Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In het allerlaatste hoofdstuk van het Johannesevangelie wordt melding gemaakt van een wonderbare visvangst. Het aantal van de in het net gevangen vis wordt in Joh 21,11 aangeduid met het cijfer 153. Tot nu toe is de exegese er niet in geslaagd om tot een algemeen aanvaarde uitleg te komen voor dit opmerkelijk getal. Het doel van deze studie is om de mogelijkheid van een nieuwe hypothese te onderzoeken. Inhoudelijk (echter niet wat de indeling in hoofdstukken betreft) zijn er twee grote blokken in het onderzoek. In een eerste blok wordt een historisch overzicht opgesteld van commentaren die gewijd geweest zijn aan de exegese van het getal '153' uit Joh 21,11. Dit historisch overzicht van de tot hier toe gevoerde exegese heeft tot doel om deze exegese in zijn eigen fenomenologie bloot te leggen. Op deze wijze kan juist het taalfilosofisch contrast gemaakt worden met de nieuwe hypothese. Voor de chronologische lijst van te onderzoeken visies van vroegere exegetische commentaren, wordt gerekend op de verdienste van het in de bibliografie vermelde artikel van C. Marucci. Dit artikel wordt grotendeels gevolgd wat betreft de chronologie van de te onderzoeken vroegere commentaren, die evenwel in deze verhandeling breder en dieper zullen onderzocht worden dan het geval is in de zojuist genoemde publicatie. In een tweede blok wordt dan de mogelijkheid van een nieuwe hypothese onderzocht. Deze nieuwe hypothese vertrekt van een kritiek op de gangbare ecclesiologische lezing van het getal '153'. Argumenten worden aangedragen om de bewering te staven dat dergelijke lezing een anachronisme inhoudt in de verhaallijn van het Johannesevangelie. Vervolgens wordt de tekstoperatie van 'ineenschuivende afkorting' toegepast op de Hebreeuwse hertaling van Joh 21,11. Het Hebreeuws woord dat met deze tekstoperatie bekomen wordt, kan in verband gebracht worden met een vers bij de profeet Jesaja. Dit verband leidt tot een bijkomende semantische meerwaarde met betrekking tot Joh 21. Op basis hiervan wordt als mogelijk nieuwe hypothese naar voor gebracht dat het getal '153' in Joh 21,11 een diepgelaagde referentie inhoudt naar de verloochening van Petrus. Een bijkomend argument ten voordele van deze hypothese wordt gevonden in het gegeven dat Johannes twee keer hetzelfde opvallend Grieks woord gebruikt voor 'vuur': een eerste keer in hoofdstuk 18 bij de enscenering van de verloochening van Petrus, en een tweede keer in hoofdstuk 21 in een aan Joh 21,11 naburig vers. Ook een onderzoek van de parallellen met de Synoptici en in het bijzonder met Lucas ondersteunen de referentie naar Petrus' verloochening. Als besluit van de studie wordt de nieuwe hypothese geformuleerd dat Johannes in het woord '153' een diepgelaagd verband wil leggen tussen de wonderbare visvangst van Petrus en de verloochening van Petrus. Op deze wijze blijft het getal '153' uit Joh 21,11 ver verwijderd van iedere ecclesiologische connotatie, maar betekent het eerder een diep in de tekst en in de Schrift verankerde revelatie van Jezus als de Heer, en dit in een bijzonder bijbelse aanduiding van zijn glorie.