Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|
Choose an application
Breedplaatvloeren worden gerealiseerd door geprefabriceerde breedplaten op de werf naast elkaar te leggen en er vervolgens een betonnen druklaag op te storten. De twee betonfasen werken samen door de hechting in het aansluitvlak en de verbinding die tussen beide gerealiseerd wordt door het instorten van tralieliggers. Deze verhogen de stijfheid van het geheel en nemen schuifspanningen in het aansluitvlak op. Bovendien kunnen ze ook transversale trekkrachten doorheen het aansluitvlak opnemen. Door de optredende belastingen in praktijk worden breedplaatvloeren onderworpen aan buigende momenten. De weerstand die het hiertegen biedt, wordt gerealiseerd door een samenwerking van de betondrukzone met de wapening in de getrokken zones. In het veld treden positief buigende momenten op die trekspanningen veroorzaken in de onderzijde van de samengestelde vloer. Deze spanningen worden opgenomen door de onderwapening in de breedplaten en dienen overgedragen te worden over de voegen tussen de breedplaten. Hiervoor wordt er voeg- of koppelwapening aangebracht over de voegen. Door de hechting tussen de twee betonfasen kunnen de krachten via schuifspanningen overgedragen worden van de onderwapening naar de voegwapening en omgekeerd. In deze masterproef wordt het buigingsgedrag en de momentweerstand van de voegen onderzocht. Het onderzoek focust zich op de langse voeg, aangezien deze voornamelijk onderworpen is aan buiging. Bij een niet-langse voeg treedt er naast buiging ook een niet te verwaarlozen dwarskracht op, wat buiten het kader van dit onderzoek valt. Aan de hand van buigproeven wordt er een doorbuigingsanalyse opgesteld om de vervorming over de langse voeg te bepalen. Door deze proeven tot breuk uit te voeren, wordt de voegweerstand onder buiging bepaald. Aangezien beton een hoog soortelijk gewicht bezit, speelt het eigen gewicht van de samengestelde vloer een grote rol in de totale belasting. De hoeveelheid beton kan gereduceerd worden door vulelementen mee in te storten zoals bijvoorbeeld Airdeck® toepast. Om de invloed van deze vulelementen op het buigingsgedrag te bepalen, worden er zowel massieve als Airdeck® proefstukken getest. Voorts is het buiginsgedrag ook afhankelijk van de ruwheid van het aansluitvlak en de positionering van de voegwapening. Door beide parameters te variëren in verschillende proefstukken, kan de invloed ervan begroot worden. Tot slot wordt ook de invloed van deuvelwapening ter hoogte van de voeg onderzocht. Uit de verschillende parameters kan vastgesteld worden dat een massief proefstuk een hoger buigend moment aankan dan een Airdeck® proefstuk en dat opruwing in het aansluitvlak weinig invloed heeft op de momentweerstand. Voorts heeft het gebruik van afstandshouders een negatieve invloed terwijl deuvelwapening een verhoging van de momentweerstand teweegbrengt en bovendien delaminatie van breedplaat en druklaag verhindert. Om de krachtsoverdracht geleidelijk te laten plaatsvinden, dient de voegwapening voldoende te overlappen met de onderwapening. Wanneer delaminatie optreedt, kan er op een bepaald deel van de overlappingslengte niet meer gerekend worden. Uit de resultaten van de verschillende proeven zonder deuvels is gebleken dat delaminatie optreedt en de overlappingslengte onvoldoende is, waardoor de voegwapening wordt losgetrokken. Met een theoretisch model en een proefstuk met ankers wordt getracht te bepalen welke kracht opgenomen dient te worden ter hoogte van de voeg om delaminatie te voorkomen.
Choose an application
The buckling behaviour of welded, open-section stainless steel columns under compression is researched in this thesis. Initially, a state of the art of research of compressional tests on welded stainless steel I-sections is given. A summary of all test and numerical data available is provided. The amount of performed research is found to be limited. Lab tests indicate that the Eurocode 3 part 1.4 design could be yielding conservative results. Parametric studies on austenitic grades show that the Eurocode design does result in good strength predictions. No numerical studies have been found for duplex or ferritic grades. In this research, a modelling technique is developed and verified with sixteen lab tests. The modelling technique is then used for parametric studies. 908 tests are conducted, 440 for minor axis flexural buckling, 468 for major axis flexural buckling. Results show that the Eurocode design for minor and major axis buckling of austenitic grade 1.4301 yields good results. These results are similar to previously performed numerical research. The continuous strength method was found to provide more accurate results for low column slenderness values. Results for duplex grade 1.4462, duplex grade 1.4162 and ferritic grade 1.4512 indicate that the Eurocode design procedure underestimates the strength of such columns for both minor and major axis buckling. CSM provides improved results, but still underestimates the loading capacity of columns made of these types of steel.
Choose an application
Breedplaatvloeren worden gerealiseerd door geprefabriceerde breedplaten op de werf naast elkaar te leggen en er vervolgens een betonnen druklaag op te storten. De twee betonfasen werken samen door de hechting in het aansluitvlak en de verbinding die tussen beide gerealiseerd wordt door het instorten van tralieliggers. Deze verhogen de stijfheid van het geheel en nemen schuifspanningen in het aansluitvlak op. Bovendien kunnen ze ook transversale trekkrachten doorheen het aansluitvlak opnemen. Door de optredende belastingen in praktijk worden breedplaatvloeren onderworpen aan buigende momenten. De weerstand die het hiertegen biedt, wordt gerealiseerd door een samenwerking van de betondrukzone met de wapening in de getrokken zones. In het veld treden positief buigende momenten op die trekspanningen veroorzaken in de onderzijde van de samengestelde vloer. Deze spanningen worden opgenomen door de onderwapening in de breedplaten en dienen overgedragen te worden over de voegen tussen de breedplaten. Hiervoor wordt er voeg- of koppelwapening aangebracht over de voegen. Door de hechting tussen de twee betonfasen kunnen de krachten via schuifspanningen overgedragen worden van de onderwapening naar de voegwapening en omgekeerd. In deze masterproef wordt het buigingsgedrag en de momentweerstand van de voegen onderzocht. Het onderzoek focust zich op de langse voeg, aangezien deze voornamelijk onderworpen is aan buiging. Bij een niet-langse voeg treedt er naast buiging ook een niet te verwaarlozen dwarskracht op, wat buiten het kader van dit onderzoek valt. Aan de hand van buigproeven wordt er een doorbuigingsanalyse opgesteld om de vervorming over de langse voeg te bepalen. Door deze proeven tot breuk uit te voeren, wordt de voegweerstand onder buiging bepaald. Aangezien beton een hoog soortelijk gewicht bezit, speelt het eigen gewicht van de samengestelde vloer een grote rol in de totale belasting. De hoeveelheid beton kan gereduceerd worden door vulelementen mee in te storten zoals bijvoorbeeld Airdeck® toepast. Om de invloed van deze vulelementen op het buigingsgedrag te bepalen, worden er zowel massieve als Airdeck® proefstukken getest. Voorts is het buiginsgedrag ook afhankelijk van de ruwheid van het aansluitvlak en de positionering van de voegwapening. Door beide parameters te variëren in verschillende proefstukken, kan de invloed ervan begroot worden. Tot slot wordt ook de invloed van deuvelwapening ter hoogte van de voeg onderzocht. Uit de verschillende parameters kan vastgesteld worden dat een massief proefstuk een hoger buigend moment aankan dan een Airdeck® proefstuk en dat opruwing in het aansluitvlak weinig invloed heeft op de momentweerstand. Voorts heeft het gebruik van afstandshouders een negatieve invloed terwijl deuvelwapening een verhoging van de momentweerstand teweegbrengt en bovendien delaminatie van breedplaat en druklaag verhindert. Om de krachtsoverdracht geleidelijk te laten plaatsvinden, dient de voegwapening voldoende te overlappen met de onderwapening. Wanneer delaminatie optreedt, kan er op een bepaald deel van de overlappingslengte niet meer gerekend worden. Uit de resultaten van de verschillende proeven zonder deuvels is gebleken dat delaminatie optreedt en de overlappingslengte onvoldoende is, waardoor de voegwapening wordt losgetrokken. Met een theoretisch model en een proefstuk met ankers wordt getracht te bepalen welke kracht opgenomen dient te worden ter hoogte van de voeg om delaminatie te voorkomen.
Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|