Listing 1 - 10 of 149 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
In deze masterproef wordt de vertaling van cultuurspecifieke elementen in de ondertitels van het derde seizoen van de tv-serie Breaking Bad onderzocht. Daarbij werd nagegaan hoe cultuurspecifieke elementen uit de Engelse scripts vertaald waren in de officiële Nederlandse ondertitels en in de Nederlandse amateurondertitels. Deze masterproef begint met een literatuurstudie van reeds bestaande literatuur over audiovisuele vertaling, ondertiteling en cultuurspecifieke elementen. Vervolgens wordt een methodologie opgesteld, enerzijds voor de categorisatie van cultuurspecifieke elementen, gebaseerd op het model van Nedergaard-Larsen en Díaz Cintas & Remael; anderzijds voor de identificatie van vertaalstrategieën die gebaseerd is op de taxonomie van Díaz Cintas & Remael. Uit de analyse blijkt dat de drie meest voorkomende vertaalstrategieën loan, explicitation en transposition zijn in zowel de Nederlandse officiële ondertitels als in de amateurondertitels. Bovendien zijn er in de amateurondertitels ook een aanzienlijk aantal vertaalfouten en spellingsfouten gevonden, waardoor de kwaliteit van de amateurondertitels aanzienlijk lager is. Opvallend is dat er geen enkele keer een cultuurspecifiek element uit de broncultuur vervangen is door een cultuurspecifiek element uit de doelcultuur. Hoewel beide ondertitelaars de neiging hebben om bepaalde elementen te verduidelijken en aan te passen aan de doelcultuur, kan er toch besloten worden dat zowel de opgeleide ondertitelaar als de amateurondertitelaar een meer brontekstgerichte aanpak hanteren.
Choose an application
Organisaties beperken zich vandaag de dag steeds minder tot traditionele media en gaan in het kader van hun marketingbeleid steeds vaker de uitdaging van promotie via internet aan. De opkomst van sociale media biedt organisaties tal van mogelijkheden om de consument via deze weg aan te spreken. Ook in Duitsland blijken sociale media een belangrijke plaats in te nemen in het communicatiebeleid van organisaties. Maar waarvoor gebruiken bedrijven sociale media dan precies? En hoe brengen organisaties hun doelen talig tot uitdrukking? Deze masterproef doet onderzoek naar het gebruik van Facebook en Twitter bij drie Duitse telecomorganisaties. Een corpus van 150 berichten wordt in zowel een functionele als een talige analyse bestudeerd. Aan de hand van een functionele typologie van Coursaris et al. (2013) wordt nagegaan welke functies de berichten vervullen. Vervolgens worden de berichten op enkele talige parameters als gekleurde adjectieven, generalisaties, perspectief, formaliteit en trappen van vergelijking gecodeerd. Tot slot wordt gekeken of er een verband bestaat tussen de functie van een bericht en haar talige vormgeving. Worden bepaalde functies met andere woorden steeds met dezelfde talige aspecten uitgedrukt? Het onderzoek toonde aan dat dat voor de berichten uit dit corpus niet het geval is. Deze masterproef was bovendien onderdeel van complementair onderzoek; de resultaten werden vergeleken met de resultaten van een medestudent die een andere sector onder de loep nam. Zo konden twee erg uiteenlopende sectoren tegenover elkaar geplaatst worden.
Choose an application
In deze masterproef proberen we aan de hand van een corpusonderzoek, een receptieonderzoek en een analyse van vier recepten te weten te komen of de authenticiteit van het Spaanse kookboek, 1080 recetas de cocina, behouden blijft in de Engelstalige en Nederlandstalige vertalingen. In het corpusonderzoek bespreken we de probleemstelling van bron- en doeltekst en de relatie met de uitgevers. Het receptieonderzoek gaat over wat het Spaanse kookboek betekent voor de Spanjaarden en hoe de vertalingen in de andere landen ontvangen zijn. In onze analyse maken we een onderscheid tussen de vergelijking van de Spaanstalige en de Engelstalige recepten enerzijds, waarbij we de vier recepten op macro- en op microniveau onderzoeken door middel van de vertaalprocédés uit het boek Terminologie van de vertaling. Anderzijds is er de vergelijking van de Engelstalige en de Nederlandstalige recepten, waarbij we enkel kijken naar de teksten op macroniveau, maar waarbij we ook de leesbaarheid en de aantrekkelijkheid van de recepten onderzoeken aan de hand van een kleine enquête met 12 Vlamingen en 12 Nederlanders.
Choose an application
Een case study over het gebruik van de directe en indirecte rede bij gerechtstolken. In deze case study wordt het gebruik van de directe en indirecte rede bij een rechter beschreven en de manier waarop de tolk hiermee omgaat.
Choose an application
Under de dome onder de loep onderzoekt de intersemiotische vertaling van het boek Under the dome van Stephen King (2009) en de serie met dezelfde naam van Brian K. Vaughan en Steven Spielberg (2013). De masterproef onderzoekt de adaptatie die de karakterisering van twee hoofdpersonages ondergaat, aan de hand van de chronotopen. Hoe is de karakterisering vertaald en welke verschuivingen kwamen hierbij te pas? Wat is dan de rol van de chronotopen hierin geweest? Dat zijn vragen die de paper tracht te beantwoorden. Het corpus beperkt zich tot de eerste dertien hoofdstukken van de brontekst en de eerste vijf afleveringen van de doeltekst. De studie baseert zich op vijf bronnen: Novel to Film van Brian McFarlane (1996), Description of Characterization van Herman en Vervaeck (2005), Film Narratology van Peter Verstraten (2008), Narratology van Mieke Bal (1997) en Form of Time and Chronotope in the Novel van Bakhtin (1981). De toevoeging van chronotopen aan de studie van karakterisering en adaptatie is er één van grote meerwaarde.
Choose an application
In deze masterproef werd een Nederlandse vertaling gemaakt van een hoofdstuk uit het Arabische boek Fiqh al-Jihad geschreven door de islamitische geleerde dr. Yusuf al-Qardawi. Het onderwerp van de tekst is religieuze verdraagzaamheid in de islam ten opzichte van niet-moslims. Aan de hand van de vertaling van het hoofdstuk en een bespreking van de inhoud daarvan, tracht deze thesis een accurate voorstelling te geven van de ware leer van de islam omtrent het omgaan met niet-moslims, zoals blijkt uit de verzen uit de Heilige Koran en het leven en de leer van de profeet Muhammad ﷺ. Verder worden de daden van de militante 'islamitische' groeperingen in het licht van de authentieke islamitische wetenschap geplaatst en wordt de origine van het gedachtegoed van zulke groeperingen onderzocht.
Choose an application
In deze masterproef wordt het gebruik van aanspreekvormen in Vlaamse en Nederlandse personeelsadvertenties bestudeerd. Aan de hand van een vergelijkende studie wordt nagegaan wat de verschillen zijn in het gebruik van je- en u-vormen tussen beide regio’s. Vervolgens wordt onderzocht wat de rol is van cultuur, grammatica en taalvariatie in die regionale verschillen. Het corpus van dit onderzoek bestaat uit 120 Vlaamse en 55 Nederlandse personeelsadvertenties. Elke aanspreekvorm uit elke personeelsadvertentie werd ondergebracht per vorm en functie in de zin. Op die manier kon er een onderscheid gemaakt worden tussen je- en u-vormen in de functie van subject en niet-subject. De resultaten van de analyse tonen aan dat in beide regio’s je-vormen het vaakst voorkomen, maar ook dat u-vormen in Vlaanderen meer worden gebruikt dan in Nederland. Met behulp van de studies van Vermaas (2004) en Vismans (2007) kan worden aangetoond dat zowel cultuur, grammatica als taalvariatie invloed heeft op de keuze voor een bepaalde aanspreekvorm. Verder onderzoek is wel vereist om een representatiever beeld te krijgen van de exacte invloed van die drie factoren..
Choose an application
In deze masterproef wordt er een onderzoek gedaan naar meertaligheid in Vlaanderen bij één- en meertalige kinderen van het eerste leerjaar. Het doel van deze masterproef is om volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: 1. Is er een verschil tussen de Nederlandse, receptieve woordenschatomvang van één- en meertalige kinderen van het eerste leerjaar in Vlaanderen? 2. Hoe staan kinderen van het eerste leerjaar ten opzichte van één- en meertaligheid? Wat de eerste onderzoeksvraag betreft, namen 56 kinderen deel aan het onderzoek. Om het verschil tussen de receptieve woordenschatomvang van één- en meertalige kinderen te achterhalen, werd voor dit onderzoek de SALTO-toets gebruikt. Met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag, namen 72 kinderen deel aan het onderzoek. Om de houding ten opzichte van meertaligheid van deze kinderen te achterhalen, werd aan de kinderen een vragenlijst voorgelegd. Het eerste gedeelte van deze masterproef bestaat uit een korte inleiding over het onderwerp. Het tweede gedeelte bevat de literatuurstudie van het onderzoek. Hierbij wordt de nadruk gelegd op volgende elementen: de taalontwikkeling van het kind, de één- en meertaligheid bij kinderen en houding van deze kinderen ten opzichte van meertaligheid. Het derde hoofdstuk bestaat uit de methodologie van het onderzoek. Het gaat hier meer bepaald om het verloop, de onderzoeksdeelnemers en de meetinstrumenten van het onderzoek. In het vierde hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gegeven. De resultaten op de eerste onderzoeksvraag laten zien dat de receptieve woordenschatomvang van ééntalige kinderen groter is dan die van de meertalige kinderen. Bovendien heeft een grote meerderheid van één- en meertalige kinderen een positieve houding ten opzichte van meertaligheid. Dit onderzoek wordt afgerond met een conclusie in het vijfde hoofdstuk. .
Choose an application
Deze meesterproef geeft een overzicht van bestaand onderzoek naar bedrijfsblogs. In de literatuurstudie komen uiteenlopende onderwerpen aan bod, met name PR, blogs, bedrijfsblogs, storytelling en CSR. Daarnaast wordt er geprobeerd om een antwoord te geven op de tweeledige onderzoeksvraag: In welke mate zijn de vier kenmerken van het verhalende karakter van blogs, zoals beschreven door Yang & Lim (2006), aanwezig in bedrijfsblogs? En hoe worden de lezers daardoor betrokken? Er werden zeven Engelstalige bedrijfsblogs geselecteerd en aan een descriptief onderzoek onderworpen. Het gaat om bedrijfsblogs die over Corporate Social Responsibility rapporteren, zijnde Adidas, Applied Materials, Exxon, FedEx, Intel, Johnson & Johnson en Walmart. Het eerste deel van het onderzoek is gebaseerd op het artikel van Yang & Lim (2006) die schrijven dat blogs een verhalend karakter hebben door de vier bepalende kenmerken die ze vertonen. Ten eerste zouden blogs informeel en persoonlijk zijn. Ten tweede zouden ze gebruik maken van storytelling. Ten derde zouden ze op een bepaalde manier doorheen de tijd georganiseerd zijn. Ten slotte zouden ze contact met de lezers zoeken. Het tweede deel van het onderzoek gaat na of en hoe de lezers van de bedrijfsblogs worden betrokken. Er zijn verschillende manieren om dat te doen, waaronder het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden, het gebruik van positieve woorden die verwijzen naar het bedrijf in kwestie en het uitdrukken van een groepsgevoel tussen werknemers. De resultaten tonen aan dat de onderzochte bedrijfsblogs erg uiteenlopende technieken gebruiken, zowel om hun verhaal te vertellen als om de lezers daarbij te betrekken.
Choose an application
Deze masterproef onderzoekt het verschil in woordenschatomvang van het Nederlandse bij een- en tweetalige kleuters uit de tweede kleuterklas. Er is al heel wat onderzoek, vooral in Nederland, naar dit onderwerp gevoerd. Uit die onderzoeken blijkt dat eentalige kinderen een grotere woordenschatomvang van het Nederlands hebben dan tweetalige kinderen, maar er werd telkens de receptieve woordenschatkennis onderzocht. Daarom dat ik voor deze masterproef wou nagaan of er ook een verschil is in de productieve woordenschatkennis van het Nederlands bij een- en tweetalige kleuters. Om dat te onderzoeken heb ik bij 58 kleuters, 33 tweetalige en 25 eentalige, een woordenschattoets afgenomen, namelijk de Woordenschattoets voor groep 1 van Dijkstra en de Vos. Die bestond uit 40 prenten en de kleuter moest telkens zeggen wat erop stond afgebeeld. Om meer achtergrondinformatie over de kinderen te krijgen, moesten de ouders een vragenlijst invullen die gebaseerd is op de Anamnese Meertalige Kinderen (AMK). Het onderzoek toonde aan dat er niet alleen een verschil is in de receptieve woordenschatkennis van een- en tweetalige kleuters, zoals eerder aangetoond, maar ook een verschil in de productieve woordenschatkennis. De productieve woordenschatkennis van het Nederlands van eentalige kleuters is namelijk groter dan de productieve woordenschatkennis van het Nederlands van tweetalige kleuters. .
Listing 1 - 10 of 149 | << page >> |
Sort by
|