Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|
Choose an application
Dit onderzoek richt zich op de rol en impact van procedurele doelen in het wiskundeonderwijs, met specifieke aandacht voor hun integratie in de lessen wiskunde en het leerproces van studenten. Deze doelen hebben als mededeling ‘Het is niet de bedoeling om deze rubriek als een apart gegeven te benaderen: de leraar heeft de vrijheid en verantwoordelijkheid om onderstaande doelen breed en strategisch in te zetten en te combineren met doelen uit de inhoudelijke rubrieken.’ Procedurele doelen in wiskunde verwijzen naar de stapsgewijze vaardigheden en strategieën die nodig zijn om wiskundige problemen op te lossen, variërend van eenvoudige berekeningen tot complexe opgaves. Dit zorgt voor volgende onderzoeksvraag ‘Hoe kunnen procedurele doelen concreet toegepast worden in de lessen wiskunde?’ Dit wordt onderzocht met behulp van volgende deelvragen ‘Wat zijn procedurele doelen?’, ‘Hoe verschillen deze van inhoudelijke doelen?’, ‘Hoe worden procedurele doelen nu toegepast?’ en ‘Op welke manier is er ruimte voor verbetering?’. De literatuurstudie verduidelijkt de cruciale rol van procedurele doelen in het ontwikkelen van wiskundige bekwaamheid en het bevorderen van wiskundig denken bij leerlingen. Het benadrukt het belang van het expliciet aanleren en oefenen van procedurele vaardigheden als fundamenten voor conceptueel begrip en probleemoplossend vermogen in wiskunde. Het onderzoek wordt uitgevoerd door middel van observaties van wiskundelessen en enquêtes onder wiskundeleraren om inzicht te krijgen in hun benaderingen en praktijken met betrekking tot procedurele doelen. De resultaten tonen aan dat leraren een scala aan methoden en strategieën gebruiken om procedurele vaardigheden te onderwijzen, waaronder directe instructie, geleide oefeningen en differentiatie naar behoefte van de leerlingen. De ontwikkelde materialen kunnen hierop een aanvulling zijn. De bevindingen van dit onderzoek dragen bij aan het begrip van de effectiviteit van procedurele doelen in het wiskundeonderwijs en benadrukken het belang van een gebalanceerde benadering die zowel procedurele vaardigheden als conceptueel begrip omvat. Het biedt aanbevelingen voor leraren om procedurele doelen op een doelgerichte en inclusieve manier te integreren in het wiskundeonderwijs, met als uiteindelijk doel het bevorderen van wiskundig succes en zelfvertrouwen bij alle studenten.
Choose an application
De laatste jaren wordt er meer en meer aandacht besteed aan jongeren met ontwikkelings- of leerproblemen. Vaak worden enkel de jongeren met een achterstand hierbij bekeken, de jongeren met een voorsprong worden vaak vergeten. Daarom stelde het Sint-Pauluscollege in Waregem, waar er zeer veel cognitief sterke leerlingen zitten, de vraag wat er gedaan kan worden om deze leerlingen te kunnen helpen. Er moest gezocht worden naar een alternatief voor de alledaagse les, waarvoor sommigen vrijstellingen hebben. Zodat deze leerlingen met een voorsprong toch uitgedaagd worden. Zo kwamen wij bij onze onderzoeksvraag: Hoe moet een leerpad vectorleer worden opgebouwd om te differentiëren bij CSF-leerlingen? Waarom een leerpad over vectoren? Dit is een relatief nieuw stuk theorie in het secundair onderwijs. Het is wel aanwezig, maar op een minieme manier. Daarom leek dit een interessant thema om uit te werken in een online leerpad voor de jongeren. Voordat dit plan gerealiseerd kon worden, moesten enkele dingen onderzocht worden. Bijvoorbeeld: Waarom is differentiatie bij CSF-leerlingen belangrijk? Welke vorm moet het leerpad hebben? Welke inhouden komen er in het leerpad? Hoe kan de effectiviteit gecontroleerd worden? Wat is de rol van de leraar? Dit werden snel de 5 deelvragen van de onderzoeksvraag. Om de bovenstaande vragen te beantwoorden zijn er verschillende stappen doorlopen, onder andere een literatuurstudie gemaakt, op observatie gegaan in een klas met CSF-leerlingen, een eerste versie van het leerpad gemaakt en uitgetest, een enquête verstuurd bij de test van het leerpad… Bij het laatste kwamen snel een aantal problemen naar voren: het leerpad moest aantrekkelijker zijn, de aanbreng van oefeningen moest op een compleet andere manier… Na wat aanpassingen is er nu een online theoretisch leerpad in OneNote en een aparte oefeningenbundel in Word. Onze 3 grootste voorwaarden zijn hierbij ook voldaan: de CSF-leerlingen kunnen zowel het leerpad als de oefeningenbundel compleet zelfstandig doorlopen. Het leerpad, maar vooral de oefeningen zijn aantrekkelijk gemaakt voor de leerlingen en deze oefeningenbundel controleert de effectiviteit van het leerpad. Als conclusie kan er wel gesteld worden dat de onderzoeksvraag beantwoord is. Het leerpad is goed opgebouwd om te differentiëren bij CSF-leerlingen. Het belangrijkste hierbij blijft: de differentiatie moet aantrekkelijk en interessant zijn voor de leerlingen. Anders zullen ze niet gemotiveerd geraken of blijven om alles zelfstandig te doorlopen. Er is in de toekomst nog ruimte voor uitbreiding en verbeteringen. Dit kan in eerste instantie de vorm aannemen van extra hoofdstukken, verdiepende oefeningen en een evaluatiemogelijkheid.
Choose an application
De laatste jaren wordt er meer en meer aandacht besteed aan jongeren met ontwikkelings- of leerproblemen. Vaak worden enkel de jongeren met een achterstand hierbij bekeken, de jongeren met een voorsprong worden vaak vergeten. Daarom stelde het Sint-Pauluscollege in Waregem, waar er zeer veel cognitief sterke leerlingen zitten, de vraag wat er gedaan kan worden om deze leerlingen te kunnen helpen. Er moest gezocht worden naar een alternatief voor de alledaagse les, waarvoor sommigen vrijstellingen hebben. Zodat deze leerlingen met een voorsprong toch uitgedaagd worden. Zo kwamen wij bij onze onderzoeksvraag: Hoe moet een leerpad vectorleer worden opgebouwd om te differentiëren bij CSF-leerlingen? Waarom een leerpad over vectoren? Dit is een relatief nieuw stuk theorie in het secundair onderwijs. Het is wel aanwezig, maar op een minieme manier. Daarom leek dit een interessant thema om uit te werken in een online leerpad voor de jongeren. Voordat dit plan gerealiseerd kon worden, moesten enkele dingen onderzocht worden. Bijvoorbeeld: Waarom is differentiatie bij CSF-leerlingen belangrijk? Welke vorm moet het leerpad hebben? Welke inhouden komen er in het leerpad? Hoe kan de effectiviteit gecontroleerd worden? Wat is de rol van de leraar? Dit werden snel de 5 deelvragen van de onderzoeksvraag. Om de bovenstaande vragen te beantwoorden zijn er verschillende stappen doorlopen, onder andere een literatuurstudie gemaakt, op observatie gegaan in een klas met CSF-leerlingen, een eerste versie van het leerpad gemaakt en uitgetest, een enquête verstuurd bij de test van het leerpad… Bij het laatste kwamen snel een aantal problemen naar voren: het leerpad moest aantrekkelijker zijn, de aanbreng van oefeningen moest op een compleet andere manier… Na wat aanpassingen is er nu een online theoretisch leerpad in OneNote en een aparte oefeningenbundel in Word. Onze 3 grootste voorwaarden zijn hierbij ook voldaan: de CSF-leerlingen kunnen zowel het leerpad als de oefeningenbundel compleet zelfstandig doorlopen. Het leerpad, maar vooral de oefeningen zijn aantrekkelijk gemaakt voor de leerlingen en deze oefeningenbundel controleert de effectiviteit van het leerpad. Als conclusie kan er wel gesteld worden dat de onderzoeksvraag beantwoord is. Het leerpad is goed opgebouwd om te differentiëren bij CSF-leerlingen. Het belangrijkste hierbij blijft: de differentiatie moet aantrekkelijk en interessant zijn voor de leerlingen. Anders zullen ze niet gemotiveerd geraken of blijven om alles zelfstandig te doorlopen. Er is in de toekomst nog ruimte voor uitbreiding en verbeteringen. Dit kan in eerste instantie de vorm aannemen van extra hoofdstukken, verdiepende oefeningen en een evaluatiemogelijkheid.
Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|