Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Emoties zijn aanwezig in ons dagelijkse leven, telkens wanneer er iets gebeurt dat relevant is voor wie we zijn. Er bestaan culturele verschillen wat betreft welke emoties het meest prevalent aanwezig zijn. Mensen behorend tot een cultuur die de nadruk legt op een 'independent self' (zoals België) zijn eerder bezorgd om hun autonomie te behouden. Mensen behorend tot een cultuur die de nadruk legt op een 'interdependent self' (zoals Turkije) willen eerder de verbondenheid met anderen behouden (Markus & Kitayama, 1991). De CAD triad hypothese (Rozin, Lowery, Imada & Haidt, 1999) stelt dat, over culturen heen, een schending van autonomie gepaard gaat met kwaadheid en een schending van verbondenheid gepaard gaat met minachting. Dan stelt zich echter de vraag wat dit betekent voor biculturele mensen, die langdurig in contact staan met twee verschillende culturen en de waarden en normen van beide culturen geïnternaliseerd hebben. Biculturele individuen bezitten culturele schema's van beide culturen, die geactiveerd of geïnhibeerd kunnen worden door situationele cues (Benet-Martinez, Leu, Lee & Morris, 2002), zoals de omgeving of de gesproken taal. Tijdens het proces van 'frame switching' wisselt een bicultureel persoon tussen interpretatieve schema's uit verschillende culturen, als respons op dergelijke cues uit de sociale omgeving (LaFromboise, Coleman, & Gerton, 1993). In deze masterproef onderzochten we culturele frame switching in het domein van emoties, waarbij we keken naar de faciale expressies van emoties. We onderzochten hoe de emotionele reacties van biculturele personen zich aanpassen aan de culturele context. Tijdens een experiment werden Turkse Belgen blootgesteld aan emotie-ontlokkende situaties, waarbij belangrijke culturele waarden geschonden werden. Het experiment vond plaats in een Belgische context of in een Turkse context. Wanneer culturele frame switching effectief tot stand komt, zullen de proefpersonen in de Belgische conditie meer waarde hechten aan autonomie en de proefpersonen in de Turkse conditie meer waarde hechten aan verbondenheid. Dat is dan rechtstreeks het gevolg van respectievelijk het 'independent self' versus het 'interdependent self' dat geactiveerd werd.De resultaten van dit onderzoek tonen een verschillend patroon van faciale expressies van emoties in de Belgische en in de Turkse conditie. In deze masterproef worden de resultaten van de studie alsook hun theoretische implicaties besproken.
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Zowel de ervaring als de regulatie van emoties is ingebed in een kluwen van betekenissystemen en gebruiken die onze socio-culturele wereld vormen (Mesquita & Albert, 2007). Afhankelijk van de context waarin we ons bevinden, zullen we aan de hand van cultuurspecifieke referentiepunten onze omgeving anders gaan interpreteren. De emoties die uit die interpretatie voortvloeien, fungeren als een soort spiegel die ons gedrag sturen zodat deze in lijn komen te liggen met de door de omgeving vooropgestelde normen en waarden. In het onderzoek dat de basis vormt van deze thesis trachten we bij biculturele individuen na te gaan of veranderingen in de culturele context een zogenaamde 'frame switch' kunnen induceren, waardoor een situatie geïnterpreteerd wordt vanuit het geactiveerde cultuurspecifieke betekenissysteem en aanleiding geeft tot de ervaring van een hiermee geassocieerd emotiepatroon. Aan de hand van een experiment waarin Turkse Belgen moesten samenwerken met een pseudoproefpersoon, werden in zowel de Turkse als in de Belgische conditie de waarden autonomie en verbondenheid meermaals geschonden. Vanuit de literatuur weten we dat in de Belgische cultuur er meer waarde gehecht wordt aan autonomie, waarbij een bedreiging van deze waarde boosheid ontlokt. In de Turkse cultuur wordt er daarentegen meer waarde gehecht aan verbondenheid en ontlokt een bedreiging van deze waarde gevoelens van minachting. Vanuit de culturele frame switching literatuur verwachten we dat de interpretatie van deze waardeschendingen afhankelijk zal zijn van de culturele context waarin het individu zich bevindt. Bovendien verwachten we ook dat deze cultuurspecifieke interpretatie van de situatie, de emotionele ervaring van het individu, alsook het onderliggende emotieregulatieproces, in een bepaalde richting zal sturen. Om dit na te gaan werden zowel de emotionele ervaring als de gehanteerde emotieregulatiestrategieën geregistreerd via zelfrapportage alsook via observatie. Het tweede doel van...
Choose an application
Choose an application
Emoties zijn zinvolle reacties op betekenisvolle situaties. Emoties zijn in staat om onze sociale interacties te beïnvloeden (Lazarus, 1991; Zajonc, 1998; Parkinson, Fischer & Manstead, 2005). Deze emotionele beïnvloeding vindt niet enkel plaats tussen twee individuen maar ook in groepen (Bartel & Saavedra, 2000). Het is mogelijk dat niet alle groepsleden in gelijke mate emotioneel beïnvloed worden. Zo kan het zijn dat leiders door hun centrale positie in de groep meer emotionele invloed zullen hebben dan andere leden (Sy en collega's, 2005; Van Kleef en collega's, 2009). Ook groepsleden die doorheen het groepsproces meer status verwerven hebben mogelijk meer invloed op de groepsemoties dan andere leden van de groep (Hackman, 1992; Lawler, 1986; Manz & Sims, 1987). In deze masterproef zullen we nagaan of leden van taakgroepen meer emotioneel beïnvloed worden door de groepsleider en door leden die status verworven hebben. Ook gaan we na of het een meerwaarde heeft als de groepsleider ook status bezit. Op basis van de literatuur (Anderson, Keltner & John, 2003; Delvaux, Meeussen & Mesquita, 2014; Barsade & Gibson, 1998) maken we een onderscheid tussen verschillende types emoties. Specifiek verwachten we dat leiders meer invloed hebben op de emoties van de andere groepsleden dan niet-leiders. Ook hopen we omgekeerd te zullen vinden dat niet-leiders meer beïnvloed worden door de groep dan leiders. Verder verwachten we in dit onderzoek dat leden die meer status bezitten meer invloed hebben op de emoties van de andere groepsleden dan leden die minder status bezitten. Ook hier verwachten we omgekeerd dat leden die minder status bezitten meer beïnvloed worden door de groep. Ten slotte verwachten we te vinden dat leiders die status bezitten meer invloed zullen hebben op de groep dan leiders die minder status hebben.Uit de resultaten kunnen we opmaken dat, zoals verwacht, niet-leiders meer beïnvloed worden door de groep dan leiders. Ook vinden we terug dat leden ...
Choose an application