Narrow your search
Listing 1 - 5 of 5
Sort by

Book
Hochwasserminderung im ländlichen Raum : Ein Handbuch zur quantitativen Planung
Authors: ---
ISBN: 3662610337 3662610329 9783662610336 Year: 2020 Publisher: Springer Nature

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Diese Open-Access-Publikation ist ein anwendungsorientiertes Lehr- und Handbuch zur Abflussminderung im ländlichen Raum. Meteorologische Extreme wie Dürren, Starkregen und Überschwemmungen häufen sich wegen des Klimawandels. Gleichzeitig steigt der Druck auf unsere Landschaft kontinuierlich, indem sie immer intensiver genutzt und effizienter erschlossen wird. Durch diese Entwicklungen ergeben sich dringende Herausforderungen für den ländlichen Hochwasserschutz und den Erhalt unserer natürlichen Ressourcen Wasser und Boden. Das Buch beschreibt Methoden für die Planung von Maßnahmen zur Abflussminderung. Es ist speziell für kleine Einzugsgebiete (< 25 km²) konzipiert, da gerade dort viele Gemeinden durch die genannten Entwicklungen zunehmend mit Sturzfluten und Überflutungen konfrontiert sind. Gleichzeitig können dezentrale Ansätze zur Abflussminderung hier am meisten bewirken. Das Handbuch richtet sich vornehmlich an Ingenieure, Planer und Berater von Landwirtschaft, Kommunen und Ländlicher Entwicklung, soll aber auch Studenten und Wissenschaftlern der relevanten Fachgebiete als Informationsquelle und Nachschlagewerk dienen. Die Autoren: Dr. Simon P. Seibert ist Ingenieurökologe und hat über die Entstehung und Modellierung von Hochwasser in München und Karlsruhe promoviert. Seit Mitte 2019 leitet er der Arbeitsgruppe Gebietshydrologie am Bayerischen Landesamt für Umwelt. Prof. Dr. Karl Auerswald lehrt am Wissenschaftszentrum Weihenstephan für Ernährung, Landnutzung und Umwelt der TU München. Seine Forschungsschwerpunkte der vergangenen 40 Jahre sind agrarökologische Prozesse, insbesondere der Wasserhaushalt von Landschaften, Böden, Pflanzen und Tieren.

Keywords

Regional planning. --- Urban planning. --- Hydrology. --- Engineering geology. --- Engineering—Geology. --- Foundations. --- Hydraulics. --- Climate change. --- Soil science. --- Soil conservation. --- Landscape/Regional and Urban Planning. --- Hydrology/Water Resources. --- Geoengineering, Foundations, Hydraulics. --- Climate Change/Climate Change Impacts. --- Soil Science & Conservation. --- Conservation of soil --- Erosion control, Soil --- Soil erosion --- Soil erosion control --- Soils --- Agricultural conservation --- Soil management --- Pedology (Soil science) --- Agriculture --- Earth sciences --- Changes, Climatic --- Changes in climate --- Climate change --- Climate change science --- Climate changes --- Climate variations --- Climatic change --- Climatic changes --- Climatic fluctuations --- Climatic variations --- Global climate changes --- Global climatic changes --- Climatology --- Climate change mitigation --- Teleconnections (Climatology) --- Flow of water --- Water --- Fluid mechanics --- Hydraulic engineering --- Jets --- Architecture --- Building --- Structural engineering --- Underground construction --- Caissons --- Earthwork --- Masonry --- Soil consolidation --- Soil mechanics --- Walls --- Engineering --- Civil engineering --- Geology, Economic --- Aquatic sciences --- Hydrography --- Cities and towns --- City planning --- Civic planning --- Land use, Urban --- Model cities --- Redevelopment, Urban --- Slum clearance --- Town planning --- Urban design --- Urban development --- Urban planning --- Land use --- Planning --- Art, Municipal --- Civic improvement --- Regional planning --- Urban policy --- Urban renewal --- Regional development --- State planning --- Human settlements --- Landscape protection --- Control --- Prevention --- Conservation --- Environmental aspects --- Flow --- Distribution --- Details --- Geology --- Government policy --- Management --- Global environmental change --- Landscape/Regional and Urban Planning --- Hydrology/Water Resources --- Geoengineering, Foundations, Hydraulics --- Climate Change/Climate Change Impacts --- Soil Science & Conservation --- Geography --- Geoengineering --- Earth System Sciences --- Soil Science --- Hochwasserschutz --- Landschaftsgestaltung --- Sturzfluten --- Landnutzung --- Flurgliederung --- Abflussminderung --- Wasserrückhalt --- Abflussverzögerung --- Wasserwirtschaft --- Landschaftsplanung --- Open Access --- Regional & area planning --- Hydrology & the hydrosphere --- Meteorology & climatology --- Geochemistry --- Sedimentology & pedology


Book
Auf Spurensuche in der Natur : stabile Isotope in der ökologischen Forschung : Rundgespräch am 4. April 2005 in München
Authors: --- ---
ISBN: 3899370600 Year: 2005 Publisher: München Bayerische Akademie der Wissenschaften

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
Soils and environment: soil processes from mineral to landscape scale
Authors: --- ---
ISBN: 9783923381418 3923381417 Year: 1997 Publisher: Reiskirchen: Catena,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

Soils.


Book
Die Bestimmung von Faktorwerten der Allgemeinen Bodenabtragsgleichung durch künstliche Starkregen : dissertation
Authors: ---
Year: 1984 Publisher: München

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Spatial and temporal variability of soil losses due to crop harvesting.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Ruimtelijke en temporele variabiliteit van bodemverliezen als gevolg van gewasoogst Decennialang werden water- en winderosie beschouwd als de belangrijkste bodemerosieprocessen op akkerland. In het begin van de jaren '90 heeft men vastgesteld dat ook bodembewerkingen, zoals ploegen, aanzienlijke bodemherverdelingen teweeg kunnen brengen met gevolgen voor de bodemkwaliteit. Dat ook het oogsten van gewassen zoals suikerbieten, aardappelen, cichoreiwortelen, penen, cassave en zoete aardappel tot een verlaging van het bodemprofiel kan leiden, werd door aardwetenschappers tot hiertoe uiterst zelden in rekening gebracht. Nochtans kunnen aanzienlijke massa's grondkluiten en grond die aan dergelijke gewassen blijft kleven samen met deoogst van de akker geëxporteerd worden. Dit bodemverlies wordt afgekort als SLCH of 'Soil Loss due to Crop Harvesting'. In dit proefschrift werd het belang en de controlerende factoren van SLCH onderzocht op verschillende ruimtelijke en temporele schaalniveaus. Hiertoe werd een uitgebreide literatuur studie uitgevoerd, werden veldmetingen verricht en grondtarragegevens van gewasverwerkende fabrieken geanalyseerd. De aandacht ging hierbij vooral uit naar machinaal gerooide suikerbieten en aardappelen aangezien zij qua areaal veruit de belangrijkste SLCH-gewassen in België en Europa zijn.SLCH-waarden variëren van enkele Mg tot enkele tientallen Mg per hectare en per oogst. Dit is van dezelfde grootteorde als bodemverliezen door water- en bewerkingserosie. De controlerende factoren kunnen worden onderverdeeld in vier categorieën, met name bodem, gewaskenmerken, landbouwpraktijken en oogsttechniek. Bij de oogst van suikerbieten bleek bodemvocht tijdens het rooien debelangrijkste controlerende variabele te zijn. Dit is in tegenstelling tot de oogst van aardappelen. Anders dan bij suikerbieten, is het niet de grond die aan het gewas kleeft, maar de grondkluiten die voor de grootste variatie aan bodemverliezen zorgen. Deze grondkluiten zijn voornamelijk afhankelijk van de bodemtextuur. Verschillen in oogsttechniek kunnen vergelijkingen binnen Europa bemoeilijken en zorgen ervoor dat resultaten van gemechaniseerde landbouw in Europa niet zomaar geëxtrapoleerd kunnen worden naar niet-gemechaniseerde landbouw elders in de wereld. Ook op lange termijn spelen, naast veranderingen in gewasopbrengsten, evoluties in oogsttechniek een belangrijke rol. Voor de mechanisatie waren bodemverliezen door gewasoogst slechts een derde tot een vijfde van de huidige bodemverliezen. Bij het begin van de mechanisatie stegen deze bodemverliezen sterk, waarna ze, vooral vanaf het eind van de jaren '80, terug begonnen af te nemen omwille van een betere reinigingscapaciteit van de rooimachines. Op langere termijn moeten ook gewasrotaties in rekening worden gebracht. In het midden van de 19de eeuw bedroeg SLCH in België gemiddeld 0.4 Mg per hectare en per jaar. Dit gemiddeld bodemverlies steeg naar 2.4 Mg ha-1jaar-1 in de jaren '70 terwijl de huidige bodemverliezen ca. 1.8 Mg ha-1 jaar-1 bedragen. Dit zorgde sedert 1846 voor een bodemprofielverlaging van 1.2 cm of een totale bodemexport van de Belgische akkers van meer dan 163 miljoen Mg (109 hm³). De hoeveelheid grond die in Vlaanderen omwille van gewasoogst over de weg wordt getransporteerd, i.e. jaarlijks meer dan 600 000 Mg of 0.4 hm³ (ca. 20 000 vrachtwagens van 30 Mg), is aanzienlijk groter dan de massa grond die jaarlijks omwille van watererosie, i.e. ca. 360 000 Mg, in de rivieren terechtkomt. Spatial and temporal variability of soil losses due to crop harvesting For decennia, water and wind erosion were considered to be the most important soil erosion processes acting on cropland. In the early 1990s, it was recognized that also soil tillage practices, such as mouldboard ploughing, might lead to considerable soil redistribution with important consequences for soil quality. The fact that the harvest of crops such as sugar beet, potato, chicory roots, carrots, cassava and sweet potato can lead to truncation of the soil profile has hereto rarely been taken into account by earth scientists. Large masses of soil clods and soil adhering to such crops may, however, be exported from the field together with the harvested crop. This soil erosion process is abbreviated as SLCH or 'Soil Loss due to Crop Harvesting'. This thesis investigated the importance and controlling factors of soil losses due to crop harvesting at various spatial and temporal scales by gathering literature from various sources, field measurements and analyses of soil tare data measured in crop-processing factories. The focus was mainly on mechanically harvested sugar beet and potato as these crops are from an areal point-of-view the most important SLCH-crops in Belgium and Europe. SLCH varies between a few to tens of Mg per hectare and per harvesting event. These values are from the same order of magnitude as soil losses by water and tillage erosion. The controlling factors could be divided into four main categories, i.e. soil, crop characteristics, agronomic practices and harvesting technique. Soil moisture content during the harvest appeared to be the most important variable controlling SLCH for sugar beet. This is in contrast to the harvest of potatoes, whereby not adhering soil, as in the case for sugar beet, but soil clods cause the largest variability in soil losses. These soil clods are predominantly dependent on soil texture. Differences in harvesting technique rendercomparison of SLCH-rates within Europe difficult. For the same reason, results from mechanized agriculture in Europe cannot be straight away extrapolated to non-mechanized agricultural systems elsewhere. Besides evolutions in crop yields, evolutionsin harvesting technique play also an important role for soil losses on the long term. Before mechanisation, soil losses were only one third to one fifth of current SLCH-rates. At the beginning of mechanisation, soil losses increased sharply, after which, especially from the end of the 1980s onwards, they started to decrease again resulting from improvements in the cleaning capacity of harvesting machines. On the long term, the types of crops grown in crop rotation cycles need also to be considered. In the middle of the 19th century, mean yearly SLCH-rates on cropland were 0.4 Mg per hectare in Belgium. This average soil loss rate increased to 2.4 Mg in the 1970s, while current soil losses are 1.8 Mg per hectare and per year. This leaded, since 1846, for a soil profile truncation of 1.2 cm or a total soil export from Belgian cropland of more than 163 x 106 Mg (109 hm³). The masses of soil, transported over the road resulting from SLCH, i.e. yearly more than 600 000 Mg or 0.4 hm³ (ca. 20 000 trucks of 30 Mg) are significantly larger than the masses of soil, i.e., ca. 360 000 Mg, yearly delivered to rivers by water erosion. Bodemerosie door oogst van suikerbieten en aardappelen Hoewel nooit eerder in rekening gebracht, is het rooien van gewassen zoals suikerbieten, aardappelen, penen en cichorei even belangrijk voor het verlies van vruchtbare grond op akkers als water- en bewerkingserosie. Dit staat te lezen in het doctoraatsonderzoek van G. Ruysschaert, verbonden aan de Onderzoeksgroep Fysische en Regionale Geografie van de K.U.Leuven. Per oogst verdwijnen er enkele tot enkele tientallen ton grond per hectare van de akkers. Deze grond kleeft aan het geoogste gewas of komt als grondkluiten in de laadbak van de rooier terecht waarna het, samen met de oogst, van de akker wordt geëxporteerd. Jaarlijks zijn er in Vlaanderen meer dan 20 000 extra vrachtwagens van 30 ton nodig om die grond te transporteren naar de boerderij of naar verwerkende fabrieken. Deze massa grond is aanzienlijk groter dan de massa grond die omwille van watererosie in de rivieren terechtkomt. Jaarlijks wordt er 1.4 miljoen ton of bijna 1 hm³ grond van de Belgische akkers bij de oogst geëxporteerd. Sinds 1850 is het bodemoppervlak van akkerland in België hierdoor met gemiddeld 1.2 cm verlaagd. Met de grond die hierbij is vrijgekomen zouden meer dan 42 grote piramides van Gizeh gevuld kunnen worden. Bodemerosie ten gevolge van gewasoogst is vooral in de gemechaniseerde landbouw van belang. Vóór de mechanisatie bedroegen de bodemverliezen slechts een derde tot een vijfde van wat nu van de akkers verdwijnt. Het begin van de mechanisatie had een sterke stijging van deze bodemverliezen tot gevolg. Dankzij inspanningen van de agrarische sector zijn deze echter sinds het einde van de jaren '80 weer beginnen afnemen. Verschillende factoren bepalen hoeveel grond er precies van de akkers verdwijnt bij de oogst. Zo zijn de weersomstandigheden vóór de oogst, en dus het vochtgehalte van de bodem, van groot belang bij het rooien van suikerbieten. Grondkluiten vormen de belangrijkste bron van bodemverliezen bij het rooien van aardappelen. Ze komen het meest voor op zwaardere gronden en kunnen onder andere worden beperkt door het manueel uitrapen van de kluiten op de oogstmachine.

Keywords

Listing 1 - 5 of 5
Sort by