Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Medicine --- Health & Biological Sciences --- Medical & Biomedical Informatics
Choose an application
Des études menées en 1990 par Schooler & Engstler-Schooler indiquent que décrire verbalement un stimulus non verbal, comme par exemple un visage, aurait une conséquence sur l’identification ultérieure de celui-ci. En effet, les résultats de leurs études ont montré que le fait de décrire verbalement le visage a réduit significativement la capacité à l’identifier correctement. Ces auteurs ont appelé ce phénomène « l’effet d’ombrage verbal ». Par ailleurs, quelques études ont tenté de savoir si cette influence des descriptions se manifestait de façon similaire chez les enfants (Karageorge & Zajac, 2011 ; Memon & Rose, 2002) mais aucune n’a montré d'effet d’ombrage verbal dans cette population. L’objectif de la recherche est de vérifier la fiabilité du phénomène d’effet d’ombrage verbal dans le domaine de la reconnaissance des visages et de voir dans quelle mesure il est influencé par l'âge. En outre, Ryan & Schooler (1998), ont suggéré que l’effet d’ombrage verbal variait selon les aptitudes perceptuelles et verbales. Selon eux, cet effet serait accentué chez des sujets ayant des capacités perceptives élevées et de faibles capacités verbales. Ainsi nous avons examiné les niveaux d'expertises perceptive et verbale de nos sujets afin de voir si l'effet est bel et bien modulé par ces différences interindividuelles. Nous avons comparé et analysé les résultats d'enfants de 3 tranches d’âges (7-8 ans ; 10-11 ans et 13-14 ans) et de sujets adultes (18-30 ans) sur base des performances à une tâche d’identification de visages. Les résultats de notre étude nous ont mis en évidence un effet d’ombrage verbal chez tous nos sujets. De manière similaire aux adultes, le fait de décrire verbalement le visage réduit également la capacité des enfants à l’identifier correctement par la suite. Nos résultats ont également montré que l’effet d’ombrage verbal n’était pas modulé par l’expertise perceptive et verbale. Toutefois, cette absence de modulation par ces différences interindividuelles pourrait s’expliquer par certains biais méthodologiques de notre étude.
Choose an application
IMCE nv., gelegen in Genk, heeft een aantal lasermachines aangekocht. Deze machines hebben in een geautomatiseerde lijn in een ander bedrijf gestaan. Vanwege een gebrek aan tijd en kennis over deze machines, zijn de lasermachines niet in gebruik. Het doel van de masterproef is om op basis van een eisenpakket een universele opstelling te maken voor deze machines om handmatig te kunnen laserlassen en om een onderzoek te doen naar veiligheid en mogelijkheden met laserlassen. Als laatste worden er nog een deel proeven gedaan om enkele aspecten, zoals veiligheid en nauwkeurigheid, te onderzoeken. De literatuurstudie geeft een grote verscheidenheid aan belangrijke aspecten (zoals het type laser, het gebruikte materiaal, de veiligheid, ...) aan. Met al deze aspecten moet rekening gehouden worden tijdens het ontwerpen van de opstelling. Als een deel van de masterproef, is een technisch dossier voor de universele opstelling opgesteld. Dit technisch dossier bevat een mechanisch ontwerp (gemaakt in Inventor 2013), een elektrisch ontwerp (gemaakt in Eplan), een risicoanalyse en een kostprijsberekening. Uit de literatuurstudie blijkt dat verschillende materialen onder verschillende parameters kunnen worden gelast, en de resultaten bevestigen dit. De resultaten geven ook de nauwkeurigheid van de opstelling weer. De sterkte van de las, uitgevoerd bij verschillende ingestelde parameters, wordt beschreven met behulp van trekproeven. Er zijn extra veiligheidsmaatregelen opgenomen in de risicoanalyse.
Choose an application
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|