Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze master thesis onderzocht of de forensisch odontoloog risico heeft voor het ontwikkelen van post-traumatische stress. Een enquête werd opgesteld en gestuurd naar forensisch odontologen die internationaal actief zijn. Deze enquête bevatte verschillende vragen gaande over symptomen van post-traumatische stress. Als hoofdresultaat vonden we dat de internationale forensisch odontoloog geen risico vertoonde voor het ontwikkelen van post-traumatische stress. Een ander belangrijk resultaat was dat 85% van de participanten geloofde dat training tegen post-traumatische stress geïncorporeerd moest worden in de training forensich odontologen

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Tooth development relies completely on the interaction between epithelium and the mesenchyme, thereby transitioning from the initiation stages to bud, cap, bell and advanced bell stages and finally eruption of tooth in the oral cavity. For each tooth class, the above stages take place under the influence of specific genes, which are regulated by the signalling pathways. Genes play important part in the initial phases of tooth development, from birth till the age of 14 years, contributing 80% to their development Dental age can be evaluated for different population groups as genes are main regulators for tooth development, with the environmental factors having a smaller influence, especially in the early stages of life. Thereafter tooth development relies on interaction of genetic, epigenetic and environmental factors. The aim of this study was to understand the influence of genes on tooth development. A systematic review was done according to Cochranes Manual of Systematic Reviews of Intervention with articles being searched online on PubMed/NCBI. Of the 2547 articles identified, 19 were included for data extraction. Data extracted pertained to the gene, the pathways, tooth class, tooth part and mutation effects. With this review an understanding of the extent to which the genes influenced dental development; and other factors, if involved, then how they influenced tooth development. Result: One article each provided information to link a Gene to: Tooth Class + Tooth Part & Tooth Class +Tooth Part + Mutation Effect. A possibility to trace a gene to a specific part of the tooth or to overall tooth development was attempted by depicting the outcomes of the data extraction with the help of a flow diagram.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In the last decade need for age, estimation has increased in INDIA because of medicolegal/criminal cases such as rape, child labor. Aim of this study was to estimate the dental age by validating performances of D (lower left quadrant), K(TM) and D+K(combined) in relation to sex-specific age prediction. 1300 panoramic radiographs northwest(NW) Indian subjects were used. Two staging techniques were used. Demirjian’s et al(D)[7] staging technique for all developing seven mandibular permanent teeth and modified Kohler(K) et al was used to evaluate all available third molars(TM). The comparison was quantified by MAE, RMSE and mean width and coverage of the prediction interval. The conclusion was D+K model was providing better age prediction information than D and K models separately.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Een beetspoor kan een belangrijk element zijn in forensisch onderzoek maar de analyse ervan bleek in het verleden niet altijd even betrouwbaar, wat tot foutieve veroordelingen kan leiden. Daarom is het belangrijk om na te gaan welke factoren hierbij een rol spelen. Doel: onderzoek van de factoren die de transfer van gebitskenmerken naar een beetspoor en de analyse ervan beïnvloeden. Methode: er werd d.m.v. de PICO-methode een literatuurstudie uitgevoerd door het doorzoeken van de online databank MEDLINE®/Pubmed® om studies rond de vervorming van beetsporen of beetspooranalyse te selecteren. Resultaten: van de 217 bekomen resultaten, werden 13 artikels geselecteerd. Volgende data werd geëxtraheerd: onderzochte parameters, aantal beetsporen, richting van de beetsporen op de huid, aantal kadavers of levende personen gebruikt als substraat, locatie van de beetsporen op het substraat, de geanalyseerde tanden, beetspoor applicatie techniek, registratietechniek gebruikt voor datacollectie, methode voor data analyse en studieresultaten. Er werden 5 combinaties van onderzochte parameters gevonden: vorm en grootte (n=1); vorm, grootte en hoek (n=6); mesiodistale breedte en afstand tussen de hoektanden (n=1); mesiodistale breedte, afstand tussen de hoektanden en tandrotatie ten op zichte van de mesiodistale as (n=4); en oppervlakte van de dentale bijtranden en mesiodistale breedte (n=1). Tussen 1 en 89 beetsporen werden meestal loodrecht op de Langerlijnen aangebracht op 1 tot 40 substraten ter hoogte van verschillende locaties. Boven- en onderkaak werden vaak samen bestudeerd met focus op de anterieure regio (n=8) of volledige tandenboog (n=1). In drie artikels werden enkel de fronttanden van onderkaak bekeken en in één artikel slechts enkele fronttanden van de bovenkaak. Elf artikels gebruikten uitsluitend tweedimensionale (2D) registratie en onderzochten primaire vervorming, één artikel uitsluitend driedimensionale (3D) registratie en één artikel maakte een vergelijking van beide. Deze laatste twee onderzochten secundaire vervorming. Veertien digitale ‘landmarks’ werden in vier artikels aan de hand van tpsDIG® software geplaatst op de digitale afbeeldingen van beetsporen en ingescande gebitsmodellen. Bij één artikel werden aspecifieke referentiepunten rond het beetspoor getekend, dat met RolleiMetric® software omgezet werd tot een 3-dimensionaal datamodel. Bij drie artikels werden pseudo-beetsporen onderzocht en bij twee hiervan werden pseudobeetsporen onderling vergeleken, in plaats van zoals in de andere gevallen het gebitsmodel met de beetsporen te vergelijken. Deze vergelijking gebeurde meestal met behulp van superimpositie (n=9), maar bij twee artikels hiervan werd geen software maar affiene transformatie gebruikt. Conclusie: binnen de primaire vervorming speelt weefselvervorming een grotere rol dan dynamische vervorming. Anatomische locatie van het beetspoor, anisotropie van de huid en individuele tandhoogte van de dader hebben een belangrijke invloed. Men moet zeer voorzichtig zijn met pogingen om primaire beeldvervorming te corrigeren en steeds de meest eenvoudige methode hanteren. 3D dataregistratie heeft veel voordelen en toekomstperspectief, maar is niet altijd toepasbaar. Forensische beetspooranalyse moet dus met alle voorzichtigheid behandeld worden en vergt nog veel wetenschappelijk onderzoek.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Improvements in oral health and the trend for minimal invasive, computer-aided dentistry turns classical protocols for human identification redundant. Three-dimensional, morphological comparison is becoming an important identification tool. This research aims to measure specific morphologic features of maxillary first molars and to quantify their identifying power, separately and in combination. One hundred and sixty four upper first molars were isolated from 3D digitally scanned, dental cast models and standardized dimension measurements were registered using the 3D modelling software 3-Matic Medical (Materialise N.V., Leuven, Belgium). Fifteen measurements were classified in 4 groups: tooth depth (in mm, n=1), measurement between the cusps (in mm, n=6), measurement between the cusps and the core of the tooth (in mm, n=4), and angles between cusps (in degrees, n=4). All measurements were registered by the first examiner (n=2460). After a month, a subset (n=600) was re-analyzed by the first examiner and by a second examiner. The distance between each subject in the subset and the subjects in the complete sample was quantified for each measurement to establish a mean potential set (MPS) of candidate matches. The MPS, expressed as the amount of possible matches that would not exclude the correct subject in the complete sample, was determinant in the quantification of uniqueness of each specific measurement (univariate). Intra class correlation coefficient (ICC) was calculated to quantify inter- and intra-observer reliability. Differences and agreement between right and left measurements were evaluated. The 4 groups of measurements were combined between each other for a multivariate analysis of uniqueness. The most unique measurement was tooth depth (ICC=0,879, MPS=17,1%), followed by the measurement between distal cusps and the measurement between the core of the tooth and the disto-palatinal cusp (ICC=0,855, MPS=19,9% and ICC=0,840, MPS=20,9%, respectively). The measurement between the mesio-buccal and disto-palatinal cusps (ICC=0,524, MPS=32,3%) was the least unique. In the multivariate combination of measurements, the angles between cusps (n=4) were the most powerful identifiers (MPS= 3,911%). The measurement between the mesio-palatinal and disto-buccal cusps was the only measurement revealing statistically significant differences between right and left side (mean difference -0,25, p=0.0008). Agreement between measurements of right and left molars varied. The mean ICC for the intra- and inter-observer reliability were 0,75 and 0,78, respectively. Digital measurements of morphological features of maxillary first molars can present a useful tool in protocols for human dental identification. Validation of these measurements in a forensic set up is required.