Narrow your search

Library

KU Leuven (7)

KBR (5)

Vlaams Parlement (1)


Resource type

dissertation (8)

digital (4)

book (1)


Language

Dutch (10)

English (3)


Year
From To Submit

2022 (2)

2018 (2)

2017 (2)

2016 (1)

2014 (2)

More...
Listing 1 - 10 of 13 << page
of 2
>>
Sort by

Book
Agricultural phosphorus legislation in Europe
Authors: ---
Year: 2014 Publisher: Merelbeke ILVO

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Complexation of copper with dissolved organic matter in soil solution : relationship with organic matter characteristics and effects on mobility of copper in the soil profile
Authors: ---
Year: 2010 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Complexation of copper with dissolved organic matter in soil solution : relationship with organic matter characteristics and effects on mobility of copper in the soil profile.
Authors: --- ---
ISBN: 9789088261459 Year: 2010 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Arenberg doctoraatsschool wetenschap & technologie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Fixatie van zware metalen in bodems en ijzeroxides : kinetiek en mechanismes.
Authors: --- --- ---
Year: 2005 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Kwantificatie van het plant-beschikbare fosfor in Vlaamse landbouwbodems met behulp van biologishe en chemische uitmijning

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Fosfor (P) is een essentieel nutriënt voor de plant en jarenlange overbemesting op Vlaamse landbouwbodems, om voldoende landbouwopbrengsten te garanderen, heeft geleid tot een accumulatie van P in de bodem. De milieuproblemen gekoppeld aan P bemesting (eutrofiëring), heeft geleid tot een nieuw decreet om de netto balans van P in de bodem negatief te maken, m.a.w. de bodem-P moet worden uitgemijnd. Het doel van deze thesis is onderzoeken welke P-beschikbaarheidstest het best gewasopbrengst verklaart in dit uitmijnginsscenario. Dit werd onderzocht via een versnelde P onttrekking door Engels raaigras in een potproef waarbij op acht Vlaamse bodems vier behandelingen werden opgestart. Voor de behandelingen waaraan voldoende stikstof werd toegevoegd (+N) was er bij de finale oogst een statistisch significant verschil in opbrengst tussen de +P behandeling (referentie) en de -P (uitmijning) voor vijf van de acht bodems, bij de -N behandeling was er voor geen enkele bodem een verschil. Op de finale bodemstalen werden de oxalaatextractie (P-Ox), de ammoniumlactaatextractie (P-AL), de Olsen extractie, extractie met CaCl2, de fosfaatverzadigingsgraad (FVG), de diffusieve gradiënt in dunne film (DGT) techniek en de isotoop uitwisselbare fractie (E-AEM waarden, via 33P) uitgevoerd. Dit P-gehalte werd gerelateerd aan de relatieve opbrengst (RO = de gewasopbrengst -P/+P), waarop het Mitscherlich model gefit werd. Dit gaf een zwakke correlatie met alle testen (R² < 0.12), wel kon er een visuele grens ingesteld worden voor een RO > 80% vanaf 3,5 mg P/kg voor P-CaCl2 en 160 µg P/l voor P-DGT. De kritische cumulatieve P waarde (CCP) werd bepaald per bodem, d.i. de door de plant onttrokken hoeveelheid P tot waar RO = 90%. Deze CCP-waarde gaf een goede correlatie met P-DGT (R² = 0,74) en P-AL (R² = 0,71) van de initiële bodemstalen. Ook werd de bodembalans van -P vergeleken met de cumulatieve P opname door de plant. Er kon geconcludeerd worden dat P-AL de beste indicatie geeft voor het plant beschikbare P hoeveelheid bij uitmijning. Een bijkomende bodemtest werd uitgevoerd, m.n. de lange-termijn (11 weken) chemische P desorptie uit de bodem via sorptie op ferrihydriet. Dit werd uitgevoerd op de initiële en finale (na de uitmijning) bodemstalen en het verschil in desorbeerbaar P werd berekend. Een goede correlatie (R2 = 0,78) werd gevonden tussen de cumulatieve P opname door de plant en dat verschil. De desorptiekinetiek toont aan dat de snel desorbeerbare P fractie (t1/2=110 u) 15% is relatief t.o.v. P-Ox; na uitmijning door planten wordt deze fractie gemiddeld met 6% aangevuld vanuit de trage fractie. Ook kon er geconcludeerd worden dat de chemische desorptie van P veel groter is dan hetgeen de plant onttrokken heeft.

Keywords


Dissertation
Selectie van een bodem fosfortest geschikt voor de bepaling van de kritische drempelwaarde voor gewasrespons bij dalende P-beschikbaarheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In de Europese landbouw heeft men meer dan vijftig jaar de bodems teveel bemest met fosfaat (P). Sinds de bewustwording van de milieuproblemen (eutrofiëring) en de bewustwording dat de reserves rotsfosfaat eindig zijn, wordt er veel belang gehecht aan het beperken van het P gebruik. In Vlaanderen wordt sinds 2015 decretaal de P-bemesting gelimiteerd waarbij de jaarlijks dosering lager is dan de jaarlijkse behoefte, m.a.w. de voorraad in de bodem wordt uitgemijnd. Een degelijke bodemanalyse is hierbij noodzakelijk. Er is geen consensus over welke bodemtest (extract) het best het beschikbaar gehalte P in de bodem bepaalt, de verschillende beschreven testen correleren zwak met gewas opbrengst of zijn niet gevalideerd over verschillende bodemtypes. Het doel van dit onderzoek is bepalen welke bodemtest het best de gewasopbrengst voorspelt. Zes bodemtesten worden vergeleken op dezelfde set van bodems uit veld- en potproeven. Die testen zijn zowel conventionele extracties met ammoniumlactaat (P-AL), NaHCO3 (P-Olsen), oxalaatextractie (P-ox en FVG)) als, voor P, minder conventionele technieken (CaCl2, DGT). In een eerste deel werd de procedure van de P-Olsen extractie (NaHCO3) geoptimaliseerd omdat er bij deze methode grote variatie was op de resultaten van de ringtest. Deze test die reeds 50 jaar oud is, heeft heel grote gevoeligheid aan het type fasescheiding na extractie, kleurinterferentie en extractietijd. Na vergelijking met waarden van referentiestalen, bleek dat de meeste consistenties bekomen werden door gebruik te maken van centrifugatie i.p.v. 0,45 µm filtratie. Vervolgens werd er een onderzoek opgestart om zes bodemtesten uit te voeren op 254 bodemstalen van langetermijnsproefvelden uit België, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Van al de stalen was de relatieve opbrengst (RO, in %) ten opzichte van optimale bemesting gekend en deze varieerde tussen 5 – 120 %. De RO data werden in verband gebracht met de bodemtest en een Mitscherlich-curve werd gefit. Uit statistische analyse van de data bleek dat de test met de grootste voorspellende kracht (laagste residuele fout) voor het kritische bodem P-gehalte de P-Olsen methode is. De volledige ranggorde van best naar slechtst scorend is: P-Olsen> P-AL > P-FVG > P-CaCl2 = P-DGT > P-ox. Sinds maart 2015 een P-depletie-proef gaande waar het P uit 8 Vlaamse bodems gemijnd worden met grascultuur. Na 1 jaar is er maar een beperkt verschil in opbrengst tussen bodems die, als referentie, continue +P-bemesting kregen en de –P behandelingen. Wel is de relatie gezocht tussen het gehalte P in de plant (na 1 jaar) en het initieel gehalte P in de bodem. Hierbij scoorde de DGT test het best en de P-ox het minst goed. De data van veldproeven suggereren dat de meest conventionele testen (P-AL en P-Olsen) relatief goed correleren met gewasopbrengst en goed scoren. Verrassend genoeg zijn de testen die de intensiteit (concentratie in oplossing; P-CaCl2 en P-DGT) niet direct de beste indices van beschikbaarheid in het veld terwijl die testen wel goed scoren in de potproef met versnelde uitmijning. Mogelijk is de rol van intensiteit groter in situaties waarbij de vraagsnelheid (mg P/kg bodem/dag) groter is.

Keywords


Dissertation
The availability of phosphorus in a soil phosphorus depleting scenario
Authors: --- --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculty of Bioscience Engineering

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Phosphorus (P) is an essential nutrient for plant growth. The development of intensive agriculture in Europe during the last century has been associated with an era of excess P fertilizer use to warrant an optimal food production. This was mainly due to the excessive input of P to agricultural soils by animal manure in areas with intensive animal husbandry. This caused an accumulation of P in soil (legacy P). The non-renewability of P resources and the concerns regarding eutrophication of surface waters have prompted the demand for a more sustainable use of P fertilizers. This is put into practice by decreasing P fertilizer application on agricultural fields and even targeting a negative soil P balance, i.e. when the annual removal of P with the harvested crop exceeds the annual P returns to the soil, for agricultural soils with an excessively large soil P status.^ It is well established that the sorption and desorption of phosphate anions in soils have a pronounced hysteresis suggesting that the plant availability of this legacy P is below that of freshly added P. The goal of this study is to determine crop and soil factors affecting the availability of P in soils in a soil P depleting scenario (i.e. in a soil P mining scenario) and to identify soil tests which adequately predict this. In a soil P depleting scenario, the main P source for plants is coming from the legacy P rather than the annual fertilizer application, and the desorption rate of P might become a limiting factor controlling the amount of available P in soil solution. It is speculated that in such scenario, the crop growth rate, which affects the P uptake rate, is a critical factor in determining whether plants suffer from P deficiency or not. In practice, this was approached by, first, evaluating soil P tests which most optimally predicts crop responses to P in European soils.^ Secondly, experiments and modelling were used to determine the extent to which legacy P is available for uptake by plants under a P mining scenario.The evaluation of soil P test's capacity to predict crop response, e.g. yield compared to maximal yield (i.e. yield in a situation with optimal P availability), to soil P was done on soils from European long-term field trials and on Flemish soils, the latter were first subjected to a P mining experiment. The five soil P tests evaluated in this study were: extraction with ammonium oxalate (P-Ox), extraction with ammonium lactate (P-AL), extraction with 0.5 M NaHCO3 (P‑Olsen), extraction with 0.01 M CaCl2 (P-CaCl2) and the diffusive gradient in thin film technique (P-DGT). The first three indicate the soil P quantity (Q, i.e. the P which is reversible adsorbed on the solid phase; Q-tests) whereas the latter are a measure of the soil P intensity (I, i.e. soil solution concentration; I-tests).^ First the soil P tests were evaluated on soils from European long-term field trials (some > 100 years old) (Chapter 2). The Olsen and AL extraction performed best in predicting relative crop yield based on the R² of fitted Mitscherlich curves. The soil P tests had a similar but small 95% confidence interval surrounding the general critical P value, i.e. the soil P test value for which the relative yield equaled 95%. In contrast, when evaluating the variance in critical P values among different soils and years, the DGT technique performed worst and the Ox extraction was the most robust of the five soil P tests in distinguishing the fertile from the P deficient soils. A combination of two tests was also evaluated and the relative yield was related to the combination of an I- and a Q-test. This analysis showed that there was little added value of including the I-tests in predicting crop response on the soils of the European long-term field trials, i.e.^ the P bioavailability in European soils is most affected by the P quantity of the soil.Secondly, the soil P tests were evaluated on Flemish soils from an accelerated soil P mining experiment (Chapter 3). Perennial ryegrass (Lolium perenne, Melpetra tetra) was grown for two years in a greenhouse on 5-cm deep soil layers of eight contrasting soils with periodic grass clipping. Each soil was split into four fertilizer treatments, i.e. no P and adequate P and two nitrogen levels, the latter to alter the rate of P uptake. The difference in P-Ox and P-AL values between the initial and final soil samples of the depletion experiment corresponded best to the cumulative P uptake by the grass during that period, i.e. they close the mass balance best. None of the soil P tests could adequately diagnose yield losses based on the final soil P content of the sample.^ In contrast, the relationship between the relative P uptake (more sensitive to P deficiency than yield data, but agronomical less relevant than relative yield) and the soil P tests was best for P-DGT and worst for P-Ox. All soil P tests (except for the Ox extraction) performed well in predicting the cumulative P uptake by plants at which the relative yield decreased below 90%, further denoted as the critical cumulative P uptake (CCP), based on the initial soil P values. This indicates the predictive properties of the soil P tests. The largest R² value for the relationship between CCP and the initial soil P values was observed for P-DGT and P-AL, and for P-Olsen the relation followed an almost a 1:1 line.^ The general outcome of the evaluation of the soil P tests is that none of the tests consistently outperformed other tests in all evaluation criteria and the results showed that the soil P quantity is currently the main factor in determining the P availability of European soils.The effect of the crop growth rate and the effect of mining on the P availability in a P depleting scenario were determined by experiments and modelling. The effect of the crop growth rate was experimentally studied by including different N fertilizer applications rates in the P mining trial to induce different crop growth rates, i.e. different P removal rates from the soil. The grass grown at adequate N supply (+N) had a faster growth and a faster decrease in shoot P content compared to the grass grown at limited N supply (-N).^ Such results are rather trivial, however more importantly was that the cumulative P uptake where yield declines due to P deficiency was, on average, a factor 1.7 larger for the -N treatment than for the +N treatment. This illustrates that for a certain soil P stock, faster growing plants can access less P before P deficiency occurs than slower growing plants.The effect of mining on the chemical P availability was illustrated in Chapter 4 by laboratory desorption tests during 77 days on the initial and final soil samples from the P depletion trial. The P desorption as a function of time was described with a fast reacting P pool (Q1) and a slow reacting P pool (Q2). The ratio of the size of the fast P pool to the slow P pool was, on average, 0.16 in the initial soil samples. Upon P uptake by the plant, this ratio decreased to 0.08, on average, indicating that more P was taken up from the fast P pool than is resupplied by the slow P pool.^ The effect of the crop growth rate and of mining on the P uptake (which is used as a measure of the P availability) was modelled by a mechanistic nutrient uptake model (Chapter 5), based on the model of Barber-Cushman that was extended with nutrient uptake kinetics which depends on the plant growth rate and with P desorption kinetics that control the solid-liquid partitioning of P. Simulations by the mechanistic nutrient uptake model showed that faster growing plants rely more on the desorption kinetics of the slow reacting solid phase pool than slowly growing plants. The modelling confirmed the experimental data that faster growing plants can take up less of the soil P stock than slower growing plants before they experience yield loss.^ The mechanistic model also showed that the reduction in P desorption between the initial and final soil samples of the mining trial was mainly caused by a reduction of the fast reacting P pool, which showed a decreasing trend similar to the soil solution P upon mining. In contrast, the slow reacting P pool decreased upon decrease of the fast reacting P pool but showed a different decreasing trend. This implies that the availability of P decreases with a decreasing size of the Q1 pool, and that, once the Q1 pool is depleted, the availability of P is controlled by the desorption kinetics of the Q2 pool.The P availability on the long-term in a P depleting scenario was determined based on (i) the P mining experiment and (ii) based on an empirical model.^ The results from the P mining experiment, extrapolated to field conditions and assuming that only the plough layer (0-23 cm layer) provides P to the crop, suggest that crops could grow maximally for eight years before 10% yield losses are observed (Chapter 3). The empirical model predicted P uptake over a longer period (Chapter 5): upon cessation of fertilization of an even highly fertile soil, the annual P uptake drops by 13% from current values after 10 years. Thereafter, almost another 20 years of mining is possible with an almost constant sustained crop offtake before the crop P uptake sharply drops by over 25% from current values. Since reduced P uptake is possible without associated crop yield loss (luxury P uptake), this suggests that current soil stocks allow soil P mining in arable fields for about 30 years with no considerable yield decline.^ The long-term modelling, however, showed a considerable hysteresis in the relationship between crop-offtake and soil P stock between the era of build-up (excessive P fertilization) of the soil P stock and a future scenario of soil P mining where the soil P stock is less available because of the slow desorption of P from the solid phase. This is, in theory, related to the lack of fresh P addition which constantly feeds the fast P pool in soil.In conclusion, this study showed that none of th

Keywords


Digital
Vlarisub-ringtest : mei 2013
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2013 Publisher: Merelbeke Brussel ILVO Vlaamse Overheid. Departement Landbouw en Visserij

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Digital
Vlarisub-ringtest : november 2013
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2014 Publisher: Merelbeke Brussel ILVO Vlaamse Overheid. Departement Landbouw en Visserij

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Digital
Bio-optimaal siertelen : duurzame en bioactieve veenalternatieven in de containerteelt
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2022 Publisher: Destelbergen Proefcentrum voor Sierteelt

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Welke veenvervanger of bodemverbeteraar kies je best voor jouw teelt? In een 4-jarig onderzoek bij containerteelt testten PCS, KU Leuven en ILVO uitgebreid welke biomassastromen in aanmerking komen. Bij enkele lokaal beschikbare biomassastromen zitten goede kandidaten. Ze kunnen de werking van bestaande biocontroleproducten verhogen en bevatten veel effectieve koolstof en relatief weinig stikstof en fosfor. Siertelers kunnen daarmee kwalitatief hoogstaande sierplanten telen.

Keywords

Listing 1 - 10 of 13 << page
of 2
>>
Sort by