Listing 1 - 10 of 14 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Mijn eindwerk handelt over cash in de vennootschap. Een vennootschap heeft zeer veel cash, maar wat kan het daar nu feitelijk mee doen? Men kan het geld in de vennootschap laten zitten en beleggen, in dit eindwerk worden enkele fiscaalvriendelijke methoden besproken om dit te doen, ook worden enkele producten besproken die in de praktijk veel gebruikt worden door de vennootschappen. Ook kan men ervoor kiezen het geld aan de vennootschap te onttrekken, in dit eindwerk worden enkele manieren om dit te doen besproken, ook wordt er besproken welke gevolgen dit zal hebben op fiscaal vlak. Deze twee methoden zullen besproken en geëvalueerd worden aan de hand van een case.
Choose an application
Choose an application
Doelstelling: Deze Masterproef vergelijkt een corpus, samengesteld uit in het Nederlands getolkte teksten, met een corpus, samengesteld uit origineel Nederlandstalige teksten utgesproken door Nederlandstaligen.De doelstelling is tweeledig: ten eerste wordt nagegaan of en hoe de syntactische structuur verschilt van die van een normale Nederlandse zin (gesproken of geschreven); ten tweede wordt nagegaan in hoeverre inferentie optreed, d.w.z. in hoeverre de zinsstructuur uit de brontekst de zinsstructuur in de doeltekst beïnvloedt. Middelen of methode: Er werd een klein corpus van getolkte teksten aangelegd, dat twee teksten bevatte: een tekst getolkt uit het Duits, de andere uit het Engels.Dit corpus werd vergeleken met de component “m” van het CGN. Om syntactische structuren aanschouwelijker te maken werden beide corpora eerst geparst met dependentieparsers.Tenslotte werd aan de hand van de bronteksten nagegaan waar er in de getolkte teksten inferenties optraden. Resultaten: Er konden conclusies getrokken worden op twee vlakken: taalkundig en taaltechnologisch.Op taalkundig vlak werd vastgesteld, dat tolken niet vaker congruentiefouten maken dan gewone taalgebruikers. Wel gebruiken tolken vaker een verkeerde tijd, een verkeerd geslacht en vormen ze vaker onafgewerkte zinnen. In tegenstelling tot gewone taalgebruikers verwisselen ze soms transitieve en intransitieve werkwoorden, passen ze soms incorrecte inversies toe en schakelen ze heel veel zinnen aaneen.. De originele spreker bleek sterk verantwoordelijk voor de correctheid van de zinnen, die de tolk produceert.Op taaltechnologisch vlak werd vastgesteld, dat het gebruikte protocol voor transcriptie lacunes bevat, waardoor extra fouten gecreëerd werden. Ook de parsingsoftware ging herhaaldelijk in de fout: enerzijds doordat ze niet overweg kon met ambiguïteit; anderzijds doordat de software getraind was op geschreven i.p.v. op gesproken taal.
CGN. --- Corpusonderzoek. --- Dependency Parsing. --- Inferentie. --- Nederlands. --- Parsing. --- Simultaan Tolken. --- Taaltechnologische studie.
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
De missing link van JCB invullen. Dit door scoopbeelden te maken van al de sensoren die zich op de verschillende types motoren bevinden. Deze scoopbeelden dan koppelen aan de bijhorende drukken en temperaturen. Als tweede deel van mijn opdracht heb ik gekregen om een trainingsbundel te maken over hoe je juist met een scoop moet meten.
Choose an application
In het kader van dit eindwerk wordt nagegaan of de bewonersinspraak in Mechelen daadwerkelijk leidt tot burgerparticipatie. De kernvraag is of het systeem van de wijkraden in Mechelen de participatie van de burgers garandeert. Wat zijn sterktes van het systeem? Wat zijn zwaktes? Hoe kan burgerparticipatie zo goed mogelijk vorm gegeven worden? Welke rol kan een sociaal cultureel werker daarin vervullen? Om die vraag te beantwoorden, wordt eerst een theoretische beschouwing gegeven over het begrip 'burgerparticipatie'. Wat is de meerwaarde van burgerparticipatie? Wat is het verschil tussen inspraak en participatie? Wat is het model van de participatieladder? Hoe evolueert burgerparticipatie sinds de jaren 70? Nadien wordt de huidige Mechelse situatie beschreven en gesitueerd binnen het theoretische model van de participatieladder. Op basis van die situering, eigen reflectie en stage-ervaringen ontstaan er knipperlichten. Dit zijn werkpunten om meer participatie te verkrijgen. In een volgend deel worden de knipperlichten onderworpen aan een meer diepgaande denkoefening. Ze worden grondig beschreven. Er wordt gekeken hoe andere steden en initiatieven omgaan met deze knipperlichten. De voor- en nadelen van deze strategieën worden onderworpen aan persoonlijke reflectie. Dit alles moet resulteren in aanbevelingen hoe de stad Mechelen haar beleid anders kan invullen om de burgerparticipatie nog te verhogen. In het laatste deel wordt ook stilgestaan bij de rol van de wijkmanager en de dienst wijk- en dorpszaken in dit proces.
Listing 1 - 10 of 14 | << page >> |
Sort by
|