Narrow your search

Library

KU Leuven (1)


Resource type

dissertation (1)


Language

Dutch (1)


Year
From To Submit

2019 (1)

Listing 1 - 1 of 1
Sort by

Dissertation
De invloed van stemming op de (ver)werking van het semantisch netwerk en taalgebruik: Een verband tussen stemming en valentie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het is duidelijk dat stemming veel van de cognitieve processen in ons brein beïnvloedt. Deze processen beïnvloeden op hun beurt ons dagelijks taalgebruik. De onderzoeksvraag die wordt behandeld binnen deze masterproef heeft bijgevolg betrekking op het verband tussen stemming en ons taalgebruik en meer bepaald de evaluatieve waarde van onze taal (de valentie). Bepaalt onze stemming mede de gemiddelde valentiescore van de woorden die we uit ons mentale woordenboek selecteren en gebruiken? Data werden verzameld aan de hand van een online survey, waarin twee stemmingstesten werden afgenomen – de PANAS en de Affect Grid – en waarbij een woordassociatietaak werd gedaan. De antwoorden van deelnemers in de associatietaak werden vervolgens gescoord op valentie (een evaluatieve waarde van onze taal). Op basis van deze gegevens werden drie verschillende analyses uitgevoerd die elk een aspect van de onderzoeksvraag behandelden. De hypothesen luidden als volgt: (1) de gemiddelde valentiescore van participanten over de gehele woordassociatietaak (WAT) heen correleert met de natuurlijke aanwezige (momentane) stemming; (2) de (meer stabiele) depressiescores van de participanten verklaren, naast stemming, een deel van de variantie in hun gemiddelde valentiescores; en (3) er is een samenhang tussen de valentiescores van de eerste responsen uit de WAT en stemming. In totaal waren er vier onafhankelijke variabelen, drie variabelen die elk een dimensie van stemming weergeven (negatief affect, positief affect en aangenaamheid) en een depressiemaat, en twee afhankelijke variabelen, de totale gemiddelde valentiescore en de gemiddelde valentiescore van de eerste responsen. De eerste en derde hypothese werden geanalyseerd aan de hand van een (non-) parametrische correlatieanalyse, de tweede hypothese aan de hand van een meervoudige regressieanalyse. Resultaten toonden een significant verband tussen de stemming en de gemiddelde valentiescore, en dit voor elk van de onderliggende dimensies van stemming. Het was echter niet zo dat deze samenhang ook nog bestond wanneer enkel rekening werd gehouden met de eerste, in theorie meer automatische, responsen in de WAT. Deze (derde) hypothese werd verworpen. De tweede analyse, een regressieanalyse met als onafhankelijke variabele de ‘depressiemaat’, leverde evenmin significante resultaten op. De verwachting dat ook een stabielere emotietrek zoals ‘depressieve symptomatologie’, een deel van de variantie in de valentiescores van ons taalgebruik zou verklaren, werd bijgevolg verworpen. We concluderen dat stemming een invloed heeft op het proces van de (ver)werking van het mentale woordenboek in ons brein en leveren met deze resultaten een onderbouwing van het gekende theoretische ‘mood and memory’ model van Bower (1981). Verder onderzoek naar factoren die een deel van de variantie in ons taalgebruik kunnen verklaren, om zo uiteindelijk tot een compleet plaatje te komen, is aangeraden.

Keywords

Listing 1 - 1 of 1
Sort by