Listing 1 - 2 of 2 |
Sort by
|
Choose an application
Achtergrond: Vroegtijdige zorgplanning (VZP) is een belangrijk proces van dialoog om de specifieke zorgnoden en -wensen van iedere patiënt te vervullen. Patiënten verwachten dat zorgverleners dit gesprek initiëren, maar dit gebeurt te weinig wegens angst voor de reactie van de patiënt, tijdgebrek en onvoldoende kennis. Ook interdisciplinaire communicatie is vaak beperkt. Met dit project werd onderzocht of VZP in de thuiszorg bevorderd kan worden door inschakeling van thuisverpleegkundigen, of een aangereikte leidraad gesprekken rond VZP kan faciliteren en hoe communicatie tussen huisarts en verpleegkundige hierover verbeterd kan worden. Methode: Er werden drieledige groepen samengesteld waarbij een thuisverpleegkundige van het Wit-Gele Kruis bij de patiënt een gesprek over VZP initieerde en dit nadien terugkoppelde naar de huisarts. Ook werd een leidraad ontwikkeld om de verpleegkundige te ondersteunen in het gesprek. Nadien werd bij elke deelnemer een semigestructureerd interview afgenomen over hun ervaringen. Resultaten: Er werden zeven groepen gevormd bestaande uit een huisarts, een thuisverpleegkundige en een patiënt. Het potentieel van thuisverpleegkundigen binnen VZP werd door alle deelnemers bevestigd mits voldoende kennis en de aanwezigheid van een vertrouwensband. De opgestelde leidraad bleek ondersteunend voor thuisverpleegkundigen met beperkte ervaring binnen VZP. Als communicatiemedium verkozen huisartsen en thuisverpleegkundigen schriftelijke documentatie aangevuld met mondelinge toelichting, al werd een geïntegreerd dossiersysteem als ideaal gesuggereerd. Discussie: Thuisverpleegkundigen kunnen een waardevolle functie opnemen in VZP. Om hun rol hierin verder te definiëren, zal men moeten inzetten op sensibilisering en opleiding om zo tot een functioneel samenwerkingsmodel te komen. Interdisciplinaire communicatie is hierbij essentieel. De ontwikkeling van een geïntegreerd dossiersysteem kan hierbij bevorderlijk zijn.
Choose an application
Achtergrond: In de behandeling van gevorderd maligne melanoma is er een belangrijke plaats voor anti-PD1 therapie. Verscheidene studies beschreven een langdurige respons na stopzetting van de therapie bij patiënten met een stabiele respons (stabiele ziekte, partiële respons of complete respons). Hoelang patiënten hun therapie best krijgen alvorens te stoppen is echter nog niet geweten. Doel: Om de ideale therapieduur beter te kunnen inschatten creëerden we een overzicht van de huidige literatuur betreffende patiënten met maligne melanoma die hun anti-PD1 therapie stopten met een stabiele respons. Methode: We voerden een literatuuronderzoek uit in web of knowledge, Pubmed, Embase en Cochrane Library. De artikels werden eerst geselecteerd op basis van abstract, vervolgens op basis van het volledig schrijven. Resultaten: Ons literatuurstudie leverde 10 relevante resultaten op. Daarnaast werd één extra artikel geïncludeerd. Discussie: Patiënten die een complete respons bereikten, behaalden gelijkaardige klinische resultaten na een therapieduur variërend tussen 12 en 23 maanden. Slechts 2 studies brachten data van patiënten met een partiële respons of stabiele ziekte. Hierbij werden licht betere resultaten gezien bij patiënten die 24 maanden therapie ondergingen. Aanvullend bekeken we het effect van herstarten van anti-PD1 therapie bij progressieve ziekte na therapiestop. Data hieromtrent is nog zeer summier, maar de eerste resultaten suggereren dat patiënten mogelijks opnieuw een respons kunnen bereiken. De data van alle studies is enkel gebaseerd op retrospectieve analyses. Om de ideale tijdsduur van anti-PD1 therapie beter te benaderen, zijn er prospectieve studies nodig waarbij de klinische uitkomsten van patiënten met een verschillende vaststaande therapieduur vergeleken worden.
Listing 1 - 2 of 2 |
Sort by
|