Listing 1 - 2 of 2 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Met de toenemende vraag naar STEM-profielen (science, technology, engineering & mathematics) stijgt ook de interesse van mensen om zich op dat gebied te verbeteren. Een aspect dat daarbij vaak aan bod komt is ruimtelijk inzicht. Hoewel gebarentalen dankzij hun visueel-ruimtelijke modaliteit dat ruimtelijk inzicht voortdurend lijken te trainen, blijven ze bij onderzoek naar STEM vaak onderbelicht. Het lijkt wel alsof enkel onderzoekers binnen Deaf Studies de veelbelovende mogelijkheden van gebarentalen zien. Nochtans zijn gebaarders vaak twee- of meertalig en meertaligheid op zich biedt al voordelen. In 1962 slaagden Peal en Lambert er voor het eerst in om die voordelen aan te tonen. Uit hun onderzoek bleek dat tweetaligen het beter deden op zowel verbale als non-verbale testen. Cummins introduceerde in 1981 de idee dat alle talen een gemeenschappelijke basis hebben en dat wie meertalig is, concepten en vaardigheden van de ene taal op de andere kan overdragen. Bialystok kwam in 2001 tot de hypothese dat tweetaligheid ook non-verbale functies verbetert. In de jaren daarna tonen verschillende onderzoekers aan dat zowel opgroeien met meerdere talen als het aanleren van een nieuwe taal inderdaad een impact op de cognitieve ontwikkeling heeft. Meertaligen moeten immers voortdurend één of meerdere talen onderdrukken om interferentie te vermijden, waardoor hun brein flexibeler zou zijn. Voor bimodale tweetaligen, die zowel een gebarentaal als een gesproken taal machtig zijn, blijkt het minder noodzakelijk om de andere taal te onderdrukken. Zij kunnen beide talen tegelijkertijd aanwenden of code-blenden. Toch zijn er recente studies waaruit blijkt dat cognitieve functies bij M2L2-leerders veranderen. In dit onderzoek is de vraag dan ook wat het effect van één academiejaar Vlaamse Gebarentaal (VGT) volgen op het wiskundig ruimtelijk inzicht is. Om dat na te gaan werd een nieuw experiment met een pre- en post-test ontwikkeld. Elke test bestaat uit vijftien ruimtelijke, wiskundige problemen. De VGT-studenten en een controlegroep legden beide testen resp. bij het begin en op het einde van het academiejaar af. Hun verschil in vooruitgang werd daarna vergeleken. Omwille van de kleine steekproef en de beperkte testperiode bleek het onmogelijk om tot een duidelijke conclusie te komen. Dit proefschrift geeft een aanzet tot verder onderzoek en haalt naast de oorspronkelijke onderzoeksvraag nog verschillende vragen aan waarop nog een antwoord gevonden moet worden.
Listing 1 - 2 of 2 |
Sort by
|