Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Over the past few years, the dark side of leadership has received more attention in academic, as well as in popular literature. One such kind of leadership behavior, is abusive supervision, defined by Tepper (2000) as supervisors' sustained (non)verbal hostility towards subordinates. Various studies demonstrate the severe consequences on subordinates, such as psychological distress, lower job performance and higher turnover intentions. However, little is known about what drives leaders to abuse their subordinates. Few studies have examined the antecedents of abusive supervision and the majority frames the abusive behavior as a form of displaced aggression. Even fewer studies focus on the role of subordinates in evoking abusive behavior, and it is in this gap in research where I hope to contribute. I draw on the works of Fox & Spector (2010) and Tepper, Duffy & Breaux-Soignet (2011) to differentiate between emotional and strategic motives of abusive supervision.This thesis aims to examine the effects of frustration and an instrumental goal on abusive supervision. More specifically, I expected that the two factors would have an interactional effect on abusive supervision, that is, when given an instrumental objective to abuse the subordinate, frustration will lead to a higher level of abusive supervision. Furthermore, I look at the relations between frustration and injury intentions, and between instrumentality and performance promotion intentions. Drawing on the model of work frustration and aggression (Spector & colleagues), I expected a positive relation between frustration and negative emotions. In a second study, I examined the relation effects of frustration and instrumentality on supervisors' OCB.Data was collected through two scenario studies, one with a student sample and the other with an employee sample. The data was analyzes using SPSS to perform ANOVA analysis. The main findings of this research did not support my hypothesis on the interactional effect...
Choose an application
Employees face a lot of uncertainties at work and supervisors' leadership style may be one of them. Leaders do not always behave consistently. As they may vary in behaviour the employee does not know what to expect. In line with the dominant literature researchers typically conceive unpredictability as a negative state which should be reduced. We wonder if consistency is always preferred.This master thesis covers the effect of consistent behaviour in leaders and the effect on employees. We operationalised employees' evaluations by four dependent variables: perceived procedural justice, trust, perceptions of receiving credit and achievement, and positive emotions towards the leader. We mention the duality of the consistency concept in which this research focuses on negative consistent leadership behaviour. Leaders' negative consistent behaviour is opposed to inconsistent behaviour. Besides their behaviour, leaders affect followers by their emotions. Hence, we examined two research questions. Firstly, we investigated the consequences of negative consistent leadership behaviour as opposed to inconsistent leadership behaviour for the employees' evaluations of the leader. Secondly, we investigated the moderating effect of the leader's emotions on this relationship. To answer these questions two experimental studies were conducted in a 2 (consistency behaviour: consistent vs. inconsistent) x 2 (emotions: smiling vs. grumpy) between subject-design. In the laboratory study eighty-two participants played a trust game with a leader (in reality the experimenter). In the vignette study ninety-two participants were asked to read the employees' descriptions of the leader they would work with in the future. At the end of both studies participants had to complete a questionnaire, evaluating their leader. On the basis of ANOVA- and moderation analyses our studies revealed three types of findings. Firstly, people prefer an inconsistent leader to a negative consistent leader. Secon...
Choose an application
Recent werd een methode voorgesteld waarmee competenties worden gemeten door middel van voorkeuren voor bepaald speelgoed of bepaalde spelvormen te identificeren. De kern van deze methode ligt in de assumptie dat een voorkeur voor bepaald speelgoed een uitdrukking is van een talent of een competentie. In deze Masterproef wordt deze assumptie getest met empirisch onderzoek in samenwerking met het bedrijf dat deze methode heeft ontwikkeld. Dit onderzoek kadert in het onderzoek naar het verband tussen persoonlijkheid en prestatie op het werk.
Choose an application
In deze studie worden mogelijke antecedenten van dienend leiderschap blootgelegd. Zo stellen we ons de vraag of het stimuleren van zelfbewustzijn tot meer dienend leiderschap leidt en onderzoeken we de rol van zelfbewustzijn bij de relatie tussen empathie en deze leiderschapsstijl. Daarnaast willen we ook nieuwe gedragsmatige operationalisaties van dienend leiderschap binnenbrengen in de experimentele wereld.
Choose an application
Leiderschap is een veel besproken en belangrijk concept in de arbeidswereld. In de wetenschap werd dit fenomeen al ettelijke keren en vanuit verschillende invalshoeken onderzocht. Vaak echter gaan onderzoeken naar leiderschap over de invloed van de stijl van leiderschap op de werknemers. Dit onderzoek echter gaat op een andere manier te werk. Hier speelt niet alleen de stijl van leiderschap mee, ook de omgeving en de beeldvorming die rond de leider bestaat, speelt een belangrijke, zo niet de belangrijkste rol. Dit onderzoek, dat een onderdeel is van een groter onderzoek naar leiderschap, gaat op zoek naar de rol van hoop in de relatie tot een leidinggevende in combinatie met inconsistente of consistente informatie die over hem wordt verspreid. Hiervoor werd een 2X2 design gebruikt. Op basis van de twee onafhankelijke variabelen hoop en consistentie van informatie werden vier verschillende condities uitgewerkt (de consistent hoopvolle, de consistent hopeloze, inconsistent hoopvolle of inconsistent hopeloze conditie). Door middel van vragenlijsten werden vier groepen respondenten bevraagd. De resultaten werden geanalyseerd op basis van een Manova-analyse. De verschillende constructen werden samengevoegd in drie betekenisvolle groepen; Motivatie, Emoties & procesvariabelen. Significante effecten werden op basis van deze drie groepen nagegaan. De voornaamste effecten waren terug te vinden bij de voorkeur van de respondenten voor een leidinggevende in de inconsistente conditie ten opzichte van de leidinggevende in de consistente conditie.
Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|