Narrow your search

Library

VIVES (2)


Resource type

dissertation (2)


Language

Dutch (2)


Year
From To Submit

2021 (2)

Listing 1 - 2 of 2
Sort by

Dissertation
Hoe kunnen we begrip over het concept ‘Circulaire economie’ stimuleren in de tweede graad, A-finaliteit Zorg en welzijn, in zes lesuren?
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Torhout : Katholieke Hogeschool VIVES: Torhout

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het groeiend bevolkingsaantal in de wereld en het feit dat het hedendaagse getypeerd wordt door een wegwerp- en vervangcultuur, zorgt ervoor dat de grondstoffen op onze aarde uitgeput geraken. Een gevolg hiervan betreft de schaarste aan primaire grondstoffen, kinderarbeid, watervervuiling en andere maatschappelijke, ecologische en tevens negatieve effecten. Hierdoor ontstaat de nood naar kennis en het belang een eerste aanzet naar circulariteit te geven op jonge leeftijd. Ondanks dat het onderwijs aandacht besteedt aan duurzaamheid, komt circulariteit niet of slechts sporadisch in onderwijsdoelen, handboeken, … aan bod. Het introduceren van dit onderwerp in het onderwijs, zou aanzet kunnen geven tot een ecologische levensstijl bij jongeren. In wetenschappelijke literatuur blijkt de kennis over circulaire economie onderbelicht, zeker in combinatie met jongeren. Voor het opvullen van dit hiaat in de literatuur en de maatschappelijke en ecologische negatieve effecten, legt dit onderzoek zich toe op het linken van de tweede graad, A-finaliteit Zorg en welzijn met circulaire economie, waardoor de onderzoeksvraag luidt: ‘Hoe kunnen we begrip over het concept ‘circulaire economie’ stimuleren in de tweede graad, A-finaliteit Zorg en welzijn in zes lesuren?’. Voor het beantwoorden van deze vraag, worden gegevens vergaard over zowel leerkrachten (kennis en nodige didactische materialen) als leerlingen (invloeden van proactief gedrag en aanmoediging van ruimere interpretatie van circulaire economie). Deze aspecten worden achterhaald door een online enquête uit te sturen naar leerkrachten en twee lessen te geven gebaseerd op de bevindingen van de enquête. De eerste les omvat de theoretische kennismaking met circulaire economie, terwijl de tweede zich toespitst op praktische en actieve participatie en creatie van de leerlingen, en het spelen van een zelfgemaakt bordspel. Bevindingen van de enquête omvat de bereidwilligheid van leerkrachten, maar gebrek aan tijd, informatie, training en materialen rond circulaire economie. Uit de eerste les resulteerde dat kennis behapbaar was voor de leerlingen, terwijl er op het einde van de les enige afkerigheid te bespeuren viel voor de opdracht. Uit de tweede les resulteerde de openheid van de leerlingen voor zowel het praktische werkstuk als voor het bordspel. Bij leerkrachten bestaat er een duidelijke nood naar kennis over circulaire economie. Een aanbeveling hierbij is het benutten van gratis lessenpakketten van steden en organisaties. Didactische materialen zijn eerder beperkt tot de standaardmaterialen zoals een wasmachine, droogrek… . In mindere mate worden bordspellen ontworpen, maar dit zou nog meer aanwezig mogen zijn in het onderwijs. De aanmoediging van proactief gedrag van leerlingen door te participeren in online tweedehandsverkoop, leidde initieel tot strubbelingen. Uiteindelijk werd de opdracht uitgevoerd. Opdrachten mogen geen grote inspanning vergen van de leerlingen. Het aanmoedigen van een ruimere interpretatie van circulaire economie bij leerlingen werd gedaan door het aanwenden van diverse facetten, zoals waardebehoud, 9R-strategieën en uitwerken van de SDG’s in praktijkvormen. Door het zelf creëren van een pennenhouder, leerden leerlingen het concept upcycling beter kennen. Door het proces van afval van het ene product te gebruiken voor de creatie van een nieuw product konden leerlingen de overslag maken naar beter begrip en kennis over circulariteit en het sluiten van materiaalkringlopen.

Keywords


Dissertation
Taalontwikkelend lesgeven in gezondheidsopvoeding
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Torhout : Katholieke Hogeschool VIVES: Torhout

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Ik koos voor onderzoekslijn nummer 14, deze lijn wees naar taalontwikkelend of taalsterk lesgeven. De bachelorproef heb ik uitgewerkt voor het onderwijsvak gezondheidsopvoeding. In deze bachelorproef ging ik op zoek hoe je het thema vloeronderhoud kan onderwijzen aan taalzwakke cursisten. Het onderwerp kreeg ik toegewezen van een instructeur PST en PaST in het volwassenonderwijs VDAB Wevelgem. Hier heb ik ook mijn onderzoeksvraag op gebaseerd en koos ik voor:” Hoe kan je taalzwakkere mensen uit de opleiding schoonmaak in de lessen vloeronderhoud ondersteunen via de principes van taalontwikkelend lesgeven? ”. Bij deze onderzoeksvraag gaan we ook stilstaan bij andere belangrijke zaken over de taalzwakkere leerlingen of cursisten. Taalontwikkelend lesgeven is een belangrijke troef in het onderwijs, doordat het probleem zich situeert in de klassen binnen het onderwijs. De klassen bestaan uit heterogene groepen, doordat er zowel taalsterke – als taalzwakkere leerlingen in de les aanwezig zijn. Het taalniveau binnen de klas is erg verschillend, waardoor het niet voor iedere leerling even vlot verloopt om de les te kunnen volgen en/of begrijpen. Toch is het belangrijk dat leerlingen met een lager taalniveau dezelfde kansen moeten krijgen zoals de leerlingen met een sterker taalniveau. Vandaar kan taalontwikkelend lesgeven binnen de lessen vloeronderhoud een oplossing bieden zowel bij de theorie als de praktijk. Voor deze bachelorproef heb ik een ontwerponderzoek uitgevoerd, doordat mijn hoofdvraag een ontwerpvraag is. Daardoor koos ik drie onderzoeksmethodes. Als eerste het bronnenonderzoek. In mijn literatuurstudie ging ik vooral op zoek naar wat taalontwikkelend lesgeven precies is. Doordat ik informatie las over de drie pijlers en de vijf vuistregels verdiepte ik me daarna in deze informatie. Het is ook van belang dat je weet wat jouw rol als leerkracht is binnen het taalontwikkelend lesgeven. Als tweede stelde ik een enquête op en nam deze af bij een ruime doelgroep. De reden van deze ruime keuze is het feit dat taalontwikkelend lesgeven een taak is van iedere leerkracht binnen het onderwijs. Op deze manier kreeg ik een groter beeld van meningen en ervaringen van leerkrachten. Maar het was ook van belang om mijn eigen leermiddel te gaan ontwerpen. De resultaten uit mijn enquête zijn ook van belang bij het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen. Als derde ging ik observeren, doordat ik voor deze bachelorproef samen werkte met VDAB Wevelgem. Een observatie was noodzakelijk binnen mijn onderzoek, doordat mijn doelgroep van taalzwakkere leerlingen uit het secundair onderwijs veranderde naar alfa cursisten binnen het volwassenonderwijs. Daar kreeg ik de kans om mezelf voor te gaan stellen en de bachelorproef voor te stellen. Hier kreeg ik ook de kans om vragen te stellen over de doelgroep, manier van lesgeven en de noden. Deze drie onderzoeksmethoden hielpen me om mijn leermiddelen die voldoen aan de drie pijlers en mijn hoofd- en deelvragen te beantwoorden. Om na te gaan als mijn uitgewerkte leermiddelen een hulpmiddel gingen zijn voor de cursisten kreeg ik de kans om zelf een les te geven aan de cursisten. Kortom kan ik zeggen dat het me gelukt is om mijn bachelorproef van een aantal gegevens uit te werken tot een bruikbaar leermiddel dat voldoet aan de pijlers van taalontwikkelend lesgeven. Daarnaast heb ik doorheen mijn onderzoek een antwoord gevonden op mijn hoofd- en deelvragen.

Keywords

Listing 1 - 2 of 2
Sort by