Narrow your search

Library

KU Leuven (8)

KBR (2)

Royal Belgian Institute for Natural Sciences (1)


Resource type

dissertation (8)


Language

English (7)

Dutch (1)


Year
From To Submit

2013 (8)

Listing 1 - 8 of 8
Sort by

Dissertation
Diagenesis and application of LiDAR in reservoir analogue studies : karstification in the Cretaceous Apulia carbonate platform dolomitization in the Triassic Latemar carbonate buildup.
Authors: --- ---
ISSN: 02507803 ISBN: 9789086496099 Year: 2013 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

The ever-increasing demand for energy and hydrocarbons coincides with gradual depletion of currently producing conventional oil and gas reservoirs. Therefore new exploration plays are extended to more complex oil and gas plays, such as karstified limestones and hydrothermal dolomites. Furthermore production from currently producing reservoirs is optimized by revisiting or improving the geological knowledge of these reservoirs. These two perspectives are covered in this study on dolomitization in association with magmatic processes and karstification of platform carbonates. The spatial distribution of the reservoir facies is of great importance in heterogeneous reservoirs, such as karstified limestone and dolomite. Gathering 3D high-resolution (spatial) data from the subsurface is often not possible. Outcrop analogue studies are typically used to overcome this obstacle. By studying rocks in outcrop, that are similar to the reservoir rocks, the 3D architecture of the reservoir facies can be assessed in great detail. Furthermore this allows to unravel the diagenesis of the rocks, without depending on wellbore positioning, that might miss specific but significant diagenetic features. Outcrop analogues can provide the essential 3D distribution of the reservoir facies and characteristics that cannot be derived directly from the subsurface. Furthermore outcrops can be studied at high resolution on reservoir scale


Dissertation
Sedimentpetrologische studie en reservoirkarakterisering van travertijncarbonaten nabij Süttõ (Gerecse Mountains, Hongarije)
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef werd geschreven met het oog op de recente olieontdekkingen in de zuid Atlantische oceaan voor de oostkust van Zuid-Amerika en de westkust van Afrika. Het reservoirgesteente van deze olievelden bestaat uit kalkstenen die op het land gevormd werden door de uitkristallisatie van calcium carbonaat uit zoet water. Dit type gesteente werd nog nooit eerder als reservoirgesteente aangetroffen. Ook zijn er maar een beperkt aantal stalen uit boorkernen beschikbaar van deze gesteenten en is het zeer moeilijk om door middel van seismische technieken de structuur van de reservoirs te onderzoeken omdat ze zich onder 2000 m dikke zoutlagen bevinden die al de energie van de seismische golven absorberen. Omdat er nog nooit oliereservoirs waren aangetroffen in dit soort gesteente werd er ook nog nooit onderzoek gedaan naar de reservoirkarakteristieken van dit soort afzettingen, zoals de permeabiliteit en porositeit. Daarom wordt er op land onderzoek gedaan naar travertijn en tuf afzettingen die sterk gelijken op de reservoirgesteenten in de zuid Atlantische oceaan. Dit onderzoek heeft als doel om een beter inzicht te krijgen in de karakteristieken van de zuid Atlantische reservoir gesteenten. In dit onderzoek werden de reservoirkarakteristieken van een travertijnafzetting in Süttõ (Hongarije) onderzocht. Ook werd er onderzoek gedaan naar de vormingsgeschiedenis van de afzetting. De reservoirkarakteristieken werden bepaald doormiddel van porositeit en permeabiliteitmetingen en doormiddel van medische CT-scans waarmee de 3D structuur van de poriën werden onderzocht. De grootschalige structuur van de afzetting werd onderzocht door terreinwerk, terwijl de microstructuur bestudeerd werd doormiddel van een microscopisch onderzoek . Ook werd er onderzocht hoe snel geluidsgolven zich voortplanten door de travertijnstalen en werd de samendrukking van de stalen onder hoge druk bekeken. Op basis van de isotopensamenstelling werd er onderzoek gedaan naar het type water waa...

Keywords


Dissertation
Sediment-petrologische studie en reservoir karakterisatie van travertijn carbonaten in Rapolano Terme, Italië
Authors: --- --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Travertijn en tufa als oliereservoirIn 2006 werd voor de kust van Brazilië een belangrijk olieveld ontdekt, wat de eerste uit een hele reeks bleek te zijn. Reservoirgesteenten die via boringen naar boven gehaald werden, bestonden voornamelijk uit microbiële continentale carbonaten. Dit zijn carbonaatgesteenten die precipiteren aan het aardoppervlak, uit water rijk aan opgeloste ionen, door een interactie tussen chemische, fysische en microbiële processen. Bekende voorbeelden van microbiële carbonaten zijn travertijn en tufa gesteenten, die vaak gebruikt worden als siersteen of bouwsteen.Aangezien microbiële carbonaten nooit eerder als mogelijk oliereservoir werden aanzien, en de velden in Brazilië onder ettelijke duizenden meters gesteenten begraven liggen, moeten gelijkaardige gesteenten elders bestudeerd worden. Met andere woorden, er moeten analoge microbiële carbonaatgesteenten bestudeerd worden die ontsloten zijn aan het aardoppervlak. Informatie over porositeit en permeabiliteit van deze analoge gesteenten (de reservoir karakteristieken), kan dan gebruikt worden om de diepe oliereservoirs in Brazilië beter te begrijpen. De analoge microbiële carbonaten die in deze thesis bestudeerd werden, zijn travertijn en tufa afzettingen, die ontgonnen worden in een groeve in Toscane, Italië. Tijdens twee weken terreinwerk werd geprobeerd de verschillende afzettingspakketten van deze carbonaatgesteenten te correleren doorheen de groeve. Op basis van deze correlaties, en op basis van 4 boringen die geplaatst werden in en rond de groeve, werd de afzettingsgeschiedenis van de carbonaten gereconstrueerd. Ook werd de vormingswijze van de travertijn en tufa gesteenten achterhaald. Dit gebeurde onder andere op basis van een grondige macroscopische en microscopische beschrijving van het boorkernmateriaal, gecombineerd met geochemische analyses. Informatie uit de vormingswijze en afzettingsgeschiedenis van de travertijn en tufa gesteenten, werd gebruikt om de porositei...

Keywords


Dissertation
Sedimentological-Petrological Study and Reservoir Characterization of the Budakalász Travertine Carbonates (Buda Mountains, Hungary)
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In 2006 werden voor de kust van Brazilië op 6 tot 7 km diepte grote oliereservoirs aangeboord. De gesteenten waarin de olie zich bevond zijn carbonaatgesteenten die voornamelijk in warme meerafzettingen gevormd zijn door onder andere de precipitatie van calciumcarbonaat op plantenmateriaal, bacterieën en dergelijke. Het vergaan van deze organische bestanddelen na de vorming van het gesteente heeft er voor gezorgd dat deze erg poreus zijn en dus veel olie kunnen bewaren. Deze type oliereservoirs waren voordien nog nooit eerder aangetroffen en er rijzen dan ook nog veel vragen over de precieze vorming van deze gesteenten. Doordat deze gesteenten zich echter op grote diepten bevinden is het echter zeer kostelijk om deze gesteenten te bestuderen. Omwille van die reden gaat men op zoek naar gesteenten die misschien niet noodzakelijker wijze op dezelfde manier gevormd zijn maar toch sterke gelijkenissen vertonen. Travertijncarbonaten, gekend omwille van de prachtige afzettingen in Pamukkale (Turkije) of Mammoth Hot Springs (Yellowstone National Park, Amerika), vertonen sterke gelijkenissen met deze reservoircarbonaten. Deze studie heeft zich gebaseerd op travertijnen uit een groeve in Budakalász (Hongarije) en had als voornaamste te doel te achterhalen in wat voor een afzettingsomgeving deze travertijnen gevormd zijn en hoe de porositeit zich in deze gesteenten ontwikkeld heeft. Verder was het van belang om de eigenschappen van de verschillende typen porieën te bepalen.De travertijnafzetting is ontstaan doordat calcium- en carbonaat-rijk water aan de oppervlakte is gekomen en daarbij vast calciumcarbonaat is beginnen te vormen. De onderste travertijnlagen zijn gevormd doordat het water langs een zachte helling naar beneden liep en over algaire matten calcium carbonaat heeft afgezet. Het vergaan van deze algaire matten heeft er voor gezorgd dat langwerpige, horizontale porieën zijn gevormd in het gesteente. Naar boven toe is de afzettingsomgeving veranderd naar een...

Keywords


Dissertation
Paleoclimatic and early diagenetic features in cold-water corals: a case study from Challenger Mound, Porcupine Seabight, SW of Ireland
Authors: --- --- --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

SamenvattingSinds dat koud-water koralen en de grote “mounds” (heuvels/bergen) die ze creëren in de diepe oceanen zijn ontdekt zijn hun paleoklimaat gegevens bestudeerd om inzicht te krijgen in de condities van de vroegere oceanen en klimaten. (Vroege) diagenese heeft echter de neiging om deze interessante archieven te wijzigen en soms zelfs volledig uit te wissen.De bestudeerde stalen komen van IODP (Integrated Ocean Drilling Program) boorsite U1317E aan de top van de koud-water koraal mound “Challenger Mound” (Porcupine Seabight, ZW van Ierland). Een totaal van 20 stalen werd uitgekozen vanuit de gehele mound sectie (~ 155 m lang), van de top tot de basis, waaruit een selectie van koraalskeletten (vnl. Lophelia pertusa) en foraminifera schalen werd geanalyseerd.De invloed van de glaciaal/interglaciaal cyclussen van het Pleistoceen, de tijd waarin de mound groeide, is duidelijk zichtbaar in de data en het merendeel van de berekende bodemwater temperaturen vallen binnen het tolerantiebereik van de koud-water koraal Lophelia pertusa (~ 4 - 14 °C), dewelke de belangrijkste rif-bouwer is van de mounds van Porcupine Seabight. Verschillende indicaties van diagenese komen echter ook voor in bepaalde specifieke stalen (specifieke dieptes).De afwijkende element, isotoop en geofysische waarden die gelinkt zijn aan de diagenetische alteratie (vaak aanzienlijk verhoogde of verlaagde waarden, vnl. door oplossing) zijn op hun beurt ook gelinkt aan de paleoklimaat cyclussen zelf, namelijk via hiaten/unconformities in de mound sedimenten. Deze worden veronderstelt het resultaat te zijn van wisselende stroming intensiteiten (intensieve fasen van erosie tijdens glacialen en specifiek deglaciaties) en de verminderde aanwezigheid van de koud-water koraal gemeenschap bovenop de mound naarmate het klimaat veranderde tussen interglacialen (verhoogde hoeveelheid koraal) en glacialen (minder of geen koraal).Vanwege de beperkte staalname (20 stalen op ~ 155 meter sediment; bepe...

Keywords


Dissertation
Quantification of pressure solution and the significance of the spacing of pressure solution seams, Montagna dei Fiori, Italy
Authors: --- --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze thesis handelt over drukoplossing in kalksteenDrukoplossing is een veel voorkomend vervormingmechanisme van gesteente bij lage druk en temperatuur. Onder grote druk in bijvoorbeeld gebergteketens of diep begraven onder het aardoppervlak lost het gesteente op. De oplossing van het gesteente is gelokaliseerd langs vlakken. In deze vlakken hoopt materiaal op dat niet oplosbaar is. Dit is voornamelijk kleirijk materiaal. Vele bouwstenen vertonen deze sporen van drukoplossing. Een klassiek voorbeeld zijn getande zwarte lijnen of “barsten” in de blauwe hardsteen die menig huisportaal sieren. Deze zwarte lijnen zijn de uiting van onregelmatige oplossingsvlakken die het volledige gesteente doorsnijden.Vandaag de dag zijn nog vele vragen rond dit veel voorkomend oplossingsfenomeen onbeantwoord gebleven. Een van de meest intrigerende vragen is of er een bepaalde systematiek zit achter de afstand tussen de verschillende oplossingsvlakken en wat de achterliggende factoren zijn. In dit onderzoek kwam naar voren dat klei een fundamentele rol speelt in zowel de hoeveelheid materiaal dat in het drukoplossingsproces van gesteente wordt opgelost als bij de spatiëring van deze vlakken.Het onderzoek in deze casus vond plaats in de Appenijnen, ten oosten van Rome in de Abbruzen. Het breukgesteente daar is het onderwerp van zeer intense drukoplossing en is dan ook ideaal voor dit onderzoek. Dit onderzoek van beperkte ruimtelijke omvang draagt zo een steentje bij aan het inzicht van de drukoplossing van gesteente.

Keywords


Dissertation
Structural Diagenesis: Effects on reservoir properties in carbonate rocks (Dolomites) : Vajont, Southern Venetian Alps
Authors: --- --- --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dankzij de betere reservoir eigenschappen van dolomieten zijn dit type gesteenten zeer geliefd in de olie industrie. Dolomieten ontstaan wanneer een deel van de calcium uit een kalksteen vervangen wordt door magnesium. Aangezien magnesium kleiner is dan calcium wordt er op deze manier porositeit gecreëerd in de carbonaten (zo'n 13%). Om deze magnesium tot bij de kalkstenen te brengen moeten grote hoeveelheden fluida (vloeistoffen en gassen) rijk aan magnesium door de kalkstenen kunnen circuleren. Deze fluida moeten ook in staat zijn om de calcium terug uit het systeem te kunnen verwijderen. Hiernaast kan dolomiet ook ontstaan door het rechtstreeks neerslaan van dolomietkristallen uit de fluida. Anderzijds geldt dat dolomieten veel gemakkelijker breken dan kalkstenen. Deze breuken kunnen eveneens de permeabiliteit in de gesteenten vergroten, wat hen in vele gevallen geschikt maakt als olie- of gas reservoirs. Om deze reden wekken deze gesteenten veel interesse op bij de olie industrie. Er wordt dan ook heel wat geïnvesteerd in onderzoek naar hoe deze gesteenten ontstaan en in welke geologische situaties ze kunnen voorkomen. In deze studie worden dolomiet lichamen bestudeerd die duidelijk geobserveerd kunnen worden in de diepe Vajont vallei in de zuidelijke Alpen. Het interessante aan deze dolomiet lichamen is dat ze geassocieerd zijn aan breuken die door de gesteenten lopen. Breuken zijn een geschikte manier om grote hoeveelheden fluida te verplaatsen en te laten circuleren in bijvoorbeeld deze kalkstenen. In de vallei kunnen de dolomiet lichamen duidelijk bestudeerd worden vanuit de andere zijde van de vallei en kan de locatie van de lichamen gerelateerd worden aan de ligging van bepaalde breuken. Van op een afstand kan ook bekeken worden hoe de dolomiet zich uitstrekt in de kalksteen en op deze manier kan afgeleid worden welke factoren een invloed hadden op de dolomitizerende fluida. Met behulp van enkele geochemische analyses kunnen de dolomieten nog beter ge...

Keywords


Dissertation
Sustainable materialization of residues from thermal processes into carbon sinks.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Two of the largest and most important waste products from industrial the rmal processes are carbon dioxide gas and waste solid residues. Given th e high financial and environmental burden caused by these waste products , it is urgently desirable to industry and society alike to find a susta inable manner for managing them. The objective of this research project is the production of a carbon sink based on the process of mineral carbo n sequestration that provides a responsible and economical outlet for th ese waste products. Thermal processes are commonly applied in the production and refinement of metals, in waste incineration, energy generation, among other areas. The solid waste products typically produced include slag and fly ash, wh ich are composed primarily of oxides of silicon, calcium, magnesium, alu minum and iron, along other components such as heavy metals, chlorides a nd sulfates. Recently, due to rising production costs, increased regulat ory pressures and growing awareness towards environmental issues, there has been a change in the perception of these materials. It has been real ized that they can be regarded as potential products rather than simply as waste. This shift, however, still faces numerous challenges: unavaila bility of reliable low-cost technologies, variability of material qualit y, lack of legislation, underdeveloped markets for the resulting product s, and poor societal experience with closing material cycles. Thermal processes also generate a vast amount of carbon dioxide, which i s invariably emitted to the atmosphere. Concern regarding the role of ca rbon dioxide as a greenhouse gas in climate change is evolving rapidly, and it is evident that these emissions will become ever more regulated i n the future. In this regard, it will be of financial benefit to industr y to limit its net carbon dioxide emissions. Methods to sequester carbon dioxide gas currently being investigated included mineral carbon seques tration, which uses materials such as olivine and serpentine that must b e mined for use, and subsurface injection, which requires extensive geol ogical study and stewardship. An alternative method, sequestration in al kaline waste materials, is interesting due to the high reactivity of the material and the ease of on-site production, and is seen as potentially a low cost option. Further benefits include that fact that reaction of the alkaline waste with carbon dioxide stabilizes the material and often improves its environmental properties for disposal. This research project aims to investigate the use of alkaline waste mate rials in carbon dioxide sequestration and identify process properties su ch as sequestration load and yield efficiency, reaction kinetics, and li miting rate conditions. An optimized carbon sink should sequester a maxi mum amount of carbon dioxide without loss of reaction rate over time. Ai ming at the production of an improved carbon sink, two potential areas o f waste product improvement will be investigated: the first is to steer the functional properties of the cooled waste products during hot-stage residue processing; the second is to use physical-chemical methods for i mproving cold-product properties. Several carbonation strategies will be studied to overcome current process barriers and for optimization of th e concept, such as liquid-film carbonation and suspension carbonation. F or further sequestration process enhancement, a new approach will be int roduced by using localized energy for abrasion of the particles to obtai n new reaction surfaces and for enhanced diffusion.

Listing 1 - 8 of 8
Sort by