Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Internationale parentale ontvoering is het onrechtmatig overbrengen of het ongeoorloofd achterhouden van het kind door een ouder in een ander land dan dat van het gewone verblijfplaats van het kind. Het fenomeen doet zich voornamelijk voor vanaf de 20e eeuw door verschillende sociologische, wettelijke en technische ontwikkelingen, met name de toenemende mobiliteit van mensen en de daaruit ontstane internationale huwelijken. Om hiertegen op te treden werden door de internationale gemeenschap enkele juridische instrumenten ontwikkeld. De Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht inzake internationale kinderontvoering nam op 25 oktober 1980 het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen aan (Haagse Kinderontvoeringsverdrag). Binnen de Raad van Europa kwam ook het Europees Verdrag van Luxemburg van 20 mei 1980 tot stand. Kinderontvoering blijft tot op heden een juridisch en maatschappelijk relevant probleem. De ouder die achterblijft, alsook de ontvoerende ouder in uitzonderlijke gevallen, vinden makkelijker hun weg naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, alwaar door hen een schending van artikel 8 EVRM, het recht op respect voor het privé-en familieleven wordt ingeroepen. In deze masterproef is het mijn bedoeling om de huidige stand van zaken weer te geven over dit onderwerp. In de eerste plaats ga ik een overzicht geven van de internationale en Europese rechtsregels die de internationale kinderontvoering beheersen. Ten tweede analyseer ik de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het EHRM heeft over de jaren heen algemene principes ontwikkeld inzake internationale kinderontvoering. Welke aspecten zijn in haar rechtspraak aan bod gekomen? Heeft het Hof enige evoluties doorgemaakt in haar rechtspraak? Wat is en was de verhouding van haar rechtspraak ten opzichte van het Haagse Kinderontvoeringsverdrag? Deze masterproef poogt een antwoord te vinden op deze vragen. In het laatste deel wordt een case-study uitgevoerd waarbij de vonnissen van een Belgische rechtbank worden getoest aan de verplichtingen opgelegd door het EHRM.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Gezondheidszorg --- Mental health policy --- Reporting --- Gegevensverwerking