Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Background: Distal biceps tendon repair to the radial tuberosity can be conducted by means of an interference screw in combination with a transosseous button. Bioabsorbable interference screws have been associated with complications such as severe osteolytic reactions. We questioned whether patients with a distal biceps tendon repair with bioabsorbable poly-L-lactide (PLLA) screws had different functional, clinical, and radiologic outcome than patients with nonabsorbable poly-ether ether ketone (PEEK) screws. Methods: Between 2010 and 2014, 23 patients with an acute distal biceps tendon rupture were treated with reinsertion of the distal biceps tendon in a bone tunnel at the radial tuberosity through a single anterior incision using a transosseous button combined with an interference screw. A PLLA screw was used in 12 patients and a PEEK screw in 11 patients. All patients were retrospectively evaluated with a minimal follow-up of 1 year clinically and by means of the visual analog scale for pain, Mayo Elbow Performance Score, and Disabilities of Arm, Shoulder and Hand Outcome Measure score. Bone tunnel volume was measured with computed tomography segmentation. Results: Elbow mobility and arm and forearm circumference were symmetric for all patients. The visual analog scale for pain was 0.2 in the PLLA group and 0.7 in the PEEK group. The Disabilities of Arm, Shoulder and Hand score and Mayo Elbow Performance Score were 5.4 and 98.7 in the PLLA group vs. 3.1 and 95.9 in the PEEK group. Bone tunnel enlargement of 43% in the PLLA and 38% in the PEEK group was noted. Conclusions: Clinical and functional outcome at more than 1 year after distal biceps tendon repair was excellent in both groups. Bone tunnel widening occurred in all patients.
Choose an application
Het onderwerp van deze scriptie is het ontwerpen van een discrete dynamische externe fixator voor complexe fracturen van het proximaal interfalangeaal (PIP) gewricht van de vinger. Vingerletsels zijn met 38,4% de meest voorkomende letsels in de bovenste ledematen. In het kader van deze masterthesis werd specifiek gekeken naar complexe breuken in het PIP- gewricht. Deze breuken situeren zich in de basis van de mediale falanx. Dit letsel heeft voornamelijk één hoofdoorzaak, een axiale slag op een uitgestrekte vinger die leidt tot de compressie en verbrijzeling van de basis van de mediale falanx. Er bestaan verschillende manieren om dit soort van letsel te behandelen. Deze behandelingen maken gebruik van het principe van tractie. Een systeem wordt aangebracht om het gewricht uit elkaar te trekken, het bekendste en meest gebruikte systeem is het zogenaamde Suzuki frame. Weliswaar heeft deze techniek nog nadelen. Ze laat beweging toe, maar omdat het frame breed is, zal het in zekere mate ook beweging verhinderen. Onderzoek leidde tot een externe fixator die in plaats van het principe van tractie, zoals bij huidige externe fixatoren, het principe van distractie gebruikt. De fixator zal nog altijd beweging toelaten en zo dun mogelijk zijn om deze niet te verhinderen. Er werden drie concepten bedacht die voldoen aan de opgelegde vereisten. De voor- en nadelen van deze drie concepten werden grondig vergeleken. Uiteindelijk werd een concept dat bestaat uit een fixatorstaaf met een gleuf en een veer in detail uitgewerkt. De fixatorstaaf met gleuf moet gedimensioneerd worden in functie van de gemiddelde lengte van menselijke falanxen. Uit een CT- en MRI-scandatabase werden de falanxen van 39 handen gemeten. De analyse van deze metingen gaf een gemiddelde lengte van de falanxen weer waarmee rekening werd gehouden bij het dimensioneren van het fixatorframe. Uit deze analyse bleek het ook nodig te zijn om twee verschillende maten te ontwerpen van de fixator. De veer van de fixator werd vervolgens geselecteerd rekening houdend met de dimensies van het frame en de nodige krachten. Aangezien er twee maten ontworpen werden, werden er ook twee veren geselecteerd. De krachten in het PIP-gewricht zijn enerzijds afhankelijk van de kracht uitgeoefend door de collaterale ligamenten van het PIP-gewricht en anderzijds door de flexorpezen gehecht aan de mediale falanx van de vinger. De kracht uitgeoefend door de flexorpezen is terug te vinden in de literatuur. Over de krachten uitgeoefend door de collaterale ligamenten van het PIP-gewricht is geen informatie te vinden in de literatuur. Hiervoor werd een proefprotocol opgesteld en uitgevoerd. Uit de bekomen waarden werden, na de nodige krachtberekeningen, de veren geselecteerd. Een korte materialen analyse leidde tot de keuze van het materiaal PEEK om het fixatorframe uit te maken. Het testen van een prototype gebeurde in eerste instantie op kadavers. Wegens het niet beschikbaar zijn van een patiënt met een letsel in het PIP-gewricht, is de fixator nog niet getest op een daadwerkelijk letsel. Uiteindelijk bespreekt de scriptie na een evaluatie van de fixator de volgende te ondernemen stappen. Dit heeft betrekking tot het productieproces enerzijds en het behalen van de nodige certificaten en markering om het medisch device op de markt te mogen brengen. Trefwoorden: PIP-gewrichtsfractuur, externe fixator, veersysteem, medisch hulpmiddel, ontwerp.
Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|