Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Leerlingen uit de lagere school moeten vaak lang stilzitten, dat kan ervoor zorgen dat hun welbevinden en hun schoolresultaten gaan dalen. Daarom wordt er soms gebruik gemaakt van bewegingstussendoortjes om de leerlingen opnieuw te ontspannen, om te motiveren, om hun concentratie te verhogen. Dansspelletjes kunnen als tussendoortje gebruikt worden, maar ook als integratie-opdracht in de lessen. Uit eigen ervaringen en bevindingen van leerkrachten lager onderwijs wordt vastgesteld dat er opmerkelijk weinig goede handleidingen voor leerkrachten in het basisonderwijs zijn om dansspelletjes aan te bieden in de klas. Uit de bevraging van leerkrachten blijkt dat leerkrachten nood hebben aan concrete voorbeelden om dansspelletjes in de klas te integreren. Met deze bachelorproef wordt er een kant en klare bundel van dansspelletjes opgesteld om de leerkrachten te inspireren en aan te zetten tot het aanbieden van dansspelletjes in de klas. Zes leerkrachten uit verschillende scholen werden a.d.h.v. een interview bevraagd over de hoofdonderzoeksvraag: ‘Waarom komen dansspelletjes weinig aan bod in de lagere school?’. Daarnaast heb ik via deelonderzoeksvragen geprobeerd om een antwoord te formuleren op de hoofdonderzoeksvraag. De deelvragen werden beantwoord door verschillende bronnen te bestuderen, de bevraging van de leerkrachten te analyseren en eigen stage-ervaringen toe te passen. Om de bundel met dansspelletjes vorm te geven heb ik zeven ontwerpcriteria vooropgesteld. Deze ontwerpcriteria zijn het resultaat van de literatuurstudie over dansspelletjes. Ik heb een bundel met dertig dansspelletjes gecreëerd. De dansspelletjes worden opgedeeld in de eerste, tweede en derde graad. Per graad zijn er tien dansspelletjes beschikbaar, er is telkens ook een thema vooropgesteld. De bundel met dansspelletjes werd door de zes leerkrachten en mezelf uitgeprobeerd. De leerkrachten konden a.d.h.v. een feedbackformulier opschrijven welke dansspelletjes ze in hun klas getest hadden. Daarbij konden de leerkrachten het verloop van het dansspel beschrijven en eventuele feedback geven over het dansspel. Uit de feedbackformulieren werd aangetoond dat de leerlingen het leuke dansspelletjes vonden, ze waren enthousiast en deden telkens actief mee. En uit de feedback van de leerkrachten merkte ik op dat de dansspelletjes in de klas, effectief voldeden aan de vooropgestelde ontwerpcriteria. Bovendien bleken er voldoende gevarieerde spelletjes aanwezig te zijn in de bundel, zodat de leerkrachten zelf konden kiezen welke spelletjes zij met de klas wilden doen. Daarnaast vonden de leerkrachten de dansspelletjes geschikt voor alle graden.