Narrow your search

Library

KU Leuven (6)

DocAtlas (2)

AP (1)

Arteveldehogeschool (1)

EhB (1)

Hogeschool West-Vlaanderen (1)

KBR (1)

KDG (1)

PXL (1)

Thomas More Kempen (1)

More...

Resource type

dissertation (7)

book (1)

digital (1)


Language

Dutch (8)

English (1)


Year
From To Submit

2020 (1)

2019 (1)

2018 (2)

2017 (2)

2016 (1)

More...
Listing 1 - 9 of 9
Sort by

Dissertation
'We all love a good deal': Een verkennend onderzoek naar online groepsaankopen vanuit het consumentenperspectief in Vlaanderen
Authors: ---
Year: 2012

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Digital
Servicedocument alfabetisering: Een gedocumenteerd stappenplan voor leerkrachten in de alfaklas en OKAN-werking
Authors: --- ---
Year: 2017 Publisher: Brussel POV Provinciaal Onderwijs Vlaanderen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Analfabete jongeren tussen 12 en 18 jaar komen terecht in de OKAN-klassen, waarna ze doorstromen naar het regulier onderwijs. Voor hen is het nog moeilijker dan voor anders-gealfabetiseerde OKAN-leerlingen om een succesvolle schoolcarrière tegemoet te gaan. Om aan hun noden tegemoet te komen, werd een servicedocument alfabetisering ontwikkeld. Jongeren die nog niet kunnen lezen of schrijven in de moedertaal, worden onder begeleiding van leraren in de OKAN-klassen gealfabetiseerd en krijgen zo kansen op onderwijs. Met dit gedocumenteerd stappenplan willen de samenstellers leraren in de OKAN- en alfaklassen ondersteunen om analfabete jongeren tussen 12 en 18 jaar te alfabetiseren. De ontwikkelingsdoelen zijn ontworpen als een stappenplan dat houvast biedt en de pedagogisch-didactische wenken dienen ter inspiratie voor de invulling in de klas.Dit servicedocument kwam tot stand dankzij een netoverschrijdende samenwerking tussen GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, OVSG, POV en VUB.


Book
Anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs : geen 'apart' verhaal
Authors: --- --- --- ---
ISBN: 9782509032690 Year: 2018 Publisher: Brussel Politeia

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Steeds meer basisscholen onthalen anderstalige nieuwkomers. Onthaalleerkracht, klasleerkracht, zorgcoördinator, directeur? het hele schoolteam werkt samen aan optimale ontwikkelingskansen voor deze kinderen. Het onthaalonderwijs is immers geen apart verhaal maar een gedeelde verantwoordelijkheid van het hele schoolteam. Terecht stellen basisscholen zich dan ook veel vragen over hoe ze het best omgaan met anderstalige nieuwkomers: - Wat zijn de wettelijke vereisten? - Hoe organiseren we het onthaalonderwijs? - Hoe onthalen we nieuwkomers en hun ouders en hoe maken we ze wegwijs in onze school? - Hoe bepalen we de beginsituatie van een nieuwkomer? - Welke vaardigheden en kennis moeten we bij anderstalige nieuwkomers in ontwikkeling brengen? - Welke doelen streven we na met deze leerlingen en hoe evalueren we die? - Hoe zorgen we ervoor dat ze goed kunnen aansluiten bij de reguliere lesactiviteiten? - Hoe leren we hen Nederlands aan? - Waar vinden we hulp en ondersteuning voor de leerkrachten? Op deze vragen proberen we in dit cahier een GO! specifiek antwoord te formuleren. We richten ons zowel naar klasleerkrachten, zorgcoördinatoren, directeurs als onthaalleerkrachten basisonderwijs. (Bron: https://www.politeia.be/nl/publicaties/155281-anderstalige+nieuwkomers+in+het+basisonderwijs+geen+apart+verhaal)


Dissertation
Cyclische variatie van de reflectiviteit van het myocard : wat betekent het en wat is de invloed van inotrope stimulatie?

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Welke actiemogelijkheden heeft een aandeelhouder (eiser in een uitsluitings- of uittredingsprocedure) om een compensatie te verkrijgen voor de waardevermindering op zijn aandelen i.g.v. de gegronde reden?
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De geschillenregeling is al geruime tijd een van de belangrijkste mechanismes voor geschillenbeslechting in het Belgische recht. Ondanks haar grote populariteit kent de regeling nog enkele pijnpunten. Één daarvan is de manier waarop een eiser in de procedure een schadevergoeding kan krijgen voor de waardevermindering van zijn aandelen aandeelhouder. Het gebeurt dat aandeelhouders zich in een conflict bevinden en gedragingen gaan stellen die een negatieve invloed hebben op het vennootschapsvermogen. Enerzijds zal de eiser in uittreding zijn aandelen gedragingen vreemd zijn aan de waardevermindering, de eiser in uitsluiting zal anderzijds aandelen met een lagere waarde overnemen. De Belgische wetgever heeft geen regeling getroffen om te verhelpen aan dit (onrechtvaardige) euvel in de geschillenregeling; bijgevolg zal de aandeelhouder beroep moeten doen op de bestaande gemeenrechtelijke mogelijkheden. In deze masterscriptie wordt nagegaan wat de actiemogelijkheden nu juist zijn van een aandeelhouder in voorkomend geval. Er wordt gefocust op drie particuliere mogelijkheden: het gebruik van een historische peildatum, het in rekening brengen van latente actiefbestanddelen bij de waardering van de aandelen en mogelijke aansprakelijkheidsvorderingen, zowel individueel als voor rekening van de vennootschap. Voor deze drie actiemogelijkheden wordt telkens nagegaan wat hun geschiktheid is als vordering om te voorzien in een compensatie voor de geschade aandeelhouder. Elk alternatief wordt in zijn geheel bekeken, waarna we op zoek gaan naar mogelijke beperkingen of beletsels die er zouden kunnen zijn om dit alternatief aan te wenden als schadevergoedingsactie. Tot slot trachten we een synthese te maken van de meest geschikte mogelijkheid voor zowel uittreding als uitsluiting.

Keywords


Dissertation
Attenuatiestrategieën in een onderwijssetting: een vergelijking tussen ouderoverleg en leerkrachtenoverleg
Authors: --- ---
Year: 2017 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterthesis wil zicht geven op hoe verzoeken geuit worden in een onderwijsomgeving. We onderzoeken in welke mate ouders en schoolpersoneel rekening houden met strategieën om een verzoek milder te formuleren. De centrale vraagstelling in dit onderzoek is:  Worden in een leerkrachtenoverleg andere verzoekstrategieën gebruikt dan in een ouderoverleg?  In hoeverre gebruikt een directeur andere strategieën in een leerkrachtenoverleg dan in een ouderoverleg?  In hoeverre wordt het spreker- en hoordergeoriënteerde “we”-perspectief gebruikt in beide contexten? In het theoretisch gedeelte onderzoeken we aan de hand van Searl (1980) wat een verzoek is. Daaruit blijkt dat een verzoek een taalhandeling is waarbij een spreker poogt een geadresseerde een handeling te laten uitvoeren (Searle 1980). Om de geadresseerde succesvol tot actie aan te zetten, dient de spreker ook de relatie tussen hem en zichzelf te bevorderen. Dat kan aan de hand van beleefdheid, zoals onderzocht door Brown en Levinson (1990). Deze theorieën brengen ons tot een typologie van verzoekstrategieën aan de hand van Le Pair (1997). Vervolgens analyseren we de formulering van een verzoek in een conversatie, op basis van het perspectief, de reactietypes en interne en externe markeringen. Tot slot kan een verzoek niet los gezien worden van zijn sociale context. We behandelen de contextfactoren die Brown en Levinson (1990) formuleerden, namelijk sociale afstand en macht, en gaan in op de specifieke onderwijssetting waarin vergaderd wordt. We toetsen de theorie aan een corpus dat we eind 2016 samenstelden. Met het corpusonderzoek trachten we een zo realistisch mogelijk beeld te schetsen van spontane verzoekproducties en -reacties in een onderwijssetting. Het corpus bestaat uit getranscribeerde opnames van zeven vergaderingen in een bassischool, waarvan vier ouderoverlegsessies en drie leerkrachtenoverlegsessies. De theorie wordt grotendeels bevestigd door de resultaten van het corpusonderzoek. Zo blijkt, overeenkomstig met de theorie over sociale afstand van Brown en Levinson, een leerkrachtenoverleg meer directe strategieën te bevatten dan een ouderoverleg, wanneer de verzoeken die behoren tot een hypothetische context en sloegen op een afwezige geadresseerde, niet mee berekend worden. De sociale afstand in een leerkrachtenoverleg is namelijk kleiner dan in een ouderoverleg omdat leerkrachten vaker met elkaar samenwerken en ook met elkaar omgaan in een informele context. Daarnaast blijkt de directeur, na een herberekening, overeenkomstig met de theorie over macht van Brown en Levinson, in een leerkrachtenoverleg meer directe strategieën te gebruiken. In die herberekening, worden verzoeken die sloegen op een andere (hypothetische) context en verzoeken gericht naar leerkrachten in het ouderoverleg geschrapt. De veronderstelling dat in een leerkrachtenoverleg meer het “we”-perspectief zou voorkomen dan in een ouderoverleg wordt bevestigd. “We” blijkt in het leerkrachtenoverleg vooral gebruikt te worden om de verantwoordelijkheid van al het personeel voor de school te benadrukken. Bovenstaande herberekeningen maken duidelijk dat de theorie niet zonder meer overeenkomt met de complexe talige interactie in het onderwijs, maar eerder gericht is op eenvoudige één-op-één gesprekken.

Keywords


Dissertation
Revisiting the Service Profit Chain
Authors: --- --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Recently, Ryanair and Uber received a lot of negative publicity related to their decision making processes and/or unethical behaviour towards employees, customers and other stakeholders. We profoundly analysed these incidents by using secondary sources and related them to the service profit chain framework, which establishes relationships between internal service capabilities, employee satisfaction, customer loyalty, and profitability (Heskett, Sasser & Schlesinger, 1997), in order to arrive at an extended model of the service profit chain. We added different elements, some of them were in line with recent literature, such as customer identification, employee identification and customer orientation (Homburg, Wieseke & Hoyer, 2009) and leadership (Hong, Liao, Hu & Jiang, 2013), but we also showed the influence of shareholders, government and legal on the service profit chain and made a distinction between, what we call, calculated and committed loyalty.

Keywords


Dissertation
Mobile health in IBD: een meerwaarde in de zorg?
Authors: --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: In de traditionele setting vormt een gepersonaliseerde en strikte opvolging van inflammatoire darmziekten (IBD) een uitdaging gezien het onvoorspelbare ziekteverloop en de alsmaar toenemende incidentie met een toenemende druk op de poliklinieken. Er is evidentie dat elektronische gezonheidstechnologieën gebruikt kunnen worden om patiënten met chronische aandoeningen adequaat te monitoren. Doel: Deze literatuurstudie vat de huidige evidentie omtrent het gebruik van telemedicine applicaties (zoals telemonitoring en tele-educatie) bij IBD samen. We wensen een overzicht te geven van de evidentie betreffende de acceptatie en impact van deze interventies op de patiënt gerapporteerde uitkomstmaten (patient reported outcome measures, PROMs). Daarnaast beoordelen we de veiligheid en haalbaarheid van telegeneeskunde, net zoals de invloed op de empowerment van de patiënt. Methoden: We zochten in Pubmed en Embase naar studies over de toepassing van telegeneeskunde bij inflammatoire darmziekten van zodra ze elektronisch beschikbaar waren tot op heden (december 2019). De gebruikte MESH zoektermen waren ‘telemedicine’ AND ‘inflammatory bowel diseases’. Resultaten: 7 RCTs en 13 observationele onderzoeken omtrent het gebruik van telemedicine bij IBD werden geïncludeerd. Telemonitoring systemen vertoonden een excellente acceptatie en haalbaarheid. Bovendien leidden ze, in vergelijking met de standaardzorg, tot een verbetering van verschillende PROMs zoals therapietrouw en kennis over IBD met daarnaast een vergelijkbare ziekte-activiteit, levenskwaliteit (quality of life, QoL) en kwaliteit van de zorg (quality of care, QoC). Bovendien leidden ze tot een daling van de gezondheidskosten. Conclusie: De uitkomstmaten van telemedicine applicaties in IBD suggereren dat deze technologieën geïmplementeerd kunnen worden in de praktijk gezien ze veilig en haalbaar zijn. Bovendien worden ze goed geaccepteerd en leiden ze tot een significante verbetering van de therapietrouw en kennis over de ziekte.

Keywords


Dissertation
Huidige status van gezondheidsapps en gezondheid wearables: apps met betrekking tot inflammatoir darmlijden

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond Gezondheidsapplicaties zijn aan hun opmars bezig. Al heel wat apps zijn beschikbaar voor patiënten met inflammatoir darmlijden (IBD), maar welke apps worden in de praktijk gebruikt? En waar liggen de interesses van de patiënten? Methode In dit onderzoeksproject werd een kwantitatieve studie uitgevoerd. Hiervoor werden enquêtes afgenomen bij IBD-patiënten op de infuuseenheid van de afdeling maag-, darm- en leverziekte binnen het UZ Leuven. De resultaten werden opgedeeld in volgende categorieën: leeftijd, diagnose, opleiding, levenskwaliteit en tijd sinds diagnose. Resultaten Honderdtwaalf patiënten werden geïncludeerd. Zes patiënten maakten gebruik van ziekte specifieke apps. De gedownloade apps waren ‘Crohn’s disease’, ‘My Crohn’s Diary’, ‘MyCrohns and Colitis Team Mobile’, ‘ColonoscopyPrepAssistant’ en ‘MyNexuzHealth’. Vijventwintig patiënten hoorden over apps via de media, de arts, familie of vrienden, gingen zelf op zoek of probeerden zelf een app te ontwikkelen. Bij de vergelijking volgens leeftijd (≤ 40j, n= 54; > 40j, n=58) was er een significant verschil voor voedingsapps (48% ouderen, 69% jongeren) en Engelstalige apps (35% ouderen, 78% jongeren) (p<0.05). Er werden geen significante verschillen gevonden volgens diagnose. Binnen opleiding (zonder diploma, n=3; middelbaar onderwijs, n=50; hoger onderwijs, n=52; ander, n=7) was er een significant verschil bij informatieve apps (67% zonder diploma, 72% middelbaar onderwijs, 40% hoger onderwijs, 57% ander) en Engelstalige apps (67% zonder diploma, 30% middelbaar onderwijs, 79% hoger onderwijs, 57% ander) (p<0.05). De vergelijkingen volgens levenskwaliteit en tijd sinds diagnose leverden geen significante verschillen op. Conclusie Het gebruik van ziekte specifieke apps bij IBD-patiënten is nog zeer beperkt. Patiënten die de apps testten vonden niet wat ze zoeken. Andere patiënten die er al van hoorden maar ze niet gebruikten, deden dit wegens geen interesse. Ondanks het laag aantal gebruikers was er wel interesse. De voedingsapps scoorden het best. IBD-patiënten toonden een interesse in informatieve apps behalve wanneer ze beschikken over een diploma hoger onderwijs. Engelstalige apps konden op interesse rekenen bij alle diploma’s behalve in de groep middelbaar onderwijs. Betalende apps en dagboekapps konden op weinig interesse rekenen. Management apps zorgden voor verdeelde meningen.

Keywords

Listing 1 - 9 of 9
Sort by