Listing 1 - 10 of 39 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Bij deze bachelorproef werden 4 activiteiten opgesteld die gelinkt zijn aan een plaats in het voedselbos van Pomona. Aan de inkom, aan de bijenbuffer, aan de productierand en aan de landschapsbuffer werd telkens 1 activiteit ontworpen waarin telkens een thema verwerkt werd dat hoorde bij die plaats of die ‘stop’. De bedoeling hierbij was om de doelgroep, kinderen van 9 tot en met 12 jaar, spelenderwijs te laten kennis maken met enkele ‘groene’ concepten gelinkt aan het voedselbos. Aan de inkom wordt er door een quiz dieper ingegaan op wat boslandbouw of agroforestry is, wat een voedselbos is en de lagen in een voedselbos. Bij de bijenbuffer was het thema bijen, de bedreigingen waarmee bijen kampen en hoe Pomona hen probeert te helpen. Een andere activiteit vond plaats bij de productierand, waar het vooral draaide rond de verschillende lagen in een voedselbos en het belang van biodiversiteit. Als laatste komt de landschapsbuffer aan bod, waar de inhoud van de activiteit gaat over kleine landschapselementen en hoe deze van belang zijn voor fauna. Om de inhoud van iedere stop/activiteit goed te onderbouwen, werd er vooraf een literatuurstudie gemaakt over het desbetreffende onderwerp. Om een beter beeld te krijgen op de doelgroep en hoe ze dingen leren werd hierover eveneens informatie verzameld. Aan de hand van eigen ideeën, ideeën van de promotor en co-promotor en inspiratie van andere activiteiten en (gezelschaps)spelletjes werd aan de slag gegaan om zelf activiteiten te ontwerpen die gebruikt konden worden in het voedselbos. Een beschrijving van de activiteiten is te vinden in bijlage.
Choose an application
De richting Agro- en Biotechnologie is een zeer ruime richting. Er wordt niet echt toegespitst op een bepaald beroep. Je kan met dit diploma talrijke richtingen uit. Toch is het duidelijk dat er op bepaalde vlakken heel wat informatie mist. Studenten die in een kliniek of een dierenartsenpraktijk willen beginnen als assistent beginnen vaak blind aan hun oriëntatie- of eindstage. Waardoor het begin erg moeilijk is. Ook voor de mensen van de stage is het vaak frustrerend, want zij hopen toch op enige kennis. Vandaar deze bachelorproef. Het doel van deze bachelorproef is om de studenten basis informatie te geven over onderwerpen waar veel vragen over gesteld worden. Deze vragen worden vaak aan dierenartsen gevraagd, maar zeker ook aan assistenten. In deze bachelorproef zal het vooral gaan over kat en hond, omdat er zelden andere diersoorten naar klinieken / praktijken voor kleine gezelschapsdieren komen. Om te weten welke vragen en onderwerpen dit juist zijn is er een enquête opgesteld. Deze wordt naar verschillende klinieken en praktijken doorgestuurd. Ook wordt de enquête in een facebookgroep van dierenartsassistenten over heel België gezet. In deze enquête worden er vragen gesteld omtrent de vooropleiding en het beroep van de bevraagde assistenten, maar ook vragen over hoe vaak bepaalde onderwerpen en vragen aanbod komen in de kliniek / praktijk. Met de resultaten van de enquête wordt een brochure opgesteld waarin alle vragen wetenschappelijk onderbouwd worden. Dit staat allemaal in de literatuurstudie. Zo worden er vragen beantwoord over castratie / sterilisatie bij honden en katten, maar ook vragen over de registratie van huisdieren. Zo worden er tien verschillende onderwerpen besproken. Uit de antwoorden van de enquête bleek dat er toch over een paar onderwerpen zelden tot nooit vragen gesteld worden, daarom zijn deze niet uitgebreid besproken. Aan het einde van de bachelorproef is ook het ontwerp van de brochure te zien. Deze kan afgeprint en uitgedeeld worden onder de studenten Agro- en Biotechnologie.
Choose an application
Huisdieren maken steeds meer deel uit van het gezin en huisdiereigenaren willen hun dieren de beste zorgen kunnen bieden. Huisdierverzekeringen kunnen hierbij helpen, want zo een verzekering dekt de (hoge) onverwachte dierenartskosten. Elk jaar stijgt in België het aantal verzekerde huisdieren en op dit moment is 3% van alle huisdieren verzekerd. Het doel van deze bachelorproef is om een beter beeld te krijgen van de huisdierverzekeringsmarkt in Vlaanderen. Er wordt bekeken wie de aanbieders zijn, welke interesse er is bij huisdiereigenaren voor deze verzekeringen en welke factoren de interesse in een dierziekteverzekering beïnvloeden. Tot slot werd er ook nagegaan of huisdierverzekeringen een invloed hebben op het dierenwelzijn. In de resultaten van de enquête is te zien dat iets meer dan 40% van de niet-verzekerde huisdiereigenaren interesse heeft in een dierziekteverzekering. De bepalende factoren bij een huisdierverzekering zijn de dierenartskosten en het inkomen van de eigenaar. Ook de dierenartsen geven aan dierziekteverzekeringen onder bepaalde voorwaarden in de toekomst te willen promoten. Op het vlak van dierenwelzijn is er nog niet veel bekend. Uit het onderzoek is gebleken dat de huisdierverzekeringsmarkt in Vlaanderen nog veel kan groeien en dat er nog veel ruimte is voor verder onderzoek rond deze thematiek.
Choose an application
Het gebruik van zoekhonden kent een sterke toename doorheen de jaren voor detectie van moeilijk vindbare stoffen, gaande van explosieven tot smokkelwaar, ziektes of bedreigde diersoorten. De honden hebben een sterk reukorgaan en aan de hand van de snuffelduur zou er veel gezegd kunnen worden over hun prestatie. In deze studie werd een SnuffelSensor gebruikt en werd er onderzocht of we met sensoren de snuffelduur kunnen meten bij zoekhonden. Tijdens de testen werden drie ecologische detectiehonden ingezet met verschillende trainingsniveau’s. Bij de SnuffelSensor werkte de meting van de duur via infraroodmeting heel goed en het doorsturen van de data ook. De druk kon niet altijd gemeten worden, doordat niet alle honden druk uitoefenen en soms de veer bleef hangen. De SnuffelSensor gaf meer nauwkeurige metingen dan wanneer de duur gemeten zou worden door videobeelden zelf te timen. De snuffelduur was heel kort bij alle honden, met grote verschillen tussen hen. Wietse snuffelde het kortste, Rafale en Smokey beide wat langer. Een vorige studie vond op basis van video-analyse dat de snuffelduur bij vals negatieve meldingen verlengd was. Dit kon deels bevestigd worden. Het snuffelen was veel korter bij correct negatieve scores dan bij andere responsen. Bij correct en vals positief en vals negatief fixeerden de honden langer. We kunnen dus afleiden dat als de hond lang fixeert dit betekent dat het correct of vals positief of vals negatief is. De voorgaande studie vond ook dat honden nooit herhaaldelijk snuffelen bij correct negatieven. Ze vonden dat het herhaaldelijk terug snuffelen vooral gebeurde bij correct positieve scores. Ook dit kon deels bevestigd worden. De honden snuffelden vaker herhaaldelijk bij correct positieven dan bij correct negatieven, al werd er soms ook herhaald gesnuffeld bij correct negatieven. De SnuffelSensor is een nuttige tool om inzicht te krijgen in vragen over de snuffelduur en zal zeker een nuttige tool zijn voor toekomstige onderzoeken.
Choose an application
Dog Assisted Interventions (DAI) wordt steeds meer toegepast in de gezondheidszorg maar ook in andere settingen. DAI is een onderdeel van Animal-Assisted Interventions en benut de band tussen mens en dier, waarbij het dier deel uitmaakt van een proces of omgeving. DAI en AAI steunen op de positieve invloeden die dieren op de menselijke gezondheid kunnen hebben. Het doel van deze studie is een inzicht geven over wat de effecten van DAI zijn op de betrokken personen, maar ook of er knelpunten geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van opgenomen beelden. Zowel de positieve en negatieve effecten van DAI komen hierbij aan bod, zowel voor de hond als voor de bewoners van het woonzorgcentrum (WZC). Er wordt gekeken naar de rol van de begeleiders, de honden en de bewoners. Een overzichtstabel geeft vervolgens verschillende thema’s weer waar men knelpunten in zou kunnen vinden. Onder andere het welzijn van de hond, welzijn van de bewoners, duur sessies, etc. Ten slotte geeft deze literatuurstudie een overzicht van AAI en de verschillende vormen. Ook het effect van DAI op bewoners met dementie of bewoners in een WZC wordt beschreven. DAI kan voor de dieren zowel voor- als nadelig zijn. Er is echter nog meer onderzoek nodig om het volledige effect op het welzijn van het dier te kunnen bepalen.
Choose an application
Samenvatting Odisee Hogeschool wil samen met Aeres hogeschool Wageningen een belevingstuin voor honden ontwikkelen. Belevingstuinen werden aanvankelijk ontworpen voor slechtzienden, maar na verloop van tijd werden ze afgestemd op een breder publiek. Ze hebben als doel de menselijk zintuigen aan te spreken en het welzijn te verbeteren. Daarom zijn ze meestal terug te vinden naast of in de buurt van scholen en gezondheidscentra. Belevingstuinen worden tegenwoordig ontworpen met integratie van dieren, aangezien dit kan leiden tot vruchtbare sociale interacties. Dit door middel van het toevoegen van o.a. waterpartijen of planten die dieren aantrekken. Dit zou mede het welzijn van de mensen verbeteren, maar is dit ook zo voor dieren. Hebben dieren ook baat bij een belevingstuin? Om een antwoord te formuleren op bovenstaande vraag werd al snel duidelijk dat er eerst dieper ingegaan diende te worden op wat dierenwelzijn is en hoe dit kan verbeterd worden door verrijking door middel van een literatuuronderzoek. In totaal werden er 268 artikels geraadpleegd en 116 geïncludeerd met een publicatiedatum vanaf 1990. De meeste dierentuinen zien dierenwelzijn als prioriteit. Maar ondanks dat er een wetenschap over bestaat is er nog steeds geen éénduidige definitie opgesteld. Brambell was een van de eersten om voorwaarden te definiëren omtrent wat dierenwelzijn is. Deze vrijheden zijn gebaseerd op het vrij zijn van … waardoor het negatieve connotatie heeft. De laatste jaren wordt dierenwelzijn dan ook meer en meer bekeken vanuit de positieve ervaringen en minder vanuit de negatieve. Verschillende welzijnsconcepten, zoals o.a. deze van Fraser, die het drie-cirkel model introduceerde, en Mellor met zijn vijf domeinen werden uitgewerkt om het dierenwelzijn te verbeteren. Om het dierenwelzijn te verbeteren worden er verschillende verrijkingsmethoden of toevoegingen aan de omgeving van een dier gedaan die resulteren in een toename aan de kwaliteit van de omgeving en een verbetering van het fysische/psychologische welzijn van het dier. Waarbij de focus ligt op een toename van de kwaliteit van de omgeving en een verbetering van het fysische en psychologische welzijn van de dieren. Zo worden er zintuiglijke, sociale, voedsel-, cognitieve en omgevingsverrijkingsmethoden naast de interactie tussen mens en dier toegepast. Ook in dierentuinen worden deze methoden geïmplementeerd, zoals systemen om voeding en water toe te dienen die het natuurlijk gedrag stimuleren, aanpassingen in het verblijf van de dieren zodanig dat ze heel hun verblijf kunnen overzien, creëren van multispeciesgroepen, denkoefeningen introduceren of auditieve en tactiele toepassingen introduceren. Ook bij grote katten, en meer bepaald bij tijgers, wordt getracht om verrijkingsmethoden toe te passen. Nochtans is dit niet zo simpel, daar zij een complexiteit aan gedragingen bezitten , maar ook in een uitgebreid natuurlijk leefgebied leven. Wetenschappelijke informatie omtrent belevingstuinen voor dieren is zeer zeldzaam, maar als we kijken naar wat de criteria zijn voor het aanleggen van een belevingstuin voor mensen en de verschillende verrijkingsmethoden die toegepast worden in o.a. dierentuinen, kan men stellen dat dieren ook baat kunnen hebben bij een belevingstuin, daar zij ook over verschillende zintuigen beschikken die geprikkeld kunnen worden. Maar om te weten welke verrijkingsmethoden er juist kunnen toegepast worden in een belevingstuin is het belangrijk dat er meer onderzoek na
Choose an application
Het gebruik van de zintuigen is bij iedereen belangrijk. Ook bij de hond, en voornamelijk het reukvermogen. Bij zoekhonden die operationeel worden ingezet, is het belangrijk om te begrijpen vanaf hoever ze geen geur meer kunnen waarnemen. Ik heb een manier uitgewerkt om te kunnen testen of honden een geur op een bepaalde afstand nog kunnen ruiken. Hiervoor maakte ik een piloot-testopstelling en werden er metingen uitgevoerd om te evalueren of met dit ontwerp kan bepaald worden op welke afstand een geur nog waarneembaar was. . De test werd uitgevoerd door gespecialiseerde hondentrainers samen met hun hond. Het ontwerp bleek goed te werken, maar door de tests kwamen een aantal gebreken aan het licht i.v.m. het design en de testopstelling. Deze piloottest is een stap in de goede richting en er kan zeker verder op worden gebouwd. Ik geef aan hoe de huidige gebreken kunnen opgelost worden voor een eventueel vervolgonderzoek.
Choose an application
In de publieke opinie zijn er discussies rond noden van katten, en in het bijzonder over de noden van binnenhuiskatten. Om een objectieve invalshoek te hebben voor de minimale noden voor het houden van een binnenhuiskat is er een literatuurstudie uitgevoerd om deze te bepalen. Om een link te hebben met de maatschappelijke discussie werd er als tweede onderdeel een enquête opgesteld met enerzijds vragen rond de kostprijs voor de aanschaf van een kat en anderzijds wat mensen belangrijk vinden in verband met het houden van een kat en waarvoor ze bereid zijn te betalen. Het resultaat van de enquête is representatief aangezien meer dan 950 personen de enquête volledig hebben ingevuld. Bij de evaluatie van de enquête stellen we vast dat zowel mensen die een kat houden als mensen zonder een kat de enquête hebben ingevuld en dat beide doelgroepen een goed idee hadden van de noden van een kat. Als derde onderdeel wordt op basis van deze minimale vereisten uit de literatuurstudie ook een minimale kostprijs berekend. Deze kostprijs is opgesplitst in eenmalige kosten en jaarlijks terugkerende kosten. De literatuurstudie werd uitgevoerd door verschillende boeken en wetenschappelijk artikels te lezen over de historiek van katten en de noden van een hedendaagse binnenhuiskat. De enquête is opgesteld in verschillende stappen. Elk van deze stappen werd door een beperkt publiek beantwoord en de vragen becommentarieerd. Via sociale media en via formulieren met een qr-code op, werd de enquête kenbaar gemaakt. De minimale kostprijs voor eenmalige aanschaf werd bekomen door verschillende online winkels en fysieke winkels met elkaar te vergelijken, en dan een gemiddelde prijs te nemen per product uit drie gekozen goedkope winkels. Voor de terugkerende kosten werd de goedkoopste prijs genomen per product en dit uit een beperkt aantal winkels. Deze producten werden ingedeeld per soort op basis van de categorieën voeding, verzorging, hygiëne, slapen, spelen, en gezondheid. Wanneer een kat aangekocht wordt moet er rekening gehouden worden met een eenmalige kost van minimum 252,34 euro. De totale kostprijs die jaarlijks minimum nodig is voor het houden van een binnenhuiskat bedraagt 274,18 euro.
Choose an application
Veel mensen en organisaties maken al gebruik van het kruid Nepeta cataria bij katten. Het gebruik van de kruiden bij kittens komt in minder mate voor, dit vanwege het weinige onderzoek dat al gebeurd is, waardoor men niet weet of het ook een effect heeft op de kittens. Alvorens we gaan kijken naar de werking van de kruiden is het belangrijk om meer kennis op te doen over de kat (Felis silvestris catus). Om te achterhalen of kittens reageren op het kattenkruid heb ik een onderzoek uitgevoerd aan de hand van observaties. Hierbij heb ik in totaal 20 kittens geobserveerd met een leeftijd tussen de 5 en 12 weken oud. Elke kitten komt uit een aparte nest om genetische invloeden (overerfbaarheid) uit te sluiten. De kittens werden gedurende 15 minuten blootgesteld aan de kruiden en hun reacties werden vervolgens genoteerd aan de hand van een opgesteld ethogram. Ze bevonden zich in een aparte ruimte in een achthoekige ren van 8 panelen van 60cm , om zoveel mogelijk omgevingsinvloeden te elimineren. Uit het onderzoek kon ik vast stellen dat slechts 6 kittens een kattenkruidreactie vertoonde deze reactie bestaat uit: kin wrijven, kicken, likken, overmatig snuffelen en of bijten, theezakje kapot bijten of kwijlen. De kittens die reageerde hadden een leeftijd van 6, 8(2x), 10(2x) en 11 weken, hieruit kunnen we afleiden dat kittens reageren op een gemiddelde leeftijd tussen de 8 en 9 weken.
Choose an application
Deze bachelorproef onderzoekt fission-fusion management, ruimtegebruik en activiteitenbudgetten van twee bonobo subgroepen in dierenpark Planckendael. Het doel is om inzicht te in het gedrag van bonobo’s in gevangenschap, hoe ze hun ruimte benutten en hoe het fission-management werkt. Aangezien bonobo’s in het wild in minder stabiele en meer veranderde (sub)groepen leven en de mogelijkheden om in met het wild vergelijkbare situaties te leven in gevangenschap implicaties hebben, is begrip van hun welzijn in gevangenschap essentieel. Observaties werden uitgevoerd met instantaneous group scan sampling, waarbij locatie, proximiteit en gedrag elke vijf minuten werden geobserveerd. Na de observatie blijkt dat bonobo’s in gevangenschap tegenover wilde bonobo’s minder tijd aan eten spenderen, gelijkaardig of minder tijd aan bewegen, meer tijd aan rusten en sociaal gedrag tegenover wilde bonobo’s. Binnen de subgroepen vormen zich kleinere groepjes van gemiddeld 1,5 tot 4 dieren. Het ruimtegebruik toont aan dat ze meer tijd doorbrengen in zichtbare verblijven voor bezoekers, die naturalistischer ingedeeld zijn. Beide groepen ervaren vermoedelijk over het algemeen een goed welzijn, met minimaal abnormaal gedrag. Toekomstig onderzoek kan zich richten op het visitor effect bij bonobo’s in Planckendael en hun sociale interacties binnen de fission-fusion gemeenschap om een duidelijker beeld te schetsen over de onderlinge relaties en hun sociale banden.
Listing 1 - 10 of 39 | << page >> |
Sort by
|