Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Titel: De uitwerking van een water-nudging-pilootinterventie binnen een man made blue zone bij 65-plussers Studenten: Evelyn Fonderie en Celest Vinck Promotor: Mevr. K. Schutters Co-promotor: Mevr. E. Vanhauwaert Verbonden aan: Triamant Haspengouw te Velm, Sint-Truiden Inleiding en doelstelling: Dehydratatie is een belangrijke problematiek bij ouderen en er wordt te weinig aandacht aan besteed in de woonzorgcentra vandaag de dag. Het doel van dit afstudeerwerk is om een water-nudging-pilootinterventie voor 65-plussers uit te werken en aanbevelingen te geven aan gezondheidsmedewerkers die de interventie willen implementeren. Het doel van deze nudging-interventie is om ouderen aan te moedigen meer water te drinken zonder enige verplichting én op basis van intrinsieke motivatie. Methodologie: De gegevens voor dit project zijn verzameld aan de hand van een literatuurstudie met betrekking tot de blue zones, nudging en bestaande watercampagnes. De studiepopulatie van dit afstudeerwerk waren 52 flatbewoners van de woonbuurt Triamant Haspengouw. De pilootinterventie is ontstaan op basis van de literatuurstudie en een pretest die uitgevoerd is bij de 52 proefpersonen. De pretest omvatte twee korte vragenlijsten omtrent waterconsumptie en motivatie rond waterconsumptie die samen met behulp van de onderzoeker op de flat van de bewoner werden afgenomen. Resultaten: Uit de resultaten van de pretest blijkt dat de respondenten onvoldoende kennis hebben rond de aanbevelingen van waterconsumptie en onvoldoende motivatie om meer water te drinken. De gemiddelde waterconsumptie bij de proefpersonen is 0,72 ± 0,46 l per dag, terwijl de HGR 1,5 l totaal vocht per dag aanraadt met als grootste aandeel water. De respondenten geven verschillende redenen aan om niet genoeg water te drinken, waaronder geen dorstgevoel hebben, vergeten te drinken en moeten opstaan ’s nachts om te gaan plassen. De pretest toont ook aan dat er bij de water-nudging-interventie en de vragenlijsten ruimte is voor verbetering. Conclusie: Op basis van de resultaten van de pretest en het literatuuronderzoek kan worden geconcludeerd dat er ruimte is voor verbetering in de waterconsumptie bij de respondenten en ouderen in het algemeen. Een verhoogde kennis van de aanbevelingen rond waterconsumptie en motivatie rond meer water drinken bij de proefpersonen is nodig. Uit de literatuurstudie blijkt dat een water-nudging-interventie met verschillende soorten nudges hier een potentieel positief effect kan hebben. De types feedback, reminder en winst- en verliesframe hebben in deze setting de voorkeur. In welke mate dit effect bestaat, zal nader onderzocht moeten worden door middel van een empirisch onderzoek. Er was jammer genoeg geen mogelijkheid om de empirische studie uit te voeren in dit afstudeerwerk vanwege de coronamaatregelen in Triamant Haspengouw. Uit de bevragingen kwamen volgende verbeterpunten voor de interventie naar voren: meer educatie rond koffie en thee, het water in de waterkannen een smaakje geven, de familie en het personeel meer betrekken. Deze zijn verder beschreven in de aanbevelingen van dit werk. Referentie(s): Buettner D. De blue zones methode. Utrecht: Kosmos Uitgevers; 2015. Thaler R, Sunstein C. Nudge. Naar betere beslissingen over gezondheid, geluk en welvaart. 6e druk. Amsterdam: Business Contact; 2017. Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor België - 2016. Brussel: HGR; 2016. Advies nr. 9285.
Choose an application
Titel: De uitwerking van een water-nudging-pilootinterventie binnen een man made blue zone bij 65-plussers Studenten: Evelyn Fonderie en Celest Vinck Promotor: Mevr. K. Schutters Co-promotor: Mevr. E. Vanhauwaert Verbonden aan: Triamant Haspengouw te Velm, Sint-Truiden Inleiding en doelstelling: Dehydratatie is een belangrijke problematiek bij ouderen en er wordt te weinig aandacht aan besteed in de woonzorgcentra vandaag de dag. Het doel van dit afstudeerwerk is om een water-nudging-pilootinterventie voor 65-plussers uit te werken en aanbevelingen te geven aan gezondheidsmedewerkers die de interventie willen implementeren. Het doel van deze nudging-interventie is om ouderen aan te moedigen meer water te drinken zonder enige verplichting én op basis van intrinsieke motivatie. Methodologie: De gegevens voor dit project zijn verzameld aan de hand van een literatuurstudie met betrekking tot de blue zones, nudging en bestaande watercampagnes. De studiepopulatie van dit afstudeerwerk waren 52 flatbewoners van de woonbuurt Triamant Haspengouw. De pilootinterventie is ontstaan op basis van de literatuurstudie en een pretest die uitgevoerd is bij de 52 proefpersonen. De pretest omvatte twee korte vragenlijsten omtrent waterconsumptie en motivatie rond waterconsumptie die samen met behulp van de onderzoeker op de flat van de bewoner werden afgenomen. Resultaten: Uit de resultaten van de pretest blijkt dat de respondenten onvoldoende kennis hebben rond de aanbevelingen van waterconsumptie en onvoldoende motivatie om meer water te drinken. De gemiddelde waterconsumptie bij de proefpersonen is 0,72 ± 0,46 l per dag, terwijl de HGR 1,5 l totaal vocht per dag aanraadt met als grootste aandeel water. De respondenten geven verschillende redenen aan om niet genoeg water te drinken, waaronder geen dorstgevoel hebben, vergeten te drinken en moeten opstaan ’s nachts om te gaan plassen. De pretest toont ook aan dat er bij de water-nudging-interventie en de vragenlijsten ruimte is voor verbetering. Conclusie: Op basis van de resultaten van de pretest en het literatuuronderzoek kan worden geconcludeerd dat er ruimte is voor verbetering in de waterconsumptie bij de respondenten en ouderen in het algemeen. Een verhoogde kennis van de aanbevelingen rond waterconsumptie en motivatie rond meer water drinken bij de proefpersonen is nodig. Uit de literatuurstudie blijkt dat een water-nudging-interventie met verschillende soorten nudges hier een potentieel positief effect kan hebben. De types feedback, reminder en winst- en verliesframe hebben in deze setting de voorkeur. In welke mate dit effect bestaat, zal nader onderzocht moeten worden door middel van een empirisch onderzoek. Er was jammer genoeg geen mogelijkheid om de empirische studie uit te voeren in dit afstudeerwerk vanwege de coronamaatregelen in Triamant Haspengouw. Uit de bevragingen kwamen volgende verbeterpunten voor de interventie naar voren: meer educatie rond koffie en thee, het water in de waterkannen een smaakje geven, de familie en het personeel meer betrekken. Deze zijn verder beschreven in de aanbevelingen van dit werk. Referentie(s): Buettner D. De blue zones methode. Utrecht: Kosmos Uitgevers; 2015. Thaler R, Sunstein C. Nudge. Naar betere beslissingen over gezondheid, geluk en welvaart. 6e druk. Amsterdam: Business Contact; 2017. Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor België - 2016. Brussel: HGR; 2016. Advies nr. 9285.
Choose an application
Inleiding Sporten heeft veel voordelen voor mensen met diabetes type 1, maar het vergt ook veel kennis rond de ziekte en zelfmanagement. Diabetes type 1 patiënten durven soms niet aan sport beginnen omdat zowel zij als de begeleiders met vragen zitten. Er is nood aan meer onderzoek naar en ervaring in sporten met diabetes type 1. In het conventiecentrum van UZ Leuven loopt het DiaT1op-project dat inzet op de begeleiding bij trainings- en conditieopbouw van volwassenen met type 1 diabetes die recreatief wandelen, lopen of fietsen. Doelstelling en methodologie Dit afstudeerwerk kadert binnen het DiaT1op-project en geeft een overzicht van de meest recente wetenschappelijke voedingsadviezen en aanbevelingen omtrent insulinetoediening zowel de periode voor, als de periode tijdens en na de inspanning voor patiënten met diabetes type 1 die recreatief wandelen, fietsen, lopen of aan fitness doen. Hierbij wordt rekening gehouden met de soort insulinetherapie (MDI, CSII of via het MiniMedTM 670G systeem), het type inspanning en de intensiteit en duur hiervan. Om deze patiënten zo optimaal mogelijk te ondersteunen om te starten of te blijven sporten en hierbij hun diabetesmanagement te verbeteren, zijn op basis van de uitgevoerde literatuurstudie een brochure en sportvoedingsdatabase ontwikkeld. Deze hulpmiddelen beogen een hogere zelfredzaamheid van de patiënten, maar kunnen eveneens professionele begeleiders ondersteunen. Met behulp van de sportvoedingsdatabase kan de patiënt of begeleider de meest geschikte keuze maken in sportspecifieke voeding. De database ondersteunt het voedingsadvies immers met praktische informatie, zoals de voedingswaarde van de sportvoeding en een oordeel op basis van de criteria voor sportspecifieke voeding. De toegankelijkheid en bruikbaarheid van de brochure werd onderworpen aan een kwantitatief onderzoek via een online bevraging van diabetespatiënten en begeleiders. De bevraagde parameters zijn o.m. de vormgeving, de inhoud, de gewenste ontvangstwijze en algemene beoordeling van de brochure alsook de impact ervan op de toekomstige aanpak van de fysieke activiteit. Resultaten De respondenten gaven vooral suggesties rond de vormgeving van de brochure. De inhoud werd positief onthaald. De respondenten gaven aan dat de informatie eerder veel was, maar toch als geheel behouden moest blijven. 17 van de 20 respondenten gaven aan dat de informatie duidelijk tot zeer duidelijk was. Enkele suggesties werden toegevoegd aan de brochure. Om de brochure toegankelijk te maken voor iedereen werd een groter lettertype gebruikt. De structuur van de brochure werd verbetert door titels te nummeren en minder informatie per pagina weer te geven. Hiernaast werden meer foto’s van hoge kwaliteit ingevoegd om de tekst vaker te doorbreken. De algemene beoordeling van deze brochure is over het algemeen goed tot zeer goed. Uit een combinatie van gegeven antwoorden blijkt dat de meerderheid van de respondenten deze brochure een handige houvast vinden. Besluit In het algemeen kan gesteld worden dat sporten met diabetes type 1 meer aandacht en voorzichtigheid vraagt. De gevaren wegen echter niet op tegen de voordelen dat sporten biedt en het is dus belangrijk dat patiënten met diabetes type 1 durven te bewegen. De brochure en database bieden handvaten en verlagen de drempel om bewust en veilig te sporten met diabetes type 1.
Choose an application
Titel: De ontwikkeling en piloottesting van een koek verrijkt met Spirulina geschikt voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar Studenten: Amber Engels - Ines Schots Promotor: Fabian Deckers Copromotors: Jeroen Vandecasteele - Erika Vanhauwaert Verbonden aan: UC Leuven Limburg, Brasserie Improvisio Inleiding: Koeken zijn één van de voedingsmiddelen die kinderen frequent eten, maar alle koeken, ongeacht het type of soort, behoren tot de restgroep. Producten van de restgroep bevatten weinig nuttige voedingsstoffen of een onevenwicht ervan. De consumptie van koeken is echter niet weg te denken uit de maatschappij. Dit afstudeerwerk tracht daarom een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van meer gezonde, op kinderen gerichte voedingsmiddelen door meer nuttige voedingsstoffen, door middel van Spirulina, te verwerken in een koek. Spirulina is een eetbare micro-alg met een hoge voedingswaarde en gezondheidsbevorderende effecten waardoor het als ‘super food’ op de markt wordt gebracht. Doelstelling: Het doel van dit afstudeerwerk is de ontwikkeling van een ‘eerste keuze of voorkeur’ koek verrijkt met Spirulina met Nutri-Score A of B, bestemd voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar en voldoet aan de verwachtingen van de consument. Methodologie: Alvorens van start te gaan met de praktische uitwerking van de koek werd een literatuurstudie uitgevoerd. Als eerste werd dieper ingegaan op wat Spirulina is en wat de nuttige eigenschappen zijn. Vervolgens werden de voedingsgewoonten en voedingsbehoeften (noden en aanbevelingen) van lagere schoolkinderen geanalyseerd om na te gaan of Spirulina wel degelijk een bijdrage zou kunnen leveren aan een koek. Er werd een analytisch sensorisch onderzoek uitgevoerd bij een expertenpanel (bierproevers) om een objectief oordeel te verkrijgen over de sensorische eigenschappen van de koek. Aan de hand van een hedonisch sensorisch onderzoek bij een consumentenpanel (kinderen van 7 tot en met 12 jaar) zou het subjectieve oordeel van de consument over de koek verkregen worden. Resultaten: De praktische uitwerking leverde twee koeken op die verrijkt werden met 1,5% Spirulina: een koek zonder banaan (koek 1) en een koek met banaan (koek 2). De koeken wegen ongeveer 30 g. Koek 1 bevat 91 kcal per portie, 2,9 g vet, 5,9 g vezels en 53,0 mg natrium per 100 g. Koek 2 bevat 78 kcal per portie, 7,7 g vet, 5,5 g vezels en 46,9 mg natrium per 100 g. Deze koeken voldoen aan de criteria van een ‘eerste keuze of voorkeur’ koek en de Nutri-Score van beide koeken is score B. Uit de resultaten van het analytisch onderzoek bleken de smaak en textuur als goed bevonden. Idealiter werden nog een hedonisch en een bijkomend analytisch onderzoek uitgevoerd op de uiteindelijke koeken. Omwille van de COVID-19 pandemie en de daaruit voortvloeiende maatregelen konden deze echter niet doorgaan. Besluit: In dit onderzoek werden twee koeken ontwikkeld die deels voldoen aan de vooropgestelde doelstelling: een ‘eerste keuze of voorkeur’ koek verrijkt met Spirulina met Nutri-Score A of B, bestemd voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar. De prototypes van de koeken zijn smaakvol en hebben een goede textuur. Of de koeken voldoen aan de verwachtingen van de consument dient nog verder onderzocht te worden. Referentie(s): • Vanhauwaert E. De Actieve Voedingsdriehoek. Leuven: Acco; 2012. • Gershwin M, Belay A. Spirulina in Human Nutrition and Health. Boca Raton: CRC Press; 2008. • Finamore A, Palmery M, Bensehaila S, Peluso I. Antioxidant, Immunomodula
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|