Narrow your search

Library

UCLL (327)


Resource type

dissertation (327)


Language

Dutch (311)

English (16)


Year
From To Submit

2011 (327)

Listing 1 - 10 of 327 << page
of 33
>>
Sort by

Dissertation
Een borstvoeding evaluatie instrument voor het Jessa Ziekenhuis. Een pluspunt in de kwaliteit van zorg.
Author:
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Binnen het Jessa Ziekenhuis (Hasselt) bestond al een borstvoeding evaluatie instrument dat gebruikt werd ter beoordeling van de borstvoeding. Vanuit het werkveld kwam de vraag om het instrument te herbekijken en eventueel aan te passen. De doelstelling van deze paper is om tot een eenvoudig en wetenschappelijk onderbouwd borstvoeding evaluatie instrument te komen dat bruikbaar is binnen beide campussen van het Jessa Ziekenhuis. In het eerste hoofdstuk werd nagegaan wat een effectieve borstvoeding inhoudt. De essentiële eigenschappen die bijdragen tot een effectieve borstvoeding werden besproken. Deze eigenschappen omvatten de positie, het aanhappen en zuigen, tekens van melktransfer bij moeder en kind, tekens van voldoening bij de baby, de conditie van de borsten en tepels na de voeding, aantal urine- en stoelgangluiers (output) en gewicht en groei van het kind. Ook andere eigenschappen die bijdragen tot een effectieve borstvoeding zijn van belang. Deze zijn skin- to- skin contact, het herkennen van vroege hongersignalen, frequentie en duur van de voedingen en tijd tussen de voedingen en anatomie van de maternele borst en de mond van de zuigeling. Vervolgens worden ook nog een aantal factoren die een invloed kunnen hebben op de borstvoeding aangehaald. Omdat het instrument binnen een klinische setting bruikbaar moet zijn, werd er in hoofdstuk 2 nagegaan welke eigenschappen een goed borstvoeding evaluatie instrument dient te bevatten. Hieruit blijkt dat een instrument betrouwbaar, valide, sensitief, objectief, specifiek, voorspellend, eenvoudig, kost en tijd besparend en aanvaardbaar dient te zijn. Het aangeven van een hoeveelheid (totaalscore) is in dit onderzoek minder van toepassing, omdat het moeilijk is een specifiek probleem aan te tonen indien er gewerkt wordt met een totaalscore. De bestaande borstvoeding evaluatie instrumenten staan beschreven in hoofdstuk 3. Er zijn veel borstvoeding evaluatie instrumenten ontwikkeld in de loop der jaren. De inst...

Keywords


Dissertation
Omgaan als verpleegkundige met het sterven van een neonaat op de N.I.C.U.
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: Een stervensbegeleiding van een neonaat en de begeleiding van de rouwende ouders is een moeilijke taak voor een verpleegkundige, tewerkgesteld op de neonatal intensive care unit (N.I.C.U.). De verpleegkundige wordt naast het verdriet van de ouders ook geconfronteerd met eigen emoties. Doel: Inzicht verwerven in de manier waarop een verpleegkundige met het stervensproces van de neonaat omgaat, wat zijn de ervaringen en hoe kan er meer ondersteuning komen voor de verpleegkundigen. Methode: Eerst werd een review gedaan van de literatuur. Vervolgens vond een kwalitatief onderzoek plaats bij acht verpleegkundigen/vroedvrouwen van de N.I.C.U., te U.Z. Leuven. Hierbij werd gebruik gemaakt van een half gestandaardiseerd interview. Resultaten: Resultaten tonen aan dat de opvang voornamelijk gebeurt door collega's, maar dat de verpleegkundigen toch tekortkomingen ervaren in de opvang en de educatie omtrent stervensbegeleiding. Factoren die het proces van stervensbegeleiding bemoeilijken worden gevonden, maar ook factoren die de verpleegkundigen ondersteunen in deze taak. Respondenten melden dat ervaring een belangrijke rol speelt. Het geven van stervensbegeleiding is emotioneel zwaar, wat resulteert in gevoelens als verdriet, machteloosheid, frustratie, ? Conclusie: Uit de resultaten blijkt dat verpleegkundigen erin slagen een stervensbegeleiding te volbrengen, maar dat verdere educatie omtrent stervensbegeleiding noodzakelijk is. Hindernissen dienen in overleg bekeken en aangepakt te worden, maar ook de opvang voor de verpleegkundigen verdient meer aandacht. Doordat de stervensbegeleiding erg situatie- en persoonsgebonden is, zal het opstellen van concrete richtlijnen hieromtrent erg moeilijk zijn.

Keywords


Dissertation
Diabetes type 1 en borstvoeding: een perfecte match
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen met diabetes type 1 minder vaak borstvoeding geven dan andere vrouwen. Hoe komt het dat deze vrouwen minder vaak borstvoeding geven, welke voordelen en nadelen zijn hier aan verbonden en wat is de taak van vroedvrouw in dit proces? Uit deze litaratuurstudie blijkt ten eerste dat moeders met diabetes type 1 een verhoogd risico op glucoseontregelingen, nefropathie, hypertensieve aandoeningen, polyhydramnios en vroeggeboorte tijdens de zwangerschap hebben. Tijdens de partus en het postpartum is er een verhoogd risico bij de moeder op kunstverlossingen, een postpartum hemorragie, een hypoglycemie en een vertraagde lactogenese II. Het kind van een moeder met diabetes type 1 heeft tijdens de zwangerschap meer kans op macrosomie, intra uteriene groeiretardatie en foetale morbiteit. Tijdens de partus en het postpartum is het risico op een schouderdystocie en een hypoglycemie toegenomen. Het optreden van complicaties speelt een rol in het verloop van de borstvoeding Ten tweede blijkt uit deze litaruutstudie dat ook vele voordelen verbonden zijn aan het geven van borstvoeding. Borstvoedende moeders met diabetes type 1 hebben minder kans op een postpartum hemorragie, het insulinegebruik neemt af en er ontstaat een unieke band tussen moeder en kind. Het kind heeft minder kans op een hypolgycemie, diabetes type 1 en 2 en obesitas. Tot slot blijkt uit deze literatuurstudie ook een taak en aandachtspunten voor de vroedvrouw weggelegd. Een van de taken van de vroedvrouw is het promoten en ondersteunen van borstvoeding. De tien vuistregels van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (zie bijlage) vormen hiervoor de leidraad (skin to skin en rooming in). Voor de geboorte kunnen vrouwen met diabetes aan melkexpressie doen. Een voorraad melk, opgebouwd voor de geboorte, kan een hypoglycemie bij de pasgeborene opvangen. De vroedvrouw moet de moeder stimuleren om de pasgeborene aan te leggen en haar leren om de hongersignalen van haar baby te...

Keywords


Dissertation
Kansloos of grenzeloos? Kansen bieden en grenzen stellen door een beginnende verpleegkundige op een kinder-en jeugdpsychiatrische afdeling
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Uit evaluatiegesprekken bij beginnende groepsleiders komt vaak naar voor dat het een moeilijke evenwichtsoefening is om kinderen en jongeren die opgenomen zijn op een K-dienst enerzijds voldoende kansen te bieden en anderzijds af te grenzen. Daaruit groeide het idee voor het onderwerp van deze bachelorproef. In het eerste deel van de bachelorproef willen we vanuit de literatuur nagaan wat kansen bieden en grenzen betekent in een 'normale' opvoedingssituatie en wat dit betekent binnen een residentiële kinderpsychiatrische setting. In het tweede deel willen we via een aantal gestructureerde interviews van psychiatrisch verpleegkundigen die nog niet lang in het werkveld staan, exploreren wat 'kansen bieden en grenzen stellen' voor hun betekent in de dagelijkse praktijk. Tot slot willen we hieruit een aantal handvaten distilleren in het omgaan met kansen bieden en grenzen stellen voor beginnende groepsleiders in de kinder-en jeugdpsychiatrie.

Keywords


Dissertation
Obstetrische noodsituatie: navelstrengprolaps
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Obstetrische noodsituatie: Navelstrengprolaps. Ciardiello G., Curinckx, H., Vandebosch, N., & Jadoul, F. (2011) De bevalling is één van de kortste maar toch meest gewaagde reizen die de mens gedurende zijn leven onderneemt. Als vroedvrouwen weten we dat dit traject normaal fysiologisch verloopt. Omdat dit onze ervaringen zijn, kunnen we ons soms minder zelfzeker voelen in ernstige levensbedreigende situaties zoals een navelstrengprolaps. De term navelstrengprolaps verwijst naar de uitzakking van de navelstreng, nadat de vliezen zijn gebroken, doorheen de cervix zodat deze langs het voorliggende deel van de foetus ligt of nog verder uitzakt. Het kan gedurende eender welk moment van de zwangerschap, arbeid of bevalling voorkomen. Het is een zeldzame obstetrische noodsituatie. De incidentie ligt tussen de 0,1 - 0,6% van de geboorten. De predisponerende factoren voor een navelstrengprolaps en een navelstrengpresentatie zijn hetzelfde. In elke situatie waar het voorliggende deel niet goed indaalt in het maternele bekken of niet goed past op het onderste uterussegment bestaat er een risico dat een lus navelstreng of de hele navelstreng langs het voorliggende deel glipt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende factoren die gerelateerd worden aan een uitgezakte navelstreng. In zeker 50% van de gevallen wordt een navelstrengprolaps voorafgegaan door een obstetrische procedure zoals een hoge forceps of ventouse, AROM bij een hoog voorliggend deel, uitwendige kering, ? . De verschillende risicofactoren hebben betrekking tot het voorliggende deel, obstetrische procedures, foetale, uteriene en maternele factoren. Preventief werken bij een uitgezakte navelstreng is niet makkelijk. Het is een moeilijke situatie die moet worden aangepakt indien het zich voordoet. Het optimale management in deze situatie bestaat uit het herkennen en identificeren van patiënten met predisponerende factoren en het vermijden van deze situaties waarbij het voorkomen van een na...

Keywords


Dissertation
Vroedvrouw, zucht niet als ik geel zie !
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Samenvatting Vroedvrouw, zucht niet als ik geel zie ! Laenen, S., Schrooten, K., Swerts, M. & Horlebein, B. (2011). Het doel van deze literatuurstudie is om vroedvrouwen en andere hulpverleners die te maken krijgen met fysiologische icterus te bereiken. Het is de bedoeling om hen te informeren en adviezen te geven. Er zal getracht worden een passend antwoord te vinden op de vraag: wat is de rol van de vroedvrouw bij fysiologische icterus? Fysiologische icterus is eigenlijk een adaptatieprobleem aan het extra-uteriene leven dat gepaard gaat met een verhoogd aanbod bilirubine en een verminderd conjugatievermogen. Ongeveer 50 ? 80 % van alle pasgeborenen krijgt er mee te maken. Fysiologische icterus komt vooral voor in het postpartum tussen dag 2 en dag 4. Het verdwijnt meestal weer spontaan en is niet kwaadaardig. Er bestaan vele risicofactoren die het krijgen van fysiologische icterus kunnen uitlokken. Zo zijn er maternale, peripartale en neonatale risicofactoren. In een volgende groep kunnen diverse factoren worden ondergebracht. Wat betreft de symptomen van fysiologische icterus is vooral de gele verkleuring van de huid opmerkzaam. Ook tekenen zoals sufheid en slecht drinken kunnen optreden. De zeer hoge schrei in een huilbui valt ook vrijwel meteen op. Om de diagnose van fysiologische icterus te kunnen stellen, zijn vele technieken voor handen. Deze zijn echter niet allemaal even betrouwbaar. De meest betrouwbare methode om fysiologische icterus vast te stellen, is door het uitvoeren van een bloedname. Deze kan zowel veneus als capillair zijn. Ook door middel van een correcte observatie van de parameters (gewicht, urine, stoelgang en voedselinname) kan men fysiologische icterus vaststellen. De technieken die minder betrouwbaar zijn om de diagnose van fysiologische icterus te stellen zijn het visueel beoordelen van een icterisch kind, het transcutaan meten van de bilirubineconcentratie in het bloed, het controleren van navelstrengbloed en het meten van de...

Keywords


Dissertation
Observatie en verzorging van het perineum na een vaginale partus
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Observatie en verzorging van het perineum na een vaginale partus Mathijs, A., Bervoets, L., Van Bocxstaele, V., Hermans, L. & Vanholen, K. (2011) Het perineum ondergaat tal van veranderingen tijdens de bevalling. Er kan een ruptuur ontstaan er kan een episiotomie geplaatst worden en in andere gevallen blijft het perineum intact. Tijdens elke postnataal contact, zowel in een ziekenhuis als in een thuissituatie, moet gevraagd worden of de kraamvrouw klachten of vragen heeft over de heling van het perineum. Ook als het om een gaaf perineum gaat moet er gevraagd worden naar pijn en mogelijke ongemakken. Observatie van het perineum bij pijn of mogelijke ongemakken is absoluut noodzakelijk. Het perineum zou binnen de twee uur na de bevalling moeten worden nagekeken, men controleert het perineum aan de hand van de REEDA scale. Er is een herhaaldelijke controle van deze observaties gedurende de eerste weken postpartum. Indien er zich geen ongemakken, onzekerheden, tekens van infectie of pijnklachten ter hoogte van het perineum voordoen is een verdere systematische inspectie en controle door de vroedvrouw niet nodig omwille van respect voor de privacy, tenzij de kraamvrouw zelf vraagt om even te kijken. Controle van de vagina en schaamlippen gebeurt best in gynaecologische houding en de inspectie van het perineum en anus bij voorkeur in zijligging (sim positie). De vroedvrouw kan het perineum verzorgen door het uitvoeren van een kiemvrije vulvaspoeling of de kraamvrouw kan zichzelf spoelen. Liefst wordt er gespoeld met zuiver lauw water zonder toevoeging van antisepticum, deze kan de wondheling vertragen. Er zijn ook andere mogelijkheden om het perineum te verzorgen waaronder ijs. IJs verzacht de pijn voor een korte periode door verdoving van het weefsel, het verhindert posttraumatische zwelling en vermindert het risico op nabloeden. IJs zorgt voor vasoconstrictie wat de wondheling kan vertragen. IJs wordt bij voorkeur tot maximaal drie uur na de bevalling gebruikt...

Keywords


Dissertation
De rol van de vroedvrouw als counselor bij prenatale screening en diagnostiek
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het doel van deze literatuurstudie is om de rol van de vroedvrouw als counselor aan te tonen bij prenatale screening en diagnostiek. In onze maatschappij is er zeer weinig tijd voor de individuele noden van het koppel. Gynaecologen hebben door tijdsdruk niet voldoende aandacht om stil te staan bij belangrijke waarden en uitgangspunten van het koppel. Vroedvrouwen zijn door middel van hun opleiding geschikte zorgverleners om gynaecologen hierin bij te staan. Naar aanleiding van deze gedachtegang ben ik tot de volgende vraagstelling gekomen: 'Op welke manier kunnen vroedvrouwen een rol spelen in het counselen rond prenatale screening en diagnostiek?' Koppels moeten niet alleen medische informatie krijgen, maar ook psychologische ondersteuning ervaren. In de hierop volgende studie wordt de beleving van koppels nagegaan. Prenatale screening en diagnostiek als geruststelling komt in de maatschappij zeer sterk naar voren. Een belangrijke taak van counselors hierbij is om koppels een geïnformeerde keuze en toestemming te laten maken. Dit maakt dat zij beter voorbereid zijn op de gevolgen van prenatale screening en diagnostiek. Counselors hebben een belangrijke rol gedurende dit ganse proces. Uit de literatuurstudie blijkt dat vroedvrouwen een meerwaarde betekenen voor koppels. Zij zijn in staat om de psychologische impact van deze prenatale testen te verminderen. Het is van belang dat counselors persoonlijke informatie geven op een niet-directieve manier in een individuele counseling. Het is hierbij belangrijk dat koppels de gekregen informatie begrijpen en naar waarde kunnen schatten. Toch dienen zij de keuze van koppels te accepteren en te respecteren, zelfs als deze tegen hun waarden indruisen. Het zijn namelijk de koppels die moeten kunnen leven met een beslissing. Dit is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Er zijn in de maatschappij namelijk veel debatten over de ethische aspecten van prenatale screening en diagnostiek. De belangrijkste aanbeveling die u...

Keywords


Dissertation
Werken op onregelmatige uren binnen Familiehulp: een verkennend onderzoek bij sectorverantwoordelijken en basiswerkers.
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Abstract Familiehulp is een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. De thuiszorgsector, waaronder ook Familiehulp is voortdurend in beweging. In onze huidige maatschappij wordt thuiszorg steeds belangrijker omdat ouderen, om welke reden dan ook liever in hun eigen vertrouwde omgeving blijven wonen. Familiehulp tracht zich dan ook zo goed mogelijk af te stemmen op de vragen van de cliënt. Cliënten worden steeds mondiger en wensen meer 'zorg op maat' dan vroeger. Een belangrijk onderdeel van 'zorg op maat' is het werken op onregelmatige uren. Onregelmatige uren zijn uren die gepresteerd worden op weekdagen tussen 20 en 7uur en uren op zater-, zon- en feestdagen. Familiehulp is reeds enkele jaren gestart met hulp aan te bieden op onregelmatige uren maar merkt dat deze manier van werken nog niet in alle zorgregio's is opgenomen. Er werd namelijk vastgesteld dat interregio 4 (Limburg en Leuven) het minst aantal onregelmatige prestaties heeft binnen de vzw. Familiehulp streeft ernaar dat zowel het begeleidend personeel als de verzorgenden een 'zorgbril' opzetten en kijken wat de individuele cliënt nodig heeft. De organisatie wil daarom graag een beeld krijgen op de mening van sectorverantwoordelijken en basiswerkers in interregio 4 op het verlenen van hulp op onregelmatige uren. Op deze manier wil men een stapje dichter komen bij het antwoord op de vraag: 'Waarom worden er zo weinig onregelmatige prestaties gepresteerd in interregio 4?'

Keywords


Dissertation
Parametercontrole in het maternele postpartum
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Parametercontrole in het maternele postpartum. Doucé, D., Bervoets, L., Van Bocxstaele, V., Hermans, L. & Vanholen K. (2011). In vele kraamafdelingen worden dagelijks de vitale en fysische parameters zoals bloeddruk, hartslag, temperatuur, stoelgang, mictie en anemie gecontroleerd, maar de frequentie ervan kan verschillen. Het doel van deze bachelorproef is te weten te komen met welke frequentie parameters dienen gecontroleerd te worden in het postpartum om zo in samenspraak met de co- promotoren een protocol te ontwikkelen omtrent de wetenschappelijk onderbouwde zorg aan de moeder in het postpartum. De frequentie van metingen van de vitale parameters in het postpartum is niet zo hoog. De bloeddruk dient gecontroleerd te worden binnen de eerste zes uur na de bevalling, indien de diastolische bloeddruk onder de 90 mmHg gelegen is, is verdere controle niet nodig. Indien de waarde van de gemeten bloeddruk afwijkend is dan dient er binnen de vier uur terug een hercontrole te zijn. De temperatuur dient enkel gecontroleerd te worden bij vermoeden of tekenen van infectie. Men spreekt van koorts vanaf 38°C. De temperatuur dient bij koorts binnen de vier tot zes uur opnieuw gecontroleerd te worden en hierop moet gepast gereageerd worden. Na een fysiologisch verlopende vaginale bevalling zonder problemen is het systematisch controleren van de hartslag niet aangewezen. Stoelgang en mictie dienen ook door de vroedvrouw nagevraagd te worden. De kraamvrouw dient binnen de zes uur na de bevalling spontane mictie te hebben. Het terug opgang komen van stoelgang na de bevalling kan enkele dagen langer duren. Ook is de vroedvrouw in staat gepast te handelen wanneer mictie en stoelgang niet spontaan lukken, door de voeding aan te passen voor een vlottere stoelgang of tips te geven tot mictie. Anemie tijdens het postpartum kan ontstaan door bloedverlies tijdens maar ook na de bevalling. En is er de terugkeer naar een niet zwangere toestand waardoor er veranderingen zijn in d...

Keywords

Listing 1 - 10 of 327 << page
of 33
>>
Sort by