Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Abstract Aanleiding onderzoek: Uit het onderzoek van Nooyens (2020) bleek dat het Rekenvaardighedenprofiel (Smits et al., 2016) te moeilijk was voor leerlingen uit het eerste jaar B-stroom. Hierdoor kwam de vraag om de rekenvaardigheden van leerlingen in het eerste jaar B-stroom in kaart te brengen, voor een aangepaste rekentest die werd gebaseerd op het Rekenvaardighedenprofiel (Smits et al., 2016). Methodiek: Dit kwalitatief onderzoek werd onderverdeeld in drie delen. Voor het eerste deel van het onderzoek werden er semigestructureerde interviews afgenomen. De proefgroep bestond uit twee personen, namelijk leerkrachten die instaan voor het onderwijzen van rekenvaardigheden in het eerste jaar B-stroom. Het interview volgde de opbouw van het Rekenvaardighedenprofiel (Smits et al., 2016). Er werd gevraagd welke rekenvaardigheden aan bod komen tijdens de wiskundelessen in het eerste jaar B-stroom en aan welke vormelijke eisen een test voor het eerste jaar B-stroom moet voldoen. De rekenvaardigheden worden opgesplitst in rekenfeiten, conceptuele kennis, procedurele kennis en vaardigheden, integratie, aanvullende en compenserende rekenvaardigheden. In het tweede deel van het onderzoek werd aan de hand van de verzamelde gegevens een aangepaste versie van het Rekenvaardighedenprofiel (Smits et al.,2016) opgemaakt. In het derde deel van het onderzoek werd een aangepaste versie van de test voorgelegd aan de proefpersonen die eerder hadden deelgenomen aan de interviews. Zij konden beoordelen of de aangepaste rekentest geschikt is voor een afname in een eerste jaar B-stroom, zowel op inhoudelijk als vormelijk vlak. Resultaten: Uit de resultaten van het eerste deel van het onderzoek blijkt dat het eerste jaar B-stroom een remediëringsjaar is voor de leerstof wiskunde uit het lager onderwijs. Het wiskundeonderwijs staat in functie van de zelfredzaamheid van de leerlingen. De leerlingen werken rond het gebruik van procedures en de focus ligt minder op de grootte van de getallen. In de B-stroom mogen ze altijd gebruik maken van tussenstappen, een rekentoestel, omzettingstabellen en formules. Voor een B-stroom is het belangrijk om tijdens de opmaak van de test rekening te houden met een volledige en duidelijke instructie, genoeg witruimte voor tussenstappen en om de tijdsdruk te laten vallen. In het Rekenvaardighedenprofiel (Smits et al., 2016) werden een aantal opgaven aangepast of geëlimineerd. Er werden voornamelijk aanpassingen gemaakt aan de grootte van de getallen, nu worden enkel nog decimale getallen tot op een tiende of een honderdste gebruikt. Er werden een formularium en omzettingstabellen toegevoegd en bij het cijferen werd er ook reeds een schema voorzien. Na het voorleggen van de aangepaste versie voor het eerste jaar B-stroom, deel drie van het onderzoek, vermeldden de beide leerkrachten dat het van belang is om een zo volledig mogelijke instructie te voorzien. Verdere opmerkingen waren: enkelzijdig afdrukken zodat de focus kan liggen op één taak en de vorige bladzijde gebruikt kan worden als kladpapier en genoeg witruimte bieden. Een goede ondersteuning bij vraagstukken (gegeven, gevraagde, bewerking, antwoordzin) en een consequent taalgebruik over de hele test (bijvoorbeeld uur vermelding) zijn belangrijk. Inhoudelijk vonden ze de test gepast voor een afname in een eerste jaar B-stroom. Conclusie: Met dit onderzoek werd de eerste aanzet gegeven om de rekenvaardigheden binnen het eerste jaar secundair onderwijs B-stroom in kaart te brengen. Het is een eerste stap in de opmaak van een gestandaardiseerde test, die kan worden afgenomen in het eerste jaar B-stroom. Dit onderzoek is een meerwaarde voor het onderwijs. Leerkrachten binnen het eerste jaar secundair onderwijs B-stroom krijgen een duidelijk beeld van de rekenvaardigheden van hun leerlingen, in functie van een gepaste ondersteuning.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Abstract Aanleiding onderzoek: Voor het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) zijn er geen genormeerde rekentesten. Een vorm van niveaubepaling is echter nodig om de rekenvaardigheden van deze kinderen en jongeren in kaart te brengen en om hun ondersteuningsnoden en onderwijsbehoeften te bepalen. Methodiek: Dit onderzoek focuste op OV1 en OV2 van het BuSO en bestond uit twee delen: 1) een kwalitatief onderzoek waarin middels semi-gestructureerde interviews bij drie leerkrachten werd gepeild naar de noden en verwachtingen van een rekentest, gevolgd door de opmaak van een eerste versie van een test en 2) een kwantitatief, observationeel cross-sectioneel onderzoeksdesign waarbij een pilootafname van de rekentest werd uitgevoerd bij 18 leerlingen uit OV1 en OV2. Resultaten: Het eerste deel van dit onderzoek maakte de nood aan een rekentest voor het BuSO OV1 en OV2 kenbaar. De participanten gaven aan dat deze test voor beide OV’s en voor elk onderwijstype dezelfde kon zijn gedurende de hele loopbaan in het BuSO. Een getallendictee, hoofdrekenen (optellen), getallenassen, kloklezen (analoog en digitaal), geldrekenen en oefeningen op meten en metend rekenen mochten daarbij zeker niet ontbreken. Uit de resultaten van de pilootafname bleek dat alle subtests, behalve Kloklezen analoog en Kloklezen digitaal, te gemakkelijk waren voor de meerderheid van de leerlingen. Met deze resultaten was de betrouwbaarheid van de rekentest dan ook matig. Conclusie: De voorgestelde rekentest zal nog moeten worden verfijnd zodat de betrouwbaarheid en validiteit toenemen. Voor logopedisten en leerkrachten werkzaam in het BO kan het een eerste screeningsinstrument zijn die peilt naar de rekenvaardigheden van de leerlingen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Increasing numbers of workers are employed through digital labour platforms. This review defines and characterises digital platform work and workers, and looks at the associated occupational safety and health (OSH) risks arising from, for instance, digital surveillance, performance pressure and job insecurity. The report highlights that the ’self-employed’ status of most platform workers means that they are often not protected by EU or Member State OSH regulation, which has implications for the prevention and management of OSH risks. New initiatives and legislation that aim to improve working conditions and protect platform workers are discussed.