Narrow your search

Library

Odisee (212)


Resource type

dissertation (212)


Language

Dutch (208)

English (4)


Year
From To Submit

2018 (212)

Listing 1 - 10 of 212 << page
of 22
>>
Sort by

Dissertation
Kan de ergotherapeut duurzaam HRM faciliteren via moreel beraad?
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Brussel : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De hulpverleners in eender welke zorgsector worden voortdurend geconfronteerd met het oplossen van ethische kwesties. Er is alleen niet vaak de tijd om stil te staan bij de ethische dimensie van een probleemstelling. Sinds een aantal jaren is er meer aandacht voor een praktische ethiek waarbij het erom gaat de professionals in gezondheidszorginstellingen zelfstandig te laten omgaan met ethiek in plaats van een externe sturing in te voeren. Het bewustzijn voor de ethische dimensie van een bepaalde probleemstelling blijft echter nog vaak beperkt. Een ethisch dilemma is een situatie waarbij de waarden van de professional botsen met de waarden van de cliënt en/of die van de organisatie. Het niet oplossen van dilemma’s kan tot depressie en burn-out bij de hulpverleners leiden. Een manier om ethische dilemma’s te bespreken en hierover gezamenlijk te reflecteren is moreel beraad. Moreel beraad is een vorm van ethiekondersteuning die in de laatste jaren veel aandacht heeft gekregen. Toch heerst er nog de vraag hoe deze methode geïmplementeerd kan worden binnen de bestaande infrastructuur van een zorginstelling. Een mogelijkheid hiervoor situeert zich in een visie rond duurzaam ondernemen, waarbij de dialoogvoering evenals bij moreel beraad centraal staat. In deze paper wordt daarom nagegaan in hoeverre de methode moreel beraad aansluit bij duurzaam ondernemen en, meer specifiek, bij de visie rond duurzaam human resource beleid. Volgende onderzoeksvraag werd geformuleerd: “Hoe kan de ergotherapeut duurzaam HRM faciliteren via moreel beraad?" Het doel van de praktijkstudie was om de hulpverleners kennis te laten maken met de methode moreel beraad en een eventuele meerwaarde voor de praktijk vast te stellen.

Keywords


Dissertation
Gentse ziekenhuizen en hun vegetarische maaltijden. Een onderzoek naar voedingswaarde en productkennis.
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Gent : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Vegetarisme is een onderwerp dat in onze huidige maatschappij niet meer weg te denken is. Het is daarom van essentieel belang dat ziekenhuizen goed samengestelde vegetarische maaltijden aanbieden. Organisaties zoals EVA vzw krijgen namelijk regelmatig klachten binnen van vegetariërs over de mindere kwaliteit van de hen aangeboden ziekenhuismaaltijden. Niet alleen de smaak, maar ook de voedingswaarde en de variatie van het aanbod in de ziekenhuizen zouden voor vele vegetariërs tekort schieten. Aan de hand van een persoonlijk interview op afspraak werd het aanbod en de nutritionele waarde van de vegetarische maaltijden in drie Gentse ziekenhuizen (AZ Maria Middelares, AZ Sint-Lucas en UZ Gent) getoetst. Tijdens de afspraak werden een reeks uitgebreide vooropgestelde vragen aan het hoofd van de grootkeuken gesteld. Aan de hand van deze vragen werd nagegaan of er vegetarische maaltijden aangeboden worden, wat de productkennis van de koks is, welke merken er gebruikt worden, hoe de samenstelling van de maaltijden/producten is, enz. Ook werd op basis van de verkregen menucycli en portiegroottes een onveranderlijk menudeel opgesteld. Hieruit werd de nutritionele waarde van de warme maaltijden met de bijhorende dekkingspercentages berekend. Uit de dekkingspercentages bleek dat het halen van de normen niet evident is. Hierbij spelen verschillende factoren een rol zoals de kennis rond vegetarisme en vleesvervangers, de kostprijs en de eetlust van de patiënten. Het is echter niet noodzakelijk om bij de warme maaltijden elk nutriënt 100 % te dekken aangezien patiënten gemiddeld drie á vier dagen in het ziekenhuis verblijven en de broodmaaltijden ook eventuele tekorten kunnen opvangen. De algemene conclusie van dit onderzoek is dat vegetarische ziekenhuismaaltijden voorlopig nog niet voldoen aan de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad. Er dient in de toekomst hoofdzakelijk gewerkt te worden rond het gezondheidsaspect van de maaltijden. Momenteel wordt er nog te veel gebruik gemaakt van kant-en-klare, sterk bewerkte producten, wat in strijd is met de visie van de nieuwe voedingsdriehoek. De keuze van producten wordt echter beperkt door het unieke budget van elk ziekenhuis. De kennis rond vegetarische voeding is eveneens afhankelijk van het ziekenhuis zelf. In de toekomst zou het passend zijn om blijvend in te spelen op de kennis van het keukenpersoneel zodat gezondere, volwaardigere en lekkerdere maaltijden bereid kunnen worden.

Keywords


Dissertation
Bepaling van clozapine en N-desmethylclozapine op UPLC
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Gent : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dit onderzoek was bedoeld om een methode te ontwikkelen en te valideren om clozapine en zijn belangrijkste metaboliet N-desmethylclozapine gelijktijdig en routinematig te kunnen bepalen in humaan serum met Ultra Performance Liquid Chromatography (UPLC). De analyten werden gescheiden op een BEH phenyl C18 reversed-phase kolom. Hierbij werd gebruik gemaakt van een isocratische methode met een mobiele fase bestaande uit een 40 mM fosfaatbuffer met pH 4.0, acetonitrile en azijnzuur (65:35:0.1) bij een flow van 0.3 ml/min. De analyten werden gedetecteerd met een PDA-detector bij een golflengte van 254 nm. Als staalvoorbereiding werden de stalen verdund met ultrazuiver water en na toevoeging van interne standaard werden deze geëxtraheerd via solid-phase extraction (SPE) op een Oasis HLB 96 Well-Plate en geëvaporeerd waarna het residu opgelost werd in mobiele fase. De methode werd gevalideerd via het bepalen van het extractie rendement (>80%), de lineariteit, het carry-over effect, de herhaalbaarheid (within-run precisie), de reproduceerbaarheid (between-run precisie), de juistheid en de stabiliteit volgens de validatiecriteria van FDA en EMA. De methode werd ook gevalideerd via methodevergelijking met een ander laboratorium voor subtherapeutische clozapine concentraties vanaf ±50 ng/ml, therapeutische clozapine concentraties en toxische clozapine concentraties tot 717 ng/ml.

Keywords


Dissertation
Therapeutic potential of valproic acid and 9-cis-retinal on rhodopsin in the treatment of retinal diseases
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Gent : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Valproic acid (VPA) is a compound used as therapeutic drug to treat different pathological conditions. The use of the VPA derivative sodium valproate (VASS) has been proposed to have therapeutic potential in the treatment of retinal diseases. Previous studies mostly used this compound for investigating its potential use in the treatment of a severe form of retinal degeneration termed retinitis pigmentosa (RP). This retinal disease affects the sight of the patients due to loss of visual field by degenerating the rod photoreceptor cells in the retina. In the rods, ""- cis-retinal is present as the chromophore of the retinal photoreceptor protein rhodopsin, a key player in the visual process. In this study, a retinal analogue, .-cis-retinal (.CR), an isomer of the natural ""-cis-retinal chromophore has been used instead. It should be noted that .CR derivatives are under clinical investigation for the treatment of RP. We have used UV-vis spectrophotometry to study the potential interactions between .CR, VASS and rhodopsin. The study was designed in a progressive approach that involved the analysis of the single compounds one at a time and the interaction of .CR and VASS before the interaction of the three together could be explored in the last part of the work. These experiments involved the study of .CR, VASS and rhodopsin alone or in combination between them in different types of buffers, at different temperatures and with additional illumination afterwards. When interactions are detected through combination of several compounds, the spectral differences can be explained and rationalized by analysing them in comparison with the behaviour of the single compounds in the solvents used. Combining compounds and studying interaction gave results that VASS inhibits the degeneration of .CR photo bleaching possibly by reducing the photosensitivity of the retinal molecule. This protective effect got enhanced when temperatures and concentration of VASS were increased. Addition of VASS and .CR to a rhodopsin sample did not seem to show a clear protective effect. In summary, these results indicate that VASS offers protection to .CR alone but not to rhodopsin in the .CR-VASS-rhodopsin system. Rhodopsin’s photo bleaching behaviour appears not to be altered by the combined presence of .CR and VASS. Since RP affects the sight of the patient by damaging the rods where rhodopsin is present, our results suggest that that VASS may not have therapeutic potential character in the treatment against RP at least under our specific experimental condition. It is important to stat that more specific and detailed research is required to support this conclusion.

Keywords


Dissertation
Niet elke emotionele eter is dezelfde Nutritionele/psychologische profielschets bij 10- tot 16-jarigen
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Gent : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Een goede screening van personen met emotioneel eetgedrag door een diëtist is belangrijk om tot een gepaste behandelstrategie te komen. Daarom werd in deze studie gezocht naar het verband tussen demografische, nutritionele en psychologische kenmerken en de mate van het emotioneel eetgedrag. Op basis van de resultaten werd een profielschets gemaakt van personen met gemiddeld tot hoog emotioneel eetgedrag en werden een aantal richtlijnen opgesteld die door de diëtist kunnen gebruikt worden voor screening en behandeling. Aan de hand van vragenlijsten zijn gegevens verzameld van 225 jongens (48%) en meisjes (52%) tussen 10 en 16 jaar. Deze vragenlijsten werden ingevuld door één van de ouders en/of de jongere zelf. De mate van emotioneel eetgedrag werd bevraagd aan de hand van de Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag (NVE). De demografische gegevens bevatten de Body Mass Index (BMI), de leeftijd, het geslacht en socio-economische status (SES) van het gezin. Om het eetpatroon en eetgedrag te bevragen werd gebruik gemaakt van de Food Frequency Questionnaire (FFQ) en de Eating Disorder Examination Questionnaire-child version (Ch- EDE-Q). Om de psychologische kenmerken van de onderzoeksgroep te bepalen, werden data geanalyseerd uit de Ch-EDE-Q, de Positive and Negative Affect Schedule (PANAS), de Perceived Stress Scale (PSS) en de Fragenbogen zur Erhebung der Emotionsregulation bei Kindern und Jugendlichen (FEEL-KJ). Uit de resultaten bleek dat vooral de scores van de psychologische vragenlijsten duidelijk gecorreleerd waren met emotioneel eetgedrag. De rapportering van stress, depressieve en negatieve gevoelens en zich zorgen maken over de eigen lichaamsvormen was in deze studie significant positief gelinkt aan de mate van het emotioneel eetgedrag. Verder werd er een duidelijk positief verband gevonden met het gebruik van maladaptieve emotieregulatiestrategieën. Zowel objectief overeten als subjectieve eetbuien werden significant meer vastgesteld bij personen met een hoge mate van emotioneel eten. Het algemeen eetpatroon, beschreven door de ouders, toonde geen verband met emotioneel eten. Concluderend kan er gesteld worden dat deze studie heeft aangetoond dat emotioneel eetgedrag bij (jong)adolescenten in verband staat met psychologische kenmerken, eetbuien en overeten. Hierbij moet zowel met de ernst als met de cumulatie van deze factoren rekening gehouden worden. De diëtist heeft er dus alle baat bij deze elementen te bevragen.

Keywords


Dissertation
Wat zijn de vereisten voor een zelfstandige thuisverpleegkundige bij de keuze van een softwareprogramma?
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Aalst : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze bachelorproef onderzoekt de vereisten voor de zelfstandige thuisverpleegkundigen bij de keuze van een softwareprogramma. Op basis van verschillende zoektermen in het Nederlands en in het Engels zijn enkele wetenschappelijke bronnen gevonden. De zoektermen zijn door verschillende databanken als PubMed, Springerlink, Limo en GoogleScholar gehaald. De literatuurstudie is zo opgebouwd dat er een logische volgorde in zit. De term thuisverpleging wordt beschreven in de literatuur om de werkzaamheden te weten van de thuisverpleegkundige. Omdat de onderzoeksvraag zich verfijnd op zelfstandige thuisverpleegkundigen, wordt ook de zelfstandige thuisverpleegkundige in vergelijking gebracht met de thuisverpleegkundige in loondienst. Als volgt, wordt in de literatuur de wettelijke vereisten voor de verpleegkundige besproken. De drie wettelijke vereisten voor een zelfstandige thuisverpleegkundige zijn, het gebruik maken van een gehomologeerd softwaresysteem, het inlezen van de identiteitskaart bij elk huisbezoek en het verplicht aangesloten zijn bij het MyCareNet systeem. Er zijn natuurlijk ook wettelijke vereisten voor een patiëntendossier en het softwareprogramma. Uit de literatuurstudie wordt duidelijk welke wettelijke vereisten belangrijk zijn. Naast de wettelijke vereisten wordt ook gezocht naar vereisten die een softwareprogramma kan toepassen om de zorg kwalitatiever te maken. De vereisten uit de literatuurstudie worden in vergelijking gebracht met de praktijk. Enkele vereisten worden vergeleken met een softwareprogramma en worden kritisch geanalyseerd met een eigen inbreng vanuit de praktijk. Dus zowel objectieve als subjectieve invalshoeken worden weergegeven. Zo wordt duidelijk wat een softwareprogramma te bieden heeft maar vooral wat software meer kan bieden voor de zelfstandige thuisverpleegkundige. De onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van een artikel. Dit artikel wordt ook aangeboden als hulpmiddel voor de zelfstandige thuisverpleegkundigen op zoek naar een softwareprogramma. In dit artikel worden tien vereisten besproken en wordt het belang van een goede keuze aangetoond. Bij het lezen van het artikel moet de zelfstandige verpleegkundige zelf kritisch gaan nadenken aan welke eisen en vereisten het softwareprogramma moet voldoen. De manier van werken ligt verschillend bij ieder verpleegkundige en dus ook de eisen en vereisten waardoor ook de keuze van het softwareprogramma zal verschillen. De tien vereisten besproken in het artikel, zijn diegene die de verpleegkundige zeker zal kunnen gebruiken of nodig hebben. Het artikel is er niet enkel en alleen als hulpmiddel maar ook om de verpleegkundige te doen nadenken over hoe ze te werk zullen gaan. Het geknipte softwareprogramma vinden begint bij het analyseren van het eigen werk

Keywords


Dissertation
Wat zijn de mogelijke oorzaken van gewichtstoename na plaatsing van DBS bij Parkinsonpatiënten?
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Gent : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Patiënten met de ziekte van Parkinson (ZvP) worden op verschillende manieren geholpen en ondersteund. Hoewel deze ziekte niet te genezen is, kan de progressie wel vertraagd worden. Voor deze vertraging wordt hoofdzakelijk voor een medicamenteuze behandeling gekozen. Naast een medicamenteuze behandeling bestaat er ook een chirurgische techniek waarbij er elektroden diep in de hersenen geïmplanteerd worden. Deze elektroden stimuleren dan bepaalde hersengebieden zodat de symptomen van de ziekte deels of volledig onderdrukt worden. Dit wordt diepe hersenstimulatie of Deep Brain Stimulation (DBS) genoemd. Deze behandeling is "the therapy of last resort" en wordt dus enkel toegepast wanneer geen enkele behandeling nog voldoende ondersteuning biedt. Opmerkelijk is dat na deze operatie het gewicht van de patiënten significant stijgt. Dit aspect wordt vastgesteld door zowel professor dr. P. Santens (neuroloog), vele studies als door het eigen onderzoek. Deze gewichtstoename kan oplopen tot zo’n 16 kg of meer. Er is echter geen consensus omtrent de oorzaken van de gewichtstoename na de DBS operatie. Veel studies zijn het er over eens dat de gewichtstoename zou veroorzaakt wordt door multifactoriële factoren. Één van deze factoren kan het verschil in energiebehoefte voor en na de operatie zijn. De motorische symptomen bij de ZvP, waaronder een tremor, vragen veel energie van de patiënt. Dit vermindert na de operatie waardoor de patiënt vaak een verminderde energiebehoefte heeft. Met eenzelfde voedingspatroon, voor en na de operatie, kan dit voor gewichtstoename zorgen. Een andere factor kan een verhoogde beloningsgevoeligheid zijn. De DBS zou een invloed kunnen hebben op de hypothalamus, wat zorgt voor een verhoogde beloningsgevoeligheid. Nog een andere factor die kan meespelen is chronische stress. Zo zou de DBS een invloed kunnen uitoefenen op de hypofyse, die op zijn beurt zorgt voor een verhoogde aanmaak van cortisol. Ten slotte zouden ook de hormonen neuropeptide Y, leptine en ghreline beïnvloedende factoren kunnen zijn. Zo zou een verhoogde aanmaak van deze hormonen een groter hongergevoel kunnen creëren bij de patiënten. In de literatuurstudie wordt de ziekte, de mogelijke oorzaken van gewichtstoename en de dieetbehandeling na het plaatsen van DBS bij parkinsonpatiënten beschreven. A.d.h.v. een vragenlijst in samenwerking met het Universitair Ziekenhuis in Gent werden de oorzaken van gewichtstoename en de mate waarin klachten voorkomen, na de plaatsing van DBS, bevraagd. De vele discussies in de literatuur en de niet eenduidige resultaten van de vragenlijst tonen aan dat de gewichtstoename multifactorieel is. Hoewel er nog verder onderzoek nodig is, zal de diëtist een alsmaar belangrijkere rol gaan spelen bij de behandeling van parkinsonpatiënten na de plaatsing van DBS. De gewichtstoename en postoperatieve klachten zijn problemen die aangepakt moeten worden, met eventuele ondersteuning van een psycholoog en logopedist, om de duur en kwaliteit van de gezondheid van de patiënten te verhogen. Het doel van deze bachelorproef is a.d.h.v. de dieetbehandeling (beschreven in de literatuurstudie) en de postoperatieve meest voorkomende klachten (uit de vragenlijst) de diëtisten ondersteuning te bieden om deze patiënten zo goed mogelijk na de operatie te kunnen begeleiden. Dit omdat een dieetbehandeling voor patiënten met de ZvP met DBS nog geheel ontbreekt en onderzoek aantoont dat hier wel ruimte toe is.

Keywords


Dissertation
De ondersteuning van verpleegkundigen in de begeleiding van naasten van palliatieve patiënten in het Woonzorg Centrum

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Op het terrein blijkt dat ondersteuning van naasten tijdens het palliatief proces in woonzorgcentra vaak in gebreke blijft. Ondanks vroegtijdige zorgplanning, opleiding, bijscholing, teamwerk en gedreven inzet hebben verpleegkundigen het gevoel tekort te schieten. Hieruit vloeide de onderzoeksvraag voort: “Hoe kunnen verpleegkundigen ondersteund worden in de begeleiding van naasten van de palliatieve patiënt in een woonzorgcentrum?”. Op grond van een literatuurstudie naar wetgeving, praktijkvoorbeelden en concepten zoals palliatieve zorg en actoren wordt een aantal instrumenten opgelijst en beschreven die het geschiktst worden geacht voor ondersteuning van verpleegkundigen in deze begeleiding. De invloed van het palliatief proces op verpleegkundigen en naasten, evenals de rol en noden van naasten hierin worden in de keuze van deze tools meegenomen. Door deze praktische tools aan te reiken door middel van een informatiemap, genieten verpleegkundigen ondersteuning. Bovendien wordt aan kwalitatieve totaalzorg bijgedragen.

Keywords


Dissertation
Het proces voor het berekenen van DRNs optimaliseren en vergelijken aan de hand van een opdeling van CT-protocollen en het koppelen aan een radiologische lexicon
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Brussel : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Probleem & doelstelling/vraagstelling Het opvragen van dosis gegevens door het FANC verloopt moeilijk. Er is op dit moment nog geen oplossing gevonden om efficiënt de dosisgegevens op te vragen. Het berekenen van DRN’s verloopt hierdoor ook wat moeizamer. Er wordt in dit werk onderzoek gedaan naar een nieuwere methode aan de hand van een radiologisch lexicon. Methode De aanvraagformulieren van het FANC worden onderzocht en eventueel geoptimaliseerd. In samenwerking met UZ Brussel worden twee CT-toestellen onderzocht. Protocollen van de afgelopen drie maanden worden geordend in niveaus. Op deze protocollen wordt een RadLex® code gekoppeld. Achteraf wordt de DRN berekend van de protocollen in het derde niveau. Resultaat Enkel de hoognodige eisen van het invulformulier van het FANC hielden stand. Er hielden weinig protocollen stand tot het laatste niveau (Niveau 2). Bijna alle protocollen in niveau 2 werden gelinkt aan een Radlex® code. Bij het vergelijken van de nieuwe en de oude DRN werden verschillen ontdekt. Bespreking Er werden duidelijke verschillen opgemerkt na het vergelijken van de oude en de nieuwe DRN. Er hielden weinig protocollen stand tot het laatste niveau (Niveau 2). Er zou een volgend onderzoek kunnen volgen die over een langer tijdsinterval strekt, meerdere ziekenhuizen en meerdere CT-toestellen betrekt. Het linken van Radlex® codes ging vlot. Er moet een oplossing komen voor samengestelde onderzoeken op een spoedafdeling. Conclusie Radlex® codes zijn een goede oplossing voor het opvragingssysteem naar dosis gegevens in het FANC. Ook andere systemen zoals DoseWatch kunnen al verbetering bieden.

Keywords


Dissertation
Welke energiebesparende methodes hebben een positieve invloed op vermoeidheid bij MS-patiënten bij het uitvoeren van alledaagse acti viteiten?
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Brussel : Odisee

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze studie focust zich op een niet-medicamenteuze behandeling van MS-gerelateerde vermoeidheid, namelijk het aanleren van energiebesparende methodes. De onderzoeksvraag die in deze studie gebruikt werd luidt; 'Welke energiebesparende methodes hebben een positieve invloed op de vermoeidheid bij MS-patiënten bij het uitvoeren van alledaagse activiteiten?' Het doel van het praktijkwerk is om na te gaan welke energiebesparende methodes een positieve invloed hebben op vermoeidheid bij MS-patiënten bij het uitvoeren van alledaagseactiviteiten. Er zal worden nagegaan welke methodes het meest bruikbaar en effectief zijn. Hiervoor werd een energiemanagementprogramma opgesteld voor mensen met MS waarin verschillende energiebesparende methodes werden aangeleerd en besproken. De methodes die de het meest bruikbaar en effectief zijn worden opgelijst en kunnen later ook ingezet worden om advies te geven hierover.

Keywords

Listing 1 - 10 of 212 << page
of 22
>>
Sort by