Listing 1 - 10 of 29 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Affective and dynamic functions --- Social psychology --- Community organization --- Belgium
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
De buurt herbergt een enorme waarde voor alle bewoners, samengevat in het sociaal kapitaal. Die waarde breidt zich uit naar de hele maatschappij, binnen thema’s als veiligheid, mobiliteit en zorg - think global, act local. Dat sociaal kapitaal lijkt echter niet binnen elke lokale gemeenschap even aanwezig te zijn. Overheden worden zich bewust van het potentieel van hetl okale niveau en vragen zich dus af hoe ze betrokkenheid bij de buurt kunnen stimuleren. In dit boekje schoven we een formule naar voren. Het is niet evident om als lokale overheid een impact te maken op het potentieel, de middelen van een buurt. Wij geloven echter steevast dat alle benodigdhedenom een uitdaging aan te pakken al aanwezig zijn in iedere buurt.Op de toegang tot de middelen van een buurt kan een lokale overheid oforganisatiewel een aanzienlijke impact maken. Dit aan de hand van gemeenschapsvorming.Daarmee beïnvloeden we de mate waarin bewoners op het netwerk van de buurt kunnen en willen aansluiten. Dat willen aansluiten koppelden we aan de sociale cohesie van een lokale gemeenschap. Die is uit een heleboel sociale dimensies opgebouwd die een lokale overheid of organisatie in variërende mate kan stimuleren. Het kunnen aansluiten brachten we in verband met de ruimtes waarbinnen buren met elkaar in contact kunnen komen. De overheid kan zo inzetten op plekken en kanalen die ontmoetingen en uitwisselingen stimuleren. POTENTIEEL TOEGANG SOCIAAL× = KAPITAALConclusie78Het is de rol van de lokale overheid om op een weldoordachte en geïnspireerde manier als facilitator op te treden, en zo te investeren in gemeenschapsvorming. Dit door eerst te begrijpen waar de pijnpunten, uitdagingen en kansen liggen, en vervolgens buurtprojecten en ruimtes te creëren die buurtbewoners in staat stellen en bereid maken om aan te sluiten op het netwerk van de buurt. Hoplr wil als digitaal buurtnetwerk en kenniscentrum voor buurten haar steentje bijdragen. Wij werken momenteel aan de Buurtscore die aan de hand van een automatische buurtscan verschillende dimensies van een buurt jaar na jaar blootlegt, gebaseerd op de formule die we in dit boekje hebben besproken. Met behulp van deze score zul je acties en interventies doelgerichter kunnen ontwikkelen en evalueren.De Buurtscore doet dienst als laag bovenop onze bestaande digitale buurtnetwerken, waar honderdduizenden buren vandaag al in een positieve context informatie, hulp en spullen uitwisselen.Daarnaast is er ook onze Buurtconciërge, waarmee we de kracht van een lokale vertrouwenspersoon combineren met een digitaal dashboard dat vraag en aanbod op elkaar afstemt.
Choose an application
Choose an application
Achtergrond: Het Elektronisch Medisch Dossier (EMD) in de eerste lijn groeide de voorbije decennia uit tot een functioneel en interactief registratie- en communicatiemiddel. De structuur van een consultatie zoals die beschreven wordt in het Leuvens consultatiemodel wordt in het EMD vertaald naar het SOEP-registratiemodel (Subjectief, Objectief, Evaluatie en Planning). Dit model lijkt goed te werken voor acute pathologie en korte episodezorg, maar ontoereikend bij de opvolging van chronische en niet-somatische zorg. Onderzoeksvraag: Het doel van dit onderzoek bestond erin om na te gaan hoe we het huidige SOEP-model kunnen aanpassen in functie van een betere opvolging van chronische en niet-somatische zorg op een interoperabele manier. Methode: We voerden een kwalitatief beschrijvend onderzoek uit op basis van elf semigestructureerde interviews, bij actieve Vlaamse huisartsen met minstens vijf jaar praktijkervaring. We includeerden zes CareConnect-, drie Daktari-, één HealtOne- en posthoc één Medispring-gebruiker(s). De interviewtranscripties werden geanalyseerd volgens de systematische methode van de QUAGOL-gids (The Qualitative Analysis Guide of Leuven) op een deductieve manier met behulp van het computerprogramma NVivo. We konden van daaruit een aantal belangrijke thema’s isoleren die als basis dienden voor een aantal voorstellen als antwoord op de onderzoeksvraag. Het studieprotocol werd goedgekeurd door de Ethische Commissie Onderzoek UZ/KU Leuven (MP023662). Resultaten: Binnen het ‘S’-onderdeel ontbreekt ruimte voor de ‘ICE’ (Ideas, Concerns and Expectations). Pathologie-specifieke sjablonen op basis van de noden van de gebruikers en de richtlijnen omtrent de desbetreffende aandoening kunnen binnen het ‘S’- en ‘O’-onderdeel meer structuur en houvast bieden. Het ‘E’-onderdeel mist de mogelijkheid om differentiaaldiagnoses en evolutie binnen de diagnostiek weer te geven. Voor geestelijke gezondheidszorg kan een samenvattingslijn toegevoegd worden. Verder kan een horizontale tijdslijn een antwoord bieden op het gebrek aan een longitudinaal overzicht. De mogelijkheden voor consultkoppeling en structuur binnen de probleemlijst schieten tekort. Voor chronische aandoeningen zou de planning beter toegankelijk moeten zijn tijdens de consultregistratie met weergave van zorgdoelen en streefwaarden. De interoperabiliteit kan verbeterd worden met behulp van een gemeenschappelijke probleemlijst en automatische invoer van parameters en vragenlijsten van buitenaf in het EMD. Conclusie: Op basis van dit onderzoek weerhouden we een aantal tekortkomingen en verbeterpunten van het SOEP-registratiemodel bij de opvolging van chronische en niet-somatische aandoeningen. Er is nood aan duidelijke richtlijnen en overleg tussen de EMD-softwareontwikkelaars en de gebruikers. We hopen met deze studie een aanzet te geven tot verder onderzoek naar een meer bruikbaar model.
Listing 1 - 10 of 29 | << page >> |
Sort by
|