Choose an application
Dat de pandemie op zowat alles een -al dan niet- grote impact heeft gehad, is geen nieuws meer. Uit een recente studie van het Federaal Planbureau (2021) blijkt bijvoorbeeld dat een van de gevolgen die de pandemie met zich meebrengt een daling is in het sociaal welzijn van de samenleving, iets wat de volledige bevolking vast en zeker heeft ervaren. Met andere woorden wordt het leggen van nieuwe en behouden van bestaande, sociale relaties belemmerd, mede door de inperkingsmaatregelen binnen de cultuursector (Federaal Planbureau, 2021). Meer dan ooit heeft de mens nood aan sociale relaties en daarop acteert dit onderzoek als hulpmiddel. Het doel van dit onderzoek is om sociale isolatie te verminderen op een manier die corona-vriendelijk is met het oog op een expressieve, collectieve interactie. Rond dit vertrekpunt ontstaat de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kan corporele expressie worden ingezet om in tijden van een pandemie collectieve interactie te faciliteren?” Dit onderzoek resulteert in een interactieve kunstinstallatie die plaatsmaakt voor participatieve perfomance art door de mogelijkheid te bieden tot corporele expressiviteit, waarbij deelnemers samenkomen en collectief op zoek gaan naar een balans tussen lichaamshoudingen en muziek. Kortom, het manipuleren van audio door middel van je lichaam als individu en de mogelijkheid tot het creëren van een muzikaal-abstract ensemble als groep, dat op zijn beurt invloed uitoefent op de improvisatie van een danseres. Uit persoonlijke interesse en de reflectie op voorafgaande werken, werd vastgelegd om te concentreren op een interactieve combinatie van technologie, audio en de ruimte voor creativiteit en expressie van de deelnemer. Dit masteronderzoek exploreert de mogelijkheden van deze pilaren binnen de context van de huidige pandemie door middel van een iteratief ontwerpproces waarin ‘research through design’ als methodiek centraal staat. Verschillende iteraties werden door middel van user experience tests geëvalueerd en verbeterd. Dit proces resulteerde in ‘Beraber’, waarin deelnemers op een exploratieve wijze collectief audio kunnen manipuleren op basis van full-body gestures door computer vision.
Choose an application
Hoewel location based augmented reality (LBAR) de meest voordehandliggende toepassingen heeft in de entertainmentsector, wint de technologie ook daarbuiten aan populariteit. Diverse state of the art voorbeelden doen vermoeden dat LBAR het potentieel heeft om communicatie tussen gebruikers te faciliteren. In het kader van de master in Interaction Design wordt aan de hand van de onderzoeksmethode Research Through Design (RtD) een cyclisch onderzoeksproces gehanteerd wat ons leidt tot antwoorden op de onderzoeksvraag: “Welke interacties kan ik ontwikkelen in location based augmented reality om communicatie tussen smartphonegebruikers te faciliteren?” Eerste experimentele prototypes en de bijbehorende user tests hebben reeds in een vroeg stadium de oriëntatie van het designproces beïnvloed. Hoewel raycasting een gebruiksvriendelijke manier blijkt om met een 3D omgeving te interageren via een 2D touchscreen, is de locatiebepaling en visuele output in deze eerste prototypes niet optimaal om communicatie te faciliteren. In volgende iteraties wordt aan de hand van Mapbox, een virtueel kaartsysteem, de locatiebepaling van de LBAR accuraat tot stand gebracht. In het finaal prototype ‘VisitAR’ worden twee interacties ontworpen met als doel communicatie tussen de gebruikers te faciliteren: een 3D tekentool en ruimtelijk geluid. Uit user testing blijkt dat deze laatste interacties (asynchrone) communicatie kunnen faciliteren.
Choose an application
In het verleden kreeg het onderwijs voldoende tijd om zich aan te passen aan de maatschappelijke gevolgen van technologische innovaties. Er is bijvoorbeeld een hele tijd tussen de uitvinding van het weefgetouw en goedkope confectie, of tussen de uitvinding van de auto en de productie en adoptie op grote schaal. Nieuwe disruptieve technologie komt steeds sneller tot die adoptiefase en geeft de maatschappij, en dus ook het onderwijs, niet meer de tijd om zich voldoende aan te passen. We kunnen ons afvragen of het onderwijs geen verantwoordelijkheid draagt om jongeren voor te bereiden op een nieuwe realiteit in wording. Het is geen eenvoudige kwestie, want niemand heeft een glazen bol, we weten niet met zekerheid welke technologie de wereld grondig zal veranderen en met welke snelheid. Maar moeten we jongeren die dromen om truckchauffeur te worden op zijn minst niet waarschuwen dat met de komst van zelfrijdende trucks in die sector wel eens weinig werkzekerheid zou kunnen zijn? Volgens een studie uit 2013 van onderzoekers van de Oxford-universiteit zou de helft van de jobs in de komende jaren kunnen verdwijnen . Moeten we onze jongeren op zijn minst niet voldoende informeren over deze tsunami van verandering die op ons af komt? Aan de andere kant is verandering voor de ene zijn dood en de andere zijn brood. Als we de nieuwe generatie leren omgaan met de aanstormende disruptieve technologieën dan kan de brave new world wel eens hún brave new world worden, en niet die van de rijken en machtigen van deze aarde. Is het dus niet voldoende meer om studenten vrije tijd te schenken en hen zo de mogelijkheid te geven de wereld te vernieuwen , maar moeten we een stap verder gaan en hen al in contact brengen met een wereld die nog niet is? Web3 claimt - of tenminste de mensen die erin geloven - de volgende stap in de evolutie van het internet te zijn, ik zal dus om te beginnen een korte geschiedenis van het world wide web schetsen. Vervolgens zal ik web3 trachten te definiëren en de belangrijkste concepten, technologieën en mogelijkheden die met web3 gepaard gaan uiteen te zetten. Om de vraag te kunnen beantwoorden of we onze studenten gewaar moeten maken van web3, web3 moeten bestuderen in de klas of web3 kunnen gebruiken als ondersteunende onderwijstechnologie, zal ik duidelijkheid proberen te scheppen in het potentieel ervan en telkens enkele voorbeelden van hedendaagse toepassingen proberen te geven. Tot slot zal ik uitweiden over hoe ik web3 in mijn eigen lessen een plaats geef en hoe ik dit plan te doen in de nabije toekomst. Als laatste hoofdstuk voorzie ik een glossarium waar je altijd naar kan teruggrijpen als je de betekenis van een bepaalde term en cours de route bijster bent geworden.
Choose an application
Al eeuwenlang is er nood voor reizigers om op een efficiënte manier op hun bestemming te komen. De opgang van technologieën zoals GPS heeft ons in staat gesteld om oplossingen te creëren die het volledige outdoors wayfinding proces van start tot eind kunnen overnemen. We zien een enorme opmars in het aantal projecten die dit succes naar de indoors omgeving proberen te vertalen. Maar de extra complexiteit, de kleine afstanden, privacy problematiek en andere problemen maken dit geen simpele opgave. Dit design onderzoek exploreert het gebruik van LEDs als een minimalistische, gepersonaliseerde toepassing ter ondersteuning van het indoor wayfinding proces. Het legt de focus op het integreren van digitale tools in een gebruiksvriendelijke, fysieke context. Om dit te bereiken is er gewerkt met een iteratief design onderzoek ondersteund door continue user feedback. Dit proces leidde tot een aantal ontwerpen met de focus op één design criteria naar het extreme getrokken. Het wordt dan herleid en gecombineerd naar een ontwerp dat het beste van alle iteraties implementeert. Het resultaat van dit onderzoek uit zich in de vorm van een implementatie waarbij kleur en animatie op strategische punten ingezet worden als triggers om gebruikers duidelijk het vervolg van hun wayfinding route aan te geven. Hierbij is een ondersteunende applicatie toegevoegd dat aanvult op de limiteringen van een puur LED interface. Zaken zoals onboarding en routeplanning.
Choose an application
Voor mijn onderzoek ben ik vertrokken vanuit de filosofische vraag “Waarom maken wij kunst?”. Deze existentiële vraag zal ik in deze scriptie niet trachten te beantwoorden, want dat heeft weinig zin, maar eerder concretiseren en in de praktijk brengen door middel van een experiment met een specifieke doelgroep. Hoe kan het maken van kunst ervoor zorgen dat we nadenken over wie we zijn? Welke waarde kan daar eventueel aan gekoppeld worden? Wat kan het betekenen om een wereld te maken? Een wereld maken, doen we ergens allemaal. We geven vorm aan onze eigen wereld door onze omgeving in te vullen met zaken die voor ons belangrijk zijn, onze waarden en normen die we hanteren en exploreren, onze subjectieve smaak en wereldvisie,… In kunst kunnen we dit echter heel visueel ‘maken’ en het is die vertaling waar ik me op wil focussen: Hoe kunnen wij visueel onze wereld weergeven en wat kan dit betekenen voor ons en voor de anderen? Mijn vooronderzoek voor deze scriptie, en mijn eigen praktijkervaring tijdens mijn observatie stage, kwamen op dit punt samen. Mijn doel was om een instrument te ontwikkelen die leerlingen van OV4 type 3 meer in verbinding kan brengen met zichzelf en met anderen door middel van een creatieve opdracht. Door middel van een soort creatief rollenspel heb ik hen uitgenodigd om na te denken over zichzelf: wie zijn ze, wie zouden ze graag eens willen zijn? Wat kan het betekenen om te leren articuleren wat je over jezelf denkt of voelt? Hoe kan dit proces deel gaan uitmaken van hun wereld-maken en hun identiteits-constructie? Dit instrument is ontwikkeld vanuit de driehoek van enerzijds een filosofisch kader, een pedagogisch/didactisch kader en het experiment zelf. De bedoeling is dat dit instrument inzetbaar is als een concrete didactische werkvorm binnen deze onderwijsvorm. Kunst kan volgens mij gebruikt worden als instrument om uitdrukking te geven aan dat wat moeilijk onder woorden kan worden gebracht. Namelijk dat wat je niet zomaar in woorden kan vertellen, bijvoorbeeld wie jij bent als mens en welke visie hij hebt over de wereld. Deze suggestie, waar kunst kan aanzien worden als een instrument om bijvoorbeeld discursief emoties uit te drukken wordt duidelijker geschetst aan de hand van het filosofische kader. Deze suggestie volgend, kan kunst maken met grote én met kleine ‘k’ volgens mij gezien worden als een manier om dat wat je niet onder woorden kan brengen te leren creatief visualiseren zodat je jezelf en de wereld rondom jou beter kan begrijpen. “Wie iets begrepen heeft, kan het grijpen, gebruiken, oppakken en meenemen: het vertalen naar een andere situatie . Daarmee komt dit tegemoet aan één van onze basisverlangens om de wereld te ontdekken, verkennen en leren begrijpen. En daarom kan een creatieve opdracht zoveel betekenen voor deze leerlingen die het moeilijk hebben om zich te verhouden tot een ander en tot de wereld.
Choose an application
Vandaag de dag leven we in een land met alsmaar meer urbanisatie. Hierdoor komen jongeren nauwelijks in contact met de natuur doordat ze opgroeien in stedelijke gebieden (Veldwerk Nederland, 2013; A. Van den Berg & C. Van den Berg, 2010). Dat is slecht nieuws want jongeren hebben de natuur nodig voor hun fysieke en mentale gezondheid. Contact met de natuur zorgt er bijvoorbeeld voor dat kinderen zich beter kunnen concentreren, zich minder snel depressief voelen, minder snel dik worden, creatiever, actiever en weerbaarder zijn (Veldwerk Nederland, 2013). Daarom gaan we een gamification applicatie ontwerpen die een incentive kan bieden voor de doelgroep jongeren om de natuur te ontdekken. Het doel is dus om jongeren de natuur in te krijgen maar vooral om interesse in de natuur op te wekken. Via research-through-design en een iteratief co-creatie proces van brainstorming, usability tests en feedback met de doelgroep en experten van Natuurpunt ontwikkelen we een prototype. Dit prototype, namelijk Floro de mobiele applicatie is een zoekspel waarin je wordt uitgedaagd bepaalde plantensoorten in de natuur te vinden en te identificeren met de app. Voor elke uitdaging die je voltooid krijg je een uniek zaadje. Verzamel zoveel mogelijk zaadjes om in je eigen digitale tuintje te planten in de app. Daarnaast kan je ook quizjes doen met beloningen om je kennis over planten en bloemen op de proef te stellen. Via deze game- en educatiefeatures tracht Floro de ervaring in het ontdekken van de natuur en haar biodiversiteit te verrijken.
Choose an application
Inleiding In 1915 stelde de Russische schilder Kazimir Malevitsj (1878 - 1935) het Zwart vierkant voor tijdens zijn tentoonstelling 0.10 in St. Petersburg. Er is geen vaardigheid of artistieke kennis vereist om een zwart vierkant te schilderen op een wit doek, het vergt weinig inspanning en er zijn geen dure of moeilijk te vinden materialen voor nodig. En toch ging het Zwart vierkant de geschiedenis in als een werk dat een nieuwe beeldtaal ontwikkelde, die van het suprematisme. Vorm en kleur verwezen niet meer naar een werkelijkheid buiten het doek maar werden een werkelijkheid op zich. Een zwart vlak volstond om een virtuele ruimte in het leven te roepen op een doek. Kasimir Malevitsj, Zwart vierkant, 1915 Er bestaat geen consensus over wat nu wel of geen kunst is, maar één ding staat vast: een kunstwerk ontstaat nooit uit het niets. Het is altijd het resultaat van een wordingsproces dat kadert in een dynamische omgeving: het kunstwerk wordt gemaakt door een persoon die continu evolueert en wordt ook beleefd door een publiek dat evolueert in de tijd. Voor de kunstpedagoog komt daar nog een dimensie bij: hij staat voor een student die hij/zij begeleidt op zijn ontdekkingstocht in de wereld van de kunstbeleving en -praktijk. Wij gaan ervan uit dat het onderzoek van het artistieke wordingsproces een bron kan zijn van inspiratie, motivatie en verwondering voor de kunstpraktijk en -pedagogie. Deze scriptie wil zich daarom focussen op het wordingsproces van een aantal kunstwerken en onderzoeken welke weg de kunstenaar aflegde van oorspronkelijk idee tot en met zijn realisatie. Is een werk af wanneer de kunstenaar het overlevert aan zijn publiek, of “wordt” het kunstwerk pas in de ogen van de kijker? Eerst en vooral pogen wij het begrip wordingsproces af te bakenen in het kader van ons onderzoeksvoorwerp. Wat gebeurt er tussen die twee polen, tussen begin en einde van het wordingsproces, tussen ontstaan en voltooiing van het kunstwerk, tussen kunstenaar en publiek? Hoe ziet het artistieke spanningsveld eruit dat tussen deze drie protagonisten (kunstwerk, kunstenaar en publiek) ontstaat? Wij verduidelijken die onderlinge verhouding, voor wij het artistieke wordingsproces concreet onderzoeken aan de hand van een aantal voorbeelden uit de recente Westerse kunstgeschiedenis. Wij volgen daarbij de lijn van de narratieve kunst naar de zuivere abstractie, aan de hand van voorbeelden uit de erkende kunstwereld. En wat gebeurt er in de marge daarvan? Ziet het wordingsproces er anders uit bij outsiderkunstenaars? Dankzij al die uiteenlopende voorbeelden hopen wij een voldoende genuanceerd beeld te kunnen schetsen van het artistieke wordingsproces en inspirerende denkpistes aan te kunnen reiken voor de kunstpedagoog en kunststudent.
Choose an application
In het najaar van 2022 ben ik gestart met lesgeven bij de EsZentie, in Hechtel-Eksel. Tevens heb ik hier ook mijn stage volbracht. De EsZentie is een school, maar vooral een plek waar kinderen vrij zijn. Alles wat hier gebeurt begint bij de nieuwsgierigheid van de leerling zelf. De omgeving is er zo op ingericht dat het voldoet aan alle behoeftes van de kinderen. Hier vindt leren plaats in een formele maar ook een informele setting. Er zijn kleine groepen en de leeftijden lopen door elkaar. Juist omdat het een heterogene groep is, is de dynamiek die ontstaat tussen de leerlingen een sterk gegeven. Het leren van en met elkaar is dan ook een rode draad in het verhaal. De leerlingen hier nemen hun eigen verantwoordelijkheid voor hun leerproces, de leerkrachten bieden slechts sturing, inspiratie en begeleiding. Wie voor het eerst de school betreedt is verwonderd en zal zich allerlei vragen stellen: ‘Is dit een school?’,‘Waar zijn de klaslokalen?’, ‘Hoe leren kinderen hier?’, ‘Werkt dit wel?’. En die laatste vraag heeft mij ertoe aangezet om deze scriptie te schrijven. In dit literatuuronderzoek richt ik mij op het plaatsen van het lopende onderzoek van deze thesis binnen het concept van spelenderwijs leren. Het eerste deel van mijn onderzoek schetst het bredere theoretische kader van spel en leren, waarin ik ook het creatieve proces en de stimulerende functie van spelen bespreek. Vervolgens onderzoek ik wat spel en spelen precies inhouden en maak ik de verbinding naar betekenisvol leren. Daarnaast analyseer ik enkele belangrijke hedendaagse motivatietheorieën en onderzoek ik in welke vormen van onderwijs deze theorieën terugkomen. Vanuit deze inzichten werp ik een blik op de geschiedenis van vernieuwend onderwijs en hedendaagse pedagogische benaderingen, waarvan de invloeden nog steeds zichtbaar zijn in het huidige onderwijssysteem. Ik bekijk hoe deze benaderingen worden toegepast in de moderne onderwijspraktijk en wat ze zo vernieuwend maakt. In het derde en laatste deel van mijn onderzoek plaats ik mijn eigen onderzoek binnen de context van de EsZentie. Hierin analyseer ik enkele praktijksituaties en interviews door de lens van de theoretische kaders. Mijn onderzoek richt zich op de volgende vraag: Wat is de reden achter het succes van deze onderwijsvorm bij de EsZentie?
Choose an application
Kinderen beschikken van nature over een rijke verbeeldingskracht en onbeperkte creativiteit. Door te spelen en te experimenteren ontdekken ze hun capaciteiten en merken ze dingen op die volwassenen vaak over het hoofd zien. In de kleuterschool wordt dit creatieve denken sterk gestimuleerd, maar vanaf het begin van de basisschool verschuift de nadruk naar kennisverwerving, waarbij creativiteit steeds meer als een artistieke bezigheid wordt beschouwd. Creativiteit is echter meer dan alleen schilderen of muziek maken. Het draait om flexibiliteit, het verkennen van nieuwe invalshoeken en het bedenken van innovatieve oplossingen. Het betekent experimenteren, openstaan voor mogelijkheden en buiten de gebaande paden denken. Deze scriptie nodigt iedereen uit om op een andere manier te leren kijken, voorbij het letterlijke zintuiglijke waarnemen naar mentale perceptie. Dit impliceert dat leerlingen door anders te leren kijken een ander denkvermogen ontwikkelen en hun bewustzijn vergroten. Om dit bewustzijn te vergroten, is het noodzakelijk om kritisch naar het onderwijssysteem te kijken. Wat staat er op het spel? Welke uitdagingen zijn er? En hoe kunnen deze uitdagingen worden aangepakt door ze te benaderen vanuit een ander, meer bezielend perspectief? Door de problemen van het huidige secundair onderwijs in kaart te brengen en verschillende perspectieven en filosofieën te onderzoeken, wordt in deze scriptie een kader gecreëerd waarin de waarde van creatieve vaardigheden zichtbaar wordt en worden er handvatten aangereikt zodat deze competenties een meer inclusieve plek in het onderwijs kunnen krijgen.
Choose an application
Mijn onderzoeksproces was vertrokken uit een persoonlijke frustratie rond de manier dat techniek in kunst wordt beschouwd en aangeleerd. Het doel van mijn scriptie was om betekenis te geven aan deze frustratie, om ze te kunnen plaatsen en geen obstakel kan vormen in mijn pedagogische praktijken. Het onderzoek is gebouwd op principes van anarchistische pedagogie. Van daaruit exploreer ik het werk van Paolo Freire, een grondlegger van deze beweging. Deze kennis gaf mij een basis die grote belangstelling gaf aan een dialogische praktijk met bewustwording van de studenten als centraal doel. Van hieruit heb ik het concept van vernacular en dominant literacies hierbij betrokken. Zo bevraag ik het belang dat wordt gegeven aan Dominant literacies die de status quo in stand houden. Dit heb ik gekoppeld met persoonlijk aanvullende bronnen rond neurodivergentie en trauma. Gezamenlijk vormen deze elementen een framework die limiterende factoren in educatie rechtstreekser adresseert. Het maakt duidelijk dat het niet gaat om het zoeken naar een 'juiste' manier van les geven, maar maakt duidelijk dat er geen 'juiste' manier kan zijn in de zoektocht naar persoonlijke manieren van leren. Dat het idee van 'juist' net de limiterende factor is. Binnen het specifieke onderwerp van techniek en medium in kunst, bevraag ik de afkeer van het verdiepen in medium als onderdeel van kunst educatie op grond dat deze techniek wordt vervangen door formele taal. En het dus de feitelijke niet de limiterende factor aan pakt, maar vervangt. Ik hoop in mijn scriptie een onderbouwde argumentatie te kunnen bieden die het belang voor autonomiteit duidelijk maakt, in het leerproces, maar ook in het proces van socialiseren in een kunst groep. En ook een nieuw blik kan tonen wat deze autonomie kan betekenen.