Narrow your search

Library

KU Leuven (316)


Resource type

dissertation (316)


Language

English (270)

Dutch (46)


Year
From To Submit

2024 (19)

2023 (38)

2022 (24)

2021 (30)

2020 (34)

More...
Listing 11 - 20 of 316 << page
of 32
>>
Sort by

Dissertation
An Expedient Route to Spiroindolenines via Metal Mediated exo/endo-dig Cyclisations
Authors: --- ---
Year: 2017 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Alvorens een nieuw medicijn ontwikkeld wordt, worden vandaag de dag zogenaamde “doelwitmoleculen” eerst uitvoerig bestudeerd door middel van theoretische studies. Zulke studies geven belangrijke inzichten in het gedrag van de moleculen en chemische eigenschappen kunnen hierdoor voorspeld worden. Uit deze studies is gebleken dat de meerderheid van de toonaangevende moleculen een stikstof atoom bevatten of een drie-dimensionele structuur. Helaas wordt het maken van zulke complexe verbindingen heel snel, ingewikkeld en werk-intensief. Daarom maakt met gebruik van deeltjes die de reactie vergemakkelijken en versnellen. Deze deeltjes nemen wel deel aan de reactie maar worden niet verbruikt (er is dus maar een zeer kleine hoeveelheid nodig om de reactie te doen opgaan). We noemen deze deeltjes katalysatoren. De doelstelling van deze thesis is de uitkomst van de reactie tussen een geactiveerde drievoudige binding en het indool te optimaliseren. Dit werd gedaan door de sterische (dit bevat de ruimte die de katalysator inneemt) en elektronische (kan de katalysator elektronen weghalen of toevoegen aan de molecule) eigenschappen van de katalysator bij te stellen tot de gewenste regioselectiviteit. Een regioselectieve reactie zal bij voorkeur op één plaats reageren, in dit geval is dat dus één van de twee koolstofatomen van de drievoudige binding. Met de geoptimaliseerde condities op zak, kon de katalysator selectief de reactie met één koolstoffen begunstigen. Na deze reactie werd dan een complex, drie dimensioneel spirocyclisch indolenine gevormd, dat zowel stikstoffen bevat als de gewenste drie-dimensionele structuur bevat. Er bestaan twee types van katalysatoren homogene: katalysatoren (hierbij zitten de startmaterialen en de katalysator in dezelfde fasen, dus beide opgelost in een vloeistof) en heterogeen katalysatoren (hierbij zit de katalysator in een andere fase, bv. als vaste partikels). Spiroindoleninen zijn eerder al gesynthetiseerd onder heterogene condities, maar slechts een lage regioselectiviteit kon bekomen worden. Onder homogene condities, is het echter mogelijk om op maat gemaakte katalysatoren voor te bereiden met de gewenste regioselectiviteit. We veronderstelden dat we een zogeheten ‘harde’ en ‘zachte’ kant konden induceren in het alkyn door een naburig carbonyl groep in te bouwen in het koolstofskelet. De harde koolstof zal reageren via lading gecontroleerde interacties, terwijl de zachte koolstof via zijn orbitalen (elektronen wolk) zal interageren. Met enige trots kunnen we zeggen dat indium- en positief geladen goudatomen uitstekende katalysatoren bleken voor dit type van reacties. Het harde indium(III) gaf selectief het endo-product en een goud(I) katalysator werd gebruikt om het exo-product te bekomen.

Keywords


Dissertation
Synthesis of novel sulfide macrocycles starting from bisthiols and biselectrophiles
Authors: --- ---
Year: 2017 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De thesis beschrijft de creatie en de studie van nieuwe macroringen. Deze nieuwe macroringen bestaan uit kleinere aromatische ringen verbonden met atomaire bruggen, die zwavel atomen bevatten. De macroringen beschreven in de thesis zijn reeds onbeschreven en kunnen bij een nieuw type van macroringen horen. Macroringen bestaan uit uiteenlopende structuren en geometrieën. Eigenschappen en conformaties van nieuwe macroringen kunnen niet betrouwbaar voorspeld worden gebaseerd op de structuur alleen. Door de grote hoeveelheid van reeds bestaande types van macroringen is het niet mogelijk typerende eigenschappen te bepalen voor allen. Het is daarom belangrijk om verschillende types afzonderlijk te karakteriseren en evalueren. Nieuwe types van macroringen kunnen dus helpen bij het uitbreiden van onze kennis van supramoleculaire chemie. Supramoleculaire chemie is de studie binnen de chemie over de interacties tussen kleine moleculen of atomen en een grotere geordende structuur. Het is daarom belangrijk om steeds op zoek te gaan naar nieuwe macroringen. Bij deze thesis ligt de focus op de synthese van een nieuw type van sulfide macroringen, waarbij de macroring gevormd is door cyclocondensatie van twee bouwstenen, een biselectrofiel en een bisthiol. Het bisthiol is een molecule dat twee functionele groepen uit zwavel bevat, genaamd thiolen. De tweede bouwsteen is een biselectrofiel, dit is een molecule dat graag electronen opneemt. Het thiol van de bisthiol bouwsteen bevat een relatief hoge dichtheid aan electronen en zal dus een verbinding kunnen vormen met het biselectrofiel. De synthese van twee nieuwe macroringen was succesvol door cyclisatie van biselectrofiel 2,6-bis(chloromethyl)-4-tert-butyl-phenol en bisthiol 4,4’-thiolbis(benzeenthiol) tot [2+2] en [3+3] condensaten. Nadat eenmaal de synthese mogelijk was, werd er een studie uitgevoerd met de bedoeling de productverhoudingen te optimaliseren en de opbrengst te vergroten. De [2+2] en [3+3] macroring condensaten werden opgezuiverd en een poging tot karakterisatie werd ondernomen. Opzuivering was mogelijk met kolom chromatografie en neerslagvorming. Verder werden de structuren en conformaties onderzocht met nucleaire magnetisch resonantie, gel permeatie chromatografie en X-stralen diffractie. Macroring synthese werd ook onderzocht met andere biselectrofielen en bisthiolen. Variatie in het biselectrofiel leidde niet tot macroring synthese. Met een ander bisthiol werd wel macroring gedetecteerd maar verder opzuivering en experimenten zijn nodig. Macroring synthese met bisalcoholen en bisamines, gelijkaardig aan de bisthiol, was niet mogelijk onder de geteste condities. Ten laatste, werd er ook nog geëxperimenteerd met modificatie van de gevormde macroringen door alkylering van de fenol groepen; een koolwaterstof keten introduceren via modificatie. Enkele gealkyleerde producten zijn waargenomen maar verder opzuivering is nodig. Verder experimenteren is nog nodig om functionalisatie te bevorderen en de producten op te zuiveren.

Keywords


Dissertation
Chirale expressie van hybride materialen van Fe3O4 nanopartikels met een schil van poly(3-alkylthiofeen)
Authors: --- ---
Year: 2017 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De laatste decennia zijn polymeren niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Hoewel ze reeds lang in gebruik zijn, breidt hun toepassingsgebied nog steeds uit. Hierdoor is er ook steeds meer vraag naar op maat gemaakte polymeren waarvan de eigenschappen specifiek zijn afgesteld op de beoogde applicatie. Recent focussen enkele specifieke toepassingen zich op de geleidende eigenschappen van geconjugeerde polymeren, die bijvoorbeeld gebruikt worden in zonnecellen en oLEDs. De uitbreiding van het toepassingsgebied naar meer geavanceerde applicaties leidde tot een zoektocht naar betere synthesemethodes, nodig om aan de vraag naar betere controle en bijhorende hoogwaardige materiaaleigenschappen te voldoen. Een methode die hieraan beantwoordt en tegelijk een eenvoudige mogelijkheid tot eindfunctionalisatie biedt, is de Kumada katalysator transfer condensatie polymerisatie (KCTCP). De polymeersyntheses in deze masterthesis zijn bijgevolg gebaseerd op de KCTCP. Het doel van deze thesis is het functionaliseren van een achiraal nanopartikel met chiraal poly[3-((S)-3,7-dimethyloctyl)thiofeen] en zowel de chirale expressie als de structurele ordening te bestuderen. Om het polymeer aan Fe3O4 nanopartikels te kunnen koppelen, wordt een catecholgroep geïncorporeerd via een externe initiator. De invloed van de vertakking op de zijketen van het monomeer en de externe catecholinitiator op het gecontroleerde karakter van de polymerisatie worden eerst nagegaan, vermits deze combinatie niet eerder gebruikt is. Ook de initiatie-efficiëntie wordt gecontroleerd, gezien deze een invloed heeft op het rendement van de functionalisatiereactie. Uit de resultaten blijkt dat een vertakking in de zijketen van het monomeer resulteert in een verzwakking in de associatie tussen de katalysator en de polymeerketen en zo kan leiden tot dissociatie van NiL2. Tegelijkertijd zorgt de wisselwerking tussen deze zwakkere associatie en de catecholgroep ervoor dat deze laatste de propagerende NiL2 kan afvangen waardoor een getermineerde keten ontstaat. Beide gevallen zorgen voor een vermindering van het gecontroleerd karakter van de polymerisatie. Dit blijft echter beperkt bij kortere ketenlengtes waar de voordelen van de KCTCP bijgevolg behouden blijven. Vervolgens wordt poly[3-((S)-3,7-dimethyloctyl)thiofeen] gekoppeld aan Fe3O4 nanopartikels. Het doel hiervan is het tot uiting brengen en bestuderen van de chirale expressie in polymeergefunctionaliseerde nanopartikels. De expressie van chiraliteit wordt geanalyseerd via circulair dichroïsme (CD) voor het vrije polymeer en de gefunctionaliseerde nanopartikels, zowel in goed en slecht solvent als in film. Hieruit blijkt dat de vrije polymeren reeds een CD-effect vertonen bij aggregaatvorming in methanol, terwijl de gebonden polymeren enkel een CD-effect vertonen in films. Het onderscheid in de expressie van de chiraliteit is een eerste indicatie dat de supramoleculaire ordening van vrije en gebonden polymeren verschilt. Deze ordening wordt visueel bestudeerd via atoomkrachtmicroscopie, en de interacties over lange afstanden worden nagegaan via Faraday-rotatie. Uit deze resultaten kan men concluderen dat de polymeerschillen van verschillende nanopartikels intermoleculair interageren met elkaar over korte afstanden. Deze kennis is van belang bij de ontwikkeling van opto-elektronica, waar de interacties tussen de partikels bijdragen tot de efficiëntie.

Keywords


Dissertation
Finetuning the deposition of CsPbBr3 perovskite films using chemical vapor deposition
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De laatste jaren is de belangstelling voor perovskieten sterk toegenomen. Dit is te danken aan hun enorme toepassingen in de fotonica en de zonneceltechnologie. De reden hiervoor is dat deze halfgeleidende materialen niet alleen unieke eigenschappen hebben, maar ook een lage kostprijs en een eenvoudige synthese. Perovskieten hebben een algemene ABX3-structuur. Het perovskiet kan organisch of anorganisch zijn door A te veranderen. Het perovskiet dat in dit proefschrift wordt onderzocht is het volledig anorganische metaalhalogenide, CsPbBr3, met de beoogde toepassing op een goedkope directe röntgendetector met hoge gevoeligheid. De markt voor röntgendetectoren wordt momenteel gedomineerd door indirecte detectoren, die veel binnenkomende röntgenstraling nodig hebben om te werken. In de medische sector is een verlaging van de hoeveelheid straling die aan de patiënt wordt blootgesteld voor een medische opname gunstig, omdat dit schadelijk is voor het menselijk lichaam. Maar natuurlijk kunnen deze röntgendetectoren ook in andere sectoren worden ingezet. Het doel van dit proefschrift is de synthese van een fase zuivere CsPbBr3 film van hoge kwaliteit. CsPbBr3 werd gekozen vanwege zijn betere stabiliteit tegen fysische degradatie ten opzichte van de organische perovskieten. De synthese wordt uitgevoerd door middel van chemische damp depositie (CVD), die moet worden verfijnd om te resulteren in een reproduceerbare methode. Chemische damp depositie heeft het voordeel dat het vrij van het gebruik van solvent is en dat een film van hogere kwaliteit kan worden verkregen dan mogelijk is met alternatieven zoals spincoating. Voor de synthese van de films werden drie methodes gebruikt. Bij de eerste methode werden de belangrijkste parameters van de CVD-opstelling onderzocht en iteratief geoptimaliseerd. Deze optimalisatie leidde tot een synthese waarbij de precursoren CsBr en PbBr2 in een verhouding van 1:1,5 aanwezig waren, de stikstofstroom was 30 NCCM en de temperaturen waren 440 °C voor oven 1 en 300 °C voor oven 2. Methode twee werd voorgesteld in samenwerking met professor R. Ameloot, die een expert is op het gebied van chemische damp depositie. In deze methode wordt de gas stroom volledig uitgeschakeld en de substraathouder verwijderd. Deze methode leerde ons waardevolle informatie over de substraat temperatuur (oven 2). De meest geoptimaliseerde synthese werd gedaan met een verhouding van 1:1,15 van CsBr:PbBr2 en temperaturen van 440 °C voor oven 1 en 210 °C voor oven 2 werden gebruikt. Met beide methoden was er echter geen optimale synthese van CsPbBr3 mogelijk. Daarom werd in methode drie de voordelen van beide vorige methodes gecombineerd. In samenwerking met het Max-Planck Institute for Polymer Research, werden parameters zoals de verdampingstemperatuur en de voorbehandeling van de precursoren geoptimaliseerd. Door de precursoren met een mortier voor te malen en dit mengsel gedurende 10 minuten bij 550 °C en atmosferische druk te premelten, kon orthorhombisch CsPbBr3 worden gesynthetiseerd als voorbereiding voor de CVD synthese. Het gebruik van de premelted precursoren in de CVD-synthese, waarbij de stikstofstroom werd gewijzigd in een argon stroom van 165 NCCM en een temperatuur van 550 °C voor oven 1 en 250 °C voor oven 2 en geen substraathouder werden gebruikt, maakte een vlotte afzetting van CsPbBr3 op de substraten mogelijk. Toch moet nog optimalisatie worden uitgevoerd om fase zuivere films van hoge kwaliteit te verkrijgen.

Keywords


Dissertation
Crystallization and melting of polyethylenes studied by Small-Angle Laser Light Scattering
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Polyethylene is a generic term for a variety of ethylene-based (co)polymers with different molecular architectures. In this thesis the crystallization and melting behavior of a high-density polyethylene and a homogeneous ethylene-1-octene copolymer containing 5.5 mol% 1-octene (EO5) is investigated. A binary blend consisting of 25 wt% HDPE and 75 wt% EO5 considered as a model system for linear low-density polyethylene (LLDPE) is investigated as well. Differential scanning calorimetry (DSC) is used to study the thermal behavior of the materials, while time-resolved small-angle laser light scattering (SALLS), synchrotron small-angle X-ray scattering (SAXS), and wide-angle X-ray diffraction (WAXD) allow morphological characterization at the nanometer and micrometer scales, and polarized optical microscopy (POM) allows visual observation of the morphology at the micrometer scale. A special focus is given to SALLS, a powerful technique for studying the supramolecular crystal structure (such as spherulites) of polymers, which is currently not commonly used for unclear reasons. Therefore, a goal of this thesis is to demonstrate the benefits of this technique to enable it wider use in the future. From independent DSC, SALLS and SAXS/WAXD experiments on HDPE and EO5 during cooling and subsequent heating at a rate of 10 °C/min, several observations are made regarding their crystallization and melting behavior. The primary crystallization of HDPE involves the formation of likely open spherulites that fill the space completely. On further cooling, secondary crystallization occurs by thickening of the crystallites. Thinning of the crystals due to surface melting is observed during subsequent heating. In the case of EO5, due to its homogeneous nature, it may form compact, volume-filling spherulites. Secondary crystallization is observed to perceive in two stages: insertion of new lamellae followed by the crystallization of the copolymer chains with the highest comonomer content into randomly oriented small crystallites at lower temperatures. Melting occurs in reverse order, with small crystallites melting first at low temperatures, followed by thicker crystals at higher temperatures. The influence of increasing cooling rate (5, 10, 20 and 50 °C/min) on the segregation of the HDPE and EO5 in a 25/75 (w/w) melt miscible HDPE/EO5 blend is investigated with the use of DSC, SALLS and POM. During cooling, initially the HDPE component of the blend undergoes primary crystallization, forming volume-filling spherulites. At this stage, the copolymer chains that are still amorphous may segregate into small areas inside of the HDPE spherulites. At lower temperatures, the EO5 might crystallize on the HDPE crystals. Additionally, at even lower temperatures, the copolymer chains containing a higher amount of comonomer may crystallize into small randomly oriented crystals. Based on the observations from the SALLS experiments, it is likely that the copolymer segregates into smaller regions as the cooling rate increases. At rates of 5, 10, 20 and 50 °C/min no evidence of co-crystallization of the components in the blend is observed. This lack of co-crystallization is possibly due to the highly homogeneous structure of the ethylene-1-octene copolymer used in this study. The SALLS setup is optimized and successfully used to observe secondary crystallization in the polyethylenes and segregation in the binary polyethylene blend.

Keywords


Dissertation
Synthesis and electrochemistry of liquid cobalt salts for use in redox flow batteries
Authors: --- --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Abstract New liquid cobalt salts were synthesized and characterized during this master thesis. In order to synthesize these liquid cobalt salts, cobalt(II) was coordinated by neutral ligands and combined with weakly coordinating anions. Different types of neutral ligands were used. The most important ones were 1-alkylimidazoles with a varying alkyl chain length from C1 to C12, amides (N,N-dimethylacetamide, 1-ethyl-2-pyrrolidone) and diamines (1,10-phenantroline). Two different anions were used: bis(trifluoromethylsulfonyl)imide (bistriflimide, Tf2N-) and methanesulfonate (mesylate, OMs-). Bistriflimide was the most appropriate anion since the liquid cobalt salts with this anion had the lowest melting points and viscosities. Complexes with many different ligands and bistriflimide or mesylate anions were synthesized and characterized with CHN, DSC, IR, viscometry, XRD. One of the goals of this thesis was to investigate the influence of the alkyl chain length of the 1-alkylimidazole ligands on the melting point of [Co(AlkIm)6][Tf2N]2- and [Co(AlkIm)6][OMs]2-complexes A general trend can be observed for the melting points of the [Co(AlkIm)6][Tf2N]2-complexes. The melting points first decrease in the series (C1 to C8) because as the alkyl chain on the ligand becomes longer, the crystal packing becomes less compact and the cation-anion interactions become weaker. If the alkyl chains becomes even longer, the melting point increases again due to the Van der Waals interactions between those chains. A second trend that is observed is an alternating odd-even effect for the melting points of the [Co(AlkIm)6][Tf2N]2- and [Co(AlkIm)6][OMs]2-complexes. The complexes with odd-numbered alkyl chains systematically have a lower melting point than the complexes with even-numbered alkyl chains. For instance, the complexes with 1-propylimidazole ligands have a significantly lower melting point than the complexes with 1-ethylimidazole and1-butylimidazole ligands. For the [Co(AlkIm)6][Tf2N]2-complexes, the odd-even effect fades out at higher chain lengths. The liquid cobalt salts with the lowest melting points and viscosities were characterized with electrochemical methods. The possibility to deposit cobalt layers from these liquid cobalt salts was investigated as well as the reversibility of the Co(II)/Co(III) couple to test their potential use as electrolytes in redox flow batteries. Two liquid cobalt salts with amide ligands were characterized: [Co(NEP)6][Tf2N]2 and [Co(DMAc)6][Tf2N]2. It was possible to deposit smooth and homogeneous thick cobalt layers from these electrolytes. However, it was not possible to oxidize Co(II) to Co(III). Instead, the anodic decomposition of the ligand or anion was observed. Three liquid cobalt salts with 1-alkylimidazole ligands were characterized: [Co(PrIm)6][Tf2N]2, [Co(HeIm)6][Tf2N]2 and [Co(DoIm)6][Tf2N]2. It was possible to reduce Co(II) to Co(0) but only very thin and inhomogeneous cobalt layers could be obtained from these electrolytes. Instead, most of the cathodic current was used to form cobalt nanoparticles, which was verified by TEM experiments It was not possible to observe the Co(II)/Co(III) couple in [Co(HeIm)6][Tf2N]2 and [Co(DoIm)6][Tf2N]2. In [Co(PrIm)6][Tf2N]2, Co(II)/Co(III) couple could be observed but it was only partially reversible.

Keywords


Dissertation
Kristallisatiegedrag en morfologie van laser sinterbare polyamides
Authors: --- --- ---
Year: 2014 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De Additive manufacturing (of '3D printing') technologie is een veelbelovende technologie met toepassingen die gaan van auto-prototypes, tot luchtvaartonderdelen en tot levensreddende toepassingen in de medicinale wereld. Een 3D-printer zet computerontwerpen om in driedimensionale objecten door het object laag per laag op te bouwen. De technologie staat echter op een punt waar onderzoek verricht moet worden naar nieuwe materialen om deze technologie naar een hoger niveau te brengen. Er bestaan verschillende methodes bij het 3D-printen maar in dit proefschrift wordt gefocust op laser sintering. Deze techniek maakt gebruik van het sinterproces waar met behulp van een laser laag na laag een polymeerpoeder gesmolten wordt tot een vast product. Het materiaal dat momenteel het meest gebruikt wordt voor 3D-printen is polyamide 12. Van dit polymeer is men zeker dat het makkelijk sinterbaar is. De eigenschappen van dit polymeer zullen in dit proefschrift als referentie dienen voor het vinden van nieuwe materialen. In dit proefschrift worden een aantal hypothesen, gerelateerd aan de morfologie van gesinterde polyamiden, onderzocht. Een eerste hypothese betreft de veronderstelde relatie tussen de kristaldikte, het smeltpunt (gerelateerd aan de operating window) en de kristalliniteit (waarvan tijdelijke of ruimtelijke verschillen ongewenste vervorming veroorzaken) anderzijds. Deze operating window is het venster, ingesloten tussen de smelt- en kristallisatietemperatuur, van het polymeer. Het moet bij voorkeur zo breed mogelijk zijn, zodat het polymeer niet te snel kristalliseert en er geen kromtrekking kan voorkomen. Door verschillende thermische protocollen op te leggen is het mogelijk om de polymeerkristaldikte te veranderen. Dit werd toegepast voor zowel polyamide 12 als voor polyamide 6, maar de beste resultaten werden verkregen voor polyamide 12. Zoals verwacht leiden dikkere kristallen naar hogere smeltpunten. De kristallisatietemperatuur verschuift ook naar hogere temperaturen maar echter niet in dezelfde mate zodat een grotere operating window verkregen wordt. Een tweede hypothese stelt dat het nuttig kan zijn om een mengsel van polyamiden te gebruiken met twee verschillende smeltpunten. Dergelijke mengsels kunnen het sinterproces verbeteren indien ze tijdens smelten het hoogste smeltpunt niet overschrijden. Bijgevolg zou de vaste fractie de krimp bij afkoeling minimaliseren. Een bimodaal smeltpunt werd verkregen voor alle mengsels maar de brede tweede smeltpiek is nadelig voor het smeltproces. Echter kan deze hypothese nog steeds veelbelovend zijn als een combinatie van polymeren gevonden kan worden met een goede spreiding in smeltpunten. Een andere manier om de krimp te minimaliseren is door het gebruik van random copolymeren van twee polyamiden. Er wordt van dergelijke copolymeren verwacht dat ze naast een vloeibaar amorf, ook een belangrijke fractie van vast amorf materiaal bevatten. De verminderde kristalliniteit en de grotere vaste amorfe fractie zal leiden tot een kleinere sprong in dichtheid tijdens het stollen resulterend in een kleinere krimp. De huidige resultaten geven aanwijzingen tot het bestaan van deze fractie, maar moeten nog versterkt worden. De hierboven vermelde hypothesen werden getest met behulp van DSC, X-stralen en NMR metingen.

Keywords


Dissertation
Invloed van de vertakkingsgraad op de chirale zelfassemblage van poly(fenyleen ethynyleenen)
Authors: --- ---
Year: 2014 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In dit werk werd de invloed van de vertakkingsgraad op de chirale aggregatie van poly(fenyleenethynyleen) onderzocht. In het eerste deel staat beschreven hoe vertakte poly(fenyleenethynylenen) gesynthetiseerd worden met een gecontroleerde vertakkingsgraad. Om dit doel te realiseren werden drie monomeren gesynthetiseerd: twee lineaire monomeren (1,4-di[((S)-3,7-dimethyloctyl)oxy]-2,5-dijoodbenzeen en 1,4-di[((S)-3,7-dimethyloctyl)oxy]-2,5-diethynylbenzeen) en één vertakkingsmonomeer (1,4-diethynyl-2-joodbenzeen). Deze monomeren werden gepolymeriseerd in aanwezigheid van een ketenstopper (joodbenzeen) door middel van Sonogashirakoppelingen. Door de verhouding tussen het vertakkingsmonomeer en de lineaire monomeren te variëren werden vijf polymeren met een welbepaalde vertakkingsgraad gesynthetiseerd. Het tweede deel van dit werk beschrijft het aggregatiegedrag van de polymeren. Het aggregatiegedrag werd onderzocht met vier verschillende technieken: UV-VIS-, CD- en fluorescentiespectroscopie en DSC. Er is aangetoond dat er een afnemende neiging tot aggregatie van de polymeerketens is bij een stijgende vertakkingsgraad. Ondanks de slechtere aggregatie van vertakte polymeren kunnen ze een sterkere chirale expressie vertonen dan het lineaire polymeer, wat aangetoond werd door middel van CD-spectroscopie.

Keywords


Dissertation
Liquid nickel salts : Synthesis and electrochemical characterisation
Authors: --- --- ---
Year: 2014 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Ionische vloeistoffen (ILs) zijn solventen die volledig uit ionen bestaan en een smeltpunt hebben beneden 100 °C. Ze zijn opgebouwd uit omvangrijke organische of anorganische kationen, gecombineerd met zwak coördinerende anionen. Transitiemetalen kunnen geïncorporeerd worden in zowel het kation als het anion. Wanneer een transitiemetaal is ingebouwd in het kation, spreken we over vloeibare metaalzouten. Het hoofddoel van deze masterproef was het synthetiseren en karakteriseren van nieuwe vloeibare metaalzouten met nikkel(II) als transitiemetaalion. Om het nikkel(II)-kation te stabiliseren werden verscheidene liganden toegevoegd: 1-alkylimidazolen (waarbij de lengte van de koolstofketen gevarieerd werd van C1 tot C12), sulfoxides (dimethylsulfoxide en di-n-butylsulfoxide) en glycol methylethers zijn de belangrijkste liganden die werden gebruikt. Ook de anionen werden gevarieerd. Het meest gebruikte anion was bis(trifluormethylsulfonyl)imide (bistriflimide) aangezien het zwak coördinerend is. Andere gebruikte anionen waren trifluormethaansulfonaat (triflaat), methaansulfonaat (mesylaat), tetrafluoroboraat (BF4-) en nitraat (NO3-). Verschillende combinaties werden gesynthetiseerd en gekarakteriseerd (CHN, DSC, IR, NMR, viscositeit, XRD,...) om uiteindelijk vloeibare nikkel-zouten te bekomen die gebruikt kunnen worden voor elektrodepositie. Een algemene trend kan waargenomen worden wanneer de smeltpunten binnen de [Ni(AlkIm)6][Tf2N]2 serie onderzocht wordt. Een daling van het smeltpunt wordt waargenomen tussen 1-methylimidazool en 1-pentylimidazool tot het complex vloeibaar wordt. Vanaf 1-heptylimidazool stijgt het smeltpunt weer omwille van de Van der Waals interacties die optreden tussen de alkylketens. Een oneven-even effect wordt waargenomen wanneer de verschillende smeltpunten bestudeerd worden. Het is opmerkelijk dat complexen met een oneven aantal koolstofatomen systematisch een lager smeltpunt hebben dan de complexen met een even aantal koolstofatomen. Een voorbeeld hiervan kan teruggevonden worden binnen de [Ni(AlkIm)6][Tf2N]2 serie voor de ketenlengtes C2 tot C4 (Tm, ethyl > Tm, propyl < Tm, butyl) en C8 tot C10 (Tm, octyl > Tm, nonyl < Tm, decyl). Hetzelfde effect wordt ook waargenomen wanneer de dynamische viscositeit geanalyseerd wordt. Deze alterneert over de ganse serie (C3 tot C10) waarbij de maxima gesitueerd zijn bij complexen met een oneven aantal koolstofatomen. Twee complexen werden gebruikt voor elektrochemisch onderzoek: [Ni(HeIm)6][Tf2N]2 en [Ni(DoIm)6][Tf2N]2. Wanneer de resultaten van cyclische voltammetrie experimenten op het eerste complex worden bestudeerd, werd tot de conclusie gekomen dat er mogelijk nanodeeltjes gevormd worden. Voor het tweede complex werden gelijkaardige vaststellingen gedaan en met behulp van een TEM meting werd dit vermoeden bewezen.

Keywords


Dissertation
Non-linear Optics of Benzothiazo-Compounds with Theoretical Underpinning
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Optica handelt over de interactie tussen licht en materie. Bijgevolg dienen beiden beschreven te worden wanneer optische fenomenen worden bestudeerd. Licht wordt gebruikelijk voorgesteld als een elektromagnetische golf. Voor de meeste optische effecten zijn vooral de oscillerende elektrische velden belangrijk, veel meer dan de bijhorende magnetische velden. Sinds de ontwikkeling van de kwantummechanica in het begin van de twintigste eeuw wordt materie veelal kwantumfysisch beschreven. Bij lineaire media zijn optische effecten op een lineaire manier afhankelijk van het aangelegde optische veld. Bij niet-lineaire optische (NLO) materialen gaat deze evenredigheid niet langer op. Hier zullen optische processen op een niet-lineaire manier afhangen van de optische veldsterkte. Een maat om te beschrijven hoe sterk een molecule afwijkt van lineair gedrag is de hyperpolariseerbaarheid. Materialen met sterke niet-lineaire optische effecten zijn een intens bestudeerd onderwerp omdat ze belangrijke potentiële toepassingen hebben in de moderne communicatietechnologie, meer bepaald bij optische datatransfer, verwerking en opslag, waarbij ze langzamerhand de klassieke optische apparatuur vervangen. Hierbij is er een stijgende vraag naar materialen met een zo groot mogelijke hyperpolariseerbaarheid. Daarom is het wenselijk verbanden te zoeken tussen moleculaire structuur en hyperpolariseerbaarheid. In deze thesis wordt het niet-lineair optisch gedrag van benzothiazolen en benzothiazoliumverbindingen onderzocht. Dit gebeurt zowel vanuit experimenteel als computationeel standpunt. Experimenteel worden de verbindingen onderzocht door hun hyperpolariseerbaarheid te meten aan de hand van de methode van spectrale hyper-Rayleigh scattering (HRS). Om op zoek te gaan naar verbanden tussen moleculaire structuur en niet-lineaire optische eigenschappen, moeten verschillende verbindingen vergeleken kunnen worden. De ingewikkelde golflengte-afhankelijkheid van niet-lineaire interacties maakt dit echter een moeilijke opdracht. Om op een objectieve manier verbindingen met verschillende golflengte-afhankelijkheden te kunnen vergelijken, moet men op zoek gaan naar methodes om naar golflengte te kunnen schalen. Dit gebeurt doorgaans door bepaalde benaderingen te hanteren en binnen bepaalde modellen te werken. De gemaakte benaderingen zullen echter niet altijd even correct zijn, en niet-lineaire eigenschappen van verschillende verbindingen blijken over het algemeen moeilijk vergelijkbaar. Door gebruik te maken van kwantumchemische theorie en computationele methodes kunnen de benzothiazo-verbindingen ook vanuit theoretisch oogpunt worden onderzocht. Aan de hand van zogenaamde `finite field methods' en door gebruik te maken van densiteit functionaal theorie werden de hyperpolariseerbaarheden van de verbindingen berekend. De berekeningen waren echter sterk afhankelijk van configurationele effecten, en vergelijking met experimentele resultaten bleek niet evident.

Keywords

Listing 11 - 20 of 316 << page
of 32
>>
Sort by