Narrow your search

Library

KU Leuven (4)


Resource type

dissertation (4)


Language

Dutch (3)

English (1)


Year
From To Submit

2021 (4)

Listing 1 - 4 of 4
Sort by

Dissertation
Jouissance in het werk Roland Barthes: een onderzoek naar creativiteit en vrijheid
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Roland Barthes leefde en werkte in een tijdperk van radicale filosofische vernieuwing. Hij geldt als één van de belangrijkste naoorlogse Franse denkers en was één van de boegbeelden van het structuralisme en het daaropvolgende poststructuralisme. Maar in wezen omarmt zijn denken invloeden van alle grote filosofische stromingen uit die tijd: het marxisme, het existentialisme, en in het bijzonder, de psychoanalyse. Barthes’ paradoxale wens om zowel recht te doen aan die intellectuele pluraliteit als zich los te rukken van iedere invloed, zorgt voor grote onenigheid over de vraag waar Barthes’ filosofie nu precies om draait. Wat staat er precies op het spel in zijn oeuvre? Wat heeft Barthes ons vandaag de dag nog te bieden? Tot nu toe is Barthes al op verschillende manieren gelezen: als denker van de begeerte, als denker van het lichaam, als denker van de dode auteur. In mijn thesis stel ik een eigen lezing van Barthes voor: de denker van creativiteit. Die lezing is ontstaan uit de onderzoeksvraag: “Wat is de rol van jouissance in de filosofie van Roland Barthes?” In deze thesis stel ik voor dat jouissance, een begrip dat Barthes ontleent uit de lacaniaanse psychoanalyse, een centrale rol speelt in de manier waarop Barthes nadenkt over creativiteit. Sterker nog, jouissance is, naar mijn inziens, cruciaal om het poststructurele project van Barthes te begrijpen. Vooreerst bekijk ik hoe Barthes nadenkt over het object van creatie: wat is een tekst? Wat is een lichaam? Wat is betekenis? We zullen zien dat zulke concepten in de barthesiaanse filosofie nooit stilstaan. Ze zijn nooit geheel afgebakend, maar onderworpen aan een ongebreideld productieproces. De motor van dat proces is het genot, daar we alleen creatief kunnen zijn met datgene waar we oprecht genot aan beleven. Creatie komt tot stand wanneer ons denken waardevolle elementen in relatie tot elkaar brengt en op die manier nieuwe betekenissen creëert. Genot staat op haar beurt in voor het bepalen van wat waardevol voor ons is. De vrijheid van creatie blijft daarom gegarandeerd zolang genot kan afwijken naar nieuwe ideeën, betekenissen en relaties. Op die manier garandeert ze dat er verse wind blijft waaien door ons denken. Die vrijheid is niet evident, daar genot zich kan vastbijten in een dodelijke herhaling. Daarin affirmeert het niet het nieuwe, die de productie garandeert, maar het oude, die de productie net stopzet. Dat verval naar de ‘doxa’ is volgens Barthes onvermijdelijk. Daarom is het de rol van ons denken om doxa te erkennen en op te heffen door middel van een paradox. Die paradox is als een prikje, een punctum, die het vastgeroeste denkpatroon doet wankelen, waardoor er opnieuw ruimte ontstaat voor creatie. Wat is dan de rol van jouissance? Welnu, jouissance is de ervaring die gepaard gaat met zo’n paradox. Jouissance is een extatische ervaring waarin ons voorgaand referentiekader vrij gemaakt wordt van het doxale stof. Iedere taal of betekenis die van buitenaf komt, wordt onderuit gehaald. Aldus, in de jouissance wordt het subject teruggeworpen op zichzelf, waardoor het de mogelijkheid krijgt om opnieuw te beginnen. Ten slotte beargumenteer ik dat Barthes’ gehele filosofie gericht is op het cultiveren van jouissance, daar zij de enige kracht is die garandeert dat onze creatie geheel vrij is.

Keywords


Dissertation
Schein and the Simulacrum: Some Motifs in Benjamin and Deleuze
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

I claim that Walter Benjamin’s Epistemo-Critical Porlogue to the Origin of the German Trauerpsiel offers raw materials for a resurrection of Platonism in the aftermath of Gilles Deleuze’s reversal of Platonism. I read Benjamin’s Prologue, as well as the essay on Geothe’s Elective Affinities and “The Work of Art in the Age of Mechanical Reproduction” for a theory of schein (semblance). This concept can be used to offer an alternative account of Plato’s ideas than the one Deleuze presents in “Plato and the Simulacrum.” In the second half of my paper, I look at William Shakespeare’s Richard  alternatively as Deleuze presents him in “One Manifesto Less” and as Benjamin mention him in the Origin. I argue that Deleuze’s treatment of the character of Richard as a simulacral figure can be challanged by a Benjaminian picture of Richard as a Satanic and Socratic figure. The former is established through an analysis of allegorical subjectivity and the latter through the ironic use of tsage property in the play.

Keywords


Dissertation
De relatie tussen Zangwill en Kant binnen de kunstfilosofie
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze thesis onderzoekt de relatie tussen Zangwill en Kant binnen de kunstfilosofie. Centraal staat de vraag: Hoe leest Zangwill Kant en doet Zangwill recht aan Kants esthetica met deze lezing? Het onderzoek bevindt zich binnen het formalisme. Het (modern) formalisme is een stroming binnen de kunstfilosofie die stelt dat de formele (zintuiglijk waarneembare) eigenschappen van een kunstwerk de waarde of waardering van dat kunstwerk bepalen. Kant wordt vaak gezien als de grondlegger van het formalisme. Zangwill is een hedendaags gematigd formalist die ervan uitgaat dat kunstwerken in het algemeen formele en niet-formele esthetische eigenschappen hebben, ook al bestaan er werken die enkel formele esthetische eigenschappen bezitten. Zangwill verhoudt zich tot Kant. In zijn gematigd formalisme gebruikt Zangwill Kantiaanse ideeën: het idee dat ieder esthetisch oordeel subjectief universeel moet zijn en het onderscheid tussen vrije en afhankelijke schoonheid. Hij maakt naar eigen zeggen een neo-Kantiaanse inslag binnen zijn esthetisch onderzoek. Toch is Zangwill van mening dat het een grote vergissing is om Kant als formalist te beschouwen, omdat Kant volgens Zangwill soms juist anti-formalistisch is aangezien Kant de categorie van afhankelijke schoonheid accepteert. Daarnaast stelt Zangwill dat Kant, net als hijzelf, een gematigd formalist is. De eerste twee hoofdstukken ontvouwen de esthetica van Zangwill en van Kant om vervolgens Zangwills verhouding tot Kant te onderzoeken. Hoofdstuk drie houdt zich bezig met Zangwills implicatie dat Kant geen formalist is vanwege zijn acceptatie van de categorie van afhankelijke schoonheid. Dit deel laat zien dat Zangwill een legitiem punt maakt, maar dat zijn argumentatie geen standhoudt. Vervolgens bespreek ik drie mogelijke interpretaties van Kants esthetica waarbij wel sprake is van formalisme aan de hand van McMahon en Zuckert. Hoofdstuk vier evalueert Zangwills neo-Kantiaanse inslag en stelt verschillende problematieken hierbinnen vast met behulp van McMahon. In hoofdstuk vijf staat Zangwills uitspraak dat Kant een gematigd formalist is centraal. Hierbinnen onderzoeken we in hoeverre een gematigd formalisme binnen Kant aanwezig is en of we Zangwill Kantiaans kunnen noemen met behulp van Dowling. Uit deze vergelijking blijkt dat wanneer we beide denkers en hun esthetica in hun waarde laten, Kant niet als gematigd formalist gezien kan worden en Zangwill niet als Kantiaan. De thesis concludeert dat Zangwill Kant vanuit een modern formalistische blik leest waarbij ‘formalisme’ betrekking heeft op zintuigelijk waarneembare eigenschappen die in tijd en ruimte gebonden zijn aan het kunstwerk. Zangwills lezing en de daaruit volgende uitspraken wat betreft Kants (anti-)formalisme doen geen recht aan (de complexiteit van) Kants esthetica.

Keywords


Dissertation
L'instant bij Gaston Bachelard: op zoek naar de ziel van de revolutie
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In deze thesis gaan we op zoek naar de ziel van de revolutie aan de hand van de notie van l’instant bij Gaston Bachelard. Het referentiewerk waarop we ons baseren, is L’intuition de l’instant uit 1932. Omdat we niet zomaar in ijle lucht kunnen schrijven over dé revolutie, beperken we ons tot wat de marxisten er onder verstaan. Als vorm van testcase bespreken we de Russische Revolutie zoals die door Lenin werd beleefd. Hoewel L’intuition de l’instant tot de zuivere tijdsfilosofie van Bachelard behoort, menen we er toch een aanknopingspunt voor sociaal-theoretisch onderzoek in te vinden. Wanneer men immers over een revolutionaire omwenteling spreekt, wordt minstens al de indruk van een breukmoment gesuggereerd. In eerste instantie zullen we l’instant benaderen vanuit het breukmoment. We zullen zien dat het breukmoment, hoewel door Bachelard ontologisch begrepen, ook tastbare gevolgen heeft. L’instant is immers niet zonder meer een concept, maar wordt begrepen als een gebeurtenis. Bachelard brengt l’instant herhaaldelijk in verband met een keuze, een wilsdaad, met een zekere intentionaliteit. Dit leidt ons er toe om het revolutionaire als breukmoment te gaan terugvoeren op een wilsdaad. Ook Foucault onderschrijft dit. Deze tijdelijke conclusie zal echter onze intuïtie prikkelen. Er lijkt in een revolutionaire omwenteling meer aan de hand te zijn. Hoe kunnen we immers de complexiteit van een historische periode begrijpen vanuit een geïsoleerde wilsdaad? Het is niet omdat de revolutie een breuk suggereert, dat deze er toe herleid kan worden. We zullen daarom in tweede instantie de notie van l’instant verder uitdiepen tot een dynamisch concept waarbij zowel continue als discontinue elementen een rol spelen. Op die manier zal de notie van l’instant zich aandienen als een begrip dat ons in staat stelt om de complexiteit van de revolutie op te helderen, zonder de pretentie te hebben deze te geheel verklaren.

Keywords

Listing 1 - 4 of 4
Sort by