Narrow your search

Library

KU Leuven (5)


Resource type

dissertation (5)


Language

Dutch (3)

English (2)


Year
From To Submit

2023 (3)

2022 (1)

2016 (1)

Listing 1 - 5 of 5
Sort by

Dissertation
Blurring the lines : A study of the conditions to design and facilitate powerful integrated learning environments for disadvantaged students

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

KUL --- Academic collection


Dissertation
Touchy topics in the classroom: A systematic review of teaching sensitive psychology-related issues
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Since broad social movements occurred frequently in recent decades (e.g., #MeToo, Black Lives Matter, and LGBT movements), prevalent cultural and ethnic conflicts are altering the way we live (Davis Iii et al., 2019). Conflicts or sensitive issues become closely connected to students’ lives or inevitably emerge in classrooms. Consequently, researchers are raising awareness on teaching sensitive topics in the classroom context. Although a variety of issues could be perceived as sensitive, in this study we focus on those that may elicit emotional or distressing responses from both teachers and learners. These sensitive issues are scattered in the psychology curriculum in both secondary and higher education, such as Behavioral Sciences in secondary education programs in Flanders (Belgium) and disciplinary psychology courses in higher education (e.g., Abnormal Psychology, Personality and Individual Differences). Additionally, psychology-specific topics may arise in other subjects as well. Topics like identity, diversity, depression, and suicide could be encountered across multiple subjects, such as in history, biology, and medicine courses. Teachers are the direct witnesses to “difficult moments triggered by a comment on a sensitive issue,” and “the emotions of students and/or faculty escalate to a level that threatens teaching and learning” (Magnet & Diamond, 2010, p. 7). Unfortunately, a literature review on the empirical studies of teaching specific sensitive psychology-related issues (SPI) from teachers’ perspectives is currently lacking. This systematic review is conducted to fill this gap and presents the results after analyzing the perceptions, challenges, and strategies in the context of SPI in twenty-five carefully selected studies. Our findings suggest that these three research foci are interdependent with each other: Teachers show mixed perceptions of their teaching and have adopted diverse approaches to coping with the challenges perceived at the level of the teachers, students, and policy correspondingly. Further, the results indicate that by adopting various strategies (e.g., debate, field trips) to deal with challenges, teachers could raise awareness of issues such as diversity for better problem-solving skills, professional behavior, psychological literacy, and civic skills. Moreover, rather than demonizing or being humiliated to talk about SPI from the frequent news coverage, teachers are able to promote students’ mindsets positively so that they see the world from a de-stigmatized perspective. Exposing students to SPI could help “normalize their experiences” by showing them others have similar traumatic experiences such as violence or harassment (Barlow & Becker-Blease, 2012, p. 241). In addition to strategies proposed by teachers, unified and institutionalized support from the macro-level should not be ignored for the sake of coping with difficult moments in the classroom and facilitating the long-term development of psychology-related disciplines. For example, the Ministry of Education can design targeting teacher training programs on SPI and set up well-prepared external agencies to accept students with mental issues. This systematic review summarized the limitations and research gaps of previous studies and could provide implications for future research. Meanwhile, it presents meaningful insights to teachers, researchers, and policymakers for reference in the SPI-teaching field.

Keywords


Dissertation
Geïntegreerd leren in de B-stroom: Een onderzoek naar definiëring en attitudes
Authors: --- --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Sinds de modernisering van het onderwijs wint geïntegreerd leren aan populariteit in de B-stroom. In de literatuur is er echter geen eenduidige definitie van dit begrip te vinden, wat bij leerkrachten kan leiden tot verschillende invullingen ervan. Ook de meningen rond dit onderwijsconcept zijn verdeeld. Deze masterproef probeert inzicht te bieden in hoe leerkrachten in de B-stroom geïntegreerd leren definiëren en wat hun attitudes ertegenover zijn. Het eerste hoofdstuk van deze masterproef bestaat uit een theoretisch kader. Daarin wordt het begrip geïntegreerd leren toegelicht, alsook het model van Drake en Reid omtrent geïntegreerd leren. Zij zien een geïntegreerd curriculum als een curriculum waarin kernbegrippen en vaardigheden worden aangeleerd door meerdere vakken te verbinden met een gemeenschappelijk thema of vraagstuk. Hierbij stellen ze een continuüm centraal waarbij de mate van integratie toeneemt naarmate je vordert langs het continuüm. Naast de toelichting van dit onderwijsconcept, wordt ook vermeld hoe een attitude binnen deze masterproef wordt gedefinieerd. Om de lezer te informeren over wat met de B-stroom wordt bedoeld, wordt als laatste de structuur van de eerste graad in het secundair onderwijs uitgelegd. Het tweede hoofdstuk bevat de onderzoeksvragen en methodologie van dit onderzoek. Om een antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvragen, werden veertien semigestructureerde interviews afgenomen met leraren in de B-stroom. Om de data-analyse te vergemakkelijken, werden deze interviews getranscribeerd en gecodeerd. Daarna werd een matrix opgesteld dat diende als een visuele weergave en overzicht van de onderzoeksdata, waarna een horizontale analyse volgde. In het derde hoofdstuk worden de resultaten van dit onderzoek weergegeven. In het laatste hoofdstuk volgt er een discussie van de onderzoeksresultaten, worden er methodologische beperkingen besproken en wordt er een antwoord geformuleerd op de onderzoeksvragen en suggesties gegeven voor eventueel vervolgonderzoek. De conclusie van dit onderzoek is dat heel wat leerkrachten in de B-stroom geen of een andere betekenis hebben van geïntegreerd leren dan de definitie die in deze masterproef centraal staat. Leerkrachten die wel in lijn antwoorden met de centrale definitie, definiëren dit volgens het continuüm van Drake en Reid op twee niveaus, waarbij de overige twee niveaus niet ter sprake komen. Er zijn leerkrachten die een positieve attitude hebben tegenover geïntegreerd leren, alsook leerkrachten die er een negatieve attitude tegenover hebben. Leerkrachten halen ten slotte een aantal condities aan die als voorwaarde kunnen dienen om geïntegreerd te werken in hun klaspraktijk.

Keywords


Dissertation
De proef op de som. Verkennend peilingsonderzoek naar de eindtermen van functionele rekenvaardigheid in de tweede graad Project Algemene Vakken
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In 2013 werd de eerste peilingstoets in het zesde jaar beroepssecundair onderwijs (bso) afgenomen voor het vak project algemene vakken (PAV). Uit de resultaten bleek dat slechts 38% van de zesdejaars de eindtermen in het domein functionele rekenvaardigheid bereikt (Van Nijlen, Willem, Crynen, Engels, & Janssen, 2014). De lage prestaties voor rekenvaardigheid in het bso kwamen ook terug in het PISA-rapport (De Meyer, Warlop, & Van Camp, 2013). Aan de hand van een kwantitatief onderzoek wordt er nagegaan in welke mate de leerlingen van de tweede graad bso de eindtermen uit het domein functionele rekenvaardigheid beheersen en welke factoren effect hebben op de toetsprestaties van deze doelgroep. Voor dit onderzoek is een toets ontwikkeld waarmee er gepeild wordt naar de mate van wiskundige vaardigheid. De toetsvragen zijn gerelateerd aan de eindtermen en variëren in moeilijkheidsgraad. De toets als geheel moet in lijn liggen met (de visie van) het vak, in dit geval PAV. Aangezien dergelijke toets voor de leerlingen zelf van weinig belang is (low-stakes test), is rekening gehouden met aanbevelingen om de leerlingenmotivatie (toch) te verhogen. Om een valide toets te ontwikkelen werd er ten eerst gebruik gemaakt van de toetsmatrijs uit het peilingsonderzoek PAV van 2013. Ten tweede werd de toets drie keer kritisch geëvalueerd door experten. Ten derde vond er een pilootafname van de toets plaats bij leerlingen in het derde en vijfde jaar bso. Op basis van alle feedback werd de definitieve toets geconstrueerd. In mei 2016, op het einde van de tweede graad, legden 387 leerlingen van het vierde jaar bso de toets af. Elke toetsafname gebeurde in de klas door de leerkracht PAV of wiskunde. Aanvullend werden aan de leerlingen en leerkrachten enkele persoonlijke en vak- en schoolgebonden vragen gesteld. De leerkrachten kregen duidelijk instructies om hen zo goed als mogelijk te begeleiden. Van 21 leerlingen bleken de toetsresultaten niet betrouwbaar. Deze resultaten zijn verwijderd uit de dataset. Verder heeft een tweede groep experten voor elke toetsvraag geoordeeld of de vraag meet wat de eindtermen minimaal van de leerlingen verwachten of als de vraag boven de minimale verwachtingen ligt. Voor het eerste deel van het onderzoek is gewerkt met beschrijvende statistieken. Hieruit blijkt onder meer dat slechts 7% van de 368 leerlingen de norm halen. Rekenen met tijd en het oplossen van omgekeerd evenredige opgaven blijken moeilijk te zijn. Bij schaal en procenten rekenen lijkt de meerderheid van de leerlingen de eenvoudigste opgaven te beheersen. Op basis van dit onderzoek blijken geslacht, thuistaal, schoolse achterstand en studierichting effect te hebben op wiskundeprestaties. Hoewel de sociaal-economische status in andere onderzoeken een sterke predictor bleek, is deze in dit onderzoek niet gemeten.

Keywords


Dissertation
Hybride leeromgevingen in de B-stroom: Effecten van de HYLAS-interventie op de (on)betrokkenheid, het academisch zelfconcept en de leerprestaties

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Voor deze masterproef zijn we vertrokken vanuit de vaststelling dat er een stijging was van het aantal vroegtijdig schoolverlaters in Vlaanderen ten opzichte van de jaren voordien, van 9,4% tijdens het schooljaar 2019-2020 naar 12,4% tijdens het schooljaar 2020-2021. Deze stijging zien we na een periode waarin het cijfer daalde en is dus reden voor alertheid. We weten immers dat de gevolgen van vroegtijdig schoolverlaten een negatieve invloed hebben op de verdere levensloop van deze jongeren. Zo hebben we het dan bijvoorbeeld over fysieke en mentale gezondheidsproblemen, armoede, sociale uitsluiting, etc. De nood stelt zich om deze stijgende tendens een halt toe te roepen. Voor ons onderzoek vertrokken we vanuit de mogelijk oorzaken van vroegtijdig schoolverlaten. Hierbij identificeerden we betrokkenheid als meest belangrijke en meest kneedbare oorzaak van vroegtijdig schoolverlaten. In het theoretisch kader, de SSMMD-theorie konden we vaststellen dat de context een belangrijk rol speelde in de ontwikkeling van betrokkenheid. Het HYLAS-project, dat centraal staat in deze masterproef, beoogt dan ook de leerbetrokkenheid en leeruitkomst van leerlingen te verbeteren om vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen. Dit wil het project bekomen door in te spelen op de context, door hybride leeromgevingen te creëren. In hybride leeromgevingen staat leren in een authentieke context centraal. Uit eerder onderzoek weten we dat elementen die aanwezig zijn in deze context bijdragen aan een positieve leerbetrokkenheid en betere leeruitkomsten. Om na te gaan of deze gecreëerde context effectief was om de vooropgestelde doelen van hey project te bekomen, stelden we een quasi-experimenteel onderzoek op. Dit aan de hand van een pre-post test design met controlegroep. Omwille van problemen in het bereiken van de verhoopte steekproef en moeilijkheden in de implementatie van de interventie in de praktijk, moesten we het huidige onderzoek beperken tot een analyse van de resultaten van de voor en nameting van de experimentele groep. Daarbij gingen we bijkomend nog na wat de effecten waren van de implementatiefideliteit op de uitkomsten. De uitspraken op basis van het huidige onderzoek waren eerder beperkt. Wel zagen we significante veranderingen in gedragsmatige en emotionele betrokkenheid, academisch zelfconcept en leeruitkomsten gebaseerd op een toets basisgeletterdheid, deze gemiddelden stegen tijdens de nameting. Voor gedragsmatige onbetrokkenheid namen we een significante daling weer. Op basis van de huidige resultaten was het eerder moeilijk om een uitspraak te doen over het effect van de implementatiefideliteit. De huidige studie biedt een aantal aanknopingspunten voor toekomstig onderzoek om de effectiviteit van de HYLAS-interventie na te gaan.

Keywords

Listing 1 - 5 of 5
Sort by