Narrow your search

Library

KU Leuven (4)

ULB (1)

VUB (1)


Resource type

dissertation (3)

book (1)


Language

Dutch (2)

English (2)


Year
From To Submit

2021 (4)

Listing 1 - 4 of 4
Sort by

Dissertation
De pedagogische functie van de volkstuin, 19de en 20ste eeuw. Een analyse van het tijdschrift De Volkstuin.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Veel mensen, zowel jong als oud, gaan opnieuw aan het tuinieren. Sommigen doen dat in eigen tuin, anderen huren een volkstuintje. Hedendaagse tuinders zien het volkstuingebeuren als een sociaal-recreatieve activiteit die hen helpt om te ontspannen, en om in contact te blijven met hun buurtbewoners. De volkstuin heeft echter niet altijd die functie gekend, maar evolueerde doorheen de tijd, onder invloed van verschillende historische processen, ontwikkelingen en gebeurtenissen. In deze masterproef wordt de pedagogische functie van de volkstuin in de 19de en 20ste eeuw onderzocht. Er wordt een antwoord geformuleerd op de volgende onderzoeksvraag: ‘Hoe werd de pedagogische functie van de volkstuin geconceptualiseerd aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw?’ Dit aspect van de geschiedenis van de volkstuin werd nog maar weinig onderzocht in de literatuur. Deze masterproef wil dit hiaat deels opvullen. Deze masterproef is een kwalitatieve studie op basis van een discoursanalyse. In het eerste hoofdstuk wordt de relevantie van het onderzoek besproken en wordt er een stand van zaken gegeven betreffende het bestaande onderzoek over volkstuinen in België en het buitenland. Ook de methodologie voor deze masterproef wordt in de inleiding toegelicht. In het tweede hoofdstuk volgt een bespreking van de historische context waarin het ontstaan en de ontwikkeling van volkstuinen in België en daarbuiten moet worden gesitueerd. Hierin wordt in de eerste plaats ingegaan op de Europese ontstaanscontext, waarna de Belgische volkstuinbeweging in het bijzonder besproken wordt. In het derde hoofdstuk wordt een van de belangrijkste bronnen van de Belgische volkstuingeschiedenis onder de loep genomen: het tijdschrift De Volkstuin. In dit tijdschrift wordt op zoek gegaan naar de pedagogische functie en de verschuivingen die deze functie doorheen de tijd heeft meegemaakt. Deze analyse wordt gekaderd binnen de historische context. Het vierde, concluderende hoofdstuk beantwoordt de onderzoeksvraag. Algemeen documenteert deze masterproef hoe de pedagogische functie van de volkstuin doorheen de negentiende en twintigste eeuw evolueerde van een beschavende, naar een sociaal-recreatieve functie. Tijdens de wereldoorlogen kwam vooral de economische functie in het voetlicht. Van daaruit wordt gereflecteerd op het gewicht van deze geschiedenis: beïnvloedt deze historische evolutie de huidige functie van de volkstuin?

Keywords


Dissertation
“Sportminnend Sint-Pietersveld”: Lichamelijke opvoeding in de heropvoedingspraktijk van het Rijksopvoedingsgesticht te Ruiselede, 1912-1965.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef onderzoekt de functie, de betekenis en de praktische invulling van lichamelijke opvoeding in de heropvoedingspraktijk binnen de context van het Rijksopvoedingsgesticht (ROG) van Ruiselede in de periode tussen 1912 en 1965. De implementatie van sport in de bijzondere jeugdzorg mag tegenwoordig dan wel beschouwd worden als iets revolutionairs, deze tendens is niet zo nieuw als dit op lange termijn bekeken wordt. Dit is immers het gevolg van zeer concrete historische ontwikkelingen, die deze masterproef wil belichten. Om zicht te krijgen op zowel de praktijk als het discours rond lichamelijke opvoeding dat in de instelling heerste, heb ik een historische bronnenanalyse verricht. Aan de hand van het geselecteerde bronnencorpus heb ik verschillende ‘thematische clusters’ onderscheiden, die gelijk lopen met de thema’s waarnaar de verschillende elementen van de onderzoeksvraag peilen. Binnen elke thematische cluster wordt er zowel aandacht besteed aan discours als aan praktijk, waarbij beide elementen – indien mogelijk – aan elkaar gekoppeld worden. Om zicht te krijgen op het discours dat heerste binnen de instelling heb ik me vooral gebaseerd op de pedagogische conferenties. Of dit discours al dan niet vertaald werd in de praktijk, heb ik onderzocht aan de hand van heel diverse folders, gaande van dagboeken van opvoeders, uurroosters, stukken betreffende voetbalwedstrijden tot facturen. De bevindingen die volgden uit de bronnenanalyse, moeten echter begrepen worden in het licht van ontwikkelingen binnen het landschap van de residentiële jeugdhulpvoorzieningen enerzijds en binnen evoluties in de lichamelijke opvoeding in pedagogische contexten zoals de school anderzijds. In een laatste stap werden de vaststellingen uit het bronnenmateriaal bijgevolg geconfronteerd met de secundaire literatuur en met het theoretisch kader om zo tot een geïntegreerd antwoord op de onderzoeksvraag te komen. In deze masterproef wordt het Foucaultiaanse paradigma - en in het bijzonder het normaliserings- en disciplineringsdenken - als denkkader genomen, van waaruit ik de geschiedenis van lichamelijke opvoeding in de residentiële jeugdzorg bekijk en probeer te verklaren. In mijn analyse onderscheidde ik vier functies die aan lichamelijke opvoeding werden toegeschreven: de ‘gezondheidsfunctie’, de ‘karaktervormende en geestelijke gezondheidsfunctie’, de ‘socialiserende functie’ en de ‘recreatieve functie’. Belangrijk is dat deze functies elkaar niet vervingen doorheen de tijd, maar dat de klemtonen verschoven, afhankelijk van de bestudeerde periode. Dit gebeurde onder meer onder invloed van de reformpedagogiek en de toenemende verwetenschappelijking van het pedagogisch handelen in het ROG. Gelet op deze evoluties, kunnen we stellen dat lichamelijke opvoeding onderdeel werd van een normaliserings-, disciplinerings-, medicaliserings- en psychologiseringsproces. Omwille van de veelvuldige functies - en daarbij horende voordelen - die aan lichamelijke opvoeding werden toegeschreven, waren de attitudes tegenover lichamelijke opvoeding bovendien vrij positief. Dit ging gepaard met een tendens naar de professionalisering ervan, die in de praktijk echter niet volledig ingebed raakte.

Keywords


Dissertation
Decolonizing the university? KU Leuven students' perspectives on decolonization

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

On the 9th of March 2015, students at the University of Cape Town in South Africa demanded the removal of a statue of British colonialist Cecil Rhodes as the beginning of the process of decolonizing the university. The #Rhodesmustfall social movement has ever since influenced debates around inclusivity, decolonization, and Eurocentrism within Western universities. This has led to the fact that we now experience an ongoing prominent movement of higher education institutions reviewing their curricula and using the decolonizing lens to do so. This thesis aims to contribute to the multilayered issue of decolonization while investigating the KU Leuven as a node in an international network of universities where debates around the decolonization of the university have also appeared. Furthermore, it attempts to get a grasp of whether students think this topic is relevant and which students specifically are invested in this. Bearing in mind the contestable nature of decolonization in higher education, are the demands and the debates that are currently being held getting broad support among KU Leuven students? How do the students themselves interpret the decolonization of the university? Only minimal research has been conducted to assess and gather the opinions of students at the University, nor at many other universities in general. Therefore, there is a clear need to map students’ opinions on the decolonization of their curriculum. This research paper starts with the idea of decolonization through a bottom-up approach while noting the fact that these discussions are taking place at different speeds within different geographical contexts. As universities have become part of international contexts, students are able to study all over the world. Each of them bringing along their own background and context and, in its part shaping their perspectives on decolonization. To understand the decolonization theory, one must therefore also understand its plurality, where there is not one theory or method but multiple decentralized approaches. This thesis shows that KU Leuven students generally have a good understanding of the term, matching with the definitions and demands that are used by the student-led movements in Flanders. However, a significant part still doesn’t have any idea of what it could entail. Furthermore, this thesis investigated a possible significant link between their perceptions and their ethno-racial background. It could be concluded that students who identify as a person of Color or as a black person tend to be more pro-decolonization than students who identify themselves as white. Significant differences between the perceptions of international and Belgian students were also examined. It was found that international students generally think they have a better understanding of the decolonization of the university. Moreover, they also notice more Eurocentrism within their curricula. The students’ outcries for decolonization in recent years, in combination with the findings of this study, show that higher education institutions should take these voices into serious consideration. While there is far from a uniform definition of what decolonization within an educational context means, the debate also, more importantly, puts forward issues such as racism and ‘white fragility’. It requires academic introspection and goes further than diversifying a team or being more inclusive.

Keywords


Book
Folds of Past, Present and Future

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

This volume brings together important theoretical and methodological issues currently being debated in the field of history of education. The contributions shed insightful and critical light on the historiography of education, on issues of de-/colonization, on the historical development of the educational sciences and on the potentiality attached to the use of new and challenging source material.

Listing 1 - 4 of 4
Sort by