Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Zoogeography --- Molluscs. Bryozoans. Brachiopods. Tunicates

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Zoogeography --- world maps --- wereldkaarten --- migratie (dieren)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze studie heeft als voornaamste doelstellingen (1) een inventaris van de visdiversiteit van het Lukibekken (zijrivier van de Beneden-Congostro om), met inbegrip van een korte beschrijving van alle gevonden soorten, (2) een gelijkaardige inventaris van de diversiteit van het Lefinibekken (zijrivier van de Midden-Congostroom) en (3) een bijdrage tot de ecolog ische studie van de vissen van dit laatste bekken, dat zo goed als ongekend was voor het aanvatten van deze studie. De studie toont aan da t het Lukibekken een arme visfauna bezit die weinig verscheiden is en he t Lefinibekken een rijke en verscheiden visfauna bezit. Het Lukibekken: De visfauna van het Lukibekken is samengesteld uit 35 soorten behorende tot 24 genera, 15 familie en 9 ordes. Vier soorten worden voor het eerst vermeld uit het bekken: Clypeobarbus congicus, Garra congoensis (Cyprinidae), Haplochromis fasciatus (Cichlidae) en Microctenopoma fasciolatum (Anabantidae). Ondanks de verscheidenh eid aan vangstmethodes, de diversiteit aan habitats en de periode van st aalname (3 jaar), werden 12 van de 35 soorten gekend uit de literatuur e n/of in de reeds bestaande collecties, niet teruggevonden tijdens onze v erschillende visexpedities ter plaatse. De visdiversiteit is vrij verschillend tussen enerzijds de midden- en de bovenloop, en anderzijds de benedenloop. Slechts 14 soorten zijn aanwezig in de midden- en bovenloop, en dus ook in het reservaat (réserv e de biosphère de Luki). De Perciformes, Siluriformes en Cyprinodontifor mes zijn de meest soortenrijke ordes, gevolgd door de Osteoglossiformes, Ceratodontiformes en Characiformes. Op het niveau van de families zijn de Clariidae, Cyprinidae en Cichlidae het soortenrijkst, gevolgd door de Anabantidae en Protopteridae. Het Lefinibekken: Deze allereerste studie van de biodiversiteit van de vissen van het Lefinibekken telt 140 soorten behorende tot 76 ge nera, 27 families en 11 ordes. Minstens vier soorten zijn nieuw voor de wetenschap: Distichodus teugelsi (Distichodontidae), Rabdalestes yoka i (Alestidae), Brycinus sp. “hepsetus” (Alestidae) en Parananochro mis sp. “lefiniensis” (Cichlidae). Het genus Parananochromis werd voor de eerste maal gerapporteerd van het Congobekken. Een vergelijkende studie van Bryconathiops microstoma specimens afkomstig uit de Bened en-Congo met deze van het Lefinibekken toonde aan dat Bryconaethiops yse uxi als een valide soort mag beschouwd worden. In dit bekken zijn de Characiformes, Siluriformes, Osteoglossiformes de meest soortenrijke ord es, gevolgd door de Perciformes, Cypriniformes en Cyprinodontiformes. Op het niveau van de families zijn de Mormyridae, Alestidae en Distichodon tidae het meest soortenrijk, gevolgd door de Cichlidae, Cyprinidae, Moch okidae, Anabantidae, Schilbeidae en Clariidae. De studie van de ecologische gemeenschapsstructuur van de Lefini toon aa n dat de visgemeenschappen in dit bekken verdeeld zijn volgens het bermt ype (woud of gras) en het habitat-type: (1) met gras en in vijvervorm, ( 2) met gras, (3) met woud met een gesloten bladerdek, (4) met woud met e en matig gesloten bladerdek, en (5) met woud met een schaars bladerdek. Elk van deze vijf verschillende habitat-types werd gekenmerkt, door geb uik te maken van de vijf meest abundante soorten: Distichodus noboli, Xenomystus nigri, Marcusenius moorii, Hemichromis nigri en H. stellifer (Habitat 1); Schilbe marmoratus, Phenacogrammus interrup tus, Aletoptersius nigroperus, Petrocephalus balayi en Pereutro pous debauwi (Habitat 2); Xenocharax spilurus, Alestes liebrechtsi i, Alestopetersius caudalis, Pantodon buchholzi en Synodontis f lavitaeniatus (Habitat 3); Tylochromis lateralis, Chrysichthys pun ctatus, Petrocephatus christyi, Mesoborus crocodilus en Tilapia congica (Habitat 4); Brachypetersius altus, Tilapia bilineata, Distichodus teugelsi, Distichodus affinis en Raiamas christyi (Habitat 5). De berekende indices van soortenrijkdom, “S”, Shannon “H”, en Pielou (ev enness) “R”, tonen aan dat het grashabitat in vijvervorm minder soortenr ijk is dan alle andere. Bovendien, gezien de hoge H en R indices, en dit voor alle stations, en gezien het belang van deze indices in het diagno sticeren van de ecologische gezondheidstoestand van een riviersysteem, t oon deze studie het ecologisch evenwicht aan voor het geheel van het Léfinibekken.

Academic collection --- 597 --- 591.9 <675> --- Pisces. Fishes. Ichthyology --- Geographic zoology. Zoogeography. Fauna. Geographic distribution of animals--Zaïre. Belgisch Kongo --- Theses --- 591.9 <675> Geographic zoology. Zoogeography. Fauna. Geographic distribution of animals--Zaïre. Belgisch Kongo --- 597 Pisces. Fishes. Ichthyology

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Marine mammals --- Sea turtles --- Sea birds --- Zoogeography --- Animal population density --- Mammifères marins --- Tortues marines --- Oiseaux de mer --- Zoogéographie --- Animaux --- Populations --- Densité --- Atlantic Marine Assessment Program for Protected Species (U.S.) --- North Atlantic Ocean.