Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

A broad perspective on the role of religious institutes in social and cultural practices. This volume examines the cultural contribution of religious institutes, men and women religious, and their role in the constitution of Catholic communities of communication in different European countries (England, Germany, Liechtenstein, the Low Countries, the Nordic Countries, Switzerland). The articles focus on social and cultural history by comparing both discourses and cultural and social practices, as well as examining international networks and cultural transference. How did religious institutes function as cultural elites in the production and mediation of knowledge, ideologies, cultural codes, and practices? What kind of discursive and operational strategies did they use to help construct and propagate social Catholicism, ultramontanism, and confessionalism, and to establish and promote the Catholic communication system? What were the central mechanisms in the production of knowledge and how were they incorporated within identity politics ? The volume also takes a broad perspective on the role of religious institutes in the production and propagation of religious, cultural, and social practices, and in the socialisation of the Catholic population. The focus is on cultural practices, on the transmission and transformation of attitudes, and on the rites and customs in everyday religious and social practices.

Sociology of religion --- Christian church history --- Roman Catholicism --- anno 1800-1999 --- Monasticism and religious orders --- Monachisme et ordres religieux --- History --- Histoire --- Christian communities --- Catholics --- Catholic Church --- Intellectual life --- Europe --- Church history --- Academic collection --- C2 --- katholicisme --- kerkgeschiedenis --- West-Europa (x) --- KADOC - Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving (1977-) --- 27 "18/19" --- 27 <4> --- 282.4 --- Religieuze instituten --- Histoire de l'Eglise--Hedendaagse Tijd --- Histoire de l'Eglise--Europa --- Roman Catholic Church Europe --- religious institutes --- Catholic communities of communication --- networks of knowledge --- Catholic intellectual elites in the Netherlands --- the Interbellum --- Stimmen der Zeit --- Benediktinische Monatsschrift --- religious orders --- cultural communication of the Weimar Republic --- mediation of discourses --- convent schools in Central Switzerland --- female catholic identity construction --- networking for Catholic laywomen --- the Institut St. Elisabeth --- conservation and encouragement of a Catholic identity for the female youth of Liechtenstein --- Catholic subculture --- children's literature --- the publishing houses of religious institutes --- English Catholic patriotism --- bodily penitence --- Frances Taylor --- Elizabeth Giles --- the Scandinavian Mission of the Sisters of Saint Joseph --- female counter-culture in Nordic society --- religious communities and the Catholic poverty discourse in the first half of the 19th century --- charitable service and denomination-specific identity --- the Church press --- Belgian Jesuits and their labourer retreats

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Op vraag van pastoor-deken Claes werd in 1851 te Herk-de-Stad een klooster opgericht dat deel uitmaakte van de Ursulinencongregatie van Tildonk. Die congregatie was slechts één van de vele actieve diocesane congregaties die in de negentiende eeuw het levenslicht zagen. Ze ontstond uit een gemeenschap van 'geestelijke dochters'. Na de Belgische onafhankelijkheid werd dit initiatief door de kerkelijke overheid goedgekeurd en omgevormd tot een heuse actieve congregatie. Vanuit Tildonk werden vele kloosters gesticht. Al die verschillende communauteiten verkregen net zoals in het Ancien Regime een relatief grote autonomie, waardoor ze elk hun eigen project vorm konden geven. Hetzelfde gold ook voor Herk-de-Stad. De gehuurde woning waarin de zusters waren begonnen, maakte al snel plaats voor drie door de communauteit aangekochte burgerwoningen. Toch liep niet alles zoals gepland en kregen de Herkse Ursulinen op korte tijd veel tegenslagen te verwerken: de eerste twee oversten deden het niet zo goed en werden overgeplaatst, de financiële situatie was lange tijd alles behalve rooskleurig en een rechtszaak joeg zowat alle pensionnaires weg. Mère Norberta, de derde overste, stelde echter orde op zaken. Ze zorgde er onder andere voor dat de lagere meisjesschool door de gemeente werd aangenomen en dat de kostschoolleerlingen hun weg terug naar Herk vonden. De nieuwbouw die meer beantwoordde aan de noden van kloosterleven en apostolaat werd daarbij een troef.De bouw van een nieuwe kloostercomplex bleek een vooruitziende beleidsbeslissing van Mère Norberta; de ingebruikname ervan kon worden opgevat als een tweede start na de rampspoed die de gemeenschap in de jaren 1860 had getroffen. In de jaren 1880 groeide het aantal pensionnaires zienderogen, wat de stichting meer aanzien en financiële middelen gaf. De Herkse communauteit kreeg nu ook een permanent aan het klooster verbonden geestelijk directeur. Een kleine tegenvaller was evenwel de 'ongelukswet' van 1879, die de Ur...

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De meesterproef omvat twee hoofdstukken en een kritische tekstuitgave van het oorlogsdagboek van de kapucijn Valerius Claes. De pater was voor de oorlog actief in de christelijke arbeidersbeweging in Leuven. In augustus 1914 werden grote delen van Leuven in brand gestoken door Duitse omdat de inwoners ervan werden beschuldigd op soldaten te hebben geschoten. Claes hield zich tijdens en na de brand bezig met het (her)begraven van de slachtoffers van de brand.Deel I behandelde twee rode draden uit het dagboek die elk een hoofdstuk vormden. Het eerste ging over de manier waarop de kapucijn stond ten opzichte van de Duitse invallers. Hiernaast werden de belangrijkste historiografische evoluties omtrent de brand van Leuven en de discussies die auteurs errond voerden behandeld. Die polemiek ging vooral over de schuldvraag en of geweld tegen burgers gerechtvaardigd was als represaille. De kapucijn gaf ook zelf enkele verklaringen voor het geweld dat aan bod kwam. Claes zocht vooral naar erkenning voor het geleden leed en verdedigde de zaak van de burgerbevolking tegen de Duitse beschuldigingen. Een tweede rode draad besteedde aandacht aan de manier waarop Claes zijn eigen wereldbeeld en ideeën probeerde te verzoenen met de traumatische ervaringen die hij meemaakte tijdens de bezetting van Leuven door het Duitse leger.Deel II omvat een kritische tekstuitgave van het oorlogsdagboek van pater kapucijn Valerius Claes. Deze minder bekende bron werd hierin voorzien van voetnoten, personen en plaatsen in de tekst werden geïdentificeerd aan de hand van slachtofferlijsten, secundaire literatuur en archiefonderzoek. Centraal in deze meesterproef stond de vraag op welke manier Claes de gebeurtenissen interpreteerde, betekenis probeerde te geven en de conclusies die hij hieruit trok vertaalde in zijn 'Dagboek'.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

This study aims to chart the reception and view of electrical lighting in churches during the interwar years. The Catholic Church had an ambivalent attitude towards new techniques. Before WWI lighting was seen as a powerful ally, this corresponds to the overall optimism of progress latent in early 20th century society. After the Great War the Church aimed to re-christen through the 'Katholieke Actie' and broad liturgical reform. Within clerical circles debates arose on how to use lighting techniques in propaganda material (e.g. postcards, books on recently completed churches and evening mass). The aim was to make church attendance attractive to compete with popular pastimes. In the 1920's the enthusiasm for electrical lighting declined. Moral and aesthetic connotations are linked to techniques and extravagance. Excess gets linked to Gothic Revival, a style now vilified by a new generation of architects under the influence of Modernist discourse. Only simplified, rational and functional lighting was deemed appropriate from now on.Due to emancipation and proliferation of lighting techniques a vast array of lighting forms is introduced in churches. Some authors found some tacky applications tasteless and blamed the lack of aesthetic schooling in the seminars; trusting the priests' sensus catholicus was no longer considered enough.A polarization comes about; steadily the realization grows that the culture of light is part of the parishioners' devotional practice and might damage the relationship if removed. This is partially due to competition with popular pastimes such as theatres, dance-halls and cinema's where lighting was strongly embedded. Authors now link the kind of lighting found in these establishments with depravity. Even lay voices arise to ban every possible kind of association from the church.Lighting manufacturers had discovered the religious market and were developing special products and lobbied very specific targets such as builder-priests and archit...

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

cultural heritage --- History of Europe --- anno 1910-1919 --- C3 --- Wereldoorlog I --- erfgoed --- Kunst en cultuur --- Exhibitions --- 930.25 <493 LEUVEN> --- 949.3.034 --- 904 --- 930.25 <493 LEUVEN> Archiefwetenschap. Archivistiek--België--LEUVEN --- Archiefwetenschap. Archivistiek--België--LEUVEN --- 904 Culturele overblijfselen uit historische tijden. Antiquitates --- Culturele overblijfselen uit historische tijden. Antiquitates --- 949.3.034 Geschiedenis van België: 1ste wereldoorlog (1914-1918) --- Geschiedenis van België: 1ste wereldoorlog (1914-1918) --- World War, 1914-1918 --- Personal narratives