Listing 1 - 10 of 57 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Doelstelling: De doelstelling van deze studie is tweeledig: enerzijds een literatuurstudie en enquête m.b.t. de methodologie van een tolkenglossarium, anderzijds het opstellen en becommentariëren van een tolkenglossarium Duits – Nederlands over aquacultuur. Middelen of methode: Eerst worden aan de hand van wetenschappelijke literatuur over terminologie, bestaande tolkenglossaria en interviews met professionele tolken criteria voor de methodologie van het tolkenglossarium geformuleerd. Daarna wordt volgens die criteria het glossarium over aquacultuur opgesteld, dat enerzijds door aquacultuur-specialisten, anderzijds door professionele tolken wordt beoordeeld. Na deze beoordeling worden nog enkele aanpassingen aangebracht. Het derde deel omvat ten slotte een uitgebreide bespreking van de moeilijkheden die zich voordeden bij het opstellen van het glossarium. Resultaten: Het resultaat is een tolkenglossarium Duits-Nederlands over aquacultuur, bestaande uit de basiswoordenschat (160 woorden) m.b.t. dit thematisch gebied. Het glossarium is volgens een systematisch stappenplan opgesteld aan de hand van een corpus van vooral Duitstalige algemene en gespecialiseerde teksten over aquacultuur. Er werd aanvankelijk een lijst samengesteld van 1238 termini, die volgens een kwantitatief en een kwalitatief criterium werden gefilterd. Voor elke Nederlandse en Duitse term werd een betrouwbaarheidscode en een definitie aan het glossarium toegevoegd. Bij het opstellen van het glossarium waren de voornaamste moeilijkheden de selectie van termini volgens het kwalitatief criterium en de asymmetrie tussen bron- en doeltaal. In het commentaargedeelte werd telkens, o.a. met de hulp van de aquacultuur-specialisten, naar een passende oplossing gezocht.
Aquacultuur. --- Terminologische studie. --- Tolkenglossarium.
Choose an application
Doelstelling: In deze scriptie werd het code-switchinggedrag van tolken (meer bepaald zeventien masterstudenten in het tolken die Frans studeren) onderzocht en werd er in het bijzonder aandacht besteed aan de vergelijking tussen het code-switchinggedrag, gerapporteerd in een enquête, en het code-switchinggedrag, geobserveerd aan de hand van de “semantic verbal fluency task”. Middelen of methode: De methodologie die nodig was om dit onderzoek te realiseren bestond uit twee instrumenten: een enquête en de “semantic verbal fluency task”. Met behulp van de enquête werden de tolken over de volgende onderwerpen ondervraagd: hun persoonlijke gegevens, hun talenkennis, hun motivatie en attitude met betrekking tot hun talenkennis en ten slotte over het belangrijkste onderwerp, hun code-switchinggedrag. De “semantic verbal fluency task” daarentegen onderzocht de woordenschatomvang van de tolken en ging na of tolken werkelijk goed zijn in code-switching. Resultaten: Uit de vergelijking tussen het code-switchinggedrag, gerapporteerd in de enquête, en het code-switchinggedrag, geobserveerd aan de hand van de “semantic verbal fluency task”, zijn drie vaststellingen voortgekomen. Ten eerste werd er geen verband vastgesteld tussen het code-switchinggedrag, gerapporteerd in de enquête, en het code-switchinggedrag, geobserveerd aan de hand van de “semantic verbal fluency task". Het instrument om de gerapporteerde code-switching te meten was namelijk te beperkt omdat het niet inspeelde op de vraag of de tolken bewust of onbewust gaan code-switchen. Ten tweede was het duidelijk dat er geen verband was tussen de geobserveerde code-switching en de gerapporteerde beheersing van het Frans, maar er was wel een verband (hoewel niet significant) tussen het verschil tussen het aantal opgesomde woorden in de eentalige condities (namelijk in het Nederlands en Frans) en het aantal opgesomde woorden in de switching-conditie enerzijds en de verbale kennis van het Frans anderzijds. Daardoor ontstond de veronderstelling dat als de prestatie in de switching-conditie beter is dan de prestatie in de eentalige condities, de verbale kennis van het Frans bijgevolg lager zal ingeschat worden. Ten derde werd er geen verband vastgesteld tussen de gerapporteerde beheersing van het Frans en de prestaties in de Franstalige conditie en in de switching-conditie. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat masterstudenten in het tolken die Frans studeren hun beheersing van het Frans sowieso relatief hoog inschatten.
Choose an application
ELLE. --- Franglais. --- Madame Figaro. --- Studie in de meertalige communicatie. --- Vergelijkende studie.
Choose an application
(Contrastieve) taalkundige studie. --- Animated film. --- Audiovisuele vertaling. --- Dubbing. --- Finding Nemo. --- Intertalige studie. --- Pragmatische partikels.
Choose an application
Doelstelling: Een tolkenglossarium opstellen voor sociaal tolken waarvan de brontaal het Nederlands is en de doeltaal het Frans. Dit tolkenglossarium wordt gehanteerd door sociaal tolken die tolken voor het CLB. Middelen of methode: Het tolkenglossarium is gebaseerd op elf Nederlandstalige bronnen en negen Franstalige bronnen. Daaruit werden termen gehaald. Deze termen werden eerst geselecteerd op basis van frequentie, daarna werd gepeild naar de opinie van mensen in het onderwijs en uiteindelijk naar de opinie van de sociale tolken. Naast het opstellen van een tolkenglossarium werd ook een studie gevoerd naar het onderwijs in Vlaanderen, het CLB in Vlaanderen en in Wallonië en de nood van een sociaal tolk en van het glossarium. Resultaten: Het tolkenglossarium telt 128 termen in alfabetische volgorde met betrekking tot het CLB. De Nederlandse termen worden aangevuld met hun Frans equivalent en een Nederlandse definitie.
Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). --- Sociaal Tolken. --- Terminologische studie. --- Tolkenglossarium.
Choose an application
Doelstelling: Er wordt een tolkenglossarium opgesteld voor zowel professionele tolken als ad hoc tolken, dat gebruikt kan worden in allerlei Vlaamse contexten van het jeugdbeleid. Dit was het kernthema tijdens de Regionale Stedenbandenconferentie van De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten in Nicaragua (maart 2011). Het glossarium is gebaseerd op zowel persoonlijke praktijkervaring als op de bijdrage van experten. De brontaal van het glossarium is Nederlands, de doeltaal is Spaans. Middelen of methode: Het algemeen onderzoek geeft eerst enkele basisconcepten uit de tolkwereld. Vervolgens wordt er een introductie gegeven van de terminologische en terminografische discipline. Daarna wordt de methodologie uit de doeken gedaan waarbij de theorie telkens getoetst wordt aan de praktijkervaring. Dan volgt een overzicht van de toonaangevende instellingen voor het jeugdbeleid op wereldniveau, het Europees niveau, en het regionale niveau alsook een overzicht van alle Vlaamse organisaties die actief zijn in Spaanstalig Latijns-Amerika. Er wordt een glossarium over jeugdbeleid opgesteld waarbij meerdere Nederlandstalige en Spaanstalige bronnen werden gehanteerd. Het finale tolkenglossaruim is gebaseerd op een terminologische extractie van meer dan 2000 woorden.Eerst werden alle termen die zowel voorkwamen in de primaire bronnen gelinkt met de termen die voorkwamen in het jeugdlexicon van Steunpunt Jeugd. Daarna werd de termenlijst verder verfijnd op basis van vijf taalkundige criteria. Ten slotte werd de termenlijst geëvalueerd door negen specialisten actief in het Vlaams jeugdbeleid. Het tolkenglossarium bestaat dus 35% uit corresponderende woorden met het lexicon van Steunpunt jeugd en 65% uit woorden aangebracht door specialisten. De Nederlandstalige bronnen vormden het vertrekpunt van het glossarium. De 150 meest relevante woorden uit het jeugdbeleid werden aangevuld met een vertaling in het Spaans, een betrouwbaarheidscode, en een definitie in het Nederlands. De jeugdgerelateerde woorden werden ontologisch gerangschikt, de beleidsgerelateerde woorden alfabetisch. Resultaten: Een tolkenglossarium Nederlands-Spaans met 150 woorden over jeugdbeleid die volgens experten het domein vatten. Het glossarium Nederlands-Spaans is geïnspireerd op het jeugdthema van de Regionale Stedenbandenconferentie van de VVSG (maart 2011) en kan eventueel als uitgangspunt dienen voor andere talencombinaties.
Jeugdbeleid. --- Política de juventud. --- Steunpunt Jeugd. --- Terminologische studie. --- Tolkenglossarium. --- VVSG.
Choose an application
Tientallen jaren leverde Augustinus (354-430) strijd tegen tegen de beweging van de donatisten. Onder de vele teksten die hij tot of tegen de donatisten schreef is er uit de latere periode een belangrijke brief. In deze brief, nummer 185 uit het jaar 417, gaat het eigenlijk niet eens meer over de verschillen in de leer, maar alleen over de vraag: hoe kunnen de donatisten terugkeren in de moederkerk? Natuurlijk, als ze zich bekeren en boete doen voor hun fouten, zijn ze welkom en mogen ze binnenkomen. Maar als ze nu niet willen? Mag de kerk ze dan een zetje in de rug geven? Een beetje dwang uitoefenen? Brief 185 staat bekend om zijn sleutelwoorden 'cogite intrare', 'dwing ze binnen te komen'. En staat daarmee model voor een kant van Augustinus' denken waarbij veel moderne mensen zich ongemakkelijk voelen. Maar wie de brief zorgvuldig leest kan zien dat Augustinus beslist niet als een brute machthebber dwang en geweld verheerlijkt. Integendeel, hij heeft daar een grondige afkeer van.
Choose an application
Bespreking door de Latijnse kerkvader (354-430) van de verschillen en tegenstrijdigheden in de teksten van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament.
Choose an application
In de schoolloopbaan van jongeren komt de vraag Wat moet ik gaan studeren? vroeger of later langs. Veel jongeren weten het dan echt nog niet en willen er ook liever niet over nadenken. Toch moet er een keuze gemaakt worden en die keuze bepaalt voor een deel hoe je leven eruit zal zien. Dit boek helpt jongeren bij het maken van een goeie keuze. Het bevat theoretische achtergronden om te laten zien waarmee rekening moet gehouden worden bij het keuzeproces. Daarnaast zijn er opdrachten en oefeningen die duidelijk maken hoe de theorie kan toegepast worden.
#KVHB:Studiekeuze --- #KVHB:Studie- en beroepsorientering --- studiekeuze --- Didactics --- Pupil counseling. Pupil guidance --- PHL-Education 12 --- studiekeuzes
Choose an application
Doelstelling: In het kader van een lopend onderzoeksproject onderzoekt deze scriptie of het al dan niet mogelijk is om op basis van bestaande annotatierichtlijnen subjectiviteit te annoteren in Nederlandstalige blogteksten. Die annotaties moeten in een latere fase aan de basis liggen van een systeem dat automatisch suïcidale berichten detecteert op sociale netwerksites zoals Netlog. Middelen of methode: Om te bepalen of de annotatierichtlijnen ook toepasbaar zijn op de Nederlandstalige blogteksten worden twee kleine corpora geannoteerd door twee onafhankelijke annotatoren en wordt de inter-annnotator agreement berekend. Resultaten: De goede resultaten van de inter-annotator agreement tonen aan dat de annotatierichtlijnen toepasbaar zijn op Nederlandstalige blogteksten. Een automatisch systeem kan ontwikkeld worden aan de hand van deze annotaties.
Annotaties. --- Automatische sentimentdetectie. --- Blogteksten. --- Corpusgebaseerde studie. --- Features. --- Inter-annotator agreement. --- Polariteit. --- Sociale netwerksites. --- Subjectiviteit. --- Zelfmoord.
Listing 1 - 10 of 57 | << page >> |
Sort by
|