Abstract | Keywords | Export | Availability | Bookmark

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze masterproef heeft twee grote doelstellingen: (1) om verschillende toepassingen van seizoen-warmteopslag te onderzoeken en (2) om een casestudie te maken over boorgatenenergieopslag (BEO). In de casestudie wordt een simulatie gemaakt van een BEO-installatie in de Parkwijk te Turnhout. Een aantal huizen in deze wijk waren door ouderdom (bouwjaar 1969) toe aan een renovatie en een nieuw verwarmingssysteem. Woonmaatschappij De Ark heeft de onderzoeksorganisatie VITO de mogelijkheden van geothermie laten onderzoeken. De gegevens van het energieprofiel van de huizen uit het onderzoek van VITO worden verder gebruikt in deze casestudie. Op basis van deze waardes en andere parameters wordt een BEO-installatie gesimuleerd waarvan de financiële haalbaarheid wordt onderzocht. De BEO-installatie wordt financieel vergeleken met een conventionele hoge rendement gasketel. In een tweede simulatie wordt er bekeken of de BEO-installatie gecombineerd met zonnecollectoren een positief effect kan hebben op de financiële haalbaarheid. Verder wordt er een werkblad opgesteld die de berekeningen en resultaten van de simulatie bevat. Het werkblad wordt gemaakt in Excel en zal ondersteund worden met het BEO-simulatieprogramma Earth Energy Designer (EED). Dit werkblad zou toekomstige BEO-projecten kunnen ondersteunen om een snel financieel overzicht te bekomen via EED. De twee verschillende simulaties geven een andere output. De BEO-installatie zonder warmtewinsten uit zonnecollectoren zal de bodemtemperatuur laten dalen waardoor de SPF-waarde in deze simulatie afneemt van 3,91 in het eerste werkingsjaar naar 3,55 in het 25ste werkingsjaar. Door de toevoeging van warmtecollectoren in de tweede installatie zal de bodem minder afkoelen dan bij de eerste installatie. Wegens deze warmtewinsten zal de bodemtemperatuur jaarlijks geregenereerd worden wat ervoor zal zorgen dat de SPF-waarde over de jaren heen ongeveer gelijk blijft aan 3,86. Vanwege de gebalanceerde belasting in deze tweede simulatie zal de totale boorlengte dalen waardoor de installatiekosten van de BEO-installatie dalen. Ook zullen de werkingskosten bijna niet stijgen doorheen de jaren omdat de SPF-waarde bijna constant blijft door de jaren heen. Bij de eerste simulatie, zonder warmtewinsten, zullen de werkingskosten jaarlijks stijgen. De resultaten van de casestudie tonen dat het BEO-installatieconcept zonder warmtewinsten een terugverdientijd heeft van 11,01 jaar. Deze lange periode kan door mogelijke investeerders gezien worden als een risico waardoor de hoge rendementsgasketel als een beter alternatief kan worden gezien. Bij de BEO-installatie met warmtewinsten wordt de volledige installatie niet terugverdiend binnen de looptijd van de simulatie, 25 jaar. Dit negatieve financiële resultaat komt door de grote investeringskost in de zonnecollectoren die niet kan worden gecompenseerd met de voordelen van de gebalanceerde belasting van de installatie. Ook blijkt dat het effect op de SPF-waarde niet zo groot is als verwacht omdat de warmtepomp het meest moet werken tijdens het stookseizoen en in dit seizoen er het minste warmtewinst kan gehaald worden uit de zon. Hierdoor zal de bodemtemperatuur nog steeds dalen en de SPF-waarde ook. Dit maakt dat het niet interessant is om te investeren in een combinatie van de BEO-installatie met zonnecollectoren en de hoge rendementsgasketel geprefereerd wordt.