiten de wereld.

Keywords

Listing 1 - 2 of 2
Sort by