Narrow your search

Library

KU Leuven (1)


Resource type

dissertation (1)


Language

Dutch (1)


Year
From To Submit

2022 (1)

Listing 1 - 1 of 1
Sort by

Dissertation
De oefenpogingen van lagereschoolkinderen als functie van verschillende instructies tijdens georganiseerde middagsport in parkour

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Door de toenemende modernisering van de wereld, ziet men een progressief dalende trend in de mate van fysieke activiteit. Nochtans is fysieke inactiviteit een belangrijke risicofactor voor wereldwijde mortaliteit. De Wereldgezondheidsorganisatie stelt daarom dat kinderen en adolescenten tussen vijf en zeventien jaar de dagelijkse bewegingsrichtlijn van 60 minuten matig tot intens fysieke activiteit behalen én de sedentaire tijd minimaliseren. Zoals men het steeds vaker uitschreeuwt: “Zitten is het nieuwe roken”. Deze masterproef is onderdeel van het generalisatieproject en verspreidt zich over een periode van drie opeenvolgende jaren. In deze studie werd onderzocht of bepaalde instructies van de leerkracht een gedragsverandering bij kinderen kunnen uitlokken. Dit werd bestudeerd in een klasgroep van het tweede leerjaar uit een Vlaamse basisschool. De klas bestond uit 20 kinderen, waarvan tien jongens en tien meisjes. In de les lichamelijke opvoeding werden doorheen het schooljaar tal van parkourvaardigheden aangeleerd. Daarnaast hadden de kinderen de mogelijkheid om vrijwillig deel te nemen aan de georganiseerde middagsport tijdens de middagpauze. Georganiseerd betekent dat er altijd een leerkracht lichamelijke opvoeding aanwezig was die toezicht hield en instructies gaf. Tijdens elke middagsport werden vier gestandaardiseerde instructies aangeboden, telkens in een andere volgorde. Door toevoeging van die instructies werd de middagsport in vier segmenten onderverdeeld. De vier instructies die aan een segment vooraf gingen, werden als volgt beschreven: “Voer de parkourvaardigheden uit die je in de vorige les lichamelijke opvoeding geleerd hebt”, “Voer zoveel mogelijk parkourvaardigheden uit. Telkens als je tien vaardigheden hebt gedaan, krijg je een beloning”, “Verdeel je per twee of per drie. De eerste leerling voert de parkourvaardigheden uit en de volgers doen dit na” en “Je mag vrij bewegen”. Via systematische observaties werd elke oefenpoging die de kinderen uitvoerden nauwkeurig beschreven aan de hand van een skill trial coding form. Op dit formulier werden de twee zaken beoordeeld op basis van vooraf opgestelde criteria: het type parkourvaardigheid en de kwaliteit van uitvoering. Na het verkrijgen van de data werd een vergelijking gemaakt tussen de vier gestandaardiseerde instructies om het effect op het aantal oefenpogingen per minuut en het percentage succesvolle oefenpogingen na te gaan. Uit de resultaten van deze masterproef volgden twee conclusies. Ten eerste werd duidelijk dat het segment waarin de kinderen bekrachtigd werden, leidde tot het meest aantal oefenpogingen in vergelijking met de andere segmenten. Ten tweede was er echter geen enkele instructie optimaler ten opzichte van de andere instructies om het aantal succesvolle oefenpogingen te verhogen. Hier kan op het einde van deze driejarige studie misschien wel een antwoord op gegeven worden. Het maatschappelijk doel van deze studie is dus om een bijdrage te leveren aan de fysieke activiteit van de kinderen door de aangeleerde vaardigheden tijdens de les lichamelijke opvoeding over te dragen naar de georganiseerde middagsport. De kinderen worden gestimuleerd tot leren en het ontwikkelen van hun vaardigheden. Daarnaast probeert men een gewoonte te creëren om een fysiek actieve levensstijl in en buiten school te hanteren én te behouden gedurende het leven.

Keywords

Listing 1 - 1 of 1
Sort by